* Veiligheid en prestatie van het apparaat bevestigen* Veiligheid en prestatie van implanteerprocedure en therapiebijstellingsprocedure bevestigen
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartklepaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
* Gemiddelde reductie in MR en vrijheid van graad 3 en 4 MR beoordelen 6
maanden na therapiebijstelling, zoals gemeten door een echocardiografisch
centraal laboratorium.
* De mate van ernstige bijwerkingen (Severe Adverse Event, SAE) 6 maanden na
therapiebijstelling beoordelen.
Secundaire uitkomstmaten
* De mate van ernstige bijwerkingen beoordelen
* Gemiddelde reductie in MR en vrijheid van graad 3 en 4 MR beoordelen, zoals
aangetoond door kwantitatieve metingen.
* Kwantitatieve beoordelingen van omgekeerde remodeling gebaseerd op
veranderingen in linkerventrikel eind-diastolische diameter (Left Ventricular
End Diastolic Diameter, LVEDD), linkerventrikel ejectiefractie (Left Ventricula
Ejection Fraction, LVEF)
* Verbetering van symptomen bij de patiënt zoals beoordeeld met een functionele
klasse van de New York Heart Association (NYHA)
* Verbetering in 6-minuten wandeltest en Minnesota Living with Heart Failure
vragenlijst
Achtergrond van het onderzoek
Het VenTouch*-systeem is ontwikkeld vanuit de technologie van twee
afzonderlijke medische hulpmiddelen. Het eerste betreft een aangepaste versie
van het hulpmiddel Mardil BACE*. Dit hulpmiddel was opgebouwd uit een siliconen
band die de basis van het hart omringde, met daarin een reeks van vier tot
vijf, onafhankelijk van elkaar opblaasbare siliconen kamers. Het tweede
hulpmiddel betreft de Acorn Cardiovascular CorCap. Dit hulpmiddel was een
polyester gaas dat rondom het hart werd geplaatst ter reductie van spanningen
van het gedilateerde hart en ter bevordering van reverse remodeling.
Het VenTouch*-systeem is ontworpen voor het opnieuw vormgeven van de basis van
het hart voor een verbeterde coaptatie van de mitralisklepbladen. Het brengt
het de mitralisklepbladen dichter bij elkaar waardoor een adequate sluiting van
de klep mogelijk wordt gemaakt, en de mitralisklepinsufficiëntie wordt
verminderd of geëlimineerd. Er wordt ondersteuning verleend aan het
ventriculaire myocardium onder de annulus evenals aan de annulus. Zo kan het
VenTouch*-systeem voor een duurzame ventriculaire aanpassing zorgdragen met een
positief effect op de functionaliteit van de mitralisklep.
Doel van het onderzoek
* Veiligheid en prestatie van het apparaat bevestigen
* Veiligheid en prestatie van implanteerprocedure en
therapiebijstellingsprocedure bevestigen
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, multi-centrisch onderzoek met één arm naar de
veiligheid en doeltreffendheid van het VenTouch-systeem voor de behandeling van
functionele mitralisklepregurgitatie [FMR] bij maximaal 15 proefpersonen die
geschikt geacht worden na beoordeling van de inclusie/exclusie criteria
hieronder.
Maximaal 15 proefpersonen op locaties in Canada, Frankrijk, Nederland, Tsjechië
en Maleisië.
