De primaire doelstelling is het onderzoeken van het verband tussen residuale ziekteactiviteit bij baseline, zoals vastgesteld met magnetische kernspinresonantie (MRI), en het optreden van opflakkeringen bij RA patiënten die zijn gerandomiseerd naar…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire werkzaamheidsvariabelen
* De primaire verkennende variabelen zijn de RAMRIS scores bij baseline voor
synovitis van hand en pols, en beenmergoedeem (BMO) alsook een samenstelling
van beide variabelen; de afhankelijke variabele is het optreden van een
opflakkering tot week 40 in de groep met dosisverlaging.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire variabelen
* Tijd tot opflakkering
* Ernst van opflakkering
* Aantal patiënten dat een opflakkering heeft
* Persoonsgegevens van de patiënt en klinische ziektekenmerken bij db baseline,
met inbegrip van
o rookgewoonte, comorbiditeiten, status van anticitrullinepeptideantilichaam
(ACPA), status van reumatoïde factor (RF), duur van de ziekte, voorafgaande
behandeling met conventionele synthetische tweedelijns antireumatica
(csDMARD's) of biologische tweedelijns antireumatica (bDMARD's) of beide, duur
van behandeling met adalimumab, duur van remissie, ziekteactiviteit, C
reactieve proteïne (CRP) en HAQ score (HAQ - Health Assessment Questionnaire)
* Aantal patiënten in de open label groep met reddingstherapie dat na verloop
van tijd opnieuw in klinische remissie is (gedefinieerd als DAS28 [BSE] < 2,6
en gedefinieerd als afname van DAS28 (BSE) met > 1,2 indien DAS28 [BSE] minder
dan 2,6 was bij de opflakkering)
* Tijd tot opnieuw klinische remissie in de open label groep met
reddingstherapie
* Aantal patiënten met een lage ziekteactiviteit (gedefinieerd als DAS28 [BSE]
< 3,2) na verloop van tijd in de open label groep met reddingstherapie
* Verandering t.o.v. baseline voor DAS28 (BSE), Clinical Disease Activity Index
(CDAI) en Simplified Disease Activity Index (SDAI)
* Aantal patiënten dat klinische remissie handhaaft (gedefinieerd aan de hand
van DAS, SDAI en CDAI: DAS28 [BSE] < 2,6; SDAI * 3,3; CDAI * 2,8) tijdens het
gehele onderzoek
* Verandering in week 40 of laatste bezoek voor MRI scan van synovitis, BMO en
RAMRIS score voor erosies t.o.v. db baseline
* Verandering na verloop van tijd van Health Assessment Questionnaire *
Disability Index (HAQ-DI) t.o.v. baseline
* Aantal patiënten met normale HAQ-DI (HAQ-DI * 0,5) bij db baseline en in week
40
* Verandering in RAPID 3 scores, beoordeeld tijdens bezoeken, t.o.v. db baseline
* Verandering in RAPID 3 voor thuisbeoordelingen t.o.v. week 0 van opflakkering
* Verandering in aantal gezwollen gewrichten (28 en 66 gewrichten) t.o.v. db
baseline
* Verandering in aantal gevoelige gewrichten (28 en 68 gewrichten) t.o.v. db
baseline
* Verandering in algemene beoordeling van ziekteactiviteit door de patiënt
t.o.v. db baseline
* Verandering in algemene beoordeling van RA-pijn door de patiënt t.o.v. db
baseline
* Verandering in algemene beoordeling van ziekteactiviteit door de arts t.o.v.
db baseline
* Verandering in beoordeling van ochtendstijfheid t.o.v. db baseline
* Verandering in beoordeling van verstoorde slaap t.o.v. db baseline
* Verandering in Treatment Satisfaction Questionnaire for Medication (TSQM)
t.o.v. db baseline
* Verandering in Work Productivity and Activity Impairment (WPAI) t.o.v. db
baseline
Achtergrond van het onderzoek
De interventies tijdens behandeling in dit onderzoek, dosisverlaging en
stopzetting, zijn behandelingsalgoritmes die gebruikt in de klinische praktijk.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling is het onderzoeken van het verband tussen residuale
ziekteactiviteit bij baseline, zoals vastgesteld met magnetische
kernspinresonantie (MRI), en het optreden van opflakkeringen bij RA patiënten
die zijn gerandomiseerd naar een schema met dosisverlaging van adalimumab en
die worden gecontroleerd met stopzetting van adalimumab.
