-kenmerken te vinden voor herkenning van een ongunstig beloop van de ziekte in een vroeger stadium. Een agressievere immuunglobuline therapie kan dan ingesteld worden om deze subgroep in achteruitgang af te remmen. -Domeinen in de kwaliteit van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Demyelinisatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Klinisch beloop studiedeel:
(klinische) kenmerken van patienten met MMN die een slechtere prognose
aangeven.
kwaliteit van leven scores, vgl met normwaarden uit de Nederlandse bevolking.
Immunologisch studiedeel:
Titers van anti-GM1 IgM bij MMN patienten, gekoppeld aan HLA haplotypering
versus controles
-FcuR status op leukocyten (subsets) vs controles
-bacterieculturen die GM1 (achtige) structuren tot expressie kunnen brengen vs
controles .
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Multifocale motorische neuropathie (MMN) is waarschijnlijk een
immuungemedieerde ziekte met als klachten zwakte van spieren, met name in de
handen en in mindere mate de voeten en armen. Diagnosticeren is niet altijd
eenvoudig en de oorzaak is onbekend. Het beeld kan sterk lijken op ALS, maar
heeft een betere prognose en een behandeling (immuunglobuline (IVIg)) die vaak
werkt. Ondanks onderhoudsbehandeling met immuunglobulines om de 2-4 weken is er
over de jaren bij veel mensen een achteruitgang in functioneren te merken. Dit
komt waarschijnlijk doordat chronische inflammatie/irritatie leidt tot axonale
schade die irreversibel is.
De leeftijd van ontstaan ligt tussen de 20-70jaar en er zijn dus veel mensen
die actief zijn (zowel qua werk als prive). Zwakte met functieverlies van
ledematen kan invaliderend worden. Er wordt geschat dat 20% sterk invaliderende
klachten krijgt.
De oorzaak van MMN is niet opgehelderd, echter er zijn veel argumenten die
wijzen naar een immuungemedieerde oorzaak. Een belangrijk argument is de
aanwezigheid van anti-GM1 IgM in ongeveer de helft van de patienten. GM1 is een
eiwit dat tot expressie komt op perifere zenuwen. Binding van antistoffen zet
complement aan tot de vorming van membraan attack complexen en zodoende
ontwikkelt zich lokale schade en inflammatie. De oorsprong van de antistoffen
is niet bekend.
Doel van het onderzoek
-kenmerken te vinden voor herkenning van een ongunstig beloop van de ziekte in
een vroeger stadium. Een agressievere immuunglobuline therapie kan dan
ingesteld worden om deze subgroep in achteruitgang af te remmen.
-Domeinen in de kwaliteit van leven vinden die bij MMN patienten verminderd
zijn ten opzichte van de Nederlandse bevolking.
-het ziekte mechanisme en met name de mogelijke origine van de anti-GM1 IgM
ontrafelen. Mogelijkheden zijn een endogene origine (doordat er specifieke
receptoren op leukocyten (subsets) ontbreken: FcuR, of dat er een linkage is
met HLA-DRB1*15 haplotype en verhoogde titers van natural antibodies). Ook kan
het een reactie zijn op een exogene origine, waarbij een kandidaat H.Influenzae
is omdat die GM1 (achtige) structuren op zijn kapsel tot expressie kan brengen.
Via molecular mimicry worden dan pathogene antistoffen gevormd.
Onderzoeksopzet
Het studiedoel wordt in een longitudinale observationele studie bekeken. De 88
patienten uit studie uit 2007 (met METC nummer 05/273) worden terug gezien en
krijgen dezelfde vragenlijsten (ODSS, FSS, SES) en lichamelijk onderzoek (MRC
sumscore) als in 2007.
Verder is er een cross sectionele studie naar levenskwaliteit (QoL)van 120 MMN
patienten middels twee vragenlijsten (sf-36 en USER-P). De reusltaten worden
vergeleken met gevalideerde waarden voor de Nederlandse bevolking.
Het ziekte mechanisme wordt verder bestudeerd in een case cohort studie waarbij
bacterie-culturen (met name H. influenzae) vergeleken wordt voor de
aanwezigheid op GM1 structuren.
Bloedmonsters worden geanalyseerd op aanwezigheid van verhoogde concentratie
anti-GM1 IgM, anti PC en anti MDA IgM, dit wordt vergeleken met HLA-DRB1-allel
typering en op afwezigheid van de FcuR als dit gevonden wordt (zie ook het
protocol voor verdere rationale). Ook wordt expressie van de FcuR vergeleken
met expressie bij mensen die geen MMN hebben. De FcuR is een receptor die bij
mensen selectief op leukocyten voorkomt en een receptor is voor IgM binding aan
de leukocyt.
Daarnaast wordt een tweede venapunctie verricht voor bloedanalyse gericht op
leukocyten subsets (iNKT cellen en plasmalasten, voor gedetailleerdere
informatie wordt verwezen naar de toegevoegde informatie in de introductie van
het WMO protocol).
Inschatting van belasting en risico
De belasting bestaat uit een reis naar het ziekenhuis, het invullen van
vragenlijsten (die als psychisch weinig belastend wordt ingeschat), een
lichamelijk onderzoek dat zich toespitst op het meten van kracht, gevoel en
reflexen van de ledematen. Dit is weinig belastend en zonder gevaar.
Venapunctie die volgt kan soms lokale pijn geven en/of een blauwe plek, en een
keelwisser kan soms even een benauwd gevoel geven.
Dit duurt echter maar enkele seconden.
Voor controles bestaat de belasting uit het ondergaan van een keelwisser en
afstaan van 1 extra buis bloed in een ikv reguliere zorg geplande venapunctie
(zie boven) (groep 1) of uit het afstaan van 5 extra buizen bloed (groep 2)
De totale ziekenhuisduur is ongeveer 1,5 - 2uur voor de MMN patienten. De
inschatting van de belasting van de proefpersonen wordt als laag ingeschat en
de risico's verwaarloosbaar.
Voor wat betreft de tweede venapunctie geldt hetzelfde als hierboven
beschreven, behoudens dat patiënten niet apart hiervoor naar het ziekenhuis
hoeven te komen. Ze worden gevraagd bij hun reguliere controle op de
polikliniek. De totale extra tijd bedraagt ongeveer 5 minuten
Publiek
Van koetsveldstraat 122
Utrecht 3532ET
NL
Wetenschappelijk
Van koetsveldstraat 122
Utrecht 3532ET
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten zijn MMN patienten die voldoen aan de diagnostische consensus criteria voor MMN (zie protocol pag 40)
Gezonde controles zijn mensen die de neuromusculaire poli bezoeken voor andere redenen dan MMN.
Alle proefpersonen zijn ouder dan 18, zijn niet mentaal gehandicapt en begrijpen de informatie van de studie helemaal
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor MMN patienten geldt dat ze worden geexcludeerd als
-er twijfel is over de diagnose MMN
-relevante concommitante ziekte speelt die een deel van de studie zou kunnen beinvloeden.
Voor controles geldt als exclusie criteria:
- de diagnose MMN in de voorgeschiedenis
-onder 18 jaar
- niet in staat de gegeven informatie te begrijpen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL50354.041.14 |