Opvolging bij implantatie, therapiebijstelling, 1, 3, 6 (eindpunt
doeltreffendheid en veiligheid) en 12, 24 en 36 maanden na therapiebijstelling.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het VenTouch>-systeem is ontworpen voor toepassing op het epicardiale oppervlak van het hart, het oppervlak van beide ventrikels bestrijkend, van de atrioventriculaire (AV) spleet tot de cardiale apex, op een zodanige wijze dat deze positioneel is en tegelijkertijd niet leidt tot de compressie van de kransslagaders en kransaders. De implanterende chirurg selecteert de omvang van het hulpmiddel op basis van preoperatieve schattingen en intra-operatieve bevestiging van de hartgrootte van de patiënt met een daarvoor beoogd intra-operatief meetgereedschap en kiest vervolgens het passende VenTouch>- systeem. Tijdens de implantatieprocedure wordt het gereedschap gemanipuleerd om ervoor te zorgen dat de fels van het implantaat aangrenzend aan de AV spleet ligt, en de rotatie-oriëntatie zodanig is dat de siliconen ballon grenst aan het buitenoppervlak dat boven op het middenpunt ligt van het posterieure aspect van de lekkende mitralisklep. De ballon wordt opgeblazen en de meetkundige en functionele uitslagen van de mitralisklep worden echocardiografisch geobserveerd. Zodra de optimale positie van het implantaat en de luchtzak zijn bevestigd, wordt de luchtzak geleegd en het hulpmiddel krijgt diverse weken om te hechten om de positionele stabiliteit te waarborgen. Ten minste 30 dagen na de implantatie, na het ingroeien van vezelig weefsel, wordt de siliconen kamer opnieuw opgeblazen. De siliconen kamer, eenmaal hervuld met een zoutoplossing, oefent druk uit op de posterieure mitralisklep, waardoor de septum-laterale dimensie van de klep afneemt en de bladcoaptatie toeneemt, met een overeenkomstige reductie van de mitralisinsufficiëntie. Het VenTouch>-systeem kan naar wens worden aangepast via de subcutane toegang, door na verloop van tijd de kamergrootte te vergroten of te verkleinen gebaseerd op de mate van de mitralisinsufficiëntie, welke wordt gedefinieerd door een echocardiogram of andere beeldvormende methoden.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten die toestemming hebben gegeven zullen een aanvullende screening
ondergaan om er zeker van te zijn dat ze in aanmerking komen om het hulpmiddel
te krijgen. Zodra er toestemming is gegeven zullen van de patiënt de medische
voorgeschiedenis, laboratoriumuitslagen, medicatiegebruik, 12-afleidingen ECG,
transoesofageaal echo en CT van het hart worden verzameld en ter beoordeling
worden verstuurd naar een patiëntenselectiecommissie. Verdere
uitgangswaarde-onderzoeken, zoals een 6-minuten looptest en een Minnesota
Living with Heart Failure vragenlijst, zullen worden verricht indien de patiënt
in aanmerking komt voor het onderzoek. De patiënt zal dan worden ingepland voor
implantatie en in het ziekenhuis worden opgenomen voor de implantatie. Dertig
dagen na implantatie zal de patiënt terugkomen naar het ziekenhuis voor een
bezoek voor het bijstellen van de behandeling. Hierna zullen patiënten worden
teruggezien tijdens de bezoeken na 1, 3, 6, 12, 24, en 36 maanden. Bij elk
bezoek zal een echo worden verricht, en een nieuw MRI van het hart na 6
maanden. Na 3, 6, 12, 24, en 36 maanden worden beoordelingen van hartfalen, een
6-minuten looptest en een Minnesota Living with Heart Failure vragenlijst
verricht of afgenomen.
Bepaalde risico*s kunnen verbonden zijn aan de behandeling(en), de bijkomende
verrichtingen en de uitgevoerde chirurgische verrichtingen, waaronder andere
hartchirurgische procedures. Deze risico*s omvatten overlijden, bloeding,
infectie, beroerte, problemen met bloedstolling of bloedstolsels, vocht rond
hart of longen, longontsteking, hartaanval, afwijkend hartritme, nierfalen,
allergische reacties op medicijnen, verslechtering van de functie van de
hartkleppen, hechtingen die de bloedvaten van het hart verstoppen, aanhoudende
resterende MI, trage bloedstroom door het hart, of hartfalen. Al het mogelijke
zal worden gedaan om de risico*s in dit onderzoek zo laag mogelijk te maken
door onderzoekers te selecteren die ervaren met en bekwaam zijn in het
uitvoeren van onderzoeksprocedures, door het duidelijk formuleren van
inclusie-/exclusiecriteria om ervoor te zorgen dat alleen geschikte patiënten
worden geïncludeerd, en door ervoor te zorgen dat de behandeling en het
vervolgen van de patiënten in overeenstemming zijn met de huidige medische
praktijkvoering. Bijkomende risico*s van deelname aan dit onderzoek zullen
worden geminimaliseerd door patiëntenselectie, selectie en scholing van
onderzoekscentra, en monitoring om zorg te dragen voor een passende uitvoering
en management van het onderzoek.
