De primaire doelstellingen van de studie zijn:- De evaluatie van de effectiviteit van de behandeling met de vulstof op PCL-basis, zoals vastgesteld door het beoordelingssysteem van Stamey (SGS, Stamey Grading System). Het SGS wordt vastgesteld aan…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Urinewegen tekenen en symptomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Primaire analyses
- Primaire effectiviteitsanalyse
De primaire doelstelling van deze studie is de behandelingseffectiviteit te
beoordelen van de vulstof op PCL-basis Urolon*-12, Urolon*-24 en Urolon*48,
zoals vastgesteld door het SGS.
Het effectiviteitseindpunt is een vermindering van ten minste 1 SGS bij de
follow-uponderzoeken op 3, 6, 12, 18 en 24 maanden ten opzichte van de baseline.
- Primaire veiligheidsanalyse
De primaire doelstelling van deze studie is de veiligheid te beoordelen van de
vulstof op PCL-basis Urolon*-12, Urolon*-24 en Urolon*48. Tellingen en
percentages van behandelingsgerelateerde bijwerkingen en ernstige bijwerkingen
zullen na de behandeling (baseline) en op 3, 6, 12, 18 en 24 maanden bij de
follow-uponderzoeken worden gepresenteerd.
Secundaire uitkomstmaten
2. Secundaire analyses
- Secundaire effectiviteitsanalyse
De secundaire doelstelling van deze studie is de effectiviteit en de
verbetering te beoordelen van de levenskwaliteit van patiënten na behandeling
met de vulstof op PCL-basis Urolon*-12, Urolon*-24 en Urolon*48, zoals
vastgesteld door I-QoL, ICIQ-SF, PGI-I, PGI-S en de niet-invasieve hoesttest.
De eindpunten voor effectiviteit en levenskwaliteit zijn verbeteringen na 3, 6,
12, 18 (geen hoesttest op dit tijdstip) en 24 maanden vergeleken met de
baseline, vastgesteld met behulp van I-QoL, ICIQ-SF, PGI-I, PGI-S en de
niet-invasieve hoesttest. De niet-invasieve hoesttest wordt na de behandeling
uitgevoerd om het post-behandelingssucces te testen.
- Secundaire effectiviteits- en veiligheidsanalyse
De secundaire doelstelling van deze studie is de veiligheid en effectiviteit op
de lange termijn te beoordelen en wel in extra jaarlijkse follow-upbezoeken tot
5 jaar na de behandeling. (SGS, I-QoL, PGI-I, PGI-S en ICIQ-SF). De evaluatie
van de veiligheid via een aanvullend cystoscopisch onderzoek na 12 en 24
maanden na de behandeling.
Achtergrond van het onderzoek
Stress urinaire incontinentie (SUI) is een onvrijwillig urineverlies als gevolg
van toegenomen intra-abdominale druk, zoals hoesten, lachen, niezen, tillen,
hardlopen of veranderen van lichaamshouding van horizontaal naar verticaal en
kan worden veroorzaakt door urethrale hypermobiliteit of een intrinsieke
sfincter deficiëntie (ISD). Gesuggereerd wordt dat de oorzaak van ISD ligt in
verzwakte urethrale sfincter spieren en het onvermogen van de urethra om
voldoende urethrale sluitingsdruk te verschaffen die onvrijwillig urineverlies
voorkomt tijdens verhogingen in abdominale druk. Daarnaast wordt er
gesuggereerd dat veranderde collageenproductie bijdraagt aan SUI.
Het belangrijkste bestanddeel van de ligamenten en de sub-urethrale wand is
vezelig bindweefsel. Collageen typen I, III en VI zijn de belangrijkste
componenten van het bindweefsel. Gebleken is dat vrouwen met
urine-incontinentie een veranderd bindweefsel metabolisme hebben, met als
gevolg verminderde collageenproductie, wat kan leiden tot onvoldoende
ondersteuning van het urogenitale kanaal. Activering van collageenproductie
door vulstoffen vanwege neocollagenese kan bijdragen aan het verhogen van de
ondersteuning van het urogenitale kanaal op een langdurige en natuurlijke
manier.
Er is een breed spectrum van de behandelingsopties beschikbaar voor SUI,
waaronder conservatieve niet-chirurgische behandeling (bekkenbodem
spiertraining, elektrische stimulatie, vloeistof en dieet en medicamenteuze
behandeling) en chirurgische procedures.
De meest gebruikte chirurgische behandeling van SUI is de mid-urethrale sling
procedure; de retropubic (spanningsvrije vaginale tapes (TVT) of de
transoburator sling (spanningsvrije vaginale tapes afsluiter (TVT-O).
Volgens de literatuur variëren de gerapporteerde complicatiepercentages van
4,3% tot 75,1% voor retropubische slings en voor transobturator medio urethrale
slings van 10,5% tot 31,3% .
Door het hoge complicatiepercentage is er behoefte aan minder invasieve
behandelingen voor SUI.