De secundaire doelstellingen zijn:
* Het beoordelen van het optreden en de ernst van opflakkeringen en de tijd tot
een opflakkering in zowel de groep met dosisverlaging als de groep van
stopzetting.
* Het onderzoeken van het verband tussen patiënten en ziektekenmerken bij
dubbelblinde baseline (db baseline), en het optreden van opflakkeringen.
* Het onderzoeken van het verband tussen dalconcentraties van adalimumab bij db
baseline en het optreden van opflakkeringen.
* Het evalueren van de doeltreffendheid van reddingstherapie met open label 40
mg adalimumab om de 2 weken gedurende 16 weken bij patiënten die een
opflakkering hebben.
* Het beoordelen van de verandering in scores van het reumatoïde artritis MRI
scoresysteem (RAMRIS) bij baseline ten opzichte van het laatste bezoek in de
groepen met dosisverlaging, stopzetting van de dosis en open label
reddingstherapie.
* Het onderzoeken van het verband van MRI opflakkeringen in subgroepen van
patiënten die voldoen aan bijkomende criteria voor klinische remissie bij db
baseline, met inbegrip van Simplified Disease Activity Index (SDAI) * 3,3,
Clinical Diseases Activity Index (CDAI) * 2,8 en ACR/EULAR 2011 boolean
gebaseerde remissie, alsook het beschrijven van het verloop van de ziekte en
door de patiënt gerapporteerde resultaten (PRO) te meten in de groep met
dosisverlaging, stopzetting van de dosis en open label reddingstherapie in het
algemeen en volgens db baselinesubgroep.
* Het beoordelen van het percentage patiënten die positief zijn voor anti
adalimumabantilichamen (AAA) in de groep met dosisverlaging en stopzetting van
de dosis.
Het onderzoek omvat ook de volgende verkennende doelstellingen:
* In de subgroep van patiënten met echografische beoordeling bij baseline:
o Het onderzoeken van het verband tussen echografische scores bij baseline en
het optreden van opflakkeringen.
o Het onderzoeken van het verband tussen echografische scores bij baseline en
MRI RAMRIS scores bij baseline.
o Het beschrijven van de verandering in de echografische scores vanaf baseline
tot de tijd van optreden van een opflakkering in de groep met dosisverlaging en
stopzetting van de dosis.
* Het onderzoeken van het verband tussen biomarkerwaarden bij db baseline (en
de verandering ervan na verloop van tijd) en het optreden van opflakkeringen
Onderzoeksopzet
Dit is een fase 4 , multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek met
parallelle groepen bij patiënten met RA die in stabiele klinische remissie
zijn, gedefinieerd als DAS28 (BSE) of DAS28 (CRP) < 2,6 gedurende ten minste 6
maanden vóór het screeningbezoek. Hoewel de vergrendeling voor klinische
remissie van DAS28 (CRP) mogelijk niet equivalent is aan de DAS (BSE), worden
beide in de klinische praktijk vaak gebruikt voor het definiëren van remissie
als < 2,6. Zowel ESR of CRP als DAS28 met 4 of 3 (wanneer geen algemene
beoordeling door de patiënt [PGA] beschikbaar is) variabelen zijn toegelaten
voor het aanduiden van patiënten voor de screening; tijdens het gehele
onderzoek wordt klinische remissie evenwel gedefinieerd aan de hand van de
strengere criteria van DAS28 (BSE) met 4 variabelen < 2,6. Bij de screening
worden alleen patiënten met een bevestigde DAS28 (BSE) met 4 variabelen < 2,6
in aanmerking genomen voor inclusie in het onderzoek.
