Primaire doelstelling(en): De veiligheid op lange termijn evalueren bij patiënten met mucopolysacharidose type IIIA (MPS IIIA of sanfilipposyndroom type A) die HGT-1410 hebben gehadSecundaire doelstelling(en):Evaluatie van:• De cognitieve functie op…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Metabole aandoeningen en voedingsstoornissen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Eindpunten van het onderzoek:
De veiligheidsevaluaties omvatten de beoordeling van ongewenste voorvallen,
kwesties in verband met het IDDD, laboratoriumwaarden, ontwikkeling van
anti-rhHNS-antilichamen, vitale functies, resultaten van lichamelijk onderzoek
en van ecg*s
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire eindpunten van dit onderzoek zijn:
De verandering ten opzichte van baseline in de leeftijdsequivalente,
ontwikkelingsquotiënt- en ontwikkelingsachterstandscores op de BSID-III of
KABC-II.
De verandering ten opzichte van baseline in de domeinen van adaptieve
gedragsfunctie, beoordeeld aan de hand van de VABS II, met gebruikmaking van
ruwe scores, leeftijdsequivalente en ontwikkelingsquotiëntscores.
De verandering ten opzichte van baseline in het totale volume grijze
hersensubstantie van de cortex, beoordeeld met MRI
Het SOPH-A-PORT ® Mini S-hulpmiddel wordt geëvalueerd met behulp van
beoordelingen van de implantatie, functie en levensduur van het hulpmiddel, en
ongewenste voorvallen die in verband zijn gebracht met de chirurgische
implantatie of het hulpmiddel.
Het farmacokinetische eindpunt is de bepaling van het farmacokinetische gedrag
van HGT-1410 in serum. Het farmacokinetische gedrag van HGT-1410 in CSF wordt
ook bepaald bij patiënten die geen behandeling hebben gehad in onderzoek
HGT-SAN-093.
Het farmacodynamische eindpunt is de bepaling van de concentraties GAG in CSF
en urine.
Het eindpunt voor de gezondheidstoestand is de ITQoL-scores op elk tijdstip van
beoordeling en de bijbehorende verandering ten opzichte van baseline.
De eindpunten voor gezondheidseconomie en research van uitkomsten evalueren
belangrijke variabelen van de HCUQ, zoals het aantal bezoeken aan de
spoedeisende hulp, de arbeidsstatus van de verzorger (fulltime [FT], parttime
[PT] of niet werkend [NW]), en het aantal uur aanvullende betaalde hulp dat de
verzorger in de loop van het onderzoek nodig heeft.
Achtergrond van het onderzoek
Mucopolysaccharidose Type IIIA (MPS IIIA, ook wel Sanfilippo Syndroom type A)
is een zeldzame, autosomaal recessieve, lysosomale stapelingsziekte welke zich
presenteert in de vroege jeugd. Het zorgt voor progressieve mentale retardatie
en andere afwijkingen, onder meer van de hersenen en het hart. Uiteindelijk
treedt een vegetatieve toestand in. Levensduur wordt verkort, met de dood
meestal optredend in de late tienerjaren. De ziekte wordt veroorzaakt doordat
één van de enzymen die nodig is voor de afbraak van de stof heparansulfaat
ontbreekt, waardoor deze stof zich ophoopt in de cel. Tot op heden bestaat er
geen effectieve therapie voor MPS IIIA. Aangezien het centrale zenuwstelsel
(CZS) bij patiënten met
MPS IIIA het zwaarst getroffen wordt, is de belangrijkste focus van het
HGT-1410 klinische ontwikkelingsprogramma de ontwikkeling van enzym vervangende
therapie specifiek voor afgifte rechtstreeks aan het CZS. Recombinant humaan
heparan N-sulfatase is speciaal ontwikkeld voor intrathecale toediening,
aangezien macromoleculen, zoals enzymen, de bloed-hersen barriere niet kunnen
passeren.
