We streven ernaar om de effecten van een face to face en een blended oudertraining (i.e. varianten van Behavioral Parent Training Groningen; BPTG) op gedragsproblemen te onderzoeken bij kinderen met ASS van 4 tot en met 12 jaar met gedragsproblemen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De mate van ongehoorzaamheid, zoals gemeten met de Home Situation Questionnaire
- Pervasive Developmental Disorders (HSQ-PDD, Barkley, Edwards, & Robin, 1999,
aangepast voor ASD door Aman et al., 2009.). De HSQ-PDD is een door ouders in
te vullen vragenlijst met 25 items.
Secundaire uitkomstmaten
Alle secundaire uitkomstmaten worden door ouders beoordeeld.
1) De tevredenheid van ouders met de inhoud en het effect van de oudertraining,
als gemeten met een vragenlijst die gebaseerd is op de Parent Satisfaction
Questionaire (Bearss et al. 2013).
2) De Aberrant Behavior Checklist (ABC, Aman et al., 1985) is een maat voor
gedragsproblemen.
3) De List of Target Behaviors (enigszins aangepaste versie van Van den
Hoofdakker et al. 2007) meet het voorkomen en de ernst van gespecificeerde
gedragsproblemen in de afgelopen week.
4) De ernst van de door ouders gekozen doelgedragingen en doelsituaties als ook
de door ouders ervaren competentie om de opvoeding van hun kinderen aan te
kunnen. Deze maten worden tijdens de training regelmatig door ouders gescoord.
5) De Strengths and Difficulties Questionnaire (Goodman, 1997; Nederlandse
vertaling door van Widenfelt, Goedhart, Treffers, & Goodman, 2003) is een maat
voor emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactiviteit /
aandachtsproblemen en sociale problemen.
6) De Vineland Adaptive Behavior Scales II (Sparrow, Cicchetti & Balla, 2005)
worden gebruikt om adaptief gedrag in kaart te brengen.
7) De Parenting Sense Of Competence scale (Gibaud-Wallston & Wandersman, 1978,
zoals genoemd in Johnston & Mash, 1989) meet de tevredenheid van ouders ten
opzichte van het ouderschap en de competentie ten aanzien van omgaan met
probleemgedrag van het kind.
8) De Parenting Stress Index - Short Form (Abidin, 1995) is een maat voor door
ouders ervaren stress welke verband houdt met de opvoeding.
9) De Parenting Scale (Arnold, O*Leary, Wolff, & Acker, 1993) meet de
opvoedingsstijl van ouders.
10) De gezondheidszorg waar gebruik van wordt gemaakt tijdens de studie, onder
andere medicatie en behandeling van het kind.
11) Het aantal face to face zittingen.
12) De tijd die therapeuten kwijt zijn aan de training.
13) Het geloof van ouders over de werkzaamheid van de training.
14) Het gebruik van vaardigheden geleerd tijdens BPTG.
15) Het gebruik van trainingsfaciliteiten na het einde van BPTG, zoals het boek
en het online behandelprogramma.
16) De Fragebögen zur Beurteilung der Behandlung (FBB, Mattejat & Remschmidt,
1993, 1995). Dit is een vragenlijst naar de beoordeling van de behandeling door
de behandelaar en wordt na afloop van de oudertraining ingevuld door de
behandelaar die de oudertraining geeft.
Achtergrond van het onderzoek
Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) vertonen vaak gedragsproblemen
(bijvoorbeeld driftbuien, ongehoorzaamheid, agressief gedrag) die een
belemmerende invloed kunnen hebben op hun dagelijks leven en hun ontwikkeling.
Ouderbegeleiding en oudertraining zijn vaak gebruikte behandelingen gericht op
het verminderen van deze gedragsproblemen. Ondanks de klinische indruk dat deze
behandelingen helpen, is wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van
oudertraining bij kinderen met ASS schaars en moet de kennis hierover worden
vergroot. In de huidige studie zullen een face to face en een blended (deels
face to face en deels online) oudertraining voor kinderen met ASS en
gedragsproblemen worden onderzocht, om zo de effectiviteit van beide vormen van
oudertraining vast te stellen.
