Het evalueren van de veiligheid en de werkzaamheid van de Orsiro voor de behandeling van proefpersonen met ten hoogste 2 coronaire atherosclerotische de novo-laesies.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Kransslagaderaandoeningen
- Arteriosclerose, stenose, vaatinsufficiëntie en necrose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt van het voornaamste gerandomiseerde gecontroleerde
onderzoek (RCT) is het percentage voor falen van het doelvat (TVF) na 12
maanden, gedefinieerd als een klinisch onderbouwde revascularisatie van het
doelvat (TVR), een Q-golf of non-Q-golf myocardinfarct (MI) van het doelvat, de
noodzaak van een CABG of cardiale dood. Het primaire eindpunt wordt geëvalueerd
voor alle proefpersonen die zijn gerandomiseerd naar onderzoeksstents (Orsiro
of XIENCE), conform de toewijzing aan de hand van EDC (elektronische
gegevensvastlegging). Het farmacokinetische (FK) subonderzoek heeft geen
primair eindpunt. Het RCT wordt wat betreft het primaire eindpunt als afgerond
beschouwd als alle proefpersonen de 12 maanden durende follow-up hebben
beëindigd.
Secundaire uitkomstmaten
De hieronder vermelde eindpunten worden beoordeeld op gebeurtenissen die zich
voorafgaand aan ontslag en 1, 6 en 12 maanden en 2, 3, 4 en 5 jaar na de
procedure voordeden. Proefpersonen die zijn gerandomiseerd maar geen
onderzoeksstent (Orsiro of XIENCE) ontvangen, worden enkel gedurende 12 maanden
gevolgd. Vanaf de start van de 2 jaar durende follow-up wordt deze follow-up
beperkt tot de patiënten met een implantaat.
1. Percentage voor klinisch onderbouwde revascularisatie van de doellaesie
(TLR).
2. Percentage voor klinisch onderbouwde TVR.
3. Percentage voor het falen van de doellaesie (TLF), gedefinieerd als het
geheel van cardiale dood, een Q-golf of non-Q-golf MI van het doelvat, de
noodzaak van een CABG, een klinisch onderbouwde TLR.
4. Percentage voor TVF.
5. Percentage voor Q-golf en non-Q-golf MI.
6. Percentage voor cardiale dood.
7. Percentage voor niet-cardiale dood.
8. Percentage voor alle sterfgevallen.
9. Percentage voor cardiale dood of MI.
10. Percentage voor alle sterfgevallen of MI.
11. Percentage voor alle sterfgevallen, MI en TVR.
12. Percentage voor stenttrombose (zeker of waarschijnlijk volgens
ARC-definities).
13. Percentage voor cerebrovasculaire aandoening.
Achtergrond van het onderzoek
Sinds de eerste percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) is deze
procedure een alom geaccepteerde behandelingsmodaliteit geworden voor coronaire
hartziekte (CHZ). Bij de meeste CHZ-gevallen leidt een behandeling met PTCA
eerst tot een groot procedureel succes, symptoomverlichting, een verbeterd
functioneel vermogen en overlevingspercentages die vrijwel overeenkomen met die
van een coronaire bypassoperatie (CABG). Alle percutane technieken hebben
echter, ongeacht de wijze van interventie, een tamelijk hoog percentage
herhaalde interventies bij langdurige follow-up. Het eerste stenttype dat werd
gebruikt voor percutane coronaire interventie (PCI) was de volledig metalen
stent (BMS). Deze was ontworpen om de beperkingen van PTCA aan te pakken.
Vergeleken met PTCA alleen zorgde de BMS voor een verlaging van de
angiografische en klinische restenosepercentages bij de novo-laesies en voor
een verminderde noodzaak van een CABG. De BMS verlaagde de incidentie van acuut
afgesloten slagaders aanzienlijk, maar in ongeveer 20 % tot 40 % van alle
gevallen trad restenose op, wat herhaalde procedures noodzakelijk maakte. De
uitvinding van geneesmiddelafgevende stents (DES) verbeterde het principe van
de BMS aanmerkelijk door de toevoeging van een antiproliferatief geneesmiddel.
Dit wordt rechtstreeks op het stentoppervlak geïmmobiliseerd of afgegeven door
een polymeermatrix voor de remming van neo-intimale hyperplasie. Hierdoor is
gecontroleerde afgifte van het geneesmiddel op de plek van het letsel mogelijk.
