Primaire doel:Testen van de volgende hypothese:Multi Sensory Stimulation And Priming (MuSSAP) bij zuigelingen van 4-12 maanden oud met gediagnosticeerde unilaterale cerebrale schade, is een haalbaar protocol en resulteert in een verbeterde…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Encefalopathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is gericht op de ontwikkeling van de handfunctie
Op T0, T1 en T2 zal het volgende meetinstrument worden afgenomen:
* Hand Assessment for Infants (HAI)
De HAI wordt ontwikkeld door het Karolinska Instituut Stockholm (Zweden,
Professor Eliasson en Professor Sundholm) in samenwerking met de Universiteit
Pisa. De HAI evalueert de kwaliteit van doelgerichte bewegingen van de arm en
hand bij zuigelingen van 3-12 maanden oud, met een verhoogd risico op het
ontwikkelen van unilaterale CP. De test bestaat uit een semi-gestructureerde
spelsessie van 10-15 minuten, vastgelegd middels video-opname. HAI heeft als
doel het vaststellen en kwantificeren van mogelijke assymetrieen tussen beide
handen, waarbij beide handen afzonderlijk worden gescoord én een score voor
bimanueel handelen wordt vastgesteld (Eliasson et al. 2014).
Secundaire uitkomstmaten
Op T0, T1 en T2 zullen de volgende meetinstrumenten worden afgenomen:
Op T0:
- gericht op handfunctie:
* Video-Observatie Aarts and Aarts; VOAA-baby
Om de duur en frequentie van het gebruik van de arm en hand in kaart te brengen
zal de VOAA-baby worden afgenomen. Met een speciaal ontwikkeld software
programma wordt een video opname gescoord op specifieke motorische gedragingen
(frequentie) en de totale duur van het inschakelen van de arm en hand (Houwink
et al., 2013).
- gericht op algehele motorische ontwikkeling:
* Bayley Scales of Infant and Toddler Development (Bayley-III-NL).
De BSID-III zal worden afgenomen om de motorische ontwikkeling in kaart te
brengen (fijnmotorische subtest en grofmotorische subtest) (Steenis et al.,
2014).
* Gross Motor Function Measure (GMFM).
Tevens zal de motorische ontwikkeling worden gemeten middels de GMFM. Deze test
bevat 88 items gegroepeerd in vijf dimensies (liggen en rollen, zitten, kruipen
en knielen, staan, lopen, rennen en springen) en is sensitief voor verandering
in de motorische ontwikkeling in de tijd. Gezonde kinderen voeren alle 88 items
correct uit op een leetijd van vijf jaar (Russell et al., 2002).
* Infant Motor Profile (IMP).
De IMP is een meetinstrument waarmee het motorische gedrag van jonge kinderen
in kaart kan worden gebracht. Het instrument is geschikt voor zuigelingen van 3
tot 18 maanden oud. Het instrument maakt gebruik van video-opnames van spontaan
gedrag van baby's. De IMP evalueert motorisch gedrag in vijf verschillende
domeinen; variatie, variabiliteit (mogelijkheid om motorische strategieën te
selecteren), vloeiendheid in bewegen, symmetrie in bewegen en motorische
uitvoering (Heineman et al., 2008).
- gericht op kwaliteit van leven
* *Infant and Toddler Quality of life Questionnaire (ITQOL)
Dit instrument (een vragenlijst die wordt ingevuld door ouders) meet de
gezondheidstoestand en de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Het
instrument is ontworpen voor kinderen vanaf 2 maanden tot 5 jaar oud (Landgraf
1994, Raat et al. 2007).
Op T1:
- gericht op handfunctie:
* Video-Observatie Aarts and Aarts; VOAA-baby
- gericht op algehele motorische ontwikkeling:
* Bayley Scales of Infant and Toddler Development (Bayley-III-NL).
* Gross Motor Function Measure (GMFM).
* Infant Motor Profile (IMP).