Vulstoffen zijn veelbelovend als minimaal invasieve therapie omdat ze onder
plaatselijke verdoving kan worden uitgevoerd in een poliklinische setting, een
laag complicatiepercentage hebben, een kortere procedure tijd hebben, een
korter intramuraal verblijf nodig is en er sprake is van een sneller herstel.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstellingen van de studie zijn:
- De evaluatie van de effectiviteit van de behandeling met de vulstof op
PCL-basis, zoals vastgesteld door het beoordelingssysteem van Stamey (SGS,
Stamey Grading System). Het SGS wordt vastgesteld aan het begin van de studie
(baseline) en op 3, 6, 12, 18 en 24 maanden bij de follow-uponderzoeken.
- De evaluatie van de veiligheid van de behandeling met de vulstof op PCL-basis
middels gemelde bijwerkingen aan het begin van de studie (baseline) en op 3, 6,
12, 18 en 24 maanden bij de follow-uponderzoeken.
De secundaire doelstellingen van de studie zijn:
- De evaluatie van het effect op de levenskwaliteit (QoL, Quality of Life) na
de behandeling met de vulstof op PCL-basis. De QoL wordt vastgesteld aan de
hand van de vragenlijst voor levenskwaliteit bij incontinentie (I-QoL,
Incontinence Quality of Life questionnaire). De I-QoL wordt vastgesteld aan het
begin van de studie (baseline) en op 3, 6, 12, 18 en 24 maanden bij de
follow-uponderzoeken.
- De evaluatie van de effectiviteit na behandeling met de vulstof op PCL-basis.
De effectiviteit wordt vastgesteld aan de hand van de beknopte vragenlijst voor
internationale consultatie inzake incontinentie (ICIQ-SF, International
Consultation on Incontinence Questionnaire - Short Form). De ICIQ-SF wordt
vastgesteld aan het begin van de studie (baseline) en op 3, 6, 12, 18 en 24
maanden bij de follow-uponderzoeken.
- De evaluatie van de effectiviteit na behandeling met de vulstof op PCL-basis.
De effectiviteit wordt vastgesteld aan de hand van de schaal 'algemene indruk
van de patiënt van verbetering' (PGI-I, Patient's Global Impression of
Improvement) en de schaal 'algemene indruk van de patiënt van verslechtering'
(PGI-S, Patient's Global Impression of Severity). De PGI-I wordt vastgesteld op
3, 6, 12, 18 en 24 maanden bij de follow-uponderzoeken. De PGI-S wordt
vastgesteld aan het begin van de studie (baseline) en op 3, 6, 12, 18 en 24
maanden bij de follow-uponderzoeken.
- De evaluatie van de effectiviteit zoals vastgesteld door een niet-invasieve
hoesttest. De niet-invasieve hoesttest wordt uitgevoerd aan het begin van de
studie (baseline), na de behandeling en op 3, 6, 12, 18 en 24 maanden bij de
follow-uponderzoeken.
- De evaluatie van de veiligheid vindt plaats middels een aanvullend
cystoscopisch onderzoek op 12 en 24 maanden bij de follow-uponderzoeken.
- Veiligheid en effectiviteit op de lange termijn worden beoordeeld door de
follow-upcontroles jaarlijks uit te breiden tot maximaal 5 jaar (SGS, I-QoL,
PGI-I, PGI-S en ICIQ-SF).
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectieve registratie studie om de veiligheid en effectiviteit
van een vulmiddel op basis van PCL (Urolon*) ter behandeling van
stress-incontinentie (SUI, stress urinary incontinence) te onderzoeken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In aanmerking komende patiënten krijgen injecties met de vulstof op PCL-basis (Urolon>-12, Urolon>-24, of Urolon>-48). Het gebruik van topische, spinale of algemene anesthetica is toegestaan en wordt toegediend naar oordeel van de onderzoeker. De injectie met vulstof op PCL-basis wordt toegediend in de submucosa van de urinebuis bij de blaashals, met behulp van de transurethrale techniek met een injectienaald. Drie injecties (op de posities 2 uur, 6 uur en 10 uur) zullen worden toegediend voor de optimale coaptatie van het urethraslijmvlies. Een tweede injectie alleen met de bijbehorende vulstof op PCL-basis (Urolon>-12, Urolon>-24, of Urolon>-48) bij de eerste behandeling is toegestaan, als de patiënt niet droog was na de eerste behandeling. Indien nodig wordt een tweede injectie toegediend bij het follow-uponderzoek op 3 maanden en/of bij het verlaten van de studie.
Inschatting van belasting en risico
Aan het begin van de studie (baseline), 3, 6, 12, 18 en 24 maanden na de
behandeling geven de behandelde patiënten een beoordeling over de veiligheid en
effectiviteit van het hulpmiddel, zoals vastgesteld door subjectieve en
objectieve methoden. Veiligheid en effectiviteit op de lange termijn worden
beoordeeld door de follow-upbezoeken jaarlijks uit te breiden tot maximaal 5
jaar (SGS, I-QoL, PGI-I, PGI-S en ICIQ-SF).