De geneesmiddeldragers van polymeer die nu op de DES worden toegepast, zijn
biologisch wel of niet afbreekbaar. Niet biologische afbreekbare polymeren
verblijven voor onbepaalde duur op het stentoppervlak. Biologisch afbreekbare
polymeren daarentegen lossen na een bepaalde periode op, zodat alleen het
BMS-platform achterblijft in de vaatwand. De introductie van de DES verlaagde
de incidentie van restenose in hoge mate en leidde tot een beter
veiligheidsprofiel vergeleken met een BMS met systemisch toegediende
geneesmiddelen. Deze voordelen, evenals de lagere kosten vergeleken met
operatieve interventies, hebben van de DES een aantrekkelijke optie gemaakt
voor de behandeling van coronaire vaatziekte.
In dit onderzoek worden prospectief gegevens verzameld over proefpersonen die
willekeurig zijn toegewezen aan een stentimplantatie met de BIOTRONIK Orsiro of
de Abbott Xience Prime*/Xience Xpedition*. De Xience Prime- en Xience
Xpedition-stents hebben een verschillend afgiftesysteem. De stent zelf is exact
gelijk. Alle experimentele hulpmiddelen beschikken over een CE-markering en
zijn beschikbaar op de markt. Door het vergelijken van twee verschillende
producten van de laatste generatie verwachten we meer kennis te krijgen over de
veiligheid en werkzaamheid van de Orsiro-stent. De door dit onderzoek
opgebouwde bewijzen kunnen ook inzichten geven die nuttig zijn voor de verdere
ontwikkeling van geneesmiddelafgevende stents.
Het evalueren van de veiligheid en de werkzaamheid van de Orsiro voor de
behandeling van proefpersonen met ten hoogste 2 coronaire atherosclerotische de
novo-laesies.
Doel van het onderzoek
Het evalueren van de veiligheid en de werkzaamheid van de Orsiro voor de
behandeling van proefpersonen met ten hoogste 2 coronaire atherosclerotische de
novo-laesies.
Onderzoeksopzet
BIOFLOW-IV is een prospectieve, internationale, multicentrische,
gerandomiseerde, gecontroleerde studie ter beoordeling van de Orsiro voor de
behandeling van proefpersonen met ten hoogste 2 coronaire atherosclerotische de
novo-laesies. Alle proefpersonen worden 2:1 gerandomiseerd naar het ontvangen
van de BIOTRONIK Orsiro SES (sirolimus-afgevende stent) of de Abbott Xience
Prime*/Xience Xpedition* EES (everolimus-afgevende stent). De randomisatie voor
diabetes wordt gestratificeerd.
Het voorstel is om met ongeveer 555 proefpersonen op maximaal ca. 50 locaties
in Japan en Europa de veiligheid en werkzaamheid van Orsiro aan te tonen.
Het doel is om 555 proefpersonen op maximaal ca. 50 locaties in Japan en Europa
deel te laten nemen aan een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCT). Alle
proefpersonen worden 2:1 gerandomiseerd naar het ontvangen van de Orsiro of de
Xience Prime*/Xience Xpedition*.
Tijdens de registratiefase voor het onderzoek worden alle patiënten gescreend
overeenkomstig de inclusie- en exclusiecriteria van het protocol. Alle
goedgekeurde patiënten zullen als deel van de standaard klinische zorg tijdens
de indexprocedure een angiografische beoordeling krijgen.
Na 1 en 6 maanden en jaarlijks gedurende 5 jaar na de procedure zullen
klinische follow-upbezoeken plaatsvinden. Na 12 maanden is een poliklinisch
bezoek aan de locatie vereist om de klinische toestand te beoordelen.
Een angiografische follow-up op grond van het protocol is niet nodig. Patiënten
die tijdens de 5 jaar durende follow-upperiode echter een re-interventie van
het/de doelvat(en) behoeven, zullen ten tijde van de re-interventie als
standaardbehandeling angiografisch beoordeeld worden. Angiografische gegevens
en beelden die tijdens de indexprocedure en tijdens re-interventie (indien van
toepassing) worden vergaard, dienen voor analyse naar het Angiographic Core
Laboratory te worden gestuurd.
Dit klinische onderzoek is opgezet om uitgevoerd te worden in overeenstemming
met de Verklaring van Helsinki 2008, ISO 14155 (E), de wet- en regelgeving over
farmaceutische zaken omtrent klinisch onderzoek in Japan (Japanse goede
klinische praktijk of GCP) en de lokale en nationale regelgeving.
