*Aantonen dat de ORR bij patiënten met niet eerder behandeld FL in een gevorderd stadium die GP2013-CVP-combinatiebehandeling krijgen vergelijkbaar is met de ORR bij patiënten die met MabThera®-CVP worden behandeld. De ORR zal tijdens de periode van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin B-cel lymfomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
ORR aan het einde van de combinatie behandeling periode vergelijken tussen de
twee behandelgroepen met gebruik van gemodificeerde responscriteria voor
lymfoom.
Secundaire uitkomstmaten
- evalueren van PR, CR, PFS en OS
- percentage van patienten met AE en afwijkende labuitslagen
- percentage van patienten met ADA formatie
- farmacokinetische variabelen (Cmax, Cmin)
- CD19+ B-cell aantal (AUEC0-21 dagen)
Achtergrond van het onderzoek
Uit farmaco-economische studies is gebleken dat MabThera ® een duur medicijn is
en helaas door deze hoge kosten vaak niet makkelijk voor patiënten beschikbaar
is. De introductie van biosimilaire geneesmiddelen wordt wenselijk geacht om
meer concurrentie op de markt te krijgen, om zodoende de beschikbaarheid van
dergelijke medicijnen te vergroten voor patiënten en verder onderzoek naar
vergelijkbare geneesmiddelen door artsen mogelijk te maken.
CD20-positieve FL is de meest voorkomende van de indolente lymfomen en de
bedoeling van de behandeling is de ziekte te controleren. Om die reden is het
aannemelijk dat patiënten en onderzoekers zouden willen deelnemen aan een
onderzoek met een biosimilar antilichaam in FL. Het programma voor de
ontwikkeling van de GP2013 is gericht op een vergunningaanvraag voor de GP2013
als een "vergelijkbare biologische geneesmiddel" aan MabThera ® in de EU, in
overeenstemming met de richtlijnen en het wettelijke kader van de European
Medicines Agency (EMA). De onderbouwing dat GP2013 en MabThera ® zeer
vergelijkbaar zijn in termen van fysisch-chemische en farmaceutische
eigenschappen, in vitro binding, biologische functie en farmacokinetische en
farmacodynamische potentie in dieren, vormen de basis voor de klinische
vergelijking van GP2013-en MabThera ®.
Doel van het onderzoek
*Aantonen dat de ORR bij patiënten met niet eerder behandeld FL in een
gevorderd stadium die GP2013-CVP-combinatiebehandeling krijgen vergelijkbaar is
met de ORR bij patiënten die met MabThera®-CVP worden behandeld. De ORR zal
tijdens de periode van combinatiebehandeling worden bepaald door middel van
gemodificeerde responscriteria voor lymfoom.
*Evalueren van het CR-cijfer tijdens de periode van combinatiebehandeling.
*Evalueren van het PR-cijfer tijdens de periode van combinatiebehandeling.
*Evalueren van de PFS, die is gedefinieerd als de tijd vanaf de datum van
randomisatie tot de datum van de eerste gedocumenteerde progressie van de
ziekte, of overlijden vanwege welke oorzaak dan ook, met opvolging tot 3 jaar
na randomisatie.
*Evalueren van de OS, die is gedefinieerd als: de tijd vanaf de datum van
randomisatie tot de datum van overlijden vanwege welke oorzaak dan ook, met
opvolging tot 3 jaar na randomisatie..
*Beschrijven van de veiligheid van GP2013-CVP in vergelijking met die van
MabThera® zowel als single agent of in combinatie met CVP.
*Evalueren van de incidentie van immuungeniciteit (ADA vorming) tegen GP2013 en
MabThera®.
*Evalueren van de farmacokinetiek van GP2013 en MabThera®.
*Evalueren van het aantal perifere CD19+ B-cellen als een farmacodynamische
marker na behandeling met GP2013-CVP en MabThera®-CVP.
*Verkennen van de populatiefarmacokinetiek van GP2013 en MabThera®.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd, actief gecontroleerd, dubbelblind, multicenter, parallelgroep,
fase III-onderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
Combinatie behandeling periode (8 cycli van 21 dagen): GP2013 (375 mg/m² i.v.) of MabThera® (375 mg/m² i.v.) + Cyclophosphamide (750 mg/m2 i.v.) Vincristine (1.4 mg/m2 (max dose 2 mg) i.v.) Prednison (100 mg p.o.) Onderhoudsbehandeling (2 jaar, iedere 3 maanden): GP2013 (375 mg/m² i.v.) of MabThera® (375 mg/m² i.v.)
Inschatting van belasting en risico
Samenvatting van de te ondergane procedures:
1x beenmergpunctie
1x tumorbiopt
19x zwangerschapstest (bloed of urine)
13x CT /MRI scan
13x B-symptomen
1x 2d-Echo / MUGA
3x immunogeniciteit blood test
Bij GP2013 kunnen dezelfde bijwerkingen optreden als bij MabThera®. MabThera®
kan de volgende bijwerkingen hebben:
* Infusiereacties: Tijdens de eerste 2 uur van het eerste infuus kan de patiënt
koorts en/of koude rillingen krijgen. Minder vaak komen voor: blaren, jeuk,
misselijkheid, vermoeidheid, hoofdpijn, ademhalingsmoeilijkheden, zwelling van
mond of keel, jeukende neus, loopneus, braken, opvliegers of hartkloppingen.