De onderzoeksactiviteiten starten met een screeningperiode van maximaal 28
dagen ter bevestiging van inclusie /exclusiecriteria, met inbegrip van een
beoordeling van DAS28 (BSE) < 2,6.
Patiënten die de geïnformeerde toestemming hebben ondertekend en voldoen aan
alle screeningcriteria worden in het onderzoek opgenomen. Het onderzoek start
met een 4 weken durende, inleidende, open label (OL) periode; tijdens die
periode wordt stabiele DAS28 (BSE) klinische remissie bevestigd aan de hand van
2 beoordelingen met een tussenperiode van 4 weken. Patiënten krijgen vanaf het
bezoek in week 0 van de inleidende periode 40 mg adalimumab s.c. om de 2 weken;
dit is ongeveer 2 weken na hun laatste commerciële Humira®. Indien nodig voor
de voltooiing van onderzoeksprocedures of wijziging van het injectieschema, kan
de inleidende periode met ten hoogste 2 extra weken worden verlengd; in dat
geval worden de onderzoeksprocedures bij het bezoek in week 4 maximaal 6 weken
na het bezoek in week 0 uitgevoerd.
In week 4, het einde van de inleidende periode, vindt het db baselinebezoek
plaats voor de patiënten. Patiënten moeten een bevestigde DAS28 (BSE) remissie
hebben op twee tijdstippen om te kunnen worden gerandomiseerd:
1. DAS28 (BSE) < 2,6 in week 0 van de inleidende periode
2. DAS28 (BSE) < 2,6 bij het db baselinebezoek in week 4
Patiënten die voldoen aan de remissiecriteria worden gerandomiseerd (5:1) naar
een van twee dubbelblinde groepen en worden opgevolgd gedurende nog eens 36
weken in de dubbelblinde periode:
1. een lagere frequentie van 40 mg adalimumab s.c. om de 3 weken: groep met
dosisverlaging, of
2. placebo voor adalimumab s.c. om de 3 weken: groep van stopzetting.
Alle patiënten die concomitante MTX (iedere orale, subcutane [s.c.] of
intramusculaire [i.m.] dosis) nemen en/of andere csDMARD's in een stabiele
dosis gedurende ten minste 12 weken vóór het bezoek in week 0 blijven op
hetzelfde schema gedurende de inleidende en dubbelblinde perioden van het
onderzoek. Patiënten die gedurende ten minste 12 weken vóór het bezoek in week
0 geen csDMARD*s hebben genomen, blijven ook op dit schema gedurende de
inleidende en dubbelblinde perioden van het onderzoek.
Alle overige toegelaten, gelijktijdige medicatie voor RA moet ook stabiel
blijven gedurende de gehele inleidende en dubbelblinde periode van het
onderzoek; deze medicatie en MTX worden verstrekt volgens de lokale
voorschriften.
Tijdens de dubbelblinde periode worden patiënten om de 6 weken geëvalueerd voor
werkzaamheid, met inbegrip van het vaststellen van opflakkeringen, PRO's,
veiligheids en laboratoriumbeoordelingen tijdens geplande bezoeken in: week 4,
10, 16, 22, 28, 34 en 40 (laatste bezoek).
Andere niet geplande bezoeken vinden plaats indien een opflakkering wordt
vermoed. In de tussenperiode tussen twee geplande bezoeken in wordt aan
patiënten gevraagd om contact op te nemen met hun artsen als ze denken dat hun
ziekte is verergerd: een niet gepland bezoek vindt plaats binnen de 2 weken na
het contact met het centrum om na te gaan of de patiënt een opflakkering heeft.
