Veiligheids- en werkzaamheidsdoelstellingen:De doelstelling is de veiligheid en werkzaamheid van masitinib aan 6 of 7,5 mg/kg/dag te vergelijken met imatinib aan 400 of 600 mg bij patiënten met een gastro-intestinale stromatumor bij eerstelijns…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Progressievrije overleving (PFS). Progressie wordt beoordeeld met CT-scan in
overeenstemming met RECIST-criteria
Secundaire uitkomstmaten
· Totale overleving (OS)
· Tijd tot progressie (TTP). Progressie wordt beoordeeld met CT-scan in
overeenstemming met RECIST-criteria.
· Cijfer van patiënten met objectieve respons (CR + PR). Respons wordt
beoordeeld met CT-scan in overeenstemming met RECIST-criteria op tijdstip.
· Aantal patiënten waarbij ziekte onder controle is (CR + PR + SD). Respons
wordt beoordeeld met CT-scan in overeenstemming met RECIST-criteria op tijdstip.
· Aantal patiënten voor elke categorie van beste respons. Beste respons wordt
gedefinieerd als de beste respons tijdens het onderzoek (CR of PR of SD of PD)
beoordeeld door CT-scan in overeenstemming met RECIST-criteria
· Associatie tussen progressievrije overleving, totale overleving, tijd tot
progressie, objectieve respons, ziektebestrijding en het fenotype van mutaties
op KIT/PDGF
· Levenskwaliteito
EORTC QLQ-C30 vragenlijst
ECOG-performantiestatus
Achtergrond van het onderzoek
1.4 Basisprincipes voor de ontwikkeling van masitinib voor GIST
1.4.1 Vergelijkend in vitro onderzoek naar de werking van masitinib, imatinib
en sunitinib op c-kit-activerende mutaties die in GIST gevonden worden
GIST is het meest voorkomende subtype van sarcomen in het gastro-intestinale
(GI) systeem, waartoe ook leiomyosarcomen, liposarcomen en andere zeldzamere
histologische subtypes behoren. GIST maken ongeveer 3% uit van alle maligne
GI-tumoren. Deze tumoren zijn meestal het gevolg van c-kit-activerende mutaties
en zelden van PDGFRa-activerende mutaties (3%). Activerende c-kit-mutaties
komen voor in 70 tot 80% van de gevallen. De meerderheid (70%) van deze
mutaties zijn codondeleties en puntmutaties die clusteren op het 5'-uiteinde
van het juxtamembraandomein van de c-kit (JMD exon 11), wat
ligand-onafhankelijke activering van de receptor veroorzaakt. Een van de
typerendste JMD-exon-11 mutaties is de V5590-substitutie. Mutaties in het
extracellulaire domein van de c-kit (exon 9) zijn aanwezig in circa 10% van de
GIST, waarbij duplicatie van de Ala502-Tyr503 de meest voorkomende mutatie is.
Functionele gevolgen van receptoren met exon-9-mutaties zijn gelijk aan die van
receptoren met exon-11-mutaties. Hun functionele consequenties, klinische
correlatie en reactie op tyrosine-kinase-inhibitors zijn onderwerp van
intensief onderzoek. Exon-11-mutanten zijn zeer gevoelig voor imatinib
(Novartis), terwijl GIST met exon-9-mutaties niet reageerden op deze
tyrosine-kinase-inhibitor (TKI). Omdat er gedeeltelijke en algehele afwezigheid
van reactie en ook intolerantie voor imatinib is waargenomen in patiënten met
een GIST, is het van belang dat er nieuwe TKI's ontwikkeld worden. Masitinib
(AB Science) en sunitinib (Pfizer) zijn er twee van.
Masitinib is in alle geteste celmodellen effectiever gebleken dan imatinib.
1.4.2 in celtests is AB1010 in staat imatinib-resistentie te overwinnen
Cellijnen die gevoelig zijn voor tyrosine-kinase-inhibitors kunnen in vitro
resistent gemaakt worden door de cellen bloot te stellen aan te lage
concentraties van de inhibitor, gevolgd door blootstelling aan geleidelijk
verhoogde concentraties. Resistentie voor imatinib-mesylaat is tot stand
gebracht in cellijnen die oorspronkelijk gevoelig waren voor 1 µM. Resistentie
voor AB1010 is tot stand gebracht in cellijnen die oorspronkelijk gevoelig
waren voor 0.2 µM. Deze waarnemingen duiden erop dat het noodzakelijk is om
hoge beginconcentraties (hoger dan IC50) kinase-inhibitor toe te passen om de
ontwikkeling van resistentie te vermijden.