- gericht op kwaliteit van leven
* *Infant and Toddler Quality of life Questionnaire (ITQOL)
- gericht op haalbaarheid van de interventie
* Interview: ervaringen ten aanzien van de interventie
Ouders en betrokken therapeuten uit de eerste lijn worden geinterviewd over hun
ervaringen met de interventie. Het betreft een diepteinterview met een
empirisch fenomenologische benadering Hierbij wordt gevraagd: 'Hoe waren uw
ervaringen met de MuSSAP therapie?'.
Op T2:
- gericht op handfunctie:
* Video-Observatie Aarts and Aarts; VOAA-baby
- gericht op algehele motorische ontwikkeling:
* Bayley Scales of Infant and Toddler Development (Bayley-III-NL).
* Gross Motor Function Measure (GMFM).
* Infant Motor Profile (IMP).
- gericht op kwaliteit van leven
* *Infant and Toddler Quality of life Questionnaire (ITQOL)
Achtergrond van het onderzoek
Unilaterale Cerebrale Parese (uCP) is het gevolg van een hersenbeschadiging
vroeg in de ontwikkeling. Bij volwassenen resulteert een hersenbeschadiging aan
de rechterzijde van de (pre) motorische cortex voor functionele problemen in de
linkerzijde van het lichaam en vice versa. Dit is gerelateerd aan de in hoge
mate gekruiste descenderende corticospinale banen die de centrale motorische
systemen met de musculatuur van de extremiteiten verbindt. In onze eerste
levensjaren is deze kruising van corticospinale banen minder uitgesproken
aanwezig en worden onze extremiteiten door zowel ipsi- als contralaterale
zenuwbanen aangestuurd.
Bij kinderen met uCP kan de klassieke ontwikkeling en versterking van de
gekruiste corticospinale banen belemmerd worden. Hoewel reorganisatie door
middel van ipsilaterale corticospinale zenwuwbanen gepaard kan gaan met een
goede handfunctie, is bekend dat de meest gunstige functionele resultaten
worden behaald bij patiënten waarbij gekruiste aansturing vanuit de beschadigde
hemisfeer behouden is gebleven.
Om de ontwikkeling van de corticospinale banen te stimuleren, lijkt het van
cruciaal belang om vroeg te starten met interventie, in het stadium waarin de
corticospinale banen in hoge mate plastisch zijn.
In deze studie wordt een nieuwe interventie, Multi Sensory Stimulation And
Priming (MuSSAP) getest in de vorm van een pilotstudie waarin wordt vastgesteld
of deze interventie toegepast kan worden in de klinische praktijk bij
zuigelingen van 4-12 maanden oud met een verhoogd risico op het ontwikkelen van
unilaterale Cerebrale Parese. In de MuSSAP interventie zullen beide armen en
handen worden gestimuleerd wanneer er (nog) geen klinische tekenen van een
asymmetrische motorische ontwikkeling van de bovenste extremiteiten zijn. In de
situatie waarin er duidelijke klinische tekenen zijn van een asymmetrische
motorische ontwikkeling van de bovenste extremiteiten, wordt alleen de
aangedane arm en hand gestimuleerd in de interventie. Stimulatie vindt plaats
op een multisensorische ritmisch synchrone wijze. Aandacht profiteert van
multisensorisch congruente signalen, juist wanneer deze congruentie ritmische
gelijk is. Aandacht beïnvloed de sensitiviteit van neuronen om sensorische
activiteit te detecteren en de mogelijkheid van neuronen om sensorische
stimulatie te detecteren.
De vorming van nieuwe neurale banen wordt gefaciliteerd door een toenemende
activiteit in (nieuwe) functionele neurale netwerken. Tijdens de
multisensorische stimulatie zullen motorische acties van beide armen en handen
worden uitgelokt.In tegenstelling tot functionele training met een primaire
focus op motorische output (usual care), beoogt Multi Sensory Stimulation and
Priming motorisch leren te verbeteren door de perceptie-actie cyclus te
stimuleren. Op deze manier beogen we te compenseren voor verminderde
activering van de perceptie-actie cyclus. Het doel is om verbinding te
stimuleren van de neurale circuits, die betrokken zijn in de vroege
ontwikkelingsfases van doelgerichte bewegingen.