Als de patiënt een hartaandoening of angina pectoris heeft, kunnen deze
reacties erger worden.
* Tumor Lysis Syndroom (TLS): dit wordt veroorzaakt door de snelle afbraak van
kankercellen. TLS kan de volgende gevolgen hebben: nierfalen en de noodzaak tot
dialysebehandeling, abnormaal hartritme.
* Infecties: vaak is dit een verkoudheid, maar er zijn ook gevallen bekend van
longontsteking, urineweginfectie, herpesinfectie of reactivering van hepatitis
B- of C-infectie.
* Andere mogelijke bijwerkingen zijn bijvoorbeeld: pijn in de buik, rug, borst,
spieren en/of gewrichten, pijn op de infusieplaats (waar het infuus in de ader
gebracht is), algemeen ziek gevoel, veranderingen in de bloeddruk of hartslag,
diarree, spijsverteringsstoornissen, kramp, duizeligheid, een tintelend of doof
gevoel, angst of nervositeit, hoest, waterige of jeukende ogen, loopneus,
jeukende neus, transpireren, bijholteontsteking. Hartafwijkingen zijn ook
mogelijk, zoals verandering in bloeddruk, hartaanval, onregelmatige hartslag,
abnormaal snelle hartslag; Sommige patiënten hebben ook afwijkingen bij
bloedonderzoeken, zoals vermindering van het aantal rode en/of witte
bloedcellen.
* Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML): PML is een ernstige
infectie van de hersenen en kan dodelijk zijn. De symptomen zijn onder andere
geheugenverlies, problemen bij het denken, moeite met lopen en/of vermindering
van het gezichtsvermogen.
* Huidreacties: zeer zeldzaam kunnen ernstige blaarvormingen voorkomen. Deze
kunnen levensbedreigend zijn. Roodheid, wat vaak samenhangt met blaren, kan
voorkomen op de huid of op slijmvliezen, zoals aan de binnenkant van de mond,
de geslachtsdelen of oogleden. Ook kan er koorts optreden.
* Afwijkingen aan het spijsverteringsstelsel: zeer zeldzaam kunnen patienten
last krijgen van beschadigingen aan de darmwand, zoals darmperforatie. Dit
veroorzaakt hevige maag/buikpijn, misselijkheid, overgeven, rillingen en
koorts.
Publiek
Industriestr. 25
Holzkirchen D- 83607
DE
Wetenschappelijk
Industriestr. 25
Holzkirchen D- 83607
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënt met niet eerder behandeld CD20-positief FL in een gevorderd stadium:Ann Arbor-classificatiestadium III/IV;
b. WHO histologische graad 1, 2 of 3a, zoals bevestigd door centraal pathologisch onderzoek; en
c. Behandeling nodig voor FL volgens de lokale richtlijnen of naar de mening van de onderzoeksarts.
2. Patiënt met een leeftijd * 18 jaar.
3. Patiënt met ten minste één meetbare laesie (nauwkeurig meetbaar in ten minste 2 loodrechte dimensies);
a. ten minste 1 meetbare nodale laesie > 20 mm in de lange as; OF
b. ten minste 1 meetbare extranodale laesie met zowel de lange als de korte as * 10 mm.
4. Patiënt met ECOG-performancestatus 0, 1 of 2.
5. Patiënt met goede cardiale functie, gedefinieerd als een cardiale ejectiefractie * 45% zoals gemeten met 2D-echo of MUGA, zonder klinisch relevante afwijkingen.
6. Patiënt met de volgende laboratoriumwaarden die tijdens de screening zijn verkregen (maximaal 28 dagen voor de randomisatie):
a. hemoglobine * 10 g/dl (tenzij afwijkingen te wijten zijn aan histologisch bewezen betrokkenheid van het beenmerg bij het lymfoom);
b. absoluut aantal neutrofielen (ANC) * 1,5 x 109/l (tenzij afwijkingen te wijten zijn aan histologisch bewezen betrokkenheid van het beenmerg bij het lymfoom);
c. aantal bloedplaatjes * 100 x 109/l (tenzij afwijkingen te wijten zijn aan histologisch bewezen betrokkenheid van het beenmerg bij het lymfoom);
d. totaal bilirubine < 1,5 x ULN (bovengrens van normaal) (of het syndroom van Gilbert-Meulengracht aanwezig is, tot 2,0 x ULN is toegestaan);
e. transaminasen < 2,5 x ULN;
f. serumcreatininespiegel < 2 x ULN of berekende creatinine klaring > 50 ml/min;
g. negatieve serologische of virologische markers voor actieve of latente hepatitis B en hepatitis C infecties.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënt met graad 3b (agressief) FL of een andere histologie anders dan FL graad 1, 2 of 3a.
