De primaire doelstelling van dit onderzoek is het evalueren van de effecten van presatovir (GS-5806) op de virale lading van RSV bij RSV-positieve volwassenen die in het ziekenhuis zijn opgenomen met acute symptomen van een luchtweginfectie.De…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is de tijdsgewogen gemiddelde verandering in de virale
lading uitgedrukt in log10 vanaf de baseline (dag 1) tot dag 5 zoals gemeten
aan de hand van de qRT-PCR.
Secundaire uitkomstmaten
De belangrijkste secundaire eindpunten zijn:
• Tijdsgewogen gemiddelde verandering in de FLU-PRO-score vanaf de baseline tot
dag 5
• Duur van het verblijf in het ziekenhuis na toediening van het IMP
• Hoeveelheid van ongeplande medische bezoeken (bezoeken aan de kliniek,
bezoeken aan de spoedafdeling of EHBO-posten en nieuwe ziekenhuisopnames)
gerelateerd aan een luchtwegziekte na aanvankelijk ontslag uit het ziekenhuis
tot en met dag 28
Verdere verkennende eindpunten worden besproken in deel 3.1.
• GS-5806-concentratie in plasma na 2 uur +/- 30 minuten na toediening van het
IMP
• GS-5806-concentratie in plasma op dag 3 en 5
• De volgende parameters voor FK onderzoek in plasma worden (naar behoefte)
voor GS-5806 berekend: Clast, Tlast en AUClast.
Achtergrond van het onderzoek
RSV infectie is een oorzaak in respiratoire ziekten in de volwassen populatie.
Respiratoir syncytiaal virus (RSV), familie van de Paramyxoviridae, is een
envelop virus met een negatief enkelstrengs ribonucleide zuur (RNA) genoom. Bij
volwassen hebben 2 populaties een hoger risico om RSV infectie te krijgen,
immuungecompromitteerde en ouderen. Recentelijk is RSV infectie meer herkend in
de oudere populatie. RSV is verantwoordelijk voor 10.6%, 11.4%, 5.4% en 7.2%
van de ziekenhuisopnamen voor respectievelijk longontsteking, COPD, congestieve
hart falen en astma. Op dit moment zijn er geen effectieve goedgekeurde
profylactische of therapeutische behandelingen voor de volwassen populatie.
Er is een significante onvervulde medische noodzaak voor een veilige,
gemakkelijk en effectieve behandeling voor RSV infectie. De enige goedgekeurde
antivirale therapie voor RSV, ribavarine, is goedgekeurd voor het gebruik in de
pediatrische populatie, maar wordt zelden klinisch gebruikt door de beperkingen
in effectiviteit en betreffende veiligheidsprofiel. Er is geen goedgekeurd
antivirale therapie voor RSV voor volwassen. Huidige behandeling is op dit
moment ondersteunend.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van dit onderzoek is het evalueren van de effecten van
presatovir (GS-5806) op de virale lading van RSV bij RSV-positieve volwassenen
die in het ziekenhuis zijn opgenomen met acute symptomen van een
luchtweginfectie.
De secundaire doelstellingen van dit onderzoek zijn het evalueren van:
• Het effect van presatovir op de verandering in de score van door de patiënt
gemelde resultaten i.v.m. griep (FLU-Patient Reported Outcome, FLU-PRO) sinds
de baseline
• Het effect van presatovir op de duur van het ziekenhuisverblijf
• Het effect van presatovir op de hoeveelheid van ongeplande medische bezoeken
(bezoeken aan de kliniek, de spoedafdeling, EHBO-posten en nieuwe
ziekenhuisopnames) gerelateerd aan een luchtwegziekte na ontslag uit het
ziekenhuis
• De farmacokinetiek (FK), veiligheid en verdraagbaarheid van presatovir
Onderzoeksopzet
Een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek ter evaluatie
van het effect van GS-5806 op de virale lading van RSV, de FK, veiligheid en
verdraagbaarheid ervan bij volwassenen die in het ziekenhuis zijn opgenomen met
een RSV-infectie.
De proefpersonen worden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 om GS-5806 of
placebo te ontvangen.
