De co-primaire doelstellingen van dit onderzoek zijn als volgt:* Het evalueren van het effect van presatovir (GS-5806) op de virale belasting van RSV en ontwikkeling van complicatie in de onderste luchtwegen (lower respiratory tract complication,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bovenste luchtwegaandoeningen (excl. infecties)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De co-primaire eindpunten zijn:
* De tijdgewogen gemiddelde verandering in nasale virale belasting van RSV
(log10 kopieën/ml) ten opzichte van de uitgangswaarde (dag 1) tot dag 9 zoals
gemeten door middel van RT-qPCR.
* Percentage proefpersonen dat tot en met dag 28 een LRTC ontwikkelt,
gedefinieerd als één van de onderstaande, zoals bepaald door de
beoordelingscommissie:
*- Primaire RSV-infectie van de onderste luchtwegen (LRTI)
*- Secundaire bacteriële LRTI
*- Infectie van de onderste luchtwegen als gevolg van ongewone pathogenen
*- Complicatie van de onderste luchtwegen van onbekende etiologie
Secundaire uitkomstmaten
Het secundair eindpunt is het percentage proefpersonen dat respiratoir falen
ontwikkelt (door om het even welke oorzaak) waarvoor kunstmatige beademing
nodig is (invasief of niet-invasief) of mortaliteit door alle oorzaken tot en
met dag 28.
De verkennende eindpunten zijn:
* Respiratoir syncytieel virus log10 virale belasting en verandering ten
opzichte van de uitgangswaarde in RSV log10 virale belasting in de
neusuitstrijkjes
* Tijdgewogen gemiddelde log10 virale belasting van RSV en
tijdgewogen verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in log10 virale
belasting van RSV in de neusuitstrijkjes
* Percentage proefpersonen met detecteerbaar RSV in de neusuitstrijkjes
* Respiratoir syncytieel virus log10 virale belasting en verandering ten
opzichte van de uitgangswaarde in RSV log10 virale belasting in het bloed
* Tijdgewogen gemiddelde RSV log10 virale belasting en tijdgewogen verandering
ten opzichte van de uitgangswaarde in RSV log10 virale belasting in het bloed
* Percentage proefpersonen met detecteerbaar RSV in het bloed
* Percentage proefpersonen dat tegen dag 28 aanvullende O2 (* 2 l/min voor > 24
uur) nodig heeft
* Percentage proefpersonen bij wie de O2-saturatie op dag 28 tot * 88% valt
* O2-verzadiging en verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in
O2-verzadiging
* Tijdgewogen gemiddelde O2-verzadiging en tijdgewogen gemiddelde verandering
ten opzichte van de uitgangswaarde in O2-verzadiging
* FLU-PRO-score en verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in de
FLU-PRO-score
* Tijdgewogen gemiddelde en tijdgewogen gemiddelde verandering ten opzichte van
de uitgangswaarde in de FLU-PRO-score
* Aantal dagen opgenomen in het ziekenhuis tot en met dag 28
* Percentage proefpersonen dat tot en met dag 28 IZ-zorg of een equivalent van
IZ-zorg nodig heeft
* Aantal dagen zonder aanvullende O2 tot en met dag 28
Achtergrond van het onderzoek
Zie Pagina 23 van het Protocol, hoofdstuk 1.1. Background.
Doel van het onderzoek
De co-primaire doelstellingen van dit onderzoek zijn als volgt:
* Het evalueren van het effect van presatovir (GS-5806) op de virale belasting
van RSV en ontwikkeling van complicatie in de onderste luchtwegen (lower
respiratory tract complication, LRTC) bij RSV-positieve autologe of allogene
HCT-ontvangers met acute symptomen van infecties van de bovenste luchtwegen
(upper respiratory tract infection, URTI)
De secundaire doelstellingen van dit onderzoek zijn als volgt:
* Het evalueren van het effect van presatovir op de progressie naar respiratoir
falen of mortaliteit door alle oorzaken
* Het evalueren van de farmacokinetiek (pharmacokinetics, PK), veiligheid en
verdraagbaarheid van presatovir
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek ter evaluatie van
het effect van presatovir (GS-5806) op de werkzaamheid, FK, veiligheid en
verdraagbaarheid bij HCT-ontvangers met RSV-URTI.
Alle proefpersonen mogen worden behandeld volgens de zorgstandaard voor
RSV-infectie in hun lokale medische praktijk, in aanvulling op het
onderzoeksgeneesmiddel (investigational medicinal product, IMP).
