Het vergelijken van twee chirurgische technieken voor de behandeling van een anterieur chronisch compartimentsyndroom.Operatiemethode 1: gebruik van een reguliere *Due*-fasciotoom Operatiemethode 2: gebruik van de nieuwe *Fasciomax©* in plaats van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bindweefselaandoeningen (excl. congenitaal)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is pijnvermindendering in de eerste 2 postoperatieve
weken. Dit wordt in kaart gebracht met een dagelijks ingevulde 11-punts (0-10)
Numeric Rating Scale. Dit wordt gedaan voor beide benen. Ook noteert de patiënt
dagelijks of en hoeveel pijnmedicatie is gebruikt.
Secundaire uitkomstmaten
Daarnaast worden de effectiviteit en aantal complicaties tussen beide
technieken vergeleken.
De effectiviteit wordt gemeten door de klachtenvermindering te meten met
vragenlijsten (pre-operatief en 3 maanden post-operatief).
Preoperatief en 3 maanden postoperatief dienen patiënten tevens hun klachten
(pijn / kramp / spierzwakte / strakgevoel / sensibiliteitsveranderingen) aan te
geven met behulp van een 5-punts Verbal Rating Scale.
De complicaties worden gemeten door beoordeling van de behandelend arts 2 weken
na de operatie.
Achtergrond van het onderzoek
Sommige patiënten met chronische pijn in het onderbeen lijden aan een chronisch
compartiment syndroom (chronic exertional compartment syndrome, CECS)
gekarakteriseerd door te hoge drukken in spiercompartimenten. Het overgrote
deel van deze patiënten blijkt een CECS te hebben van de anterieure
scheenbeenspier, de m. tibialis anterior. De diagnose wordt gesteld met behulp
van een spierdrukmeting.
Bij een positieve drukmeting wordt overgegaan tot operatieve behandeling. Bij
afwezig bewijs voor conservatieve behandeling is de gouden standaard voor de
behandeling van CECS het klieven van de spierfascie (fasciotomie) teneinde de
spier meer *ruimte* te geven. Dit klieven van de fascie wordt gedaan met een
fasciotoom, waarbij in het Máxima Medisch Centrum gebruik wordt gemaakt van de
fasciotoom volgens Due.
Uit eigen patientengegevens en literatuur over prospectieve studies blijkt dat
het succespercentage met de 'Due fasciotoom' rond de 83% ligt. Een vermijdbare
oorzaak voor het falen van therapie is het suboptimaal uitvoeren van de
fasciotomie. Een half gesloten fasciotomie zoals met de Due fasciotoom brengt
de volgende potentiële gevaren of complicaties met zich mee: 1. door de
onafgeschermde open 'bek' kan gemakkelijk een bloedvat worden geraakt wat leidt
tot bloedingen en hematoomvorming; 2. Door de *blind* uitgevoerde subcutane
fasciotomie kan beschadiging van eveneens vlak langs fascie verlopende
huidzenuwen optreden, zodat sensibele stoornissen aan de buitenzijde van het
onderbeen en de voet kunnen ontstaan; 3. onvolledige klieving doordat de
halfopen fasciotoom losschiet tijdens het klieven; 4.In een enkel geval is
sprake van meerdere dunne vliesachtige fasciebladen die elkaar overlappen. Bij
gebruik van de Due fasciotoom blijkt in veel gevallen slechts één dun vlies
gekliefd te worden.
Recentelijk is in het Máxima Medisch Centrum (MMC) een nieuw chirurgisch
instrument ontworpen om te gebruiken voor fasciotomieën: de Fasciomax©. De
fasciotoom bestaat uit een lange 'eendenbek' welke geheel over de fascie
geschoven wordt alvorens deze geklieft wordt. Op deze manier kan de fascie niet
zoekraken, wordt er minder gemakkelijk een bloedvat geraakt, en is de kans op
zenuwbeschadiging kleiner.
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van twee chirurgische technieken voor de behandeling van een
anterieur chronisch compartimentsyndroom.
Operatiemethode 1: gebruik van een reguliere *Due*-fasciotoom
Operatiemethode 2: gebruik van de nieuwe *Fasciomax©* in plaats van de *Due*-
fasciotoom.
Onderzoeksopzet
Single centre, single surgeon, patiëntgeblindeerde, gerandomiseerde
vergelijkingsstudie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na deelname aan deze studie wordt bij patiënten met dubbelzijdige CECS, één onderbeen behandeld met de >Due fasciotoom> terwijl het andere onderbeen wordt behandeld met de >Fasciomax©>. Welk onderbeen welke behandeling ondergaat is gerandomiseerd. Behoudens het gebruik van een andere fasciotoom is de procedure en de zorg voor beide benen exact gelijk.
Inschatting van belasting en risico
Er wordt niet verwacht dat het klieven van de fascie met de Fasciomax
additionele risico*s met zich meebrengt vergeleken met klieving met behulp van
de Due fasciotoom. Zodoende wordt er vanuit gegaan dat participatie aan deze
studie voor patiënten geen extra risico*s met zich mee brengt. Echter, de
deelnemers worden wel belast met het invullen van een uitgebreide vragenlijst
(2 maal), het noteren van pijn-scores (2 weken, dagelijks), en het bijhouden
van analgetica (2 weken, dagelijks).
Mogelijke voordelen zijn een reductie van complicaties en minder pijn na de
operatie.
Publiek
de Run 4600
Veldhoven 5504 DB
NL
Wetenschappelijk
de Run 4600
Veldhoven 5504 DB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Mannelijke en vrouwelijke patiënten ouder dan 18 jaar
- Een, via anamnese, lichamelijk onderzoek en drukmetingen bewezen, chronisch anterieur compartimentsyndroom in beide onderbenen;
- Alleen het anterieure onderbeencompartiment is aangedaan, dus geen gecombineerd compartiment syndroom in anterieur en/of lateraal/posterieur compartiment;
- Patienten hebben aan beide zijden een vergelijkbaar klachtenpatroon
- Patiënten hebben de toestemmingsverklaring begrepen en getekend.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Eerdere operaties aan het onderbeen in de voorgeschiedenis;
- Een eerder doorgemaakte botbreuk in het onderbeen;
- Onvermogen tot spreken of verstaan van de Nederlandse taal.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL44917.015.13 |
OMON | NL-OMON23754 |