Objectiveren of de 'auto-cuff' respons tijdens automatische zelf-bloeddrukmetingen bij patiënten met een indicatie voor het thuis meten van de bloeddruk bestaat en evalueren of dit een verklaring voor het verschil in semiautomatische thuis…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Hypertensie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire studie parameter: het verschil in de gemiddelde systolische bloeddruk
gemeten tijdens semi-automatische en volledig automatische
zelf-bloeddrukmetingen in vergelijking met de baseline.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire parameters:
* Het verschil in de gemiddelde diastolische bloeddruk gemeten tijdens
semiautomatische en volledig automatische zelf-bloeddrukmetingen in
vergelijking met de baseline;
* Verschillen in de maximale stijging van de bloeddruk (systolisch en
diastolisch) gemeten tijdens semiautomatische en volledig automatische
zelf-bloeddrukmetingen in vergelijking met de baseline;
* Verschillen in hartslag tijdens semiautomatische en volledig automatische
zelf meting, gemeten met continue beat-to-beat registratie;
* Verschillen in cardiac output tijdens semiautomatische en volledig
automatische zelf meting, gemeten met continue beat-to-beat registratie;
* Verschillen in systemische vasculaire weerstand tijdens semiautomatische en
volledig automatische zelf meting, gemeten met continue beat-to-beat
registratie.
Achtergrond van het onderzoek
Hypertensie is een belangrijke en veelvoorkomende risicofactor voor het
ontwikkelen van cardiovasculaire ziekten. De diagnose hypertensie wordt
beïnvloed door intrinsieke bloeddruk variabiliteit en angstreacties waaronder
bijvoorbeeld het witte jassen effect. Beiden beïnvloeden de diagnostische
waarde van bloeddrukmetingen en hiermee de voorspelbaarheid van
cardiovasculaire ziekten. Recent hebben we aangetoond dat ongeveer 20% van de
patiënten met een indicatie voor thuis bloeddrukmetingen, een significant
hogere bloeddruk heeft thuis en bij de arts in vergelijking met ambulante
bloeddrukmetingen. De verschillen tussen ambulante bloeddrukmetingen en de
bloeddruk thuis zijn niet gerelateerd aan hypertensieve orgaanschade. Tevens
hadden patiënten in deze studie met een verschil tussen thuis en ambulante
bloeddruk vaker last van het witte jassen effect. Dit suggereert dat een
angstrespons op het zelf meten van de bloeddruk bestaat. Recent is deze
zogenaamde 'auto-cuff' respons aangetoond tijdens semiautomatische zelf
metingen, echter bewijs dat deze 'auto-cuff' respons ook bestaat tijdens
volledige automatische bloeddrukmetingen ontbreekt.
Theoretisch kan het zelf meten van de bloeddruk een angstrespons uitlokken,
zoals bij het witte jassen effect en zoals in de kliniek. Deze 'manchet
reacties' zijn mogelijk groter bij semiautomatische metingen dan bij volledig
automatische zelf metingen. Het anticiperen op een zelf bloeddrukmeting kan
zowel thuis als in de kliniek een stressreactie geven. Deze 'auto-cuff' respons
is mogelijk minder sterk bij volledig automatische bloeddrukmetingen omdat de
meting bijna volledig automatisch gaat en hierdoor minder wordt beïnvloed door
emotionele factoren zoals angst. Recent hebben we een significante toename van
de bloeddruk gemeten bij zelf metingen met een semiautomatisch apparaat in
vergelijking met baseline bij zowel patiënten met een verschil in thuismetingen
en ambulante metingen als bij patiënten zonder dit verschil. Deze verhoging van
de bloeddruk ging gepaard met een toename van de cardiac output en de hartslag.
De bloeddruk daalde na meerdere zelf metingen maar bleef hoger dan de baseline.
Deze resultaten ondersteunen het bestaan van een 'auto-cuff' respons tijdens
semiautomatische bloeddrukmetingen. Het is nog onduidelijk of deze 'auto-cuff'
respons ook bestaat tijdens volledig automatische bloeddrukmetingen. Het is van
belang om te weten of de 'auto-cuff' respons ook bestaat bij volledig
automatische zelf bloeddrukmetingen (ambulante metingen) om beter de
verschillen in thuis en ambulante metingen te begrijpen en zo misdiagnoses, en
hiermee overbehandeling, te verminderen dan wel te voorkomen.
Doel van het onderzoek
Objectiveren of de 'auto-cuff' respons tijdens automatische
zelf-bloeddrukmetingen bij patiënten met een indicatie voor het thuis meten van
de bloeddruk bestaat en evalueren of dit een verklaring voor het verschil in
semiautomatische thuis bloeddrukmetingen en volledig automatisch ambulante
metingen is.
Doelstellingen:
Primair: verschillen in de gemiddelde systolische bloeddruk reactie vaststellen
tijdens semiautomatische en volledig automatische bloeddrukmetingen bij
patiënten met een indicatie voor thuismetingen
Secundair: verschillen in de gemiddelde diastolische bloeddrukdruk reactie
vaststellen, hartslag, cardiac output en systemische vasculaire weerstand
tijdens zelf metingen. Daarnaast de maximale stijging van de systolische en
diastolische bloeddruk vaststellen tijdens zelf metingen.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is opgezet als een open gerandomiseerde, observationele,
cross-over studie uitgevoerd in één ziekenhuis.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van het onderzoek is minimaal aangezien de deelnemers alleen
worden blootgesteld aan niet-invasieve bloeddrukmetingen en de deelnemers
worden gevraagd een vragenlijst in te vullen. Daarnaast wordt het onderzoek
gecombineerd met een afspraak op de poli vasculaire geneeskunde van het AMC
waardoor er geen extra bezoek aan het AMC nodig is.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Leeftijd *18 jaar;
- Patiënt van de polikliniek vasculaire geneeskunde van het AMC .
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Zwangerschap;
- Ernstige hartritmestoornissen;
- Ernstige ongecontroleerde hypertensie (gemiddelde bloeddruk > 200/120 mmHg in de kliniek);
- Niet in staat om instructies te volgen om zelf bloeddruk te meten;
- Recent aangepaste antihypertensiva (<4 weken);
- Onvermogen of onwil om aan de eisen van het protocol te voldoen, of volgens onderzoeker niet geschikt om deel te nemen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL62859.018.17 |