Verwachte bijwerkingen, risico's en/of ongemakken zijn:
1. milde (behandelingsgerelateerde) complicaties (korte termijn):
• urinebuisinfectie,
• hematurie (bloed in urine),
• dysurie (pijn bij plassen),
• urineretentie (slappe spierwand, zodat niet alle urine uit de blaas kan
worden geperst),
• aandrang,
• hoofdpijn,
• pijn,
• risico*s geassocieerd met de verdoving, obstructie van de urinebuis (zwakke,
aanhoudende stroom),
• koorts,
2. zeldzame ernstige complicaties (lange termijn):
• periurethraal granuloom,
• erosie,
• ontwrichting,
• embolisatie (afsluiting van bloedvat),
• urethrale verzakking,
• vorming van abcessen, cysten en andere gezwellen,
• verergering van de incontinentie.
Er kunnen andere problemen zijn met betrekking tot de procedure of het
hulpmiddel, die nu nog niet bekend zijn. Als nieuwe informatie over andere
problemen tijdens de studie beschikbaar komt, wordt de patiënt hierover
geïnformeerd.
De patiënt ontvangt de best mogelijke medische zorg tijdens en na deze studie,
maar omdat dit een klinische studie is, kunnen er onverwachte bijwerkingen
optreden. Mocht de patiënt onderzoeksgerelateerd letsel ondervinden ten gevolge
van deelname aan deze studie, dan ontvangt de patiënt medische behandeling/zorg
zonder enige kosten voor de patiënt. De term "onderzoeksgerelateerd letsel"
betekent zowel fysiek als mentaal letsel dat veroorzaakt is door het
onderzoekshulpmiddel of de studieprocedures die voor de studie vereist zijn.
Publiek
Yalelaan 1
Utrecht 3584 CL
NL
Wetenschappelijk
Yalelaan 1
Utrecht 3584 CL
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënten van 18 jaar of ouder
2. Patiënten met overheersende SUI zoals bepaald door de vragenlijst voor urine-incontinentie Diagnose (QUID); Totale Stress score (Som Q1-3) van >= 4 en Total Urge score (Som Q4-6) van < 6
3. Patiënten die een behandeling ter revalidatie van de bekkenbodemspieren uitgeprobeerd hebben of waarvan het negatief resultaat was tijdens hun incontinentie.
4. Patiënten met milde tot gemiddelde SUI zoals bevestigd door SGS 1 of 2
5. Patiënten zijn bereid en in staat te voldoen aan de follow-up procedure en schema van de studie
6. Patiënten zijn bereid schriftelijk een geïnformeerde toestemming voor hun deelname aan de studie te overleggen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten die eerder een implantaat met vulstof hebben ontvangen in de submucosa van de urinebuis of enige vorm van chirurgie hebben ondergaan om SUI te behandelen
2. Patiënten met enige vorm van urine-incontinentie, anders dan overheersende SUI
3. Patiënten met urineretentie (resterend volume na legen >= 100 ml)
4. Patiënten met morbide obesitas (bodymassindex (BMI) >= 40 kg/m2)
5. Patiënten met een bekende allergie voor antibiotic A
6. Patiënten met neurogene incontinentie
7. Patiënten die chemotherapie of behandeling met systemische corticosteroïden ondergingen binnen 3 maanden voorafgaande aan de deelname
8. Patiënten met een voorgeschiedenis van auto-immuunziekten
9. Patiënten met een bekende allergie tegen topische, injecteerbare of algemene anaesthesie
10. Patiënten met een ernstige allergie die geconstateerd werd door een voorgeschiedenis van anafylactische reacties of patiënten met ernstige, chronische allergieën (bijv. astma)
11. Patiënten met een bekende bloedziekte
12. Patiënten met een actieve infectie van wat voor soort dan ook tijdens de screening
13. Patiënten met een bekende bindweefselziekte
14. Patiënten die niet akkoord gaan anticonceptiemiddelen te gebruiken tijdens de eerste 12 maanden van de studie
15. Patiënten die zwanger zijn (of binnen 12 maanden na de bevalling) of borstvoeding geven
16. Patiënten die niet bereid zijn of niet in staat zijn de follow-upprocedure en het schema van de studie te volgen
17. Patiënten die deelnemen aan een ander klinisch onderzoek
18. Patiënten met comorbiditeiten
19. Patiënten met niet-levensvatbaar weefsel, bijvoorbeeld geschiedenis van aanzienlijke bekkenbestraling, meerdere bekkenoperaties, etc. (littekenweefsel en aanzienlijk aangetast weefsel zal niet op de juiste wijze coapteren)
20. Patiënten met urethra of blaashalsvernauwingen (gebruik van vulstoffen bij patiënten met vernauwingen kan letsel en/of obstructie van de urethra veroorzaken)
21. Patiënten met perifeer vaatlijden en/of eerdere bekkenoperatie kunnen een verhoogd risico op weefsel erosie hebben
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL55843.100.15 |