Primair:* Het effect van een subcutane onderhoudsbehandeling met vedolizumab beoordelen op klinische remissie in week 52 bij deelnemers met matig tot ernstig actieve CU die in week 6 een klinische respons hebben vertoond na toediening van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt voor dit onderzoek is het deel van de
onderzoeksdeelnemers met klinische remissie (gedefinieerd als een complete
Mayo-score van * 2 punten en geen individuele subscore van > 1 punt) in week
52.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire eindpunten voor dit onderzoek zijn:
* Het deel van de deelnemers met slijmvliesgenezing, gedefinieerd als een Mayo
endoscopische subscore van * 1 punt, in week 52.
* Het deel van de deelnemers met een duurzame klinische respons, gedefinieerd
als een klinische respons in de weken 6 en 52, waarbij een klinische respons
wordt gedefinieerd als een afname in de complete Mayo-score van * 3 punten en *
30% vanaf baseline (week 0) met een bijkomende afname in de subscore voor
rectale bloeding van * 1 punt of een absolute subscore voor rectale bloeding
van * 1 punt.
* Het deel van de onderzoeksdeelnemers met duurzame klinische remissie,
gedefinieerd als klinische remissie in de weken 6 en 52.
Achtergrond van het onderzoek
Huidige behandelingen zijn effectief geweest voor veel patiënten met CU, maar
hebben talrijke beperkingen voor patiënten met een matig tot ernstig actieve
ziekte. Deze beperkingen geven aan dat er een aanzienlijke behoefte is aan
veiligere en effectievere behandelingen. Vedolizumab (ook MLN0002 genoemd) is
een gehumaniseerd immunoglobuline (Ig) G1 mAb, ontwikkeld voor de behandeling
van CU en CD, dat zich gedraagt als een darmselectieve immunomodulator. Het
doel van het huidige onderzoek is de werkzaamheid en veiligheid van een
onderhoudsbehandeling met vedolizumab SC te evalueren bij deelnemers met matig
tot ernstig actieve CU die een klinische respons hebben vertoond na
open-label-therapie met vedolizumab IV. Het onderzoek omvat een referentie-arm
met vedolizumab IV om binnen het onderzoek beschrijvende vergelijkingen te
kunnen verkrijgen over de werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit tussen
de twee toedieningsvormen van vedolizumab.
Doel van het onderzoek
Primair:
* Het effect van een subcutane onderhoudsbehandeling met vedolizumab beoordelen
op klinische remissie in week 52 bij deelnemers met matig tot ernstig actieve
CU die in week 6 een klinische respons hebben vertoond na toediening van
vedolizumab IV in de weken 0 en 2.
Secundair:
* Het effect van een subcutane onderhoudsbehandeling met vedolizumab beoordelen
op slijmvliesgenezing in week 52 bij deelnemers die die in week 6 een klinische
respons hebben vertoond na toediening van vedolizumab IV in de weken 0 en 2.
* Het effect van een subcutane onderhoudsbehandeling met vedolizumab beoordelen
op duurzame klinische respons in week 52 bij deelnemers die in week 6 een
klinische respons hebben vertoond na toediening van vedolizumab IV in de weken
0 en 2 .
* Het effect van een subcutane onderhoudsbehandeling met vedolizumab beoordelen
op duurzame klinische remissie in week 52 bij deelnemers die in week 6 een
klinische respons hebben vertoond na toediening van vedolizumab IV in de weken
0 en 2.
* Het effect van een subcutane onderhoudsbehandeling met vedolizumab te
beoordelen op corticosteroïdevrije remissie in week 52 bij deelnemers die in
week 6 een klinische respons hebben vertoond na toediening van vedolizumab IV
in de weken 0 en 2.
Verkennend:
* Het beoordelen van de farmackinetiek van meerdere doses vedolizumab SC
onderhoudsbehandeling bij proefpersonen met matig tot ernstig actieve CU.
* Het beoordelen van de immunogeniteit van meerdere doses vedolizumab SC
onderhoudsbehandeling bij proefpersonen met matig tot ernstig actieve CU die
een klinische respons hebben bereikt in week 6 na toediening van vedolizumab IV
in de weken 0 en 2.