Patiënten met een bevestigde opflakkering (gedefinieerd als een toename ten
opzichte van db baseline voor DAS28 [BSE] met > 0,6 en een DAS28 [BSE] > 2,6,
of een toename van DAS28 (BSE) met * 1,2 ongeacht de resulterende DAS28 [BSE])
op gelijk welk tijdpunt (tijdens een gepland of niet gepland bezoek) ondergaan
de procedures van het bezoek in week 0 van opflakkering en stappen onmiddellijk
over naar een open label groep met reddingstherapie waarbij 40 mg adalimumab om
de 2 weken wordt gestart.
In de open label groep met reddingstherapie worden de patiënten verder
geëvalueerd in week 4, 10 en 16 van opflakkering voor werkzaamheid, PRO's,
veiligheids en laboratoriumbeoordelingen.
Tijdens deze periode is een verdere escalatie/verandering van de behandeling
toegelaten volgens het medische oordeel van de onderzoeker. Elke
escalatie/verandering van de behandeling wordt gedocumenteerd. In week 0 van
opflakkering wordt aan alle patiënten gevraagd om thuis te starten met
wekelijkse zelfbeoordelingen van de ziekteactiviteit van hun RA aan de hand van
de vragenlijsten Routine Assessment of Patient Index Data (RAPID)-3 en dit tot
week 16.
Tijdens de inleidende periode (voor het db-baselinebezoek) en bij het laatste
bezoek of het bezoek bij voortijdige beëindiging wordt bij alle patiënten een
MRI met hoogmagnetisch veld met contrastmiddel gemaakt van de ergst aangetaste
hand (2de tot 5de MCP) en pols. Indien men denkt dat beide zijden even erg zijn
aangetast, wordt de MRI van de dominante hand (2de tot 5de MCP) en pols
gemaakt.
De verworven MRI beelden worden centraal gelezen; de onderzoekers worden
geblindeerd voor de resultaten. Patiënten mogen pas worden gerandomiseerd
wanneer Central Imaging heeft bevestigd dat de MRI scan is uitgevoerd en
volledig is.
In centra die voldoen aan vooraf gespecificeerde echografische vereisten en die
willen deelnemen aan het echografische deel van het onderzoek ondergaan
patiënten een echografische beoordeling aan de hand van Gray Scale
Ultrasonography (GSUS) en Power Doppler Ultrasonography (PDUS) bestaande uit
een systematisch longitudinaal en transversaal multiplanair onderzoek van 46
gewrichten en 18 pees/pees compartimenten tijdens het inleidende of db
baselinebezoek voorafgaand aan de randomisatie en tijdens het bezoek in week 0
van opflakkering (indien van toepassing). Echografisch onderzoek wordt
uitgevoerd en beoordeeld door een lokale technicus die niets te maken heeft met
de klinische beoordelaar die geblindeerd is voor de echografische scores.
Farmacokinetiek (FK) en immunogeniciteit worden beoordeeld op basis van
respectievelijk dalconcentraties van adalimumab in serum en anti
adalimumabantilichamen (AAA) in serum. Bloedmonsters voor
adalimumabconcentraties en metingen van AAA worden afgenomen vóór toediening
van de dosis bij db baseline (week 4), in week 10, 16, 28, 40 en bij
vroegtijdige beëindiging, in week 0, 4 en 16 van opflakkering (indien van
toepassing).
Een panel van inflammatoire biomarkers: matrixmetalloproteïnase 3 (MMP3),
collageen neo epitoop (C1M), type III collageen neo epitoop (C3M),
matrixmetalloproteïnasegemedieerde C reactieve proteïne (CRPM),
matrixmetalloproteïnasegedegradeerd citrullinevimentine (VICM), serum
amyloïdgeassocieerde proteïne (SAA), interleukine 6 (IL-6), chemokine (C X C
motif) ligand 10 CXCL10 en CXCL13 worden beoordeeld bij db baseline (week 4),
in week 10, 16, 28, 40 of bij vroegtijdige beëindiging, in week 0, 4 en 16 van
opflakkering (indien van toepassing) op bloedmonsters die zijn afgenomen vóór
toediening van de dosis. Ten tijde van de analyse kunnen andere mogelijke
biomarkers worden toegevoegd indien deze een bijkomende waarde zouden hebben om
opflakkeringen te voorspellen bij deze patiëntenpopulatie.
