Het bepalen van de werkzaamheid van mCyp c 1Het evalueren van de veiligheid van een subcutane immunotherapie (SCIT) met mCyp c 1
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Allergische aandoeningen
- Voedselintolerantiesyndromen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is een significante verandering in de *treshold-dose* van
de visallergische patient bij een DBPCFC
Secundaire uitkomstmaten
Het secundaire eindpunt is veiligheid van de patient tijdens het onderzoek (dit
wordt gedocumenteerd door (S)AE's en het noteren van de vital signs, ECG,
laboratory evaluations en psychical examinations). Daarnaast is een secundair
eindpunt de werkzaamheid van de scin prick test en
veranderingen in de heftigheid van de reactie op vis gedurende de challenge,
veranderingen in immunologische parameters (Immunoglobuline (Ig) E, IgG, IgG4
en IgA), veranderingen in de BHR test.
Achtergrond van het onderzoek
Op dit moment is de enige behandeling voor patiënten met een visallergie het
vermijden en het met zich meedragen van medicijnen voor een onverwachte
allergische reactie tgv inname van vis. De meeste voedselallergieën draagt de
patiënt levenslang met zich mee en zijn potentieel levensbedreigend. Dit zorgt
voor stress en de kwaliteit van leven kan hierdoor afnemen. Daarom is het nodig
dat er een behandeling voor deze patiënten wordt ontwikkeld.
Om deze reden is er een hypoallergeen molecuul ontwikkeld van het belangrijkste
allergeen van vis (parvalbumine), het mCyp c 1, wat door middel van een
subcutane injectie gebruikt kan worden bij immunotherapie voor mensen met een
visallergie (SCIT).
Doel van het onderzoek
Het bepalen van de werkzaamheid van mCyp c 1
Het evalueren van de veiligheid van een subcutane immunotherapie (SCIT) met
mCyp c 1
Onderzoeksopzet
Dit is een 6,5 maand durend, dubbelblind, placebo-gecontroleerd, gerandomiseerd
onderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van mCyp c 1, een recombinant,
gezuiverd hypo-allergeen van karper dat subcutaan wordt toegediend bij
patiënten van 18 tot 65 jaar die een voorgeschiedenis hebben van directe
overgevoeligheidsreacties op vis. Het onderzoek wordt uitgevoerd in ongeveer 9
centra met onderzoekers en personeelsleden die zijn opgeleid en ervaring hebben
met de diagnose en behandeling van visallergie en anafylaxie, en die in staat
zijn een dubbelblinde, placebo-gecontroleerde voedselprovocatie (DBPCFC) uit te
voeren bij volwassen patiënten. In het onderzoek zal de volgende dosis van
hypoallergeen vissen-eiwit in subcutane injectie worden geëvalueerd: 60 µg.
Nadat bij de screening een vissen-allergie is bevestigd door een DBPCFC met
dosisverhoging en op voorwaarde dat zij reageren met een opwekkende dosis onder
of gelijk aan 1g kabeljauw, worden patiënten gerandomiseerd in een verhouding
van 2:1 naar 2 verschillende behandelgroepen; 60 µg mCyp c 1 versus placebo.
De behandeling duurt 6,5 maand. Elke patiënt ondergaat twee DBPCFC*s: één
tijdens de screening en één na 6,5 maand aan het einde van de behandelperiode.
Tijdens de provocatie zullen elke 20 min. doses van kabeljauw worden gegeven;
men start met een dosis van 50ug eiwit (in 62,5 ug gevriesdroogde vis) per
burger van 15 gram. en verhoogt die tot de hoogste dosis van 4 g.
Naast de beoordelingen met DBPCFC worden bij de patiënten voor, tijdens en na
de behandeling nog andere parameters van de werkzaamheid van mCyp c 1
beoordeeld, waaronder huidtests (SPT*s) en bepaling van veranderingen in
immunologische markers. Bij elk onderzoeksbezoek zullen de onderzoekers de
belangrijkste beoordelingen voor de veiligheid uitvoeren, waaronder
spirometrie, metingen van de peak flow, vitale functies, lichamelijke
onderzoeken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een groep ontvangt subcutane injecties met mCyp c 1, gedurende de opbouwfase elke week in 10 oplopende doses (de eerste 3 doses op een dag) van 6 ng tot 60 >g en 5 onderhoudsdoses, een keer na 2 weken, en dan 4 maanden om de maand. De andere groep krijgt placebo.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten met vissen-allergie moeten steeds op hun hoede zijn met
voedselinname.
