Om de effect grootte te bepalen van drie verschillende doseringen PRM-151 op vermindering van beenmergfibrose met * 1 graad in intermediair-1, intermediair-2 en hoog-risico patiënten met PMF, post-PV MF, of post ET-MF die bloedarmoede of…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
myelofibrose
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Beenmerg respons, gedefinieerd als het percentage proefpersonen met een afname
van beenmerg fibrose score van ten minste één graad volgens de WHO criteria op
enig moment gedurende de studie, zoals bepaald door een centraal panel van
deskundige hemato-pathologen, geblindeerd voor patiënt, behandeling en tijstip
van biopt.
Secundaire uitkomstmaten
Vergelijking van primaire en secundaire werkzaamheid parameters tussen de doses
Incidentie van bijwerkingen (AE), ernstige bijwerkingen (SAE's), en
veranderingen in de laboratoriumresultaten
Beenmerg verbetering
Hemoglobine verbetering
Bloedplaatjes verbetering
Hematologische verbetering
Symptoom verbetering
Duur van verbetering van alle bovenstaande parameters
Procent van de patiënten met complete respons, gedeeltelijke respons, klinische
verbetering, stabiele ziekte en progressieve ziekte volgens IWG-MRT criteria
Verkennende onderzoeks uitkomstmaten:
Been merg
Hematologische en andere ziekte gerelateerde laboratorium parameters
Milt verbetering
DIPSS
Mutagene status en Cytogenetica
Associatie van basislijn PTX-2 niveaus met geselecteerde primaire en secundaire
uitkomsten
Evaluatie van potentiële biomarkers van PRM-151 activiteit in beenmerg biopten
genomen op baseline, week 12, 24 en 36.
Meten van progressie-vrij en totale overleving.
Achtergrond van het onderzoek
Pentraxin-2 (PTX-2), ook wel genoemd Serum Amyloid eiwit (SAP) is een endogeen
eiwit dat in de bloedbaan circuleert. Recente ontdekkingen over de biologie van
weefselherstel en fibrose hebben de belangrijke rol die PTX-2 speelt bij het
reguleren van processen die een rol spelen in litteken preventie en genezing
toegelicht. PTX-2 is een agonist dat bindt aan Fc gamma receptoren op monocyten
en promoot hun differentiatie in regulerendemacrofagen (Mreg), die functioneren
om epitheliale genezing en resolutie van ontsteking en littekenvorming te
bevorderen. PTX-2 voorkomt ook de differentiatie van monocyten in
pro-fibrotische M2 macrofagen en fibrocyten, daarmee de vorming van fibrose
voorkomend. Pre-klinische en klinische gegevens bestaan ter ondersteuning van
het onderzoek van PRM-151 in de behandeling van fibrotische ziekten.
Myelofibrose [inclusief primaire myelofibrose (MF), post polycythemie Vera (PV)
MF en post essentiële Thrombocythemia (ET) MF] zijn myeloproliferatieve
neoplasmas, gekenmerkt door progressieve beenmerg fibrose en daaropvolgende
ineffectieve erytropoëse, dysplastische megakaryocyt hyperplasmas, en
extramedullary haematopoiese. De typische klinische presentatie bevat
duidelijke splenomegalie, progressieve bloedarmoede en constitutionele
symptomen. Beenmerg transplantatie is de enige behandeling die MF kan genezen,
maar is gekoppeld aan hoge morbiditeit en mortaliteit (Stewart, Pearce et al.
2010); (Ballen 2012). Beenmerg fibrose verdwijnt in patiënten na succesvolle
transplantatie zo snel als één maand (Przepiorka, Girat et al. 1998).
Tot voor kort was er geen erkende medische therapie voor MF en de meeste
patienten werden behandeld met verschillende combinaties van groeifactoren,
immunomodulerende agenten, cytotoxische chemotherapie en steroïden. Geen van
deze therapieën gaven significante reacties in de meerderheid van de patiënten.
Om deze reden, was er tot voor kort geen medicatie voor MF goedgekeurd.
Ruxolitinib is een Janus kinase inhibitor, onlangs goedgekeurd in de VS en de
EU voor de behandeling van patiënten met intermediair of hoog-risico
myelofibrose, met inbegrip van primaire myelofibrose (PMF), post polycythemie
vera myelofibrose (post-PV MF) en post essentiële thrombocythemia (postET MF)
(JAKAFI ® volledige voorschrijven informatie 2011). Behandeling met ruxolitinib
resulteert in een vermindering van milt volume en verbetering van de
constitutionele symptomen, maar lijkt geen effect te hebben op de beenmerg
fibrose, en symptomen keren binnen één week na stopzetting van het geneesmiddel
terug. (Verstovsek 2012) Andere Janus kinase-remmers zijn in klinische
ontwikkeling. Er is een duidelijke onvervulde medische noodzaak voor nieuwe
therapieën die beenmerg fibrose bij patiënten met myelofibrose met een daaruit
voortvloeiende verbetering van bloed beelden en andere met de ziekte verband
houdende factoren zouden kunnen verbeteren.