* Het bepalen van het effect van vedolizumab SC onderhoudsbehandeling op
patient-reported outcomes (PRO) van baseline tot week 52 en van week 6 tot week
52 bij proefpersonen met matig tot ernstig actieve CU die een klinische respons
hebben bereikt in week 6 na toediening van vedolizumab IV in de weken 0 en 2.
* Het beoordelen van het effect van vedolizumab SC onderhoudsbehandeling op de
tijd tot een belangrijk CU-gerelateerd voorval (ziekenhuisopnames,
colectomieën, en procedures) in week 52 bij proefpersonen met matig tot ernstig
actieve CU die een klinische respons hebben bereikt in week 6 na toediening van
vedolizumab IV in de weken 0 en 2.
* Het bepalen van het effect van vedolizumab SC onderhoudsbehandeling op Work
Productivity and Activity Impairment (WPAI-UC) van baseline (week 0) tot week
52 and van week 6 tot week 52 bij proefpersonen met matig tot ernstig actieve
CU die een klinische respons hebben bereikt in week 6 na toediening van
vedolizumab IV in de weken 0 en 2.
* Het beschrijvend vergelijken van de doelmatigheid, veiligheid en
immunogeniteit van de vedolizumab IV en vedolizumab SC presentaties.
* Het correleren van met CU geassocieerde genetische polymorfismen en
ontstekingsbiomarkers aan therapeutische respons op vedolizumab SC
onderhoudsbehandeling, wanneer geïndiceerd.
* Het bepalen van het effect van vedolizumab SC onderhoudsbehandeling op
histologische remissie in week 52 bij proefpersonen die een klinische respons
hebben bereikt in week 6 na toediening van vedolizumab IV in de weken 0 en 2.
* Het bepalen van het effect van vedolizumab SC onderhoudsbehandeling op
klinische remissie in week 52 bij proefpersonen die een klinische respons
hebben bereikt in week 6 na toediening van vedolizumab IV in de weken 0 en 2,
met gebruik van een alternatieve definitie van klinsiche remissie.
* Het bepalen van het effect van vedolizumab SC onderhoudsbehandeling op het in
week 52 bereiken van corticosteroïdvrije status gedurende respectievelijk 90
dagen en 180 dagen bij proefpersonen die een klinische respons hebben bereikt
in week 6 na toediening van vedolizumab IV in de weken 0 en 2.
* Het bepalen van het effect van vedolizumab SC onderhoudsbehandeling op
duurzame klinische remissie in week 52, waarbij duurzame klinsiche remissie
wordt gedefinieerd als klinische remissie in de weken 6 en 52 bij proefpersonen
die remissie hebben bereikt in week 6.
Onderzoeksopzet
Dit is een essentiëel fase 3-, multicenter, internationaal, gerandomiseerd,
dubbelblind, dubbel-dummy, placebogecontroleerd onderzoek, inclusief een
referentie-arm met vedolizumab IV, ontworpen om de werkzaamheid en veiligheid
te evalueren van een onderhoudsbehandeling met vedolizumab SC bij volwassen
deelnemers met matig tot ernstig actieve CU die een klinische respons hebben
vertoond in week 6 na open-label-therapie met 300 mg vedolizumab IV, toegediend
in de weken 0 en 2. Het onderzoek omvat een referentie-arm met vedolizumab IV
om binnen het onderzoek beschrijvende vergelijkingen te verkrijgen over de
werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit tussen de twee toedieningsvormen
van vedolizumab.