De proefpersonen worden volgens de volgende criteria gestratificeerd:
1) Geen chronische luchtweg- of longziekte
2) Chronische obstructieve longziekte (chronic obstructive pulmonary disease,
COPD)
3) Astma
4) Andere chronische luchtweg- of longaandoening
Onderzoeksproduct en/of interventie
Orale toediening van GS-5806 50 mg tabletten • Dosis GS-5806 op dag 1: 200 mg (vier tabletten van 50 mg) Het IMP moet toegediend worden nadat de proefpersoon minstens 2 uur gevast heeft. De proefpersoon zal nog blijven vasten tot ongeveer 1 uur na toediening van de dosis.
Inschatting van belasting en risico
Bij het onderzoek houden sommige beoordelingen (zoals bloedmonsters,
lichamelijk onderzoek en het verzamelen van urine) verband met dit
medisch-wetenschappelijke onderzoek en zijn deze 'extra' in vergelijking met de
behandeling die patienten kunnen krijgen als ze niet aan dit onderzoek zouden
meedoen
MEEST VOORKOMENDE BIJWERKINGEN VAN GS-5806
Presatovir is toegediend aan bijna 340 volwassenen, van wie 294 gezonde
volwassen vrijwilligers waren. Volwassenen werden gedurende 7 dagen behandeld
met presatovir. Geen enkele gezonde volwassene die behandeld werd met
presatovir had een ernstige bijwerking van het geneesmiddel of een bijwerking
die ertoe leidde dat het onderzoek werd gestopt.
Bijwerkingen die gemeld zijn door gezonde vrijwilligers die presatovir kregen
worden hieronder vermeld:
Meest geobserveerd:
• Bloedneus 8%
• Diarree 4%
Minder geobserveerd:
• Huiduitslag, jeuk 3%
• Hoofdpijn 3%
• Lagere waarde bij ademhalingstest 3%
• Verstopping 3%
Minst geobserveerd:
• Gewone verkoudheid 2%
• Misselijkheid 2%
• Duizeligheid 2%
• Huiduitslag, rood 2%
• Verstopte neus 1%
• Keelpijn 1%
• Licht gevoel in het hoofd 1%
• Rugpijn 1%
• Hoge waarde leverfunctietest 1%
• Maagpijn 1%
Er bestaat altijd een kleine kans dat mensen een allergische reactie krijgen
tegen een geneesmiddel dat ze niet eerder hebben genomen. Er kunnen ernstige,
levensbedreigende allergische reacties optreden. Enkele dingen die kunnen
gebeuren bij een allergische reactie op welk type geneesmiddel dan ook, zijn:
• huiduitslag
• ademhalingsmoeilijkheden
• piepende ademhaling
• plotselinge daling van de bloeddruk
• zwelling rond de mond, keel of ogen
• snelle polsslag
• zweten
Mogelijke bijwerkingen van onderzoeksprocedures
Neusuitstrijkjes: Wanneer een wattenstaafje in uw neus wordt gebracht, kan dat
een ongemakkelijk, irriterend of prikkelend gevoel in het neusgat geven.
Patienten moeten er misschien van hoesten of hun ogen kunnen tranen. Een heel
enkele keer kan de neusvleugel geïrriteerd raken door het wattenstaafje,
waardoor er een klein bloedinkje kan optreden. Als dit gebeurt, wordt het
wattenstaafje onmiddellijk uit de neus gehaald.
ECG*s: Er worden plakkertjes (elektroden genaamd) op de borst geplakt. Nadat er
een ECG is gemaakt, kan er lichte irritatie, wat roodheid en jeuk ontstaan op
de plaats op de huid waar de elektroden zijn geplaatst. Het kan voor deze
procedure nodig zijn om de borstkas te laten scheren.
Bloedmonsters: Het afnemen van bloed uit een ader kan plaatselijk pijn of
bloeduitstortingen veroorzaken. Soms is er sprake van een licht gevoel in het
hoofd en flauwvallen, en in zeer zeldzame gevallen van infectie op de plaats
van de bloedafname.
Urinetest: Vrouwen die zwanger zouden kunnen worden, zouden het vervelend
kunnen vinden om urine af te staan voor een zwangerschapstest.
Vragenlijsten: Patienten dienen vragenlijsten in te vullen en sommige vragen
vinden zij misschien vervelend of onrustbarend.
De onderzoeksarts of ander onderzoekspersoneel zal vragen aan de patienten
stellen en een vragenlijst over de gezondheid en een beoordelingsformulier over
de zorg voor de gezondheid invullen. De beantwoording van die vragen vinden de
patienten misschien ongemakkelijk of verwarrend.
