Het doel van de studie is om de primary en secondary technique effectiveness van IRE te onderzoeken voor centrale colorectale levermetastasen welke niet geschikt zijn voor resectie of thermische ablatie vanwege nabijheid van vitale structuren.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Lever- en galwegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Lever en galwegen therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Aandoening
colorectale levermetastasen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaat is effectiviteit van IRE uitgedrukt in primary technique
effectiveness (met behulp van imaging na 3, 6, 9 en 12 maanden), ook wel
uitgedrukt als local site recurrence (LSR) per laesie, en secondary technique
effectiveness per laesie na re-ablatie voor lokale recidieven (LSR) indien
geindiceerd.
Secundaire uitkomstmaten
Secundiare uitkomstmaten zijn:
1. Veiligheid: aantal en ernst van complicaties volgens de CTCAE v4.0
2. Technical success: gedefinieerd als de mogelijkheid om alle pulsen succesvol
toe te dienen alsmede volledige tumordekking van de ablatiezone direct post-IRE
met behulp van beeldvorming (CT of US)
3. Feasibility van cross-sectionele beeldvormingmodaliteiten om lokale
recidieven te detecteren na IRE en karakterisatie van de ablatiezone
4. Symptomatisch respons met behulp van kwaliteit van leven-vragenlijsten.
Achtergrond van het onderzoek
Coloncarcinoom is een van de meest voorkomende maligniteiten in de Westerse
wereld. 40-60% van de patienten ontwikkelt levermetastasen in het verloop van
de ziekte. Chirurgische resectie is de standaardbehandeling, maar 70% van de
patienten komt hier niet voor in aanmerking. Geselecteerde patienten worden
alternatieve behandelopties aangeboden zoals radiofrequente ablatie (RFA),
microwave ablatie en stereotactische ablatieve radiotherapie (SABR). Een nadeel
van deze behandelingen is dat ze niet geschikt zijn voor tumoren die vlakbij
grote bloedvaten en/of galwegen liggen: de warmte kan de galwegen vernietigen
wat kan leiden tot biliaire complicaties. Bovendien kan de nabijheid van grote
vaten leiden tot onvoldoende verhitting door "heat-sink" (het fenomeen waarbij
het stromende bloed het weefsel afkoelt, waardoor tumorcellen niet vernietigt
worden). Hierdoor neemt de kans op lokaal recidief toe. De zoektocht naar
nieuwe lokale behandelingen gaat daardoor onvermeerderd voort.
Irreversibele elektroporatie (IRE) is een nieuwe ablatietechniek die gebruik
maakt van de van de bestaande elektrische potentiaal die over de celmembraan
heerst. De toediening van een elektrisch veld aan een cel verandert deze
transmembraanpotentiaal. Wanneer het toegediende voltage hoog genoeg is,
ontstaan er gaatjes in de celmembraan en wordt de celmembraan poreus waardoor
de cel haar gomeostatische eigenschappen verliest en doodgaat door apoptose.
Dierstudies hebben aangetoond dat hierbij de extracellulaire matrixstructuren
van het weefsel gespaard blijven waardoor vaten en galwegen intact blijven.
Bovendien is er omdat de techniek niet op warmte maar op elektrische destructie
is gericht, geen sprake van heat-sink. Dit suggereert een potentieel
effectievere behandeling van tumoren die vlakbij grote vaten liggen zoals
centrale levertumoren.
Met deze eigenschappen het IRE de potentie om een succesvolle ablatieve
techniek te worden voor solide tumoren die op kwetsbare plaatsen liggen nabij
grote vaten en/of galwegen, zoals centrale colorectale levermetastasen.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is om de primary en secondary technique effectiveness
van IRE te onderzoeken voor centrale colorectale levermetastasen welke niet
geschikt zijn voor resectie of thermische ablatie vanwege nabijheid van vitale
structuren. Beeldvorming zal 2 weken voor IRE en na 1 dag, 2 weken, 6 weken en
3, 6,9 en 12 maanden na IRE verricht worden.
Secundaire parameters zijn veiligheid, technical success en karakterisatie van
CT-, MRI-, PET-CT en PET-MRI bevindingen na IRE om de waarde van deze
beeldvormende technieken te onderzoeken voor de beoordeling van de ablatiezone
en vroege detectie van lokale recidieven.
Onderzoeksopzet
Multicenter fase II cohortstudie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten met CRLM die geschikt is voor IRE worden geincludeerd na bespreking in multidisciplinair overleg. Beperkte extrahepatische ziekte is geen contra-indicatie zolang alle laesies in opzet curatief behandeld kunnen worden. Na inclusie ondergaan patienten percutane of open IRE. Percutane procedures worden verricht onder CT-geleiding en/of echogeleiding. Open procedures worden verricht met intra-operatieve echo. Na correcte positionering van de elektroden wordt IRE verricht met ECG-monitoring (90 pulsen; pulslengte 90µs, 1200-1500 V/cm, 20-50Ampere, afstand tussen de elektroden 1.5-2.5cm, actieve tiplengte 2,0cm) tussen alle elektrodenparen (NanoKnife, AngioDynamics, Latham, NY, USA). Na de procedure worden additionele laesies gereseceerd of thermisch geableerd in dezelfde sessie. Follow-up vindt plaats met PET-CT (inclusief ceCT) (en PET-MRI inclusief ceMRI in het VUmc).