Matig tot ernstig actieve CU wordt gedefinieerd als een complete Mayo-score van
6 tot 12 punten met een endoscopische subscore van * 2. Deelnemers die nog
nooit tumornecrosefactor-alfa- (TNF-*-) antagonist toegediend hebben gekregen
of bij wie TNF-*-antagonist niet werkt, zullen worden opgenomen, waarbij ervoor
wordt gezorgd dat de groep waarbij TNF-*-antagonist niet werkt, niet meer dan
50% van de deelnemers bedraagt.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na screening zullen alle deelnemers die voldoen aan de criteria voor deelname aan het onderzoek, deelnemen aan de 6 weken durende inductiefase waarin ze 300 mg open-label vedolizumab IV zullen ontvangen in de weken 0 en 2. Als in week 6 een klinische respons wordt bereikt, worden deelnemers gerandomiseerd over 3 groepen voor de onderhoudsfase. 50% zal vedolizumab SC-injecties en placebo-infuustoedieningen ontvangen (groep 1). 25% zal placebo-injecties en vedolizumab IV-infuustoedieningen ontvangen (groep 2). 25% zal placebo-injecties en placebo-infuustoedieningen ontvangen (groep 3). Tijdens de onderhoudsfase zullen deelnemers 300 mg vedolizumab IV/placebo-infuustoedieningen ontvangen in de weken 6, 14, 22, 30, 38 en 46. Inclusief de inductiefase worden er in totaal 8 infusen toegediend tijdens de duur van het onderzoek. Tijdens de onderhoudsfase zullen deelnemers elke 2 weken van week 6 tot week 50 108 mg vedolizumab SC/placebo-injecties ontvangen. In totaal zullen tijdens de duur van het onderzoek 23 injecties worden toegediend. Deelnemers worden getraind om deze injecties zelf toe te dienen.
Inschatting van belasting en risico
Inclusief screening en nacontrole zal het onderzoek bestaan uit 30 bezoeken
gedurende een periode van 68 weken. Deze bezoeken zullen deels in het
ziekenhuis zijn en deels thuis plaatsvinden. Het ziekenhuis dient ten minste 15
keer bezocht te worden. Tijdens de behandelingsperiode zullen de
onderzoeksdeelnemers 8 infuustoedieningen en 23 injecties krijgen gedurende een
periode van 50 weken. De patiënten zullen de injecties grotendeels zelf
toedienen. Tijdens het onderzoek zullen deelnemers dagelijks een elektronisch
dagboek moeten bijhouden tot week 52 en 3 vragenlijsten moeten invullen tijdens
5 onderzoeksbezoeken. Procedures zullen onder meer 3 flexibele
sigmoïdoscopieën, 2 ECG's en afname van bloed (15x), ontlasting (4x) en urine
(4x) omvatten. Als onderdeel van de screening voor het onderzoek zullen de
deelnemers worden getest op hiv en hepatitis B/C, en zullen ze op de hoogte
worden gebracht als het resultaat positief is.
De meest voorkomende bijwerkingen van het onderzoeksmiddel, die gemeld werden
door meer dan 10% van de patiënten, omvatten verkoudheid, hoofdpijn,
gewrichtspijn en verslechtering van de ziekte van Crohn bij patiënten die de
ziekte van Crohn hebben. Om het theoretische risico op de ontwikkeling van PML
bij deelnemers die behandeld worden met vedolizumab te adresseren, zal een
actieplan voor risicominimalisatie van PML worden geïmplementeerd.
