In dit onderzoek is de belangrijkste klinische hypothese dat er in maand 12 geen verschil zal zijn tussen de percentages klinisch significante bloedingen volgens de TIMI-criteria in de groepen die rivaroxaban krijgen en de groep die een VKA krijgt.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire doelstelling
De primaire doelstelling van dit onderzoek is om de veiligheid van 2
behandelstrategieën met rivaroxaban en een behandelstrategie met een aangepaste
dosis van een vitamine K-antagonist na een PCI (met plaatsing van een stent) te
evalueren bij patiënten met een paroxismale, persisterende of permanente
niet-valvulaire VKF, op basis van het samengestelde eindpunt van ernstige
bloeding, lichte bloeding en bloeding waarvoor medische zorg nodig is volgens
de TIMI- (Trombolysis in Myocardial Infarction) criteria (samen klinisch
significante bloedingen genoemd) na 12 maanden therapie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen
De secundaire doelstellingen zijn om de verschillen te verkennen tussen de
behandelgroepen in termen van:
- ernstige bloeding, lichte bloeding en bloeding waarvoor medische zorg nodig
is, volgens de TIMI-criteria
- het samengestelde eindpunt en elk bestanddeel van de ongewenste
cardiovasculaire voorvallen (cardiovasculaire sterfte, myocardinfarct en
beroerte)
- stenttromboses
- ernstige bloeding, lichte bloeding en bloeding waarvoor medische zorg nodig
is, volgens de TIMI-criteria en het samengestelde eindpunt en elk bestanddeel
van de ongewenste cardiovasculaire voorvallen (cardiovasculaire sterfte,
myocardinfarct en beroerte) aan het einde van de voorgenomen DAPT (dual
antiplatelet therapy)
Achtergrond van het onderzoek
Rivaroxaban (JNJ-39039039, BAY-59-7939) is een krachtige en uiterst selectieve
orale directe remmer van factor Xa (FXa). Activering van factor X tot FXa
speelt een centrale rol bij de stollingscascade.
De huidige Europese richtlijnen voor de behandeling met anticoagulantia na
percutane coronaire interventie (PCI) bij patiënten met voorkamerfibrillatie
(VKF) zijn gebaseerd op beperkte retrospectieve gegevens en bieden zwakke
aanbevelingen voor behandeling. In Noord-Amerika is er geen aparte richtlijn
voor de behandeling van patiënten met VKF na een PCI, alleen een consensus
paper waarin het gebrek aan gerandomiseerde onderzoeken wordt benadrukt. In de
richtlijnen van de AHA (American Heart Association) en het ACC (American
College of Cardiology) voor VKF wordt voorgesteld om acetylsalicylzuur (ASA) en
clopidogrel of warfarine te gebruiken. De AHA/ACC-richtlijnen van 2007 voor
onstabiele angina/NSTEMI (Non-ST-Segment Elevation Myocardial Infarction)
bevatten een korte aanbeveling op basis van expert opinion en benadrukken dat
er te weinig prospectief onderzoek is gedaan in deze patiëntenpopulatie. Uit de
resultaten van een recent onderzoek valt af te leiden dat bij patiënten die een
PCI ondergaan het effect van een therapie met één plaatjesremmer (clopidogrel)
in combinatie met een orale anticoagulans in verband werd gebracht met een
significante verlaging van het aantal bloedingen en de mortaliteit zonder het
risico op een ischemische beroerte of stenttrombose te verhogen, in
vergelijking met een combinatie van 2 plaatjesremmers. Daarom zal een
gerandomiseerd onderzoek van een behandeling met rivaroxaban na een PCI bij
patiënten met paroxismale, persisterende of permanente, niet-valvulaire VKF
belangrijke informatie verstrekken over het behandelbeleid voor anticoagulantia
bij deze patiënten.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek is de belangrijkste klinische hypothese dat er in maand 12
geen verschil zal zijn tussen de percentages klinisch significante bloedingen
volgens de TIMI-criteria in de groepen die rivaroxaban krijgen en de groep die
een VKA krijgt.
