Doelen:- Evaluatie van de blaaspreservatie na chemoradiatie - Evaluatie van het recidief percentage (lokaal en op afstand) na 12 maanden followup- Evaluatie van de toxiciteit en complicaties van behandeling met inductie chemotherapie gevolgd door…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Blaas- en blaashalsaandoeningen (excl. stenen)
- Nieren en urinewegen therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
-Het percentage patiënten dat na 2 jaar followup nog de blaas heeft behouden.
-De afwezigheid van tumorrecidief bij 12 maanden followup
Secundaire uitkomstmaten
-Recidief risico (lokaal en op afstand)
-Toxiciteit na inductie chemotherapie
-Toxiciteit na chemoradiatie
-Complicaties na pelviene lymfeklierdissectie
-Quality of Life evaluatie wordt verricht door middel van gevalideerde
vragenlijsten (EuroQol EQ-5D-3L; SF-12)
-Ziekte-specifieke overleving
-Recidief-vrije overleving
-Genetische biomarkers (predictief voor chemosensitiviteit)
Achtergrond van het onderzoek
Prospectief fase-II onderzoek naar de uitkomst van inductie chemotherapie
gevolgd door uitgebreide pelviene lymfeklierdissectie en chemoradiatie voor
hoog-risico spierinvasief blaascarcinoom
-CHEMORAD-TRIAL-
Het is gebleken dat systemische behandeling met cisplatin-bevattende combinatie
chemotherapie een verbetering in overleving oplevert bij patienten met een
lokaal gevorderd spierinvasief blaascarcinoom en patienten met lymfeklier
gemetastaseerde ziekte, het voordeel bedraagt zo'n 6.5% overlevingswinst is bij
5-jaar followup. Het doel van de huidige studie is: het beoordelen van de
uitkomst van een multimodulaire behandeling van inductie-chemotherapie gevolgd
door pelviene lymfeklierdissectie en chemoradiatie voor hoog-risico
spierinvasief blaascarcinoom. Door deze behandeling zou een grote operatie in
de vorm van een cystectomie met urinedeviatie bij een groep patienten overbodig
kunnen worden.
Doel van het onderzoek
Doelen:
- Evaluatie van de blaaspreservatie na chemoradiatie
- Evaluatie van het recidief percentage (lokaal en op afstand) na 12 maanden
followup
- Evaluatie van de toxiciteit en complicaties van behandeling met inductie
chemotherapie gevolgd door pelviene lymfeklierdissectie beiderzijds en
chemoradiatie
Hypothese:
- Na chemoradiatie zal de bladder-preservation rate bij twee jaar follow-up
rond de 85% zijn.
Onderzoeksopzet
Prospectieve single-arm, multicenter fase-II studie.|
Onderzoeksproduct en/of interventie
Stadiëring: Stadiëring zal worden verricht op basis van de 2010 TNM-classificatie met klinische stadiering pre- en post-chemotherapie op basis van CT-scans, X-thorax, urethrocystoscopie en pathologische stadiering na de chirurgie. Voorafgaand aan de chemotherapie zal de lymfeklierstatus worden bepaald door middel van beeldvorming (evidente lymfadenopathie op CT-scan of FDG/PET-CT-scan), of door beeldvorming in combinatie met een cytologische punctie. De respons evaluatie na de chemotherapie zal worden verricht door middel van een CT-scan of FDG/PET-CT-scan en urethro-cystoscopie na twee cycli chemotherapie. De respons zal beoordeeld worden op basis van RECIST 1.0. Bij patiënten met stable disease of respons zullen nog twee cycli chemotherapie worden toegevoegd, waarna de lymfeklierdissectie volgt en chemoradiatie. In het geval van progressieve ziekte na twee kuren chemotherapie zal de chemotherapie gestaakt worden en de patiënt beoordeeld worden voor verdere alternatieve therapie (vb chirurgie, chemoradiatie of palliatieve behandeling). Behandeling De inductie-chemotherapie bestaat uit een cisplatin-bevattend schema (MVAC, HD-MVAC, Gem/Cis). De uitgebreide pelviene lymfklierdissectie beiderzijds (ePLND) wordt verricht op grond van de in de richtlijnen aangegeven anatomische begrenzingen. De chemoradiatie start 2-6 weken na de ePLND. Ieder instituut is vrij om het eigen radiotherapie schema te hanteren, maar moet van tevoren de techniek en marges definieren. Het gebruik van adaptieve radiotherapie (plan van de dag) wordt aanbevolen maar is niet verplicht. In het geval van een solitaire blaastumor bij cystoscopie worden patienten behandeld met radiotherapie tot een dosis van 45Gy op de blaas en 60Gy op het Gross Tumour Volume (GTV), beide in 25 fracties. In het geval van multipele blaastumoren (>= 2) zal de gehele blaas worden behandeld met een dosis van 60Gy. Patienten ontvangen gedurende de radiotherapie gelijktijdig chemotherapie in de vorm van Capecitabine 750 mg/m2 tweemaal daags op weekdagen en Mitomycine (12 mg/m2 intraveneuze bolus op dag 1).
Inschatting van belasting en risico
De risico's die verbonden zijn aan de huidige 'standaardbehandeling' in de vorm
van neoadjuvante chemotherapie en daarna een totale cystectomie met
urinedeviatie zijn aanzienlijk (35-50%). De huidige studie-opzet biedt
patienten de kans op behoud van hun eigen blaas en mogelijk minder kans op
complicaties.
Publiek
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alle patienten met een lokaal-gevorderd (T3-4) en/of lymfklierpositief (>=N1) blaascarcinoom, die in staat zijn om cisplatin-bevattende combinatie chemotherapie en chirurgie te ondergaan, kunnen geincludeerd worden in deze studie. ;Inclusie-criteria:
- Getekend informed consent
- Lokaal-gevorderd urotheelcarcinoom van de blaas (cT3-4) of ieder cT-stadium met cytologisch of histologisch bewezen lymfeklierpositief blaascarcinoom (of een positieve FDG/PET-CT-scan met suspecte lymfeklieren, inclusief supraregionale retroperitoneale lymfeklieren onder het diafragma.
- Nierfunctie: Kreatinine klaring >= 50 mL/min (berekend) en serum Kreatinine <=1.5 x UNL.
- In het geval van hydronefrose: relatieve functie van de hydronefrotische nier minimaal 30%
- Karnofsky performance >=70
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie-criteria:
- Afstandsmetastasen (M+)
- Ernstige mictieklachten (met indicatie voor cystectomie)
- Bilaterale hydronefrose
- Persisterende hydronefrose na inductie chemotherapie (met indicatie voor cystectomie). Een tijdelijke nefrostomie-catheter is geindiceerd tijdens de chemotherapie
- Eerdere radiotherapie op de bekkenregio
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL51464.031.15 |