Bijkomende optionele monsters worden afgenomen voor later onderzoek naar
biomarkers.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Inleidende periode: 40 mg adalimumab OL om de 2 weken gedurende 4 weken Dubbelblinde periode: 40 mg adalimumab om de 3 weken gedurende 36 weken Open label groep met reddingstherapie: 40 mg adalimumab OL om de 2 weken gedurende ten minste 16 weken
Inschatting van belasting en risico
Risico's van adalimumab:
Meer dan 28.000 proefpersonen die deelnamen aan klinische onderzoeken naar
reumatoïde artritis, polyarticulaire juveniele idiopathische artritis,
enthesitisgerelateerde artritis bij kinderen, ziekte van Crohn, ziekte van
Crohn bij kinderen, psoriasis, psoriasis bij kinderen, hidradenitis
suppurativa, spondylitis ankylopoetica, niet radiografische axiale
spondyloartritis, perifere spondyloartritis, psoriatische artritis, intestinale
ziekte van Behçet, uveïtis en colitis ulcerosa zijn behandeld met adalimumab.
De meeste bijwerkingen die na toediening van adalimumab werden ondervonden,
waren licht tot matig ernstig.
Andere risico's van adalimumab:
Vorming van autoantilichamen, antilichamen die zich ontwikkelen tegen iemands
lichaamseigen cellen of eiwitten, zijn bij de toediening van adalimumab
waargenomen. In zeldzame gevallen kan zich vorming van autoantilichamen,
gewrichtspijn en uitslag voordoen, zoals wordt waargenomen bij een ziekte die
systemische lupus erythematodes (SLE) wordt genoemd, ook wel lupusachtig
syndroom genoemd. Bij de meeste mensen verdwijnen deze symptomen wanneer met
adalimumab wordt gestopt. SLE kan een invloed hebben op inwendige organen. De
rol van behandeling met adalimumab bij de ontwikkeling van auto immuunziekten
is niet bekend.
Gevallen van verergering of nieuwe gevallen van psoriasis (waaronder psoriasis
pustulosa palmoplantaris) zijn gemeld bij proefpersonen die met adalimumab
werden behandeld.
Er zijn gevallen van haaruitval (alopecie) gemeld met adalimumab in klinische
onderzoeken en ook buiten klinische onderzoeken.
Andere bijwerkingen die zijn gemeld, zijn onder meer koorts, cutane vasculitis
(ontsteking van de bloedvaten in de huid), sarcoïdose (een ontstekingsziekte
met onbekende oorzaak die meerdere organen in het lichaam treft) en
pancreatitis (een ontsteking van de alvleesklier, een klier die zich achter de
maag bevindt en insuline aanmaakt).
De vaakst voorkomende redenen waarom patiënten stoppen met adalimumab zijn
infecties.
Afwijkende laboratoriumtestwaarden die men ziet bij patiënten die adalimumab
gebruiken, zijn: hoog cholesterolgehalte, hoog vetgehalte (lipiden) in het
bloed, bloed in de urine en verhoogde leverenzymwaarden. Leverproblemen, zoals
ontsteking van de lever (hepatitis), kunnen voorkomen bij personen die een TNF
blokker, zoals adalimumab, gebruiken. Deze problemen kunnen leiden tot
leverfalen en overlijden.
Er zijn personen overleden tijdens behandeling met adalimumab. Het algehele
sterftecijfer is niet hoger dan het normale sterftecijfer.