1.5 Algemene conclusies
Het toxiciteitsprofiel van masitinib is acceptabel en vergelijkbaar met dat van
imatinib. De effectiviteit van masitinib, wat betreft progressievrije
overleving (PFS) en algemene overleving, lijkt hoger dan die van imatinib. Deze
resultaten zijn bemoedigend en ondersteunen het starten van een vergelijkend
fase-III-onderzoek naar de effectiviteit en de veiligheid van AB1010 vergeleken
met imatinib en vooral naar de niet-inferieure/superieure effectiviteit (hogere
PFS in maand 24) en vergelijkbare veiligheid van masitinib vergeleken met
imatinib.
Doel van het onderzoek
Veiligheids- en werkzaamheidsdoelstellingen:
De doelstelling is de veiligheid en werkzaamheid van masitinib aan 6 of 7,5
mg/kg/dag te vergelijken met imatinib aan 400 of 600 mg bij patiënten met een
gastro-intestinale stromatumor bij eerstelijns medische behandeling.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, multicenter, gerandomiseerd, open-label, actief
gecontroleerd fase III non-inferioriteitsonderzoek om de werkzaamheid en
veiligheid te vergelijken van masitinib met 400 of 600 mg imatinib bij de
behandeling van patiënten met een gastro-intestinale stromatumor bij
eerstelijns medische behandeling.
Onderzoeksproduct en/of interventie
NA
Inschatting van belasting en risico
not applicable.
Publiek
AB Science; 3, avenue George V
75008 Paris 75008
FR
Wetenschappelijk
AB Science; 3, avenue George V
75008 Paris 75008
FR
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Histologisch bewezen, metastatisch of lokaal geavanceerd niet-resectabel, of recurrerend na operatie GIST
2. Naïeve patiënt of patiënt voorheen behandeld met imatinib als neoadjuvant/adjuvant die herviel na stopzetting imatinib
3. Meetbare tumorletsels met langste diameter >= 20 mm met conventionele technieken of >= 10 mm met spiraal-CT-scan volgens RECIST-criteria
4. C-Kit (CD117) positieve tumoren gedetecteerd door immuno-histochemisch of PDGF-positief indien c-kit-negatief
5. ECOG < 1
6. Patiënt met adequate orgaanfunctie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënt voorheen behandeld met tyrosinekinaseremmers met uitzondering van imatinib in het geval van inclusiecriterium 2
2. Patiënt behandeld voor een andere kanker dan GIST binnen 5 jaar vóór registratie, met uitzondering van basaal celcarcinoom of baarmoederhalskanker in situ
3. Patiënt met metastase van actief centraal zenuwstelsel (CZS) of met voorgeschiedenis van CVS-metastase
4. Patiënt met hartproblemen van klasse III/IV zoals vastgelegd in de criteria van de New York Heart Association. (d.w.z. congestief hartfalen, myocardinfarct binnen 6 maanden vóór uitgangswaarde)
5. Patiënt met voorgeschiedenis van slechte therapietrouw of voorgeschiedenis van drug-/alcoholmisbruik, of buitensporige consumptie van alcoholische dranken die een probleem zou kunnen vormen om het onderzoeksprotocol na te leven, of huidige of vroegere psychiatrische ziekte die een probleem zou kunnen vormen om het onderzoeksprotocol na te leven of geïnformeerde toestemming te geven
6. Patiënt met enige aandoening waarvan de dokter oordeelt dat die schadelijk zou kunnen zijn voor patiënten die deelnemen aan dit onderzoek, met inbegrip van klinisch belangrijke afwijkingen van normale klinische laboratoriumwaarden of samenvallende medische gebeurtenissen
Vorige behandeling
7. Behandeling met enig onderzoekend agens binnen 4 weken vóór uitgangswaarde
8. Behandeling met imatinib als neoadjuvante/adjuvante therapie binnen 4 weken vóór uitgangswaarde
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-000973-40-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT00812240 |
CCMO | NL34450.078.10 |