Proefpersonen worden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 om IMP te krijgen
(presatovir of placebo) en worden gestratificeerd volgens 2 factoren:
1) Aanwezigheid of afwezigheid van lymfopenie, gedefinieerd als een
lymfocytentelling < 200 cellen/µl versus * 200 cellen/µl bloed
2) Behandeling van RSV-infectie (ja of nee) met ribavirine (oraal, intraveneus
of verneveld)
Onderzoeksproduct en/of interventie
Proefpersonen worden gerandomiseerd om presatovir of placebo te krijgen (oraal of via nasogastrische sonde)
Inschatting van belasting en risico
Deelname aan een onderzoek brengt risico*s met zich mee. Eén risico is dat u
een geneesmiddel krijgt dat uw ziekte niet helpt behandelen of dat uw
aandoening of ziekte erger maakt. Een ander risico is dat er mogelijk
bijwerkingen ontstaan die door het onderzoek worden veroorzaakt. Een bijwerking
is een ongewenst of onbedoeld effect dat door een geneesmiddel of het uitvoeren
van een onderzoeksprocedure kan worden veroorzaakt. Een bijwerking kan heel
mild zijn of zeer ernstige of zelfs fatale gevolgen hebben. Een bijwerking kan
na het stoppen met het onderzoeksgeneesmiddel verdwijnen, het kan een lange
tijd aanhouden, of het kan nooit meer weggaan. Er kunnen bijwerkingen zijn die
nog niet bekend zijn. Er kunnen nieuwe bijwerkingen optreden die nog niet
eerder zijn waargenomen bij mensen die presatovir innamen.
VEEL VOORKOMENDE BIJWERKINGEN VAN PRESATOVIR (GS-5806)
Presatovir (GS-5806) is momenteel niet goedgekeurd en wordt onderzocht bij
mensen met infecties van het RSV-virus.
Er zijn risico*s verbonden aan het gebruik van presatovir.
Presatovir is aan bijna 340 volwassenen verstrekt, onder wie 294 gezonde,
volwassen vrijwilligers. Volwassenen werden 7 dagen met presatovir behandeld.
Er waren geen gezonde volwassenen die een ernstige bijwerking van presatovir
ondervonden of een bijwerking waardoor het onderzoek moest worden beëindigd.
Bijwerkingen van presatovir die bij gezonde vrijwilligers werden geconstateerd,
staan hieronder.
Vaakst geconstateerd Minder vaak geconstateerd Minst geconstateerd
* Bloedneus 8%
* Diarree 4% * Huiduitslag, jeuk 3%
* Hoofdpijn 3%
* Lagere waarde ademhalingstest 3%
* Obstipatie 3% * Verkoudheid 2%
* Misselijkheid 2%
* Duizeligheid 2%
* Huiduitslag, rood 2%
* Verstopte neus 1%
* Zere keel 1%
* Licht gevoel in hoofd 1%
* Rugpijn 1%
* Hoge leverfunctietest 1%
* Buikpijn 1%
Deze bijwerkingen waren over het algemeen niet ernstig. De meeste gevallen van
bloedneus en een jeukende huid waren het gevolg van handelingen ten behoeve van
het onderzoek, zoals nasale uitstrijkjes en kleverige tape, en niet van het
onderzoeksgeneesmiddel.
Presatovir is ook onderzocht bij dieren. In onderzoeken bij babyratten nam het
gewicht van het hart toe bij de dieren die met presatovir werden behandeld in
vergelijking met de dieren waaraan placebo werd gegeven. Deze toename is niet
geconstateerd in onderzoeken bij volwassen ratten, andere diersoorten of in
onderzoeken bij mensen. De betekenis van deze bevinding voor mensen is niet
bekend.
Presatovir wordt momenteel onderzocht in vier klinische onderzoeken onder
volwassenen met RSV-infectie die wegens hun infectie in het ziekenhuis werden
opgenomen of een beenmerg- of longtransplantatie hebben gehad en met RSV zijn
geïnfecteerd. Sinds november 2015 zijn ongeveer 43 patiënten met RSV-infectie
behandeld met presatovir. Er zijn geen ernstige bijwerkingen of sterfgevallen
geweest die met presatovir in verband konden worden gebracht. De gevolgen van
de behandeling op RSV-infecties bij volwassenen worden nog steeds onderzocht.