Bepaalde geneesmiddelen mogen niet samen worden gebruikt omdat er een
wisselwerking kan optreden. Het gebruik van adalimumab en andere
immuungeneesmiddelen, zoals anakinra (Kineret) of abatacept (Orencia), of
andere TNF blokkers wordt niet aanbevolen omdat patiënten die de combinatie van
adalimumab met een van deze geneesmiddelen gebruiken mogelijk een groter risico
lopen op een infectie en andere eventuele wisselwerkingen. Informeer uw
gezondheidszorgverlener als u andere geneesmiddelen gebruikt, zowel op recept
verkrijgbare geneesmiddelen als vrij verkrijgbare geneesmiddelen
Risico's als gevolg van placebo:
Sommige personen die aan het onderzoek deelnemen, zullen placebo krijgen in
plaats van adalimumab. Placebo krijgen is hetzelfde als helemaal niets krijgen
voor uw reumatoïde artritis. Als u tijdens het onderzoek een placebo gebruikt,
is het mogelijk dat uw reumatoïde artritis verergert.
Risico's als gevolg van stopzetting:
Als u uw gebruikelijke medicatie stopzet om deel te nemen aan het onderzoek,
kunt u opnieuw last krijgen van uw reumatoïde artritis of kan die verergeren.
Risico van allergische reactie
Allergische reacties, zoals allergische uitslag en jeuk, zijn waargenomen bij
ongeveer 2,9% van de proefpersonen die adalimumab gebruikten. Bovendien zijn er
gevallen geweest van erythema multiforme die buiten de klinische onderzoeken
zijn gemeld. Dit is een allergische reactie die wordt veroorzaakt door
medicatie, ziekte of infectie die zich uit in de vorm van een rode, vlekkerige
uitslag op het lichaam. Ernstige allergische reacties (bijvoorbeeld stevens
johnsonsyndroom, anafylaxie, angio oedeem) die levensbedreigend kunnen zijn,
zijn zelden waargenomen bij personen die adalimumab gebruikten. Voordat u start
met het onderzoeksgeneesmiddel, moet u uw onderzoeksarts op de hoogte stellen
van eventuele geneesmiddelallergieën. U dient de onderzoeksarts onmiddellijk te
waarschuwen als u allergische symptomen hebt, zoals uitslag, galbulten,
zwelling, jeuk, kortademigheid of ademnood.
De naaldhuls van de voorgevulde spuit bevat droog rubber (latex). Als u
gevoelig bent voor droog rubber (latex), moet u dat uw onderzoeksarts vertellen
voordat u aan dit klinisch onderzoek begint deel te nemen.
Publiek
Knollstrasse 50
Ludwigshafen 67061
DE
Wetenschappelijk
Knollstrasse 50
Ludwigshafen 67061
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Belangrijkste criteria voor inclusie:
* Mannelijke of vrouwelijke patiënten * 18 jaar oud.
* De patiënt heeft een diagnose van RA, zoals gedefinieerd aan de hand van de gereviseerde criteria voor ACR classificatie van 1987 en/of de ACR/EULAR classificatiecriteria van 2010 (ongeacht de duur sedert de diagnose).
* De patiënt moet voldoen aan de volgende criteria:
o de patiënt moet zijn behandeld met 40 mg adalimumab s.c. om de 2 weken gedurende ten minste 12 maanden voorafgaand aan het screeningbezoek;
o de patiënt moet gedurende ten minste 12 weken vóór het bezoek in week 0 tegelijkertijd behandeld zijn met een stabiele dosis MTX (oraal, s.c. of i.m.bij gelijk welke dosis); of indien zonder MTX, met andere toegestane csDMARD's in een stabiele dosis gedurende ten minste 12 weken vóór het bezoek in week 0 of indien niet behandeld met csDMARD's moet dit schema gedurende ten minste 12 weken vóór het bezoek in week 0 worden aangehouden.
