Het doel van de SO- HIP studie is om het effect te onderzoeken van sensormonitoring op het verbeteren van het dagelijks functioneren bij ouderen 6 maanden na een heupfractuur. Sensormonitoring wordt gebruikt als coaching-tool binnen de revalidatie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Breuken
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het ervaren dagelijks functioneren gemeten met de
performance-maat van de Canadian Occupational Performance Measure (COPM). De
primaire analyse van effect zijn de verschillen gemeten in deze maat, vier en
zes maanden na de start van de revlidatie.
Secundaire uitkomstmaten
De secondaire uitkomstmaten zijn het niveau van fysiek functioneren en
onafhankelijkheid in dageijks functioneren, het gevoel van veiligheid, mate van
valangst en de ervaren gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven.
Achtergrond van het onderzoek
Twintig tot negentig procent van de ouderen (65+) heeft twaalf maanden na een
heupfractuur te maken met beperkingen die van invloed zijn op hun dagelijks
leven. Valangst of de bezorgdheid om te vallen heeft tot gevolg dat ouderen
minder bewegen en activiteiten gaan vermijden wat een voorwaarde is voor een
goed herstel. Een toename van zelfvertrouwen kan valangst verminderen en zorgt
ervoor dat ouderen lichamelijke activiteiten gaan uitvoeren. Door een
interventie met: 1)educatie over het belang van bewegen en doen van fysiek
activiteiten van het dageijks leven; 2) inzicht krijgen in de activiteiten die
dagelijks uitgevoerd worden; 3) realistische doelen stellen; 3) activiteiten
plannen, oppakken en oefenen en 4) feedback krijgen, kan het zelfvertrouwen en
herstel bevorderd worden. Nieuwe technologieën zoals sensormonitoring kunnen
daarbij gebruikt worden als middel om de revalidant te coachen.
Doel van het onderzoek
Het doel van de SO- HIP studie is om het effect te onderzoeken van
sensormonitoring op het verbeteren van het dagelijks functioneren bij ouderen 6
maanden na een heupfractuur. Sensormonitoring wordt gebruikt als coaching-tool
binnen de revalidatie ( verpleeghuis en thuis). De interventie wordt uitgevoerd
door een ergotherapeut in samenwerking met een specialist ouderengeneeskunde en
verpleegkundigen
De secondaire doelen zijn:
-het onderzoeken van het effect van de interventie op lichamelijke activiteiten
en activiteiten van het dagelijks leven, 1,3 en 6 maanden na de start van de
revalidatie
-het onderzoeken van het effect van de interventie op gevoel van veiligheid,
valangst en gezondheidsgerelateerd kwaliteit van leven, 1,3 en 6 maanden na de
start van de revalidatie
-het onderzoeken van het effect van de interventie op gebruik van
ezondheidszorg, 1,3 en 6 maanden na de start van de revalidatie.
Onderzoeksopzet
De studie is een stepped wedge cluster gerandomiseerd onderzoek met drie armen.
Randomisatie (webbased) vindt plaats op clusterniveau (verpleeghuizen).
In de SO Hip studie worden drie groepen vergeleken: 1) Multidisciplinaire
revalidatie zoals gebruikelijk aangeboden in het verpleeghuis, de zogenaamde
care as usual (groep1). 2) Bovenop de multidisciplinaire revalidatie coaching
door een ergotherapeut (groep 2) of 3) sensormonitoring geïntegreerd in de
coaching door een ergotherapeut (groep 3). Alle verpleeghuizen starten bij de
start van de studie met de care as usual. Bij elk, van het te voren bepaalde,
tijdpunt (na drie maanden) start het cluster dat daarvoor gerandomiseerd is met
de opvolgende interventie ergotherapie met coaching en bij het volgende
tijdspunt naar de derde groep ergotherapie met sensormonitoring net zo lang tot
alle clusters de laatste interventie ergotherapie met sensormonitoring hebben
doorlopen. De randomisatie bepaald de volgorde van het starten met de
interventies. Elk verpleeghuis doorloopt de drie interventies maar allen met
een verschillende duur.
