Het doel van dit onderzoek is drievoudig: (i) om een neurowetenschappelijk model te testen van prosociale ontwikkeling door ontwikkelingen in de neurowetenschap te koppelen aan veranderingen in verschillende dimensies van prosociaal gedrag, in een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Geen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Leeftijd- en puberteit gerelateerde veranderingen en brein-structuur en functie
gerelateerd aan het construct van prosociaal gedrag.
MRI scans:
- Structurele MRI zal gebruikt worden om informatie te verkrijgen over
kenmerken van grijze en witte stof (volume, dichtheid, en corticale dikte).
- DTI zal gebruikt worden om specifieke informatie te verkrijgen over de
microstructuur en verbindingen van witte stof.
- Functionele MRI zal worden gebruikt om informatie te verkrijgen over
taak-gerelateerde hersenactiviteit tijdens cognitieve en emotionele
informatieverwerking, en prosociaal gedrag.
Puberteit:
Deelnemers zullen een zelf-rapportage vragenlijst invullen over puberale
rijping.
Ten tweede zullen deelnemers speeksel afgeven om te testen voor hormonen zoals
testosteron, DHEA, en estradiol.
Daarnaast zullen gedragstaken en vragenlijsten worden afgenomen buiten de
scanner om prosociale ontwikkeling te onderzoeken.
Dagelijkse dagboeken zullen worden gebruikt om inzicht te krijgen in
adolescenten hun prosociale of academische ervaringen tijdens de
naturalistische test-hertest studie. Verder zullen deelnemers hun
intelligentie, slaap (met slaaphorloges), en relatie met hun ouders gemeten
worden.
Secundaire uitkomstmaten
Zie hierboven
Achtergrond van het onderzoek
Ondanks de grote waarde die mensen hechten aan prosociaal gedrag (i.e., acties
die een voordeel opleveren voor anderen, vaak met bepaalde kosten voor degene
die het vertoont), zijn in de wetenschap de meningen verdeeld over waarom dit
gedrag bestaat (Simpson & Willer, 2008). Hoewel theorieën van
verwantschapsselectie (Hamilton, 1964) en wederkerige acties (Trivers, 1971)
voor een gedeelte kunnen verklaren waarom prosociaal gedrag bestaat, kunnen ze
niet verklaren waarom veel prosociaal gedrag gericht is op onbekenden (Simpson
& Willer, 2008). Recent onderzoek heeft laten zien dat de adolescentie een
belangrijke periode is voor de ontwikkeling van prosociaal gedrag (Güro*lu, van
den Bos, & Crone, 2014). De adolescentie is de periode tussen 10 en 22 jaar
waarin de meeste individuen egocentrische motivaties inwisselen voor gedrag dat
op anderen gericht is, en waarin zij volwassen sociale doelen ontwikkelen.
Nieuwe inzichten suggereren interacties tussen het brein en gedrag leiden tot
de lange-termijn ontwikkeling van prosociaal gedrag (Crone & Dahl, 2012). In
het huidige project hebben wij als doel om meer begrip te krijgen van de
ontwikkeling van prosociaal gedrag door een nieuwe perspectief op de
ontwikkeling van adolescenten te testen, waarin er vanuit wordt gegaan dat
veranderingen in emotionele reactiviteit in reactie op prosociale acties
mogelijkheden bieden voor positieve prosociale ontwikkeling. Meer specifiek
stellen wij voor dat de interactie tussen emotionele reactiviteit en
sociaal-cognitieve controle (i.e., het vermogen om het perspectief van anderen
aan te nemen), zouden kunnen leiden tot een toename in prosociaal gedrag bij
adolescenten.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is drievoudig: (i) om een neurowetenschappelijk
model te testen van prosociale ontwikkeling door ontwikkelingen in de
neurowetenschap te koppelen aan veranderingen in verschillende dimensies van
prosociaal gedrag, in een onderzoek met kinderen, adolescenten en volwassenen,
(ii) om de modererende rol van context (zoals steun vanuit de omgeving,
bijvoorbeeld van ouders en leeftijdsgenoten) en individuele verschillen
(bijvoorbeeld in persoonlijkheid) te onderzoeken, en (iii) om te testen voor de
effecten van prosociale ervaringen in een naturalistische test-hertest studie
die gericht is op het bevorderen van prosociaal gedrag in de adolescentie.