Inschatting van belasting en risico
Aard en omvang van de belasting en de risico's die gepaard gaan met deelname,
de voordelen en de relatie met de groep (indien van toepassing):
Baseline
Alle onderzoeken bij baseline vóór randomisatie vinden plaats conform de
standaard klinische zorg.
Implantatie van de hulpmiddelen levert geen aanvullend risico op voor de
proefpersonen die anders is dan ervaren wordt tijdens de standaard klinische
zorg.
Voor geen van de patiënten in het onderzoek zijn aanvullende invasieve of
niet-invasieve onderzoeken/procedures tijdens de PTCA procedure gepland.
Alle diagnostische onderzoeken na de procedure vinden plaats overeenkomstig de
standaard klinische zorg. Het onderzoek omvat geen aanvullende
onderzoeksspecifieke invasieve of niet-invasieve onderzoek(en).
Samenvattend concluderen we dat het verwachte aantal voorvallen bij
onderzoekspatiënten en reguliere patiënten gelijk is.
Een volledige beschrijving van mogelijk bijkomende bijwerkingen en het correcte
gebruik van de Orsiro- en de Xience Prime-/Xpedition-stents wordt gegeven in de
gebruiksaanwijzing van ieder hulpmiddel.
Follow-up
Tijdens de follow-up wordt alle patiënten gevraagd na 12 maanden een
poliklinisch bezoek af te leggen waarin hun klinische toestand wordt
beoordeeld. Dit vindt plaats overeenkomstig de standaard klinische praktijk.
Tijdens dit bezoek wordt een standaard ECG gemaakt. Er worden geen
bloedmonsters afgenomen.
Samenvattend worden er geen verhoogde risico's verwacht die samenhangen met het
follow-upbezoek na 12 maanden.
Alle andere follow-upconsulten vinden plaats middels een telefoongesprek en
brengen geen aanvullend risico mee voor de patiënt(en).
Voordelen
In dit klinische onderzoek krijgen alle proefpersonen vaker een medische
follow-up dan gewoonlijk bij de standaard klinische zorg wordt uitgevoerd. Dit
kan voordelen opleveren voor de klinische uitkomst bij de patiënt op de lange
termijn.
De verzamelde gegevens zal meer inzicht verschaffen in de veiligheid en
werkzaamheid op de lange duur van de Orsiro SES en de Xience Prime*/Xience
Expedition* EES.
Conclusie
Naast de randomisatie bij baseline en het verplichte lichamelijke onderzoek na
12 maanden follow-up krijgen alle onderzoekspatiënten dezelfde behandeling als
patiënten buiten het onderzoek met dezelfde diagnose.
De stents die in dit onderzoek worden gebruikt, zijn verkrijgbaar en worden
gebruikt in de standaard klinische zorg. Het onderzoek kan, maar hoeft vanwege
de intensievere medische follow-up geen directe voordelen op te leveren voor de
individuele patiënt.
De kennis die verkregen wordt door dit onderzoek kan de therapie voor
toekomstige patiënten helpen verbeteren.
Samenvattend concluderen we dat de onderzoekspatiënten geen aannemelijk
aanvullend risico zullen lopen door deelname aan dit klinische onderzoek.
Publiek
Ackerstrasse 6
Buelach 8180
CH
Wetenschappelijk
Ackerstrasse 6
Buelach 8180
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Klinische inclusiecriteria;1. Proefpersoon moet een schriftelijke geïnformeerde toestemming overhandigen.
2. Proefpersoon is * 18 jaar en * 80 jaar.
3. Bij een proefpersoon die jonger is dan 20 jaar en geregistreerd is op een Japanse locatie dienen de patiënt en de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt vóór het verrichten van onderzoeksgerelateerde tests of procedures schriftelijk toestemming te geven.
4. Proefpersoon, doelvat(en) en laesie(s) komen in aanmerking voor percutane coronaire interventie (PCI).
5. Proefpersoon is een aanvaardbare kandidaat voor een coronaire bypassoperatie (CABG).
6. Bij proefpersoon zijn klinische aanwijzingen voor ischemische hartziekte en/of een positief functieonderzoek, stabiele of instabiele angina pectoris of gedocumenteerde stille ischemie, veroorzaakt door de doellaesies.
7. Proefpersoon komt in aanmerking voor een duale therapie met trombocytenaggregatieremmers (DAPT) met acetylsalicylzuur (ASA) plus ofwel clopidogrel, prasugrel, ticlopidine of ticagrelor. Proefpersonen die geregistreerd zijn op een Japanse locatie krijgen DAPT met ASA plus ofwel clopidogrel of ticlopidine.;Angiografische inclusiecriteria;1. De referentiediameter van het doelvat (RVD) is * 2,50 mm en * 3,75 mm, beoordeeld o.b.v. een visuele inspectie of online kwantitatieve koronararteriografie.