Inschatting van belasting en risico
Preklinische en klinische studies tonen een laag complicatieprofiel vergeleken
met andere lokale behandelingen in de lever. Vanwege het hoge voltage dat wordt
gebruikt met IRE is er een klein risico op hartritmestoornissen, alhoewel sinds
het gebruik van cardiale synchronisatie geen klinisch significante
ritmestoornissen zijn gemeld (nu meer dan 1400 patiënten, inclusief 30
patiënten behandeld in de VU voor heterogene indicaties en participatie in de
COLDFIRE-1 studie voor resectabele colorectale levermetastasen). Vanwege het
niet-thermische behandeleffect is IRE waarschijnlijk een veiligere optie die
minder schade veroorzaakt aan nabijgelegen kwetsbare structuren. De NanoKnife
is CE gemarkeerd en FDA geaccepteerd voor ablatie van van weke delen in mensen.
Patienten die akkoord gaan met studiedeelname ondergaan IRE van laesies die
niet op een andere manier curatief te behandelen zijn. Zij ondergaan follow-up
middels PET-CT (inclusief ceCT) (en PET-MRI inclusief ceMRI in het VUmc
verricht op dezelfde dag) na 3,6,9 en 12 maanden. Additionele PET-MRI wordt
gebruikt om de waarde ervan in de follow-up voor de detectie van lokale
recidieven op te sporen in vergelijking met PEt-CT en ceCT. In het geval van
lokaal recidief zullen patienten opnieuw behandeld worden indien mogelijk met
de meest passende therapie (re-IRE behoort tot de mogelijkheden).
Publiek
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HZ
NL
Wetenschappelijk
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Screening moet maximaal 4 weken voorafgaand aan studie-inclusie verricht zijn. Personen komen in aanmerking als zij aan de volgende criteria voldoen:
• Histologisch of cytologisch bewezen primair coloncarcinoom;
• Eerder ondergane inductie-chemotherapie vanwege irresectabiliteit; geen intra-of extrahepatische ziekteprogressie onder inductiechemotherapie; OF
• Eerdere chemotherapie voor andere CRLM die zich nu presenteren met nieuwe CRLM die ongeschikt is/zijn voor resectie of thermische ablatie;
• Levermetastasen F-18-FDG PET avide en zichtbaar op ceCT, met een grootte van <= 3,5 cm, ongeschikt voor resectie of thermische ablatie vanwege lokalisatie nabij een bloedvat of galweg;
• Leeftijd >= 18 jaar;
• ASA classificatie 0 - 3;
• Adequate beenmerg-, lever- en nierfunctie beoordeeld aan de hand van laboratoriumonderzoek verricht binnen 7 dagen voor definitieve inclusie;
o Hemoglobine >= 5.6 mmol/L;
o Leukocyten (WBC) >= 1,500/mm3;
o Trombocyten >= 100*109/l;
o Totaal bilirubine <= 1.5 keer de normaalwaarde (ULN);
o ALAT en ASAT <= 2.5 x normaalwaarde;
o Serum creatinine <= 1.5 x ULN of een klaring van >50 ml/min;
o Prothrombinetijd of INR < 1.5 x ULN;
o Geactiveerde partiële thromboplastinetijd < 1.25 x ULN (therapeutische antistolling is toegestaan indien deze behandeling tijdig gestopt mag worden door de behandelend arts)
• Ondertekend informed consent-formulier
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Personen die aan (een van) de volgende criteria voldoen worden geëxcludeerd:
• Laesie > 3,5 cm;
• Voorgeschiedenis met epilepsie;
• Extrahepatische metastasen waardoor lokale therapie niet zinvol wordt geacht;
• Voorgeschiedenis met hartaandoening, te weten:
o Decompensatio cordis >NYHA klasse 2;
o Recent coronarialijden (gedefiniëerd als doorgemaakt myocardinfarct in de 6 maanden voorafgaand aan de screening);
o Hartritmestoornissen welke anti-aritmica vereiden danwel een pacemaker/ICD (beta blokkers zijn toegestaan);
• Ongecontroleerde hypertensie. Bloeedruk moet <=160/95 mmHg zijn ten tijde van screening onder een stabiele antihypertensieve behandeling;
• Gecompromitteerde leverfunctie (bv tekenen van portale hypertensie, INR > 1,5 zonder anticoagulantia, ascites);
• Zwangeren of borstvoeding gevende vrouwen;
• Immunotherapie <= 6 weken voorafgaand aan de procedure;
• Chemotherapie <= 6 weken voorafgaand aan de procedure;
• Gebruik van anticonvulsiva of antiaritmica voor anti-epileptische of anti-aritmische therapie (buiten betablokkers);
• Allergie voor contrast media welke niet adequaat voorkomen kan worden met de standaard contrastallergiepreventie;
• Elke conditie welke onstabiel is en welke de veiligheid van de deelnemer bedreigt of diens compliance in de studie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL47818.029.14 |