Doel van het onderzoek
Primaire doel:
Testen van de volgende hypothese:
Multi Sensory Stimulation And Priming (MuSSAP) bij zuigelingen van 4-12 maanden
oud met gediagnosticeerde unilaterale cerebrale schade,
is een haalbaar protocol en resulteert in een verbeterde motorische
ontwikkeling vergeleken met Intensieve Usual Care (Bovenste Extremiteit).
Secundaire doelen:
* Bepalen van de haalbaarheid van de interventie:
Kunnen de MuSSAP interventie en procedures succesvol worden uitgevoerd en
toegepast bij de participanten?
* Bepalen van de haalbaarheid van het studie design en de procedures:
Verfijnen van in- en exclusiecriteria, haalbaarheid van rekruteren, vaststellen
van de mate van geschiktheid van de uitkomstmaten.
* Bepalen van aanvaardbaarheid:
Geschiktheid van de interventie en de studieprocedures vanuit het perspectief
van de participanten.
* Vaststellen van de effect sizes ten behoeve van een geplande RCT in de
toekomst en klinische relevantie: specifieke hypothese die daarbij zal worden
getest:
o Zuigelingen met een verhoogd risico op UCP laten een trend in hogere
scores op de uitkomstmaten zien op T0, T1 en T2 dan de zuigelingen met een
verhoogd risico op UCP in de Intensieve Usual Care (Bovenste Extremiteit)
Interventie groep.
o Normaal ontwikkelende zuigelingen laten een trend in hogere scores op de
uitkomstmaten zien op T0, T1 en T2 dan de zuigelingen met een verhoogd risico
op uCP.
Onderzoeksopzet
Design:
Het onderzoek betreft een pilot case-control studie met drie meetmomenten (T0,
T1, T2).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Multisensory Stimulation and Priming (MuSSAP): In tegenstelling tot functionele training met een primaire focus op motorische output (usual care), beoogt Multi Sensory Stimulation and Priming motorisch leren te verbeteren door de perceptie-actie cyclus te stimuleren. Op deze manier beogen we te compenseren voor verminderde activering van de perceptie-actie cyclus. Het doel is om verbinding te stimuleren van de neurale circuits, die betrokken zijn in de vroege ontwikkelingsfases van doelgerichte bewegingen. Door de zuigeling simultane, ritmische, visuele, auditieve en tactiele input te geven, wordt beoogd de aandacht te vergroten. Het doel is om verbinding te stimuleren van de neurale circuits, die betrokken zijn in de vroege ontwikkelingsfases van doelgerichte bewegingen. In de MuSSAP interventie zullen de aangedane en niet-aangedane arm en hand beide in gelijke mate worden gestimuleerd wanneer er geen klinische tekenen zijn van een asymmetrie in de motoriek van de bovenste extremiteiten. Wanneer er geen duidelijke asymmetrische ontwikkeling van de arm en handfunctie zichtbaar is, is er een risico op het achterblijven van de motorische ontwikkeling van de potentieel niet aangedane arm en hand wanneer alleen de potentieel aangedane arm en hand zou worden gestimuleerd. Wanneer er duidelijke klinische tekenen zijn van een asymmetrie in de motoriek van de bovenste extremiteiten zal in de interventie alleen de aangedane arm en hand worden gestimuleerd. De multisensorische stimulatie zal worden aangeboden middels speciaal voor deze interventie ontwikkeld therapiemateriaal. Tijdens de multisensorische stimulatie, zal het kind uitgelokt worden tot motorische acties. De interventie duurt 8 weken, waarbij dagelijks 30 minuten wordt gestimuleerd (verdeeld over drie blokjes van 10 minuten), uitgevoerd door de ouders in de thuissituatie. De reeds betrokken fysio- of ergotherapeut uit de eerste lijn of uit het ziekenhuis/ revalidatiecentrum zal de interventie 1 keer in de week begeleiden in de thuissituatie. Tevens zal