ONBEKENDE/ONVERWACHTE RISICO*S EN ONGEMAKKEN
Er kunnen ook andere risico's zijn die niet vaak voorkomen of die we nog niet
kennen. Dat kunnen ernstige of levensbedreigende allergische reacties of
interacties met andere geneesmiddelen zijn. Bijwerkingen kunnen soms
onomkeerbaar of dodelijk zijn
Publiek
East Blaine Street 199
Seattle WA98102
US
Wetenschappelijk
East Blaine Street 199
Seattle WA98102
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. >= 18 jaar oud bij de screening
2. Bereid om zich te houden aan de protocolspecifieke vereisten voor anticonceptie
3. Proefpersoon is opgenomen in het ziekenhuis.
4. Pas beginnende acute respiratoire infectieuze symptomen of acute verergering van chronische symptomen gerelateerd aan lopende respiratoire ziekte voor <= 5 dagen vóór de screening: * Symptomen van de bovenste luchtwegen: Verstopte neus, loopneus, keelpijn of oorpijn
* Symptomen van de onderste luchtwegen: Hoesten, fluimproductie, piepende ademhaling, dyspneu of een beklemd gevoel op de borst
5. Een gedocumenteerde status van RSV-positief zoals beschreven staat in protocol paragraaf 6.1.1
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
In verband met gebruik van concomitante of eerdere medicatie:
1. Gebruik van eender welk experimenteel geneesmiddel binnen de 28 dagen vóór bezoek 1, OF gebruik van eender welk experimenteel monoklonaal antilichaam binnen de 4 maanden of 5 halfwaardetijden vóór bezoek 1 - afhankelijk van wat het langste duurt - OF gebruik van eender welk experimenteel RSV-vaccin ooit
2. Chronisch gebruik (> 28 dagen gebruik) van systemische immunosuppressiva (zie deel 4.3) in de 28 dagen vóór de screening, of te verwachten gebruik hiervan in de 28 dagen na de screening
3. Gebruik van van orale prednison of andere corticosteroiden equivalent aan:
- > 20 mg/dag >14 dagen vóór de screening is niet toegestaan
- > 20 mg/dag <=14 dagen, inclusief corticosteroiden inname gedurende actuele ziekenhuisopname (bijv. bolus dosis), is toegestaan.
- <= 20 mg/dag, ongeacht de duur, is toegestaan.
4. Proefpersonen die een middelmatige of sterke cytochrome P450 (CYP) enzyme-induceerder nemen, onder andere rifampin, sint-janskruid, carbamazepine, fenytoïne , efavirenz, bosentan, etravirine, modafinil,en nafcilline binnen 2 weken voor de eerste dosis van IMP;In verband met de medische aandoening:
5. Positief voor griep, zoals bepaald door lokale diagnostiek
6 Bekend met MERS-CoV infectie of bekend met co-infectie van een ander coronavirus
7. Proefpersonen die bij de screening > 50% aanvullende zuurstof nodig hebben (terwijl de proefpersoon wakker is)
8. Proefpersonen met een klinische zwakheidsscore (Clinical Frailty Score, CFS) van > 7 bij de baseline
8. Nood aan mechanische ventilatie, uitgezonderd nieton-invasieve ventilatie
9. Klinisch significante bacteremie of fungemie dat niet behandeld is vóór de screening, zoals bepaald door de onderzoeker.
10. Ontoreikende behandeling van bevestigde longontsteking door een bacterie of schimmel, of longontsteking door andere oorzaken dan RSV, zoals bepaald door de onderzoeker
15. Overmatig braken/misselijkheid bij de opname, zoals bepaald door de onderzoeker, waardoor toediening van een oraal toegediend onderzoeksgeneesmiddel (Investigational Medicinal Product, IMP) uitgesloten wordt
16. Patiënten met een onstabiele medische aandoening, zoals bepaald door de onderzoeker, welke onderzoeksdeelname uitsluit.;Allergieën gerelateerd:
* Gedocumenteerde geschiedenis van acute (anafylaxie) of vertraagd (Stevens-Johnson syndroom of epidermale necrolyse) allergie voor sulfa medicatie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-002137-58-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02135614 |
CCMO | NL49680.056.14 |