Er is een kleine kans dat mensen met een sterke sulfa-allergie (zoals een
voorgeschiedenis van overgevoeligheid, een anafylactische reactie, het
Stevens-Johnson syndroom, of toxische epidermale necrolyse als reactie op
sulfa) een allergische reactie krijgen op presatovir. Allergische reacties
kunnen mild zijn, zoals uitslag, of ernstig, zoals zwelling van de keel,
kortademigheid, snelle hartslag of zelfs overlijden. Als u een van deze
symptomen ervaart, informeer dan direct uw arts.
Stel eventuele vragen over bijwerkingen gerust aan de onderzoeksarts.
ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING
Omdat de effecten van presatovir op een ongeboren baby of een zuigeling niet
bekend zijn, worden vrouwen die zwanger zijn of een kind borstvoeding geven
niet tot dit onderzoek toegelaten.
Als u tijdens het onderzoek of binnen 30 dagen na de laatste dosis
onderzoeksgeneesmiddel zwanger wordt of vermoedt dat u zwanger bent geworden,
moet u uw onderzoeksarts onmiddellijk op de hoogte stellen, ook als u niet
langer aan het onderzoek deelneemt. De onderzoeksarts zal verzoeken om uw
zwangerschap te volgen en zal de zwangerschap aan de sponsor van het onderzoek
melden.
Voor meer informatie over de voortplantingsrisico*s, raadpleeg het gedeelte
zwangerschap en zwangerschap van partner in bijlage 2.
ONBEKENDE/ONVERWACHTE RISICO*S EN ONGEMAKKEN
Naast de hierboven vermelde risico*s zijn er risico*s die niet bekend zijn of
die niet vaak voorkomen wanneer patiënten deze onderzoeksgeneesmiddelen
innemen. Dit zijn onder andere ernstige of levensbedreigende allergische
reacties, interactie tussen onderzoeksgeneesmiddelen of met andere medicijnen.
U zult tijdig, zowel mondeling als schriftelijk, geïnformeerd worden over
nieuwe informatie, bevindingen of veranderingen in de manier waarop het
onderzoek wordt verricht die mogelijk van invloed zijn op uw bereidheid om
deelname aan dit onderzoek voort te zetten.
Raadpleeg bijlage 2 voor een volledig overzicht van de risico*s en ongemakken
van de onderzoeksprocedures en voor meer informatie over de
voortplantingsrisico*s.
Publiek
E Blaine St. 199
Seattle WA 98102
US
Wetenschappelijk
E Blaine St. 199
Seattle WA 98102
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen moeten bij de randomisatie aan alle van de volgende inclusiecriteria voldoen om in aanmerking te komen voor deelname aan dit onderzoek:
1) Volwassen mannen en vrouwen van 18 tot 75 jaar oud. Proefpersonen in Japan moeten 20 tot 75 jaar oud zijn. Proefpersonen In Singapore moeten 21 tot 75 jaar oud zijn.
2) Een autologe of allogene HCT hebben ontvangen met om het even welk conditioneringsschema
3) Gedocumenteerd zijn als RSV-positief zoals bepaald door middel van lokaal onderzoek (bijv. polymerasekettingreactie [polymerase chain reaction, PCR]-, directe fluorescentie antilichaam [direct fluorescence antibody, DFA]-, respiratoir viraal paneel [RVP]-test of kweekje) door middel van een monster van de bovenste luchtwegen dat * 6 dagen vóór dag 1 werd afgenomen, of zoals bepaald bij de screening volgens paragraaf 6.1.1.
4) Nieuwe aanvang van ten minste 1 van de volgende nieuwe ademhalingssymptomen * 7 dagen vóór dag 1: verstopte neus, loopneus, hoesten of een zere keel, of verergering van één van deze chronische (verband houdend met een eerder bestaande diagnose, zoals chronische rhinorrhea,
seizoensgebonden allergieën, chronische longziekte) ademhalingssymptomen * 7 dagen vóór dag 1
5) Geen aanwijzingen van nieuwe afwijkingen in overeenstemming met infectie van de onderste luchtwegen (lower respiratory tract infection, LRTI) op een röntgenfoto van de longen, ten opzichte van de meest recente röntgenfoto van de longen, zoals vastgesteld door een lokale radioloog. Als een röntgenfoto van de longen niet beschikbaar is, of was tijdens de standaardzorg niet gemaakt < 48 uur vóór de screening, dan moet er voor de screening een röntgenfoto van de longen worden gemaakt
6) Zuurstofverzadiging * 92% bij kamerlucht
7) Een informatie- en toestemmingsformulier (Informed Consent Form, ICF) ondertekend en gedateerd door de proefpersoon of een wettelijke voogd van de proefpersoon en de onderzoeker of de door hem/haar aangewezen persoon. In Zweden moeten ICF*s die door een wettelijke voogd zijn ondertekend ook worden ondertekend door een naast familielid van de proefpersoon.
