Binnen dit project willen we uitzoeken in hoeverre IL-10 producerende B cellen in gezonde proefpersonen voorkomen. Tevens willen we de frequentie van IL-10 producerende B cellen vergelijken met allergische astma patiënten of hooikoorts patiënten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Allergische aandoeningen
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
IL-10 producerend B cellen in PBMC
IL-4 producerende T cellen (Th2 cellen) in reactie op relevante allergenen
Secundaire uitkomstmaten
Totaal IgE en allergeen-specifiek IgE, IgG1, IgG2a, IgG4, IgA in plasma en
neuslavages
Affiniteit van allergeen-specifiek IgE molekulen
TNFalpha en IL-10 in plasma en neuslavages
Moleculaire karakterisatie van de B cel populatie met ATACseq
Achtergrond van het onderzoek
In de laatste decennia is de incidentie van hooikoorts en allergisch astma bij
kinderen sterk toegenomen. Een mogelijke verklaring is een verminderde
blootstelling aan microbiële stoffen door een daling van infecties op
kinderleeftijd. Het idee is dat sommige microbiële stoffen afweerreacties
vermijden door het opwekken van tolerantie. Tegelijkertijd kunnen deze
tolerantiereacties ook opgewekt worden tegen andere stoffen, zoals allergische
stoffen. Nieuwe geneesmiddelen gebaseerd op microbiële stoffen kunnen slim
gebruikmaken van deze tolerantie-opwekkende eigenschappen.
Een voorbeeld hiervan zijn tropische parasitaire wormeninfecties, die
geassocieerd zijn met de bescherming tegen allergie en astma. Parasitaire
wormen kunnen het menselijke afweersysteem onderdrukken om zo hun eigen
overleving en voortplanting veilig te stellen. De hypothese is dat tijdens het
onderdrukken van afweerreacties tegen wormmoleculen, tegelijkertijd reacties
tegen andere moleculen, zoals allergenen, worden onderdrukt. Inzicht in hoe
parasitaire worminfecties het afweersysteem kunnen beïnvloeden en
ontstekingsreacties kunnen onderdrukken, kan helpen bij de ontwikkeling van
nieuwe geneesmiddelen voor allergisch astma en/of hooikoorts.
Ons laboratorium heeft heel recent nieuwe inzichten gekregen in de wijze waarop
parasitaire wormen het afweersysteem kunnen beïnvloeden. Het blijkt dat een
bepaald type witte bloedcel, de B cel, door middel van de signaalstof
interleukine-10 (IL-10) een belangrijke rol speelt in het onderdrukken van
allergische luchtwegontsteking in muizen.
Doel van het onderzoek
Binnen dit project willen we uitzoeken in hoeverre IL-10 producerende B cellen
in gezonde proefpersonen voorkomen. Tevens willen we de frequentie van IL-10
producerende B cellen vergelijken met allergische astma patiënten of hooikoorts
patiënten voor en op verschillende tijdstippen na de start van immunotherapie.
Ook willen we de potentie van deze cellen om ontstekingsreacties tegen
allergenen te onderdrukken, in beide groepen onderzoeken.
Met behulp van wormafkomstige molekulen willen we bekijken hoe we in vitro het
aantal IL-10 producerende B cellen in het bloed van allergisch astma of
hooikooorts patiënten kunnen vermeerderen of hun werking kunnen versterken en
om zo uiteindelijk de allergische astma of hooikoorts klachten te kunnen
onderdrukken.
Onderzoeksopzet
Binnen deze studie worden worden gezonde controles, hooikoorts en allergische
astma patienten cross-sectioneel getest. Vervolgens zullen de allergische astma
patienten en hooikoorts patienten longitudinaal onderzocht worden tijdens en na
immunotherapie.
Inschatting van belasting en risico
De standaard longfunctietesten die in het protocol beschreven staan worden
wereldwijd verricht en zijn veilig. De neuaslavage wordt routinematig
toegepast, is veilig en niet-invasief. De afname middels een venapunctie is
belangrijk voor de bepalingen binnen dit onderzoek en worden door professionals
verricht.
Publiek
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Algemene inclusie criteria:
- schriftelijke instemming
- mannen en vrouwen, tussen de >= 18 en <= 55 jaar;Specifieke inclusie criteria:
Groep 1 (allergische rhinitis):
- middelmatig/ernsitge allergische rhinitis (ARIA richtlijnen)
- PC20 van histamine > 16 mg/ml
- specifiek IgE >= 0.7 kU/l voor boom of gras pollen en/of huisstofmijt (HDM)
- positieve huidtest reactie (diameter cirkel > 5 mm) voor boom of gras pollen en/of HDM
- total IgE >30 < 700 Iu/ml;Groep 2 (allergische astma):
- Klinsch stabiel astma voor tenminste de laatste 6 maanden volgens de GINA richtlijnen, zonder ernstige exacerbaties in de afgelopen 6 maanden
- FEV1> 70% (kort-werkende β2-agonisten indien nodig)
- Geschiedenis van episoden met klachten van piepen, kortademigheid, hoesten en benauwdhed (>12 maanden)
- PC20 van histamine < 8 mg/ml
- een positieve huidpriktest reactie ( diameter cirkel > 5 mm) voor boom of gras pollen en/of HDM
- specifiek IgE >= 0.7 kU/l voor boom of gras pollen en/of huisstofmijt (HDM)
- total IgE >30 < 700 IU/ml;Groep 3(gezonde controle groep):
- negatieve SPT
- PC20 van histamine > 16 mg/ml
- Specifieke IgE < 0.7 kU/l voor boom of gras pollen en/of huisstofmijt (HDM)
- Total IgE <100 IU/ml
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
leeftijd < 18 jaar
roken
zwangerschap
luchtweginfecties
Ernstig/instabiel chronisch astma
Specifiek IgE >= 0.7 kU/l voor dieren, waarmee de patient dagelijks in contact komt
Immunotherapie in de afgelopen 5 jaar
Anatomische afwijkingen van de neus
Conta-indicaties voor immunotherapie volgens internationale richtlijnen
Eerdere anti-IgE behandeling
gebruik van systemische steroiden of exacerbaties in het afgelopen jaar
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL28786.058.09 |