Onderzoeksopzet
Bezoeken aan het lab:
Dit onderzoek maakt gebruik van een veelomvattend longitudinaal design waarin
neurale activiteit wordt gekoppeld aan gedragsmaten. Deelnemers zullen
computertaken uitvoeren die gerelateerd zijn aan pro-sociaal gedrag en we
zullen hersenactiviteit meten met behulp van functionele MRI terwijl ze deze
taken uitvoeren. We zullen structurele MRI en Diffusie Tensor Imaging (DTI)
gebruiken om onderliggende anatomische hersen-processen te meten. Daarnaast
zullen we cognitief en sociaal functioneren meten met een testbatterij buiten
de scanner. We zullen ook hormonen meten door middel van speeksel. De te
gebruiken maten zijn niet-invasief. In totaal komen deelnemers drie keer op
bezoek in het LUMC (T1, T2, T3). Tussen T2 en T3, het tweede en derde
tijdspunt, zal er een naturalistische test-hertest studie plaatsvinden:
Naturalistische test-hertest studie:
Gedurende 6 weken zal één groep dagelijks één prosociale actie kiezen uit een
lijst van 10 om uit te voeren gedurende de dag. Deelnemers in deze groep zullen
hierover een reflectie schrijven aan het begin van de avond. De controle groep
zal dagelijks één academische actie kiezen uit een lijst van 10 om uit te
voeren, en zij zullen hierover aan het begin van de avond een reflectie
schrijven.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen bekende risico's geassocieerd met deelnemen aan de voorgestelde
maten. MRI is een non-invasieve techniek waarbij geen catheterisatie of
introductie van exogene 'tracers' komt kijken. Talloze kinderen en volwassenen
hebben deelgenomen aan MRI onderzoeken zonder opgemerkte nadelige effecten.
Sommige mensen worden claustrofobisch als zij zich in de scanner bevinden; in
deze gevallen zullen wij het onderzoek meteen beëindigen als de deelnemer dat
wil. De enige absolute contra-indicatie voor MRI is de aanwezigheid van metaal
of een pacemaker in het lichaam. Relatieve contra-indicaties zijn zwangerschap
en claustrofobie. Deelnemers die zwanger zijn, metaal in hun ogen of hoofd
hebben, of die pacemakers hebben zullen worden geëxcludeerd van het onderzoek.
Hoewel er geen direct voordeel is voor deelnemers waneer zij aan dit onderzoek
deelnemen, zijn er grotere voordelen voor de maatschappij vanwege de potentiële
kennis die dit onderzoek op kan leveren. Deze kennis over normale ontwikkeling
is heel belangrijk om gevallen van abnormale ontwikkeling te begrijpen, zoals
bij kinderen en jongeren met anti-sociale persoonlijkheidsstoornis, maar ook om
uiteindelijk in staat te zijn om op maat gemaakte programma's aan te bieden om
prosociaal gedrag en positief gedrag voor de maatschappeij te bevorderen in
jongeren (bijv. op scholen of door middel van trainingen), die aansluiten bij
de behoeften van adolescenten.
Publiek
Wassenaarseweg 52
Leiden 2333AK
NL
Wetenschappelijk
Wassenaarseweg 52
Leiden 2333AK
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Nederlands als moedertaal
- Voor adolescenten: Startleeftijd tussen de 9 en 17 jaar bij de eerste sessie (T1) en tussen de 10 en 18 jaar bij de tweede sessie (T2)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Participanten die gediagnosticeerd zijn met een verstandelijke beperking (IQ < 70).
- Deelnemers met (een geschiedenis van) neurologische of psychiatrische stoornissen of ziektes, of huidig gebruik van neurotrofische medicatie
- Deelnemers met contra-indicaties voor MRI, zoals zoals metale implanten, hartritmestoornis, claustrofobie)
- Zwangere vrouwen
- Ook wordt van te voren gevraagd naar hoofdtrauma, vroeggeboorte, leerproblemen en naar een geschiedenis van neurologische of psychiatrische stoornissen en/of het gebruik van psychotrofische medicatie
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL62878.058.17 |