De hypothese van deze fase IIb studie is dat intrathecale toediening van
HGT-1410 bij jonge kinderen met de ernstige vorm van MPS IIIA in een relatief
vroeg stadium van hun ziekte progressie kan voorkomen. Shire HGT wil via deze
fase 2b studie inzicht krijgen in de potentiële klinische effectiviteit van het
onderzoeksgeneesmiddel alvorens wordt besloten tot een grootschalig fase III
onderzoek.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling(en):
De veiligheid op lange termijn evalueren bij patiënten met mucopolysacharidose
type IIIA (MPS IIIA of sanfilipposyndroom type A) die HGT-1410 hebben gehad
Secundaire doelstelling(en):
Evaluatie van:
• De cognitieve functie op lange termijn, gemeten aan de hand van de scores
voor leeftijdsequivalente en ontwikkelingsquotiëntscores op de Bayley Scales of
Infant and Toddler Development, 3rd Edition (BSID-III) of Kaufman Assessment
Battery for Children, 2nd Edition (KABC-II) bij patiënten met MPS IIIA die
HGT-1410 hebben gehad
• De adaptieve gedragsfunctie op lange termijn, beoordeeld aan de hand van de
Vineland Adaptive Behavior Scales, Second Edition (VABS-II) bij patiënten die
HGT-1410 hebben gehad
• Het totale volume aan grijze hersensubstantie in de cortex, zoals gemeten met
een volumetrische MRI van de hersenen, bij patiënten die HGT-1410 hebben gehad
Verkennende doelstelling
Evaluatie van de veiligheid en prestaties van het SOPH-A-PORT ® Mini
S-hulpmiddel
Farmacokinetische en farmacodynamische doelstellingen
Evaluatie van:
• De farmacokinetiek van HGT-1410 in het serum
• De farmacokinetiek van HGT-1410 in de cerebrospinale vloeistof (cerebrospinal
fluid; CSF) bij patiënten die geen behandeling hebben gehad in onderzoek
HGT-SAN-093
• De concentratie van glycosaminoglycanen (GAG) in de CSF en de urine van
patiënten die HGT-1410 hebben gehad
Doelstelling voor gezondheidstoestand
Evaluatie van de gezondheidstoestand, zoals gemeten aan de hand van de Infant
Toddler Quality of Life Questionnaire* (ITQoL) bij patiënten die HGT-1410
hebben gehad
Doelstellingen op het gebied van gezondheidseconomie en research van uitkomsten
Evaluatie van het gebruik van de gezondheidszorg, zoals geëvalueerd door de
Healthcare Utilization Questionnaire (HCUQ) bij patiënten die HGT-1410 hebben
gehad.
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label onderzoek voor patiënten die hebben deelgenomen aan
onderzoek HGT-SAN-093 tot ten minste het bezoek in week 48. De patiënten die
oorspronkelijk HGT-1410 hebben gehad in onderzoek HGT-SAN-093 houden hetzelfde
toedieningsschema als ze volgden in onderzoek HGT-SAN-093; Groep 1 krijgt
HGT-1410 om de 2 weken en groep 2 krijgt HGT-1410 om de 4 weken. De patiënten
in groep 1 en 2 beginnen de behandeling in respectievelijk week 50 en week 52
van dit vervolgonderzoek (onderzoek SHP-610-201). De patiënten die
oorspronkelijk geen behandeling hebben gehad in onderzoek HGT-SAN-093 (groep 3)
krijgen een IDDD na geïnformeerde toestemming en worden opnieuw gerandomiseerd
in een verhouding van 1:1 naar HGT-1410 in een tweewekelijks of vierwekelijks
toedieningsschema (respectievelijk groep 3A en 3B) in onderzoek SHP-610-201. De
patiënten in groep 3A en 3B beginnen met de behandeling in week 0 van het
vervolgonderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Experimenteel product, dosis en toedieningswijze: HGT-1410 in een dosis van 45 mg toegediend om de 2 weken of 45 mg toegediend om de 4 weken. HGT-1410 wordt intrathecaal (IT) toegediend via een geïmplanteerd intrathecaal hulpmiddel voor geneesmiddeltoediening (indwelling intrathecal drug delivery device; IDDD). Hulpmiddel, beoogd gebruik De SOPH-A-PORT ® Mini S is een systeem bestemd voor implantatie door een arts. Als de SOPH-A-PORT ® Mini S eenmaal is geïmplanteerd, kan het medisch personeel HGT-1410 geïndiceerd voor intrathecale toediening periodiek over een lange periode toedienen.
Inschatting van belasting en risico
Zie voor een compleet overzicht het overzicht van procedures in het protocol
(appendix 1-4). De volgende procedures worden uitgevoerd in het kader van het
onderzoek en zijn anders/extra t.o.v. de standaardbehandeling: - vragenlijsten
invullen (5x voor behandelgroep 1 en 2; 6x voor behandelgroep 3); - MRI (2x
voor behandelgroep 1 en 2; 4x voor behandelgroep 3); - toediening
onderzoeksmiddel (alle behandelgroepen) -
- Lumbaal punctie (enkel behandelgroep 3) - liquor afname 22 keer (alle
groepen) De patienten in groep 3A/B krijgen in week 0 en 48 2 extra afnames.
implantatie van IDDD (behandelgroep 3) - röntgenonderzoek (2x behandelgroep 3).
Pijn en hoofdpijn tijdens of na de injectie met onderzoeksgeneesmiddel kan
voorkomen. De injectieprocedure kan onjuist worden uitgevoerd, bijvoorbeeld
injectie van het verkeerde geneesmiddel via het IDDD, injectie van
onderzoeksgeneesmiddel naast het IDDD in het omliggende weefsel, of gebruik van
een verkeerde naald