* De patiënt moet in aanhoudende klinische remissie zijn, gebaseerd op het volgende:
o ten minste één gedocumenteerde DAS28 (BSE) of DAS28 (CRP) met 4 of 3 (wanneer geen algemene beoordeling door de patiënt [PGA] beschikbaar is) variabelen < 2,6 (of berekend op basis van gedocumenteerde componenten van de DAS28) in het patiëntendossier 6 maanden of langer voorafgaand aan het screeningbezoek;
o DAS28 (BSE) met 4 variabelen beoordeeld bij de screening < 2,6, aan de hand van alle componenten, met inbegrip van BSE beoordeeld bij de screening.
Voornaamste inclusiecriteria (vervolg):
* Als patiënten die gelijktijdig toegestane csDMARD's krijgen (al dan niet naast MTX), moet de dosis ten minste 12 weken vóór het bezoek in week 0 stabiel zijn (bijv. chloroquine, hydroxychloroquine, sulfasalazine, goudverbindingen [inclusief auranofine, goudnatriumthiomalaat en aurothioglucose] en/of leflunomide).
* Als patiënten concomitante orale corticosteroïden krijgen, moet de dosis prednison of daaraan gelijkwaardig < 10 mg/dag zijn en moet de dosis moet ten minste 4 weken vóór het bezoek in week 0 stabiel zijn.
* Als patiënten concomitante niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID's), tramadol of andere gelijkwaardige opioïden en/of niet-opioïde analgetica, moet de dosis en/of het therapeutische schema gedurende ten minste 4 weken vóór het bezoek in week 0 stabiel zijn.
* De patiënt moet in staat en bereid zijn om schriftelijk geïnformeerde toestemming te geven en zich aan de vereisten van dit onderzoeksprotocol te houden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Belangrijkste criteria voor exclusie:
* Een DAS28 (BSE) of DAS28 (CRP) met 4 of 3 (indien geen PGA beschikbaar is) variabelen (of berekend op basis van gedocumenteerde componenten van de DAS28) die is beoordeeld binnen de 6 maanden voorafgaand aan het screeningbezoek als zijnde * 2,6.
* De patiënt krijgt tegelijkertijd ook een biologisch tweedelijns antireumaticum (bDMARD) (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, abatacept, anakinra, certolizumab, etanercept, golimumab, infliximab, rituximab of tocilizumab).
* De patiënt werd behandeld met intra articulaire of parenterale corticosteroïden in de laatste 4 weken vóór de screening.
* De patiënt onderging een chirurgische ingreep aan een gewricht in de 12 weken vóór de screening (aan gewrichten die aan de hand van een MRI scan en/of echografie moeten worden beoordeeld).
* De patiënt heeft een medische aandoening waardoor een MRI scan uitgesloten is (bv. magnetisch geactiveerde, geïmplanteerde hulpmiddelen, zoals een pacemaker, insulinepomp, neurostimulatoren, enz., en metalen hulpmiddelen of fragmenten of klemmen in het oog, de hersenen of het wervelkanaal en in de hand/pols waarvan een MRI scan moet worden gemaakt).
* De patiënt heeft een medische aandoening waardoor een MRI scan met een contrastmiddel met gadolinium uitgesloten is (bv. nefrogene systemische fibrose, voorafgaande anafylactische/anafylactoïde reactie op een contrastmiddel dat gadolinium bevat, zwangerschap of borstvoeding, ernstige nierinsufficiëntie met een geschatte glomerulaire filtratiesnelheid [eGFR] minder dan 30 ml/min/1,73 m2 bij de screening, hepatorenaal syndroom, ernstige chronische leverfunctiestoornis).
* De patiënt werd behandeld met een onderzoeksgeneesmiddel van chemische of biologische aard binnen ten minste 30 dagen of 5 halfwaardetijden (wat het langst is, is doorslaggevend) van het geneesmiddel voorafgaand aan het screeningbezoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001114-26-NL |
CCMO | NL49533.048.14 |