2. De lengte van de doellaesie is * 26 mm (beoordeeld o.b.v. een visuele inspectie of online kwantitatieve koronararteriografie) en kan met één onderzoeksstent afgedekt worden.
3. Enkelvoudige de novo laesie met een stenose van * 50 % en < 100 % in ten hoogste 2 kransslagaders.
4. Doelvat(en): doorstroming trombolyse bij myocardinfarct (TIMI) * 2.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Klinische exclusiecriteria;1. Bij proefpersoon zijn aanwijzingen voor myocardinfarct binnen 72 uur voorafgaand aan de indexprocedure.
2. Proefpersoon met een * 2 voudig CK-gehalte of de afwezigheid van CK * 3 voudige CK-MB-waarde boven de bovengrens binnen 24 uur voorafgaand aan de procedure.
3. Gedocumenteerde recente linkerventrikelejectiefractie (LVEF) van * 30 %.
4. Proefpersoon ontvangt orale of intraveneuze immunosuppressieve therapie (dus geïnhaleerde steroïden zijn niet geëxcludeerd) of heeft een bekende levensbeperkende immunosuppressieve aandoening of auto-immuunziekte (bijv. humaan immunodeficiëntievirus, systemische lupus erythematosus, maar niet inclusief diabetes mellitus).
5. Proefpersoon heeft een verminderde nierfunctie (ofwel serumcreatinine > 2,5 mg/dl of 221 mmol/l, vastgesteld binnen 72 uur vóór interventie).
6. Doelvat(en) of zijtak is/zijn behandeld met een PCI-procedure (bijv. ballonangioplastiek, stent, snijdende ballon, atherectomie) binnen 12 maanden voorafgaand aan de indexprocedure.
7. Voorafgaand aan de stentplaatsing vereist de doellaesie een behandeling met een ander hulpmiddel dan de predilatatieballon (met inbegrip van maar niet beperkt tot directionele coronaire atherectomie, excimerlaser, rotationele atherectomie, snijdende ballon etc.).
8. Geplande interventie van ander(e) vat(en) dan doelvat(en) binnen 30 dagen na de indexprocedure.
9. Geplande interventie van doelvat(en) na de indexprocedure.
10. Proefpersoon heeft een bekende allergie voor contrastvloeistof (die niet afdoende gepremediceerd kan worden), acetylsalicylzuur (ASA), heparine, PLLA (poly-L-melkzuur), sirolimus, everolimus, kobalt-chroom, nikkel of siliciumcarbide.
11. Proefpersoon neemt momenteel deel aan een ander klinisch onderzoek (naar een medisch hulpmiddel of geneesmiddel) dat het primaire eindpunt nog niet heeft bereikt.
12. Proefpersoon is vrouw die zwanger is en/of borstvoeding geeft of vrouw die tijdens de duur van het onderzoek van plan is zwanger te worden.
13. Proefpersoon heeft ernstige medische aandoening (bijv. kanker, congestief hartfalen) die de levensverwachting kan verlagen tot minder dan 12 maanden.
14. Geplande operatie of tandheelkundige ingreep binnen 6 maanden na indexprocedure.
15. Drievatslijden van de kransslagaders ten tijde van de procedure.
16. Proefpersoon is naar oordeel van de onderzoeker niet in staat om aan de eisen van de follow-up te voldoen.;Angiografische exclusiecriteria;1. Doellaesie bevindt zich in hoofdstam linker coronair arterie.
2. Doellaesie bevindt zich in of wordt gevoed door een arteriële of veneuze bypass.
3. Doellaesie heeft een zijtak met een diameter van > 2,0 mm, vastgesteld o.b.v. van visuele inspectie of online kwantitatieve koronararteriografie.
4. Ostiale doellaesie (binnen 5,0 mm van oorsprong bloedvat).
5. Aanwezigheid van trombus of mogelijke trombus in het doelvat.
6. Ernstig verkalkte laesie.
7. Een proximaal of distaal van de doellaesie gelokaliseerde stenose die in de toekomst mogelijk revascularisatie nodig heeft of de doorgankelijkheid zal belemmeren.;Opmerking: meerdere focale stenosen kunnen als een enkele laesie worden beschouwd als ze volledig worden afgedekt door één stent.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT01939249 |
CCMO | NL47384.100.14 |