De risico*s die verbonden zijn aan een normale cardiothoracale chirurgische
ingreep die geassocieerd zijn met anesthesiologische, chirurgische en
bijkomende verrichtingen zijn:
* Bloeding
* Reoperatie
* Infectie
* Neurologisch [CVA, TIA, coma]
* Longembolie
* Longoedeem
* Pneumonie
* Nierfunctieverslechtering
* Perifere trombo-embolie
* Bloedstollingsafwijkingen [complicaties van anticoagulantia;
hemolyse]
* Myocardinfarct
* Tamponade
* Cardiale aritmieën
* Overlijden
* Allergische reactie op anesthesie of medicatie
* Heropname binnen 30 dagen
Het onderzoekshulpmiddel kan nog altijd onbekende bijwerkingen hebben.
Bijkomende hulpmiddelgerelateerde bijwerkingen kunnen het volgende omvatten:
* Inadequaat/incompleet herstel van klep of subvalvulaire structuren
* Compressie of kinking van de circumflexarterie door de rand van het
hulpmiddel
* Residuele or terugkerende insufficiëntie
* Thrombo-embolie
* Mogelijkheid van adhesies die waarschijnlijk coronair
revascularisatie (CABG) onmogelijk maken
* Disfunctioneren van het hulpmiddel vanwege vervorming bij de
implantatie of fysiek of chemisch verval van onderdelen
Publiek
505 North Highway 169 Suite 365
Plymouth MN 55441
US
Wetenschappelijk
505 North Highway 169 Suite 365
Plymouth MN 55441
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Volwassenen *18 jaar
2. Symptomatische FMR of matig-ernstige of ernstige graad (3 of 4) met structureel normale bladen (bij voorkeur met echocardiografisch bewijs van het effectieve regurgitatie openingsgebied (Effective Regurgitant Orifice Area, EROA)> 0,20 cm2)
3. NYHA klasse II tot IV
4. Linkerventrikel eind-diastolische diameter (LVEF) 20%-50%
5. Behandeling met optimale medische therapie volgens de richtlijnen voor hartaandoeningen gedurende 30 minstens dagen. Proefpersonen moeten gedurende 3 maande bètablokkers krijgen en een acetylcholine-esteraseremmer (ACE-I) of angiotensine-receptorblokkers (ARB) gedurende één maand, tenzij de proefpersoon geen bètablokkers, ACE-I of ARB kan verdragen, naar het oordeel van de onderzoeker. De dosis bètablokkers en ACE-I (of ARB) moet één maand voordat ze aan het onderzoek deelnemen stabiel zijn. Stabiel wordt gedefinieerd als minder dan 100% verhoging of 50% verlaging van de dosering.
6. Proefpersonen met een klasse I indicatie voor een implantaat voor cardiale resynchronisatietherapie (CRT) volgens de huidige richtlijnen, moeten een CRT-implantaat krijgen voordat ze aan het onderzoek deelnemen. Proefpersonen met bestaande CRT-implantaten kunnen aan het onderzoek deelnemen indien het implantaat op zijn minst 90 dagen geleden is geplaatst.
7. Linkerventrikel eind-diastolische diameter (LVEDD) van 55 tot 80 mm zoals bepaald met een transthoracale echocardiografie.