8) Een negatieve zwangerschapstest met urine of serum is verplicht voor vrouwelijke proefpersonen (tenzij chirurgisch steriel of langer dan twee jaar postmenopauzaal)
9) Vruchtbare mannelijke en vrouwelijke proefpersonen moeten instemmen met de vereisten voor anticonceptie zoals beschreven in Bijlage 5
10) Bereid zijn om de noodzakelijke onderzoeksprocedures te voltooien en een werkend(e) telefoon of e-mail te hebben
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen die voldoen aan een of meer van de volgende exclusiecriteria kunnen niet aan dit onderzoek deelnemen.
Verband houdend met gelijktijdig of eerder gebruik van medicatie:
1) Gebruik van niet in de handel verkrijgbare (volgens regio) experimentele middelen binnen 30 dagen, OF gebruik van experimentele monoklonale anti-RSV-antilichamen binnen 4 maanden of 5 halfwaardetijden van de screening, de langste periode geldt hier, OF gebruik van experimentele RSV-vaccins na HCT
2) Gebruik van een matige of sterke induceerder van cytochroom P450 enzymen (CYP), waaronder, maar niet beperkt tot, rifampicine, St. Janskruid, carbamazepine,
fenytoïne, efavirenz, bosentan, etravirine, modafinil en nafcilline binnen 2 weken vóór de eerste dosis van IMP
Verband houdend met medische voorgeschiedenis:
3) Opgenomen in het ziekenhuis hoofdzakelijk voor een aandoening van de onderste luchtwegen van welke oorzaak ook, zoals bepaald door de onderzoeker
4) Zwangere, borstvoeding gevende of lacterende vrouwen
5) Niet in staat om het maken van neusuitstrijkjes te verdragen die voor dit onderzoek nodig zijn, zoals bepaald door de onderzoeker
6) Bekende voorgeschiedenis van hiv/aids met een CD4-telling van < 200 cellen/*l in de afgelopen maand
7) Voorgeschiedenis van drugs- en/of alcoholmisbruik dat, naar mening van de onderzoeker, naleving van de onderzoeksactiviteiten kan verhinderen
Verband houdend met medische aandoening bij de screening:
8) Gedocumenteerd positief voor andere respiratoire virussen (beperkt tot influenza, para-influenza, menselijk rhinovirus, adenovirus, humaan metapneumovirus of coronavirus) binnen 7 dagen vóór het screeningsbezoek, zoals bepaald door lokaal onderzoek (bijkomend onderzoek is niet nodig)
9) Klinisch significante bacteriëmie of fungemie binnen 7 dagen vóór de screening die niet afdoende is behandeld, zoals bepaald door de onderzoeker
10) Klinisch significante bacteriële, fungale of virale longontsteking binnen 2 weken vóór de screening die niet afdoende is behandeld, zoals bepaald door de onderzoeker
11) Overmatige misselijkheid/braken bij de screening, zoals bepaald door de onderzoeker, of een onvermogen om pillen te slikken waardoor orale toediening van het IMP niet mogelijk is (bij proefpersonen zonder een aangebrachte neussonde)
12) Een aandoening die, naar mening van de onderzoeker, volledige deelname aan dit onderzoek zou verhinderen of de evaluatie van de eindpunten van het onderzoek zou verstoren
Verband houdend met allergieën:
13) Bekende overgevoeligheid voor of allergie tegen het IMP, de metabolieten ervan of hulpstoffen in de formulering (microkristallijne cellulose, mannitol, croscarmellose natrium, magnesiumstearaat, polyvinylalcohol, titaandioxide, polyethyleenglycol en talk)
14) Voorgeschiedenis van overgevoeligheid, anafylactische reactie, Stevens-Johnson syndroom of toxische epidermale necrolyse als respons op sulfamiden
Verband houdend met laboratoriumresultaten:
15) Creatinineklaring < 30 ml/min (berekend door middel van de Cockcroft-Gault-methode)
16) Klinisch significant ALT/AST, zoals bepaald door de onderzoeker
17) Klinisch significant totaal bilirubine (TB), zoals bepaald door de onderzoeker
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-002474-36-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02254408 |
CCMO | NL50193.029.14 |