De studie wordt gehouden in twee fasen:
1) de feasibility study en 2) de hoofdstudie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle revalidanten ontvangen multidisciplinaire revalidatie zoals gebruikelijk aangeboden in het betreffende verpleeghuis (usual care). Bovenop de huidige revalidatie ontvangen revalidanten in de eerste interventiegroep ergotherapie waarbij coaching wordt toegepast gebaseerd op elementen van bewezen effectief cognitieve gedragstherapie (CBT) met betrekking tot valpreventie betsaande uit vijf stappen:1) informatie en voorlichting geven over het belang van fysiek actief zijn en het stimuleren van fysieke en dagelijkse activiteiten; 2) inzicht krijgen in de activiteiten die dagelijks uitgevoerd worden en feedback geven; 3) realistische doelen stellen voor het uitvoeren van dagelijkse activiteiten; 4) plannen van activiteiten en oefenen en 5) evalueren van de vooruitgang. De coaching bestaat uit een wekelijkse sessie in het verpleeghuis gevolgd door vier huisbezoeken bij de revalidant thuis en aansluitend vier telefonische consulten. In de tweede interventiegroep, de groep ergotherapie met sensormonitoring, is sensormonitoring toegevoegd aan het programma ergotherapie met coaching. Revalidanten krijgen een sensormonitoringsysteem bestaande uit: i) een draagbare activiteitenmonitor(sensor). Deze registreert de hoeveelheid beweging; ii) omgevingssensoren in de thuissituatie in combinatie met de activiteitenmonitor gedurende drie maanden. Deze samen registreren het bewegings- en activiteitenpatroon van de revalidant in de verschillende ruimtes van de woning.iii) Een Web-based applicatie en feedback tool geeft de sensordata weer in verschillende rapporten. Deze drie onderdelen worden ingebed in het coachingsprogramma. Ook bij deze groep bestaat het coachingsprogramma uit een wekelijkse sessie in het verpleeghuis en vier huisbezoeken in de thuissituatie en vier telefonische consulten.
Inschatting van belasting en risico
In de sensormonitoring groep krijgen revalidanten een sensormonitoringssysteem
waarbij ze een activiteitenmonitor(sensor) dragen op heuphoogte aan bv de
broekrand. Daarnaast worden er omgevingssensoren geplaatst in de thuissituatie.
De revalidant en de ergotherapeut hebben toegang tot een webbased applicatie
voor feedback van de sensordata. De omgevingssensoren kunnen eenvoudig
geplaatst en weer worden weggehaald. Vanuit een eerdere pilot weten we dat
ouderen het dragen van de activiteitenmonitor geen bezwaar vinden. De ouderen
uit een eerdere pilot hebben aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de
omgevingssensoren en ervaren juist een goevoel van veiligheid.
Het coachingsprogramma bestaat uit een wekelijkse sessie en vier huisbezoeken
en vier telefonische consulten.
Gedurende het onderzoek zijn er vier meetmomenten voor alle deelnemers. De
eerste twee meetmomenten (bij opname op de geriatrische revalidatie-afdeling en
laatste week voor het ontslag) vinden plaats in het verpleeghuis (de revalidant
hoeft niet te reizen). De twee laatse meetmomenten vinden bij de revalidant
thuis plaats.
De metingen zijn non-invasief en bestaan uit vragenlijsten en een tweetal
eenvoudige loop-en balanstesten. Er worden geen risico's verwacht die te maken
hebben met de interventie en meetinstrumenten.
Publiek
Meibergdreef 9 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) opgenomen in het verpleeghuis na operatie na een heupfractuur;
2) 65 jaar of ouder;
3)heeft een indicatie voor kort durende revalidatie in een verpleeghuis;
4) woont alleen of in een seniorenappartement;
5) heeft toestemming gekregen van de specialist ouderengeneeskunde voor inclusie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) zijn terminaal ziek;
2) wachten op een permanente opname in een verpleeghuis;
3) geven geen toestemming om deel te nemen;
4) hebben ernstige cognitieve beperkingen gemeten met MMSE< 15
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL54132.018.15 |
OMON | NL-OMON24960 |