Publiek
Aldwich 61
London WC2B 4AE
GB
Wetenschappelijk
Aldwich 61
London WC2B 4AE
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De deelnemer is ten minste 6 maanden voor screening gediagnosticeerd met CU, vastgesteld door middel van klinisch en endoscopisch bewijs en ondersteund door een histopathologierapport.;2. De deelnemer heeft matig tot ernstig actieve CU, zoals vastgesteld door een complete Mayo-score van 6-12 met een endoscopische subscore van * 2 binnen 10 dagen voorafgaand aan de eerste dosis onderzoeksmiddel.;3. Bewijs dat de CU bij de deelnemer zich proximaal uitstrekt tot aan het rectum (* 15 cm betrokken dikke darm).;4. De deelnemer heeft onvoldoende respons of een afnemende respons vertoond op, of heeft een intolerantie vertoond voor ten minste 1 van de volgende middelen: immunomodulatoren, corticosteroïden of TNF-* antagonist.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De deelnemer heeft bewijs van een intra-abdominaal abces of toxisch megacolon bij het eerste screeningsbezoek.;2. De deelnemer heeft een uitgebreide darmresectie of een subtotale of totale colectomie ondergaan.;3. De deelnemer heeft een iliostomie of colostomie ondergaan of heeft vastgestelde symptomatische stenose van de darm.;4. De deelnemer heeft een van de onderzoekstherapieën of goedgekeurde niet-biologische therapieën (bijv. ciclosporine, tacrolimus, thalidomide, methotrexaat of tofacinitib, met uitzondering van de therapieën die specifiek zijn genoemd in het protocol) ontvangen voor de behandeling van onderliggende ziekten in de 30 dagen of 5 halveringstijden van de screening (de langste duur is van toepassing).;5. De deelnemer heeft een onderzoeksmiddel of een goedgekeurd biologisch middel of biosimilar ontvangen in de 60 dagen of 5 halveringstijden van de screening (de langste duur is van toepassing).;6. De deelnemer moet momenteel worden geopereerd voor CU of verwacht wordt dat dit nodig zal zijn tijdens het onderzoek.;7. De deelnemer heeft een voorgeschiedenis of bewijs van adenomateuze poliepen die niet verwijderd zijn, of een voorgeschiedenis of bewijs van dysplasie van het darmslijmvlies.;8. De deelnemer heeft een vermoedelijke of bevestigde diagnose van Crohn*s enterocolitis, indeterminate colitis, ischemische colitis, radiatiecolitis, diverticulose optredend bij colitis, of microscopische colitis.;9. De deelnemer heeft bewijs van een actieve infectie tijdens de screeningsperiode.;10. De deelnemer heeft bewijs van, of wordt behandeld voor, een Clostridium difficile-infectie of ander intestinaal pathogeen in de 28 dagen vóór de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel.;11. De deelnemer heeft een chronische hepatitis B-virus (HPV) of chronische hepatitis C-virus (HCV) infectie. HBV immuun patienten (dat wil zeggen, het zijn hepatitis B oppervlakte-antigeen [HBsAg] negatieve en hepatitis B antilichaam positief) kunnen echter worden ingesloten.;12. De deelnemer heeft actieve of latente TBC zoals blijkt uit het volgende:
i. Een positieve diagnose TBC-test binnen de 30 dagen voorafgaand aan de screening of tijdens de screening periode, gedefinieerd als:
1. Een positieve QuantiFERON test- of 2 opeenvolgende onbepaalde QuantiFERON tests (of, een positieve T-SPOT TB-test [alleen voor Japan]), OF,
2. Een tuberculine huidtest reactie *5 mm.
Let op: als patienten een BCG-vaccin hebben ontvangen dan moet een QuantiFERON TB Gold test worden uitgevoerd in plaats van de tuberculine huidtest.
OF
ii. Röntgenfoto van de borst binnen de 3 maanden voorafgaand aan Week 0 die tekenend zijn voor longtuberculose, en een positieve of 2 opeenvolgende onbepaalde QuantiFERON testen (of, een positieve T-SPOT TB-test [alleen voor Japan]) binnen de 30 dagen voorafgaand aan Screening of tijdens de Screening periode.
Let op: patiënten met eerder behandelde TB met een negatieve QuantiFERON test kan in de studie worden ingesloten.;13. De deelnemer heeft vastgestelde congenitale of verworven immuundeficiëntie (bijv. common variable immunodeficiency (CVID), infectie met humaan immunodeficiëntievirus (hiv), orgaantransplantatie).;14. De deelnemer is in de 30 dagen vóór de screening gevaccineerd met een levend verzwakt vaccin.;15. De deelnemer heeft een klinisch significante infectie (bijv. pneumonie, pyelonefritis) gehad in de 30 dagen vóór de screening, of heeft een aanhoudende infectie. ;16. De deelnemer heeft een topische (rectale) behandeling met mesalazine (5-ASA) of een klysma/zetpillen met corticosteroïden gebruikt in de 2 weken voor de toediening van de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-000480-14-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02611830 |
CCMO | NL55501.056.15 |