Doel van het onderzoek
We streven ernaar om de effecten van een face to face en een blended
oudertraining (i.e. varianten van Behavioral Parent Training Groningen; BPTG)
op gedragsproblemen te onderzoeken bij kinderen met ASS van 4 tot en met 12
jaar met gedragsproblemen. Verder willen we onderzoeken of er verschillen zijn
in tevredenheid bij ouders en verschillen in bestede tijd door de behandelaar
tussen deze twee vormen van behandeling. Tot slot willen we het effect van de
training op een aantal secundaire uitkomstmaten en de invloed van verschillende
kind- en ouderfactoren op de effectiviteit van de behandeling bepalen.
Onderzoeksopzet
We zullen een randomized controlled trial uitvoeren, met drie condities: 1)
Care as usual plus individuele face to face BPTG (n = 40), 2) Care as usual
plus individuele blended BPTG (n = 40) en 3) Care as usual plus wachtlijst voor
BPTG, waarbij deelnemers twintig weken wachten voordat ze kunnen beginnen met
oudertraining (n = 38). In de laatste conditie worden deelnemers na de
wachtperiode gerandomiseerd over de face to face en blended BPTG. Metingen
vinden plaats vooraf aan de randomisatie, direct na het afronden van BPTG of de
twintig weken care as usual en ongeveer drie en zes maanden na het afronden van
BPTG.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Face to face oudertraining bestaat uit ongeveer vijftien geprotocolleerde face to face zittingen met huiswerk om geleerde vaardigheden te oefenen. De blended oudertraining wordt grotendeels online gegeven, maar heeft minimaal vier face to face contacten. De duur van beide vormen van behandeling is ongeveer twintig weken. In alle drie condities kunnen deelnemers deelnemen aan andere vormen van behandeling (psychosociaal en/of farmacologisch), gedragstherapeutische interventies voor ouders gericht op het gedrag van hun kind uitgezonderd.
Inschatting van belasting en risico
Ouders vullen diverse vragenlijsten in en doen mee aan een interview vooraf aan
de randomisatie, direct na de oudertraining of wachtperiode en bij de
follow-upmeting. De geschatte belasting, gemeten in tijd, is ongeveer tien uur
in totaal voor ouders, waarbij de eerste meting het meeste tijd kost. Bij
kinderen geldt dat voorafgaand aan de randomisatie een intelligentietest wordt
afgenomen alsmede een Autisme Diagnostisch Observatie Schema. Deze onderdelen
nemen samen ongeveer drie uur in beslag en worden alleen afgenomen als dit niet
recent is gedaan. Daarnaast, en alleen met toestemming van de deelnemers, wordt
bij kinderen en ouders DNA verzameld door het afnemen van speeksel. Bij geen
van de metingen worden risico's verwacht voor de proefpersonen. De interventies
en care as usual brengen naar verwachting geen schade toe aan proefpersonen.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Het kind heeft een klinische diagnose ASS.
2) De leeftijd van het kind ligt tussen de 4 en 13 jaar.
3) Het kind heeft een IQ hoger dan 50.
4) Tenminste één ouder ervaart thuis gedragsproblemen en kan minimaal drie probleemgedragingen selecteren op de Gedragingenlijst.
5) Tenminste één ouder is in staat deel te nemen aan het BPTG programma.
6) Het kind gebruikt geen medicatie, of, als het wel medicatie gebruikt, zit op een stabiele dosering gedurende minimaal 6 weken voorafgaand aan de inclusie.
7) De verwijzend behandelaar verwacht geen wijzigingen in het medicamenteuze behandelbeleid gedurende de studie.
8) Ouder(s) (en kind wanneer 12 jaar) geven hun informed consent voor deelname.
9) Ouder(s) hebben de beschikking over een laptop of een PC.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Ouders hebben gedurende het jaar voorafgaand aan de studie een gedragstherapeutische oudertraining gevolgd. Ouders die het voorafgaande jaar begonnen zijn met de BPTG training, maar deze niet hebben afgemaakt, kunnen niet meedoen aan het onderzoek wanneer antecendente interventies aan bod zijn gekomen in de face to face training of wanneer hoofdstuk 4 is behandeld in de blended training. Een vergelijkbaar criterium wordt aangehouden bij andere gedragstherapeutische oudertrainingen.
2) Er zijn problemen met het kind en/of het gezin die directe interventie vereisen (e.g. crisis in het gezin).
3) Het gezin gaat binnen het eerste half jaar verhuizen naar een regio die te ver af ligt van een van de studiecentra.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL47931.042.14 |