2. Patiënt met histologische tekenen van transformatie naar een hogere graad of diffuus grootcellig B-cellymfoom.
3. Patiënt die een eerdere behandeling voor lymfoom heeft gekregen (bijv. cytostatische of cytotoxische middelen, radiotherapie, antistoffen, anti-lymfoomvaccinatie, experimentele behandelingen en radiotherapie, met uitzondering van patienten die veldstraling hebben ontvangen 4 weken voor cyclus 1 dag 1, welke niet gebruikt zal worden voor het meten van ziekteprogressie.
4. Tekenen van relevant leukemisch lijden gedefinieerd als > 10 x 109 /L circulerende CD20+ lymfomacellen.
5. Patiënt met klinische tekenen van betrokkenheid van het centrale zenuwstelsel (CZS) bij het lymfoom of tekenen van compressie van het ruggenmerg door het lymfoom.
6. Patiënt met tekenen van een acute of chronische actieve infectie (viraal, bacterieel, inclusief tuberculose of fungaal) die niet onder controle is.
7. Patiënt die behandeling krijgt met chronische (> 20 mg prednison of > ongeveer 3 mg dexamethason per dag; of gelijkwaardige doses van andere steroïdale geneesmiddelen) of systemische corticosteroïden.
8. Patiënt met een maligniteit binnen 5 jaar vóór de datum van de randomisatie, met uitzondering van adequaat behandeld carcinoma in situ van de cervix uteri, basaalcel- of plaveiselcelcarcinoom of niet-melanomateuze huidkanker.
9. Patiënt met bekende overgevoeligheid voor een van de bestanddelen van de onderzoeksmedicatie, bijv. voor recombinante humane antistoffen.
10. Patiënt met gelijktijdige ernstige ziekten, medische aandoeningen die niet onder controle zijn, of een andere medische geschiedenis, met inbegrip van klinische relevante afwijkende laboratoriumuitslagen die naar het oordeel van de onderzoeker waarschijnlijk een negatieve invloed zullen hebben op de deelname van de patiënt aan het onderzoek of op de interpretatie van de onderzoeksresultaten:
a. neurologisch lijden dat niet onder controle is (bijv. recidiverende insulten ondanks bestaande behandeling met anti-epileptica);
b. neuropathie * graad 1, neuromusculair lijden;
c. ernstige leverfunctiestoornis;
d. ernstige obstipatie;
e. cystitis of andere bestaande infectie;
f. mictiestoornis;
g. ernstig chronisch obstructief longlijden met klinisch manifeste hypoxemie (dyspnoe > graad 1);
h. hypertensie die niet onder controle is (gedefinieerd als systolische BP > 160 mm Hg of diastolische > 100 mm Hg);
i. geschiedenis van beroerte of cerebrale ischemie (binnen 6 maanden vóór de randomisatie);
j. geschiedenis van myocardinfarct of een andere klinisch relevante myocardziekte (binnen 6 maanden vóór de screening) of instabiele angina pectoris (* NYHA-graad II);
k. ontoereikende hartfunctie, gedefinieerd als een cardiale ejectiefractie < 45%, zoals gemeten met 2D-echo of MUGA;
l. bekende infectie met hiv of ieder andere ernstige immuungecomprimeerde conditie volgens de anamnese van de patiënt (indien vereist volgens lokale regelementen of klinische praktijkrichtlijnen mag de patiënt onderzocht worden tijdens de screening periode om de HIV status te bevestigen);
m. tekenen van blijvend drugs- of alcoholmisbruik binnen 6 maanden vóór de screening;
n. actieve tuberculose. Patiënten met tekenen van latente tuberculose als gevolg van de tuberculose screening test en verder onderzoek mogen in het onderzoek worden opgenomen na beoordeling door een geschikte specialist en nadat een adequate behandeling is ingesteld overeenkomstig de lokale medische praktijk.
11. De patiënt heeft een grote operatie, open biopsie of trauma gehad binnen 4 weken voor de datum van de screening (een lymfeklierbiopsie wordt niet als een grote operatie beschouwd), of verwacht dat er tijdens de duur van de onderzoeksbehandeling een grote operatie nodig zal zijn.
12. De patiënt is van plan om tijdens het onderzoek een inenting met levend vaccin te krijgen of is 4 weken vóór de datum van screening met levend vaccin ingeënt. Voorbeelden van levende vaccins omvat intranasale influenza, mazelen, bof, rodehond, oral polio, BCG, gele koorts, waterpokken, en TY21a tyfus vaccins.
13. De patiënt gebruikt groeifactoren of transfusies om aan de geschiktheidseisen voor het onderzoek te voldoen tijdens de screeningperiode. (Het gebruik van groeifactoren en transfusies tijdens screening is toegestaan, als er een verdenking is van beenmerg-betrokkenheid van het lymfoom en de patient niet groeifactor- of transfusie-afhankelijk wordt geacht).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2010-019522-13-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01419665 |
CCMO | NL36966.098.11 |