8. Proefpersoon is bereid en beschikbaar om terug te komen voor opvolging van het onderzoek
9. Proefpersoon of wettelijk vertegenwoordiger begrijpt het formulier voor geïnformeerde toestemming voor deelname aan dit onderzoek, en levert een ondertekend formulier in
10. Acceptatie van deelname van de proefpersoon aan het onderzoek na beoordeling van alle baseline gegevens van de proefpersoon door de selectiecommissie van het onderzoek
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Levensverwachting van minder dan 12 maanden als gevolg van andere aandoeningen dan cardiale status
2. Vastgestelde noodzaak tot cardiovasculaire operatie
3. Onbehandelde klinische significante coronaire aandoeningen
4. Procedure, aandoening of cardiale anatomie die invloed kan hebben op de pericardiale ruimte of deze in gevaar kan brengen (bijv. vóór mitralisklepoperatie, coronaire bypassoperatie (CABG), epicardiale elektroden, pericarditis of andere procedure waarbij de pericardiale toegang betrokken is)
5. Percutane coronaire interventie, acuut coronairsyndroom (bijv. myocardinfarct met ST-segmentstijging (STEMI) of myocardinfarct zonder ST-segmentstijging (non-STEMI), instabiele angina) of klinisch significante hartepisode (bijv. hypotensie, syncope, hartritmestoornissen, embolie, verergering van het hartfalen of opname in het ziekenhuis) binnen 30 dagen vóór deelname aan dit onderzoek
6. Thoracale of cardiale contra-indicaties voor een operatie (bijv. acute respiratory distress, endocarditis, myocarditis, pericarditis)
7. Substantiële structurele abnormaliteit van de mitralisklep (bij. flail bladen, gescheurde of verlengde chordae, verzakte klep, geperforeerde klepbladen, substantiële verkalking in de annulus of verkalking van de bladen die de beweging beperken)
8. Ernstige symptomatische stenose van de halsslagader
9. Ernstige of aanhoudende pulmonale hypertensie, gedefinieerd door een systolische druk van de longslagader (pulmonary artery systolic, PAS) groter of gelijk aan 70 mm Hg
10. Tastbaar bewijs van congestief hartfalen aan de rechterkant met echocardiografisch bewijs van matige tot ernstige disfunctie van het rechterventrikel
11. Hypotensie (systolische druk <90mm Hg)
12. Hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, beperkende cariomyopathie of andere structurele hartaandoeningen die hartfalen veroorzaken anders dan verwijde cardiomyopathie
13. UNOS (United Network for Organ Sharing) status 1 harttransplantatie
14. Creatinine > 2,5 mg/dL (221 µmol/L) en/of nierfalen waarvoor dialyse nodig is
15. Actieve systemische infectie of bloeding
16. Auto-immuunziekte en/of gebruik van immuunsuppressie therapie
17. Vrouwen die zwanger zijn (zoals vastgesteld met een HCG (humaan choriongonadotrofine)-bètazwangerschapstest bij vrouwen die zwanger kunnen worden) of borstvoeding geven
18. Momenteel deelnemen aan een ander onderzoek met een experimenteel geneesmiddel of apparaat;Intra-operatieve exclusiecriteria: Proefpersonen mogen niet aan het onderzoek deelnemen indien één van de onderstaande criteria van toepassing is.
1. Proefpersonen met hartformaat buiten de door VenTouch-systeem aangeboden groottesortering
2. Substantiële structurele abnormaliteit van de mitralisklep (bij. flail bladen, gescheurde of verlengde chordae, verzakte klep, geperforeerde klepbladen, substantiële verkalking in de annulus of verkalking van de bladen die de beweging beperken)
3. Tekenen/aanwijzingen van ischemie
4. Intra-operatieve coronaire angiografie toont een compressie van de kransslagaders of reductie in de bloedstroom in de kransslagader als gevolg van het Ventouch-implantaat
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02671799 |
CCMO | NL54157.058.15 |