Wij vinden dat de beoogde voordelen opwegen tegenover de mogelijke nadelen en
de belasting. Een aantal studieprocedures die de patiënt zal ondergaan, zijn
standaard onderzoeken die bij dit soort patiënten gedaan worden.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* De proefpersoon heeft schriftelijke toestemming gegeven voordat ze aan enige onderzoeks-gerelateerde procedures deelneemt
* Mannelijke en vrouwelijke proefpersonen van 18 tot 65 jaar in goede algemene gezondheid; bepaald door lichamelijk onderzoek en medische geschiedenis
* Voor vrouwen in de zwangerschapsleeftijd:
- een negatieve zwangerschapstest bij de screening visite
- Vrouwen op vruchtbare leeftijd moeten een doeltreffende anticonceptiemethode gebruiken om een zwangerschap te voorkomen en moeten ermee akkoord gaan een aanvaardbare anticonceptiemethode toe te passen zolang het onderzoek duurt
* Overtuigende medische geschiedenis van allergie tegen de ingestie van vis.
* Specifiek IgE voor vis aangetoond door
* een positieve (3mm >negatieve controle) SPT tegen kabeljauw extract
* een ImmunoCAP * class 2 voor kabeljauw (f3)
* * class 1 voor rCyp c 1 bij de screening
* Positieve DBPCFC voor kabeljauw bij de screening visites
* FEV1 * 80% van de voorspelde waarde (passend bij leeftijd, lengte en gewicht) tijdens screening
* Proefpersonen die bereid zijn alle onderzoeksvereisten genoemd in het protocol na te leven tijdens hun deelname aan het onderzoek
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
* Placebo-reactie bij de DBPCFC.
* Reactie in the laatste (7th) dosis van de DBPCFC.
* Voedsel anaphylaxie: anaphylactische schok (een score van 2 of 3 voor cardiovasculaire/ neurologische symptomen zoals omschreven in PRACTALL (1): score 2 = verlaging van de bloeddruk en/of >20% van baseline, of significante verandering in mentale status- score 3 = cardiovasculaire collaps, tekenen van slechte bloedcirculatie/verlies van bewustzijn) als gevolg van de ingestie van vis, zowel in het verleden als gedurende de screenings DBPCFC.
* Huidige immunotherapie (IT) met enig allergeen.
* Huidige of eerdere behandeling met omalizumab.
* Een medische conditie die een contra-indicatie is voor IT (EAACI voorschriften) (8): serieuze immunologische aandoeningen, cardiovasculaire aandoeningen, kanker, chronische infecties, ernstige astma, behandeling met *-blokkers, gebrek aan medewerking en zware psychologische aandoeningen, zwangerschap, ernstig atopisch eczeem.
* Een medische aandoening welke de onderzoekers bij voorbaat zien als een belemmering voor de veiligheid van de patiënt of de uitkomsten van het onderzoek. Aandoeningen zoals (maar niet gelimiteerd tot); cardiovasculaire aandoeningen, kanker, lever aandoeningen, nieraandoeningen, bloed aandoeningen, neurologische aandoeningen, mentale aandoeningen, immunologische en/of endocriene aandoeningen.
* Chronische urticaria
* Ernstig eczeem of niet gecontroleerd eczeem
* Huidige behandeling met bètablokkers, angiotensin converting enzyme (ACE) inhibitors en angiotensin receptor II antagonisten (ARA II).
* Zwanger of borstvoeding
* Niet-gecontroleerde astma (astma, als aanwezig, moet gecontroleerd zijn in navolging van de GINA voorschriften met elk medicijn behalve orale corticosteroïden of omalizumab)
* Een FEV1<80% van de voorspelde waarde gedurende de screening spirometry.
* Proefpersonen die binnen 3 maanden voorafgaand aan deze trial aan een klinische trial hebben deelgenomen
* Proefpersonen met een geschiedenis van drank- en/of drugsmisbruik
* Onderzoekers, co-onderzoekers en/of hun kinderen en echtgenote(s/n) en alle studiemedewerkers mogen niet deelnemen aan dit onderzoek.
* Patiënten met allergiesymptomen gedurende het onderzoek kunnen geïncludeerd worden als ze vijf dagen voor elke screening en behandelingsvisite kunnen stoppen met de antihistaminica.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-000276-10-NL |
CCMO | NL52233.000.15 |