er vanuit de Sint Maartenskliniek coaching op afstand middels het analyseren van video-opnames uit de thuissituatie plaatsvinden. Intensieve Usual Care (bovenste extremiteit: De Intensieve Usual Care (bovenste extremiteit) interventie is een intensievere (in duur en frequentie) versie van standaard Usual Care met een focus op de motorische ontwikkeling van de aangedane bovenste extremiteit. Deze interventie bestaat uit 30 minuten oefenen per dag (verdeeld over drie blokjes van 10 minuten) waarin het remediëren van beperkingen door het oefenen van specifieke leeftijdgerelateerde bewegingen en vaardigheden centraal staat, dagelijks voor 8 weken achter elkaar. Deze interventie wordt door de ouders uitgevoerd in de thuissituatie en één keer in de week begeleid door een fysio- of ergotherapeut uit de eerste lijn. Tevens zal er vanuit de Sint Maartenskliniek coaching op afstand middels het analyseren van video-opnames uit de thuissituatie plaatsvinden. Activiteiten van de bovenste extremiteit zoals reiken, grijpen, trekken en steunnemen zullen worden geoefend. Co-interventie: In beide interventiegroepen zullen de zuigelingen tevens standaard Usual Care (kinderfysiotherapie) ontvangen. Therapeuten zullen de beperkingen vaststellen onderliggend aan de functionele beperkingen (bijv. tonus, houding, bewegingsuitslagen), en therapie geven gericht op het remediëren van beperkingen door specifieke leeftijdgerelateerde grofmotorische bewegingen en vaardigheden te oefenen. Functionele activiteiten gericht op mobiliteit zoals rollen, kruipen, staan en lopen worden geoefend en ook het rekken van spieren zal deel uitmaken van de interventie. Ouders zullen tevens informatie krijgen over het eten, drinken, slaaphouding, zithouding enz.
Inschatting van belasting en risico
De belasting die de proefpersonen zullen ervaren bestaat uit de afname van
eerder genoemde meetinstrumenten op drie meetmomenten (T0, T1 en T2) en de
interventie zelf. De metingen zullen in de thuissituatie van de proefpersoon
worden uitgevoerd. Daardoor is er de mogelijkheid om de metingen plaats te
laten vinden in een voor het kind vertrouwde omgeving waardoor de belasting
voor het kind omlaag wordt gebracht.
Er zijn geen risico's verbonden aan de metingen en de interventie. Het
welbevinden van de zuigeling wordt ten alle tijden in acht genomen.
Ouders zullen op de drie meetmomenten gevraagd worden een vragenlijst in te
vullen en op 1 meetmoment zal een interview met ouders worden afgenomen.
Tijdens de interventie worden dagelijks video-opnames gemaakt van de
interventie en zal dagelijks een registratieformulier worden bijgehouden over
de invulling van de therapietijd.
Publiek
Hengstdal 3
Ubbergen 6574 NA
NL
Wetenschappelijk
Hengstdal 3
Ubbergen 6574 NA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* Prematuur geboren zuigelingen met een eenzijdige parenchymbloeding met betrokkenheid van de corticospinale banen
* A terme geboren zuigelingen met eenzijdig infarct van de arteria cerebri media met betrokkenheid van de corticospinale banen
* ±4 maanden oud (moment waarop de zuigeling start met reiken) tot 10 maanden oud (gecorrigeerde leeftijd bij prematuriteit)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
* Ernstige epilepsie
* Ernstige zintuiglijke beperkingen (blind, doof)
* Zuigelingen met klinische tekenen van een bilaterale aandoening
* Onmogelijkheid van de ouders om in het Nederlands te reageren op vragenlijsten of interviews
* Verwachte onmogelijkheid van ouders om een op thuisbehandeling gebaseerd protocol op te volgen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL52823.091.15 |