Doel van het onderzoek
Om de effect grootte te bepalen van drie verschillende doseringen PRM-151 op
vermindering van beenmergfibrose met * 1 graad in intermediair-1,
intermediair-2 en hoog-risico patiënten met PMF, post-PV MF, of post ET-MF die
bloedarmoede of trombocytopenie hebben en die niet in aanmerking komen voor,
intolerant zijn voor, of een onvoldoende respons hebben op ruxolitinib.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerde, dubbel-blinde Fase 2 studie om de werkzaamheid en
veiligheid van drie verschillende doseringen PRM-151 in patiënten met PMF en
post ET / PV MF te bepalen. Patiënten worden gerandomiseerd naar één van drie
doses: 0,3 mg / kg, 3,0 mg / kg of 10 mg / kg van PRM-151. Dit is de tweede
fase van een adaptieve studie, zoals gedefinieerd in de FDA Draft Guidance for
Industry: Adaptive Design Clinical Trials for Drugs en Biologics, februari
2010. Wijzigingen aan dosering, schema en regime zijn gemaakt in fase 2 op
basis van gegevens uit Fase 1.
Ongeveer 84 proefpersonen met intermediair-1, intermediair-2, of hoog-risico MF
die aan de onderzoeksvoorwaarden voldoen zullen geïncludeerd worden en
gerandomiseerd worden naar behandeling met monotherapie PRM-151 in doses van
0,3, 3 of 10 mg / kg IV op dagen 1, 3 en 5 van cyclus 1 en dag 1 van elke
volgende cyclus van 28 dagen gedurende negen cycli.
Alle patiënten kunnen overschakelen op een open label extensie en ontvangen 10
mg / kg iedere 4 weken na het voltooien van 9 cycli van de oorspronkelijk
toegewezen behandeling. Tijdens de eerste cyclues na de hoofdstudie zal de
patiënt weer een zogenaamde 'loading dose' ontvangen, waarbij ze de studie
medicatie op dag 1, 3 en 5 zullen ontvangen. Na afronding van de studie en de
data-analyse, worden alle patiënten die nog met PRM-151 behandeld worden
overgezet naar de dosis die is geselecteerd voor de toekomstige ontwikkeling op
basis van studieresultaten.
Patiënten worden evalueerbaar voor respons geacht als zij ten minste 12 weken
studie medicatie hebben ontvangen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle patiënten krijgen via intraveneuze toediening PRM-151 op dag 1 van iedere cyclus van 28 dagen voor een totaal van 9 cycli. In de eerste cyclus ontvangen de patiënten ook op dag 3 en 5 intraveneus PRM-151. Patiënten krijgen 0.3 mg/kg, 3 mg/kg of 10 mg/kg PRM-151, afhankelijk van naar welke groep zij gerandomiseerd zijn.
Inschatting van belasting en risico
Belasting voor een patiënt kan zijn dat er meer bezoeken naar het ziekenhuis
plaatsvinden voor het onderzoek, dan standaard is en dat de bezoeken lager
duren door extra onderzoeken en de intraveneuze toediening van PRM-151.
Patiënten worden belast met het volgende:
Transfusiedagboek bijhouden (elke visite)
ECG (eenmalig)
Lichamelijk onderzoek (elke visite)
Bloedafname (elke visite)
Beenmergbiopt (vier maal in 40 weken)
Twee vragenlijsten -Kwaliteit van het leven- (elke visite)
PET CT scan (vier maal in 40 weken)
Infuus PRM-151 (elf maal in 36 weken)
Werkzaamheid van PRM-151 bij patiënten met MF moet nog worden bewezen.
Risico`s van PRM-151 (recombinant) kunnen reacties van het lichaam zijn door
het ontwikkelen van anti-PRM-151 of door reactie op intraveneuze toediening.
