Het doel van het onderzoek is om de veiligheid, verdraagzaamheid en werkzaamheid van drisapersen verder na te gaan over de lange termijn.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Spieraandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid bij langdurige toediening
Secundaire uitkomstmaten
* evalueren van lange termijn doseren van 6mg/kg SC drisapersen
* evalueren van lange termijn doseren van drisapersen : de impact van de
functionele outcomes (bijvoorbeeld wanneer in een rolstoel, wanneer aan de
ventilator, etc)
* evalueren van lange termijn intermittent doseren van patienten die
6mg/kg/week niet tolereren
* evalueren van lange termijn IV dosering van patienten die SC toediening niet
tolereren.
Achtergrond van het onderzoek
Duchenne Spierdystrofie (DMD) is de meest voorkomende erfelijke dodelijke
kinderziekte met een incidentie van 1 in 3500 nieuwgeboren jongens. Door de
ziekte kunnen spiercellen het eiwit dystrofine niet aanmaken. De eerste tekenen
van spierzwakte kunnen beginnen vanaf de leeftijd van 2 jaar. De skeletspieren
in de armen, benen en romp worden geleidelijk aan steeds zwakker. Ook de
ademhalingsspieren en het hart worden vanaf de vroege puberteit steeds zwakker.
De meeste DMD patiënten zitten al voor hun twaalfde levensjaar in een rolstoel
en voordat er machanische beademing werd ingevoerd, overleden de patiënten rond
hun twintigste levensjaar.
De ziekte leidt dus tot ernstige beperkingen en morbiditeit. Momenteel is
alleen prednison geaccepteerd als mogelijkheid om het ziektebeloop te
vertragen.
Deze therapie kent echter ook de nodige bijwerkingen, zoals overgewicht,
osteopenie of osteoporose, effect op gedrag, hypertensie, cataract,
groeivertraging en hormonale problemen. Verschillende andere therapeutische
strategieën zijn reeds geprobeerd, zoals spiercel en stamcel transplantatie,
geneesmiddelen en gentherapie. Geen van deze strategieën zijn toepasbaar
gebleken in de kliniek.
Anti-sense exon skipping is een nieuwe veelbelovende manier om ervoor te zorgen
dat de spiercellen een vorm van dystrofine aanmaken zoals bij patiënten met
Becker spierdystrofie. Dit zou de progressie van DMD sterk kunnen vertragen of
zelfs tot halt kunnen brengen.
In deze studie wordt drisapersen (BMN051) onderzocht, een antisense
oligonucleotide die exon 51 kan skippen. Informatie over eerdere studies treft
u aan in het protocol en in de Investigator's Brochure.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om de veiligheid, verdraagzaamheid en
werkzaamheid van drisapersen verder na te gaan over de lange termijn.
Onderzoeksopzet
Een fase 3, open label verlengingsonderzoek
Deze studie zal ongeveer 220 patienten recruteren wereldwijd.
3 dose regimens:
contineous treatment = wekelijkse toediening van 6mg/kg subcutane injectie met
studiemedicatie
Intermittent treatment = 8 weken 6mg/kg per week subcutane injectie met
studiemedicatie en 4 weken geen studiemedicatie, cont.
intravenous treatment = wekelijkse toediening van maximaal 6mg/kg intraveneuze
toediening van studiemedicatie (over 2 uur)
Subcutane injecties beginnen met een loading dose. de eerste drie weken krijgen
de patienten twee maal per week 6mg/kg injectie met studiemedicatie. Na deze
drie weken is er een wekelijkse toediening mogelijk.
1 x per 6 maanden effectiviteitsmeetingen, overige studievisites alleen
toedienen studiemedicatie en nagaan veiligheid (o.a. door middel van
laboratorium testen - lokaal en centraal)
Onderzoeksproduct en/of interventie
3 dose regimens: contineous treatment = wekelijkse toediening van 6mg/kg subcutane injectie met studiemedicatie Intermittent treatment = 8 weken 6mg/kg per week subcutane injectie met studiemedicatie en 4 weken geen studiemedicatie, cont. intravenous treatment = wekelijkse toediening van maximaal 6mg/kg intraveneuze toediening van studiemedicatie (over 2 uur) Subcutane injecties beginnen met een loading dose. de eerste drie weken krijgen de patienten twee maal per week 6mg/kg injectie met studiemedicatie. Na deze drie weken is er een wekelijkse toediening mogelijk.
Inschatting van belasting en risico
De studie duurt ongeveer 122 weken en de patient bezoekt in die periode het
ziekenhuis wekelijks. De patient kan 1 maal worden opgenomen voor het plaatsen
van een porth-a-cath(r) om intraveneuze toediening te vergemakkelijken. De
patient zal iedere week terugkomen voor een toediening met studiemedicatie,
tenzij hij in de intermittent doseringsgroep zit; dan krijgt hij 8 weken
6mg/kg/week en 4 weken geen toediening. Voor intraveneuze toedieningen kan de
patient worden behandeld op de dagbehandeling van het ziekenhuis.
De volgende handelingen worden 1 of meerdere malen tijdens de studie uitgevoerd.
toediening drisapersen
lichamelijk onderzoek
vitale functies
ECG
Echocardiografie
urineonderzoek
Biochemie/hematologie
bloedafnames (meting van de bloedplaatjes)
MRI
indien nodig huidbioptie
indien mogelijk werkzaamheidsparameters: zesminutenlooptest, nort start
ambulatory assessment (NSAA, long functie onderzoek, functiemeting van de
bovenste ledemaat (PUL), Patient reported outcome measure (PODCI), EQ-5D-5L
questionnaire.
Voor een gedetailleerd overzicht, zie appendix 1 van het protocol.
Publiek
Digital Drive 105
Novato CA 94949
US
Wetenschappelijk
Digital Drive 105
Novato CA 94949
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1 proefpersonen die eerder zijn behandeld met drisapersen of eteplirsen
2. Ononderbroken gebruik van glucocorticoïden gedurende minimal 60 dagen voorafgaand aan opname in het onderzoek met een redelijke verwachting dat de proefpersoon voor de duur van het onderzoek steroïden zal blijven gebruiken. Aanpassingen aan of stopzetting van glucocorticoïden vindt plaats naar oordeel van de hoofdonderzoeker in overleg met de proefpersoon/ouder en de medisch toezichthouder. Als de proefpersoon geen steroïden gebruikt, moet deelname aan het onderzoek met de medisch toezichthouder besproken worden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Gebruik van anticoagulantia, antitrombotica, of trombocytenaggregatieremmers
2. Gebruik van een onderzoeksproduct binnen 6 maanden voorafgaand aan de start van de screening voor het onderzoek (behalve eteplirsen)
3. Geschiedenis van een significante medische aandoening die invloed kan hebben op de interpretatie van de veiligheidsdata (bijvoorbeeld medische geschiedenis of huidige status van een nier- of lever ziekte/afwijking, medische geschiedenis van infecties en ontstekingen)
4. Symptomatische cardiomyopathie
5. bloedplaatjestelling onder de grens van normal (LLN) bij start van studie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-001955-54-NL |
CCMO | NL54007.000.15 |