Onderzoeksopzet
Dit is open-label, gerandomiseerd, multicentrisch klinisch onderzoek waarin de
veiligheid van 2 behandelstrategieën met rivaroxaban en één behandelstrategie
met een VKA wordt geëvalueerd bij mannen en vrouwen van 18 jaar of ouder die
paroxismale, persisterende of permanente niet-valvulaire VKF hebben en een PCI
met plaatsing van een stent hebben ondergaan.
Er wordt naar gestreefd om 2.100 patiënten op te nemen in het onderzoek en
ongeveer 700 patiënten te randomiseren naar elk van de
behandelstrategiegroepen. De randomisatie wordt gestratificeerd op basis van de
voorgenomen duur van de DAPT (1, 6 of 12 maanden) Patiënten die in aanmerking
komen worden in een verhouding 1:1:1 willekeurig ingedeeld in 1 van 3
behandelstrategiegroepen die worden beschreven in de rubriek Dosering en
toediening.
Het onderzoek bestaat uit een screeningfase, een open-label behandelfase van 12
maanden en
een bezoek bij het einde van de behandeling/vervroegde terugtrekking. De totale
duur van de deelname aan het onderzoek is in totaal ongeveer 12 maanden voor
elke patiënt.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Groep 1: Behandelstrategie rivaroxaban 15 mg eenmaal per dag (12 maanden) Groep 2: Behandelstrategie rivaroxaban 2,5 mg tweemaal per dag (met een vooraf bepaalde duur van de DAPT van 1, 6 of 12 maanden) Groep 3: Behandelstrategie VKA (met een vooraf bepaalde duur van de DAPT van 1, 6 of 12 maanden)
Inschatting van belasting en risico
Voor bijwerkingen van Rivaroxaban en Vitamine K Antagonist, zie geïnformeerd
toestemmingsformulier (algemene risico's en bloedingsrisico's).
Bijwerking van bloedafname: Een bloedafname kan een blauwe plek veroorzaken op
de plaats waar de naald in de huid gaat. Sommige mensen vallen flauw als er
bloed wordt geprikt, en in zeldzame gevallen ontstaat er een infectie.
Er is een bloedingsrisico bij de behandeling van deze patiënten. om de
mogelijke risico's te beperken zal het DMC tijdens de ganse studie de
veiligheidsgegevens over de patiënten van dichtbij monitoren. Er is eveneens
een uitgebreide veiligheidsdata beschikbaar over Rivaroxaban
Publiek
Turnhoutsebaan 30
Beerse 2340
BE
Wetenschappelijk
Turnhoutsebaan 30
Beerse 2340
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten die in aanmerking komen zijn mannen en vrouwen van 18 jaar oud en ouder die een gedocumenteerde medische voorgeschiedenis hebben van paroxismale, persisterende of permanente niet-valvulaire VKF (gedefinieerd als VKF die niet geacht wordt te zijn veroorzaakt door een primaire klepstenose) en een PCI-procedure (met plaatsing van een stent) hebben ondergaan voor een primaire atherosclerotische aandoening.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Potentiële deelnemers worden uitgesloten als ze een aandoening hebben die een contra-indicatie is voor een antistollingstherapie of een onaanvaardbaar risico op bloedingen zou opleveren, als hun INR niet daalt tot 2,5 of lager binnen de 72 uur na verwijdering van de huls na de initiële PCI-procedure, een voorgeschiedenis van beroerte of TIA, een cardiogene shock of ventriculaire aritmie die refractair is voor behandeling ten tijde van de randomisatie, een bekende belangrijke leveraandoening, als het aantal bloedplaatjes < 90.000/*l is, als de berekende creatinineklaring < 30 ml/min is of als ze bloedarmoede door een onbekende oorzaak hebben met een hemoglobinegehalte van < 10 g/dl (< 6,21 mmol/l) bij de selectie of voor de randomisatie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-001491-11-NL |
CCMO | NL42697.094.13 |