Het doel van het onderzoek is te bepalen of schade in de corticale en/of subcorticale (diepe) grijze stof in patiënten groter wordt naarmate deze is verbonden aan witte stof banen met meer schade (groter volume van lesies, meer schade in de lesies…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Demyelinisatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Drie maten van witte stof schade worden bepaald, namelijk lesie volume,
fractionale anisotropie (FA) van lesies, en FA van normal-appearing witte stof,
waarvan een totale score voor witte stof schade wordt berekend. Hoge versus
lage scores worden vergeleken voor de atrofie snelheden in de grijze stof,
gebaseerd op metingen van subcorticaal volume en corticale dikte. Hieruit kan
van elke grijze stof structuur de atrofiesnelheid tussen de start en follow-up
1 worden vergeleken tussen patiënten met hogere en met lagere witte stof
schade. Vergelijkbare berekeningen worden gedaan tussen follow-up 1 en
follow-up 2 om te bepalen of een grotere toename van witte stof schade over het
eerste jaar voorspellend is voor snellere grijze stof atrofie in het tweede
jaar.
Secundaire uitkomstmaten
Naast de metingen van grijze en witte stof schade, worden metingen van
functionele connectiviteit in rust uitgevoerd om te bepalen of de patronen die
in grijze en witte stof schade worden gezien de functionele organizatie van het
brein in rust veranderen, zowel voor grijze/witte stof schade, als volgend op
de schadepatronen. Daarnasat worden klinische metingen gedaan om structurele
data te koppelen aan functionaliteit van de patiënten.
Achtergrond van het onderzoek
Het is momenteel nog onduidelijk of en hoe de grijze stof van het brein in
multipele sclerose (MS) is gerelateerd aan pathologische veranderingen in de
witte stof. Deze kennis is van belang om te kunnen bepalen of de huidige
behandelingsmogelijkheden gericht op het neurodegeneratieve component van MS
een primair ziekteproces aanpakken, of slechts secundaire symptomen behandelen.
Atrofie van de verbonden (sub)corticale grijze stof (= de verandering van het
volume van diepe grijze stof structuren en de verandering van de corticale
dikte van corticale grijze stof regionen) kan dus gerelateerd worden aan de
locatie en hoeveelheid van witte stof schade. Wij zullen lokale snelheden van
atrofie in verscheidene corticale en subcorticale grijze stof gebieden
analyseren in vroege relapsing-remitting MS (RRMS) patiënten op drie
tijdspunten (start, follow-up 1 [baseline + 1 jaar ± 3 maanden] en follow-up 2
[follow-up 1 + 1 jaar ± 3 maanden]) om te bepalen of de snelheid van grijze
stof atrofie in een bepaalde regio is gerelateerd aan de hoeveelheid al
bestaande schade van de witte stof. Op deze manier levert dit project
waardevolle, longitudinale data over RRMS patiënten om de relaties tussen witte
stof pathologie en grijze stof atrofie in vroege patiënten beter te kunnen
begrijpen.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is te bepalen of schade in de corticale en/of
subcorticale (diepe) grijze stof in patiënten groter wordt naarmate deze is
verbonden aan witte stof banen met meer schade (groter volume van lesies, meer
schade in de lesies of meer schade in normal-appearing witte stof). Daarbij
willen we bepalen of een grotere toename van witte stof schade over het eerste
jaar voorspellend is voor de snelheid van grijze stof atrofie in het tweede
jaar.
Verder willen we bepalen of de structurele veranderingen in vroege RRMS
patiënten effect hebben op de functionaliteit van het brein, door te kijken
naar functionele connectiviteit en naar verschillende klinische parameters.
Onderzoeksopzet
De studie zoals hier voorgesteld is een follow-up studie waarin snelheden van
grijze stof atrofie en de veranderingen van witte stof schade worden
gekwantificeerd over twee opeenvolgende jaren. Hiervoor worden 40 vroege RRMS
patiënten en 15 gezonde controlepersonen geïncludeerd, met inachtneming van de
inclusie- en exclusiecriteria. Bij de start van het onderzoek, follow-up 1 en
follow-up 2 worden MRI metingen gedaan waarbij gekeken wordt naar breinvolume,
functionele connectiviteit, hoeveelheid lesies, schade aan de banen en
integriteit van de witte stof. Verder worden klinische parameters gemeten om de
structurele metingen van de MRI te relateren aan functionaliteit.
Op ieder tijdspunt worden metingen van grijze stof atrofie, witte stof schade
en functionaliteit gedaan. Per tijdspunt wordt de hoeveelheid grijze stof
atrofie gerelateerd aan de hoeveelheid witte stof schade om witte stof banen
verbonden aan iedere grijze stof regio te identificeren en de schade daarin te
kwantificeren, wat verder wordt gerelateerd aan functionele parameters. Over de
achtervolgen tijdspunten worden de gemeten snelheden van grijze stof atrofie
vergeleken tussen patiënten met veel witte stof schade enerzijds en patiënten
met weinig witte stof schade anderzijds, zodat bepaald kan worden of de
snelheid van grijze stof atrofie voorspellend is voor latere schade in de
verbonden witte stof, en/of vice versa.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen risico*s geassocieerd met MRI metingen en geen direct voordeel is
verwacht voor de patiënten
Publiek
De Boelelaan 1118
Amsterdam 1081HZ
NL
Wetenschappelijk
De Boelelaan 1118
Amsterdam 1081HZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten:
1. Minimum 18 jaar
2. Klinisch gediagnosticeerd RRMS voor < 5 jaar
3. Ontvangt óf geen behandeling óf eerstelijnsbehandeling voor minimaal 6 maanden
4. Heeft een EDSS * 5.0
5. Heeft informed consent getekend;Controlegroep:
1. Minimum 18 jaar
2. Heeft informed consent getekend
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Klinisch relevante niet-MS neurologische of psychiatrische stoornis(sen), nu of in verleden
2. Klinisch relevante (auto)immuunstoornis(sen), nu of in verleden
3. Behandeling met eerstelijnstherapie voor minder dan 6 maanden
4. Behandeling met tweedelijnstherapie
5. Schub en/of behandeling met steroïden in de afgelopen 3 maanden
6. Zwangerschap
7. Niet compatibel met MRI, bijv. metalen voorwerpen in of om het lichaam, claustrofobie of niet stil kunnen liggen in de scanner
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL57713.029.16 |