Publiek
Hartwell Ave. 101
Lexington MA 02421
US
Wetenschappelijk
Hartwell Ave. 101
Lexington MA 02421
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënten moeten 18 jaar of ouder zijn op het moment van ondertekening van toestemmingsformulier;
2. Patiënten moeten vrijwillig het toestemmingsformulier ondertekenen;
3. Patiënten een pathologisch bevestigde diagnose van PMF hebben volgens de WHO diagnostische criteria of post ET/PV MF;
4. Ten minste graad 2 beenmerg fibrose volgens de WHO gradering van beenmerg fibrose;
5. Intermediate-1, Intermediate-2 of hoog risico op ziekte volgens het IWG-MRT dynamische internationale prognostische scorings systeem;
6. een biopsie van het beenmerg moet worden uitgevoerd binnen vier weken vóór cyclus 1 dag 1 behandeling om de basislijn fibrose score vast te stellen;
7. Patiënt mag geen kandidaat zijn voor ruxolitinib op basis van: a. bloedplaatjes < 50 x 109/L, Of b. Hgb < 100 g / L, met ontvangst van * 2 eenheden PRBC in de 12 weken voor de studie, en intolerant voor of geen goede reactie op ruxolitinib;
8. Patiënt moet een ECOG Performance Status van 0-2 hebben;
9. Levensverwachting van ten minste twaalf maanden;
10. Ten minste vier weken tussen de laatste dosis van enige medicatie voor myelofibrose gericht tegen MF (inclusief onderzoeks therapieën) en start van de studie;
11. Herstel tot * graad 1 of basislijn van elke toxiciteit toe te schrijven aan voorafgaande systematische behandelingen, met uitzondering van alopecia;
12. Vrouwen van vruchtbare leeftijd, gedefinieerd als een seksueel volwassen vrouw niet operatief gesteriliseerd of niet post-menopauzaal voor ten minste 24 achtereenvolgende maanden als *55 jaren of 12 maanden als > 55 jaar, moeten een negatieve serum zwangerschapstest hebben binnen vier weken vóór de eerste dosis van studie medicatie en moeten instemmen met het gebruik van adequate methoden voor geboortebeperking gedurende de studie. Zeer effectieve methoden van anticonceptie zijn onder meer; gecombineerde (oestrogeen en progestageen bevattende) hormonale anticonceptie geassocieerd met de remming van de ovulatie door orale, intravaginale, of transdermale toediening; alleen progestageen hormonale anticonceptie in verband met de remming van de ovulatie door orale, injecteerbare of implanteerbare administratie; spiraaltje; hormoon vrijgevende spiraal; bilaterale eileiders occlusie; partner vasectomie, en totale onthouding (alleen als totale onthouding is de beste methode, voorkeur heeft en de gebruikelijke levensstijl is van de patiënt). Adequate anticonceptie dient te worden voortgezet tot 28 dagen na de laatste dosis van de studie medicatie.
13. Capaciteit om te voldoen aan de studie bezoek schema en alle eisen van het protocol;
14. Goede orgaanfunctie zoals aangetoond door het volgende:
* ALT (SGPT) en/of AST (SGOT) * 3 x bovengrens van normaal (ULN) of * 4 x ULN (als volgens beoordeling van de behandelende arts, het wordt verondersteld te worden veroorzaakt door aan MF gerelateerde extramedullaire Haematopoiese [EMH]);
* Directe bilirubine * 1.5 x ULN; of * 2 x ULN (als volgens de beoordeling van de behandelende arts het wordt verondersteld te worden veroorzaakt door aan MF gerelateerde EMH );
* Serum creatinine * 2,5 x ULN.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. witte bloedcellen > 25 x 109/L of > 10% perifere bloed blasten;
2. andere invasieve maligniteiten binnen de laatste 3 jaar, met uitzondering van niet-melanoom huidkanker en gelokaliseerde genezen prostaat en cervicale kanker;
3. geschiedenis van beroerte, instabiele angina pectoris, myocard infarct of ventriculaire aritmie waarvoor medicatie of mechanische controle nodig is in de laatste 6 maanden;
4. de aanwezigheid van actieve ernstige infectie;
5. Elke ernstige, niet stabiele medische of psychiatrische aandoening die zou voorkomen (volgens beoordeing van de onderzoeker) dat de patient het toestemmingsformulier tekent of enige conditie, waaronder de aanwezigheid van afwijkende labwaardes, waardoor de patiënt een onacceptabel risico loopt wanneer hij/zij zou deelnemen aan de studie of de interpretatie van de data verkregen uit de studie verstoort;
6. bekende geschiedenis van humaan immunodeficiëntie virus (HIV), of bekende actieve hepatitis A, B of C-infectie;
7. orgaan transplantatie ontvangers anders dan beenmergtransplantatie;
8. zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-001718-80-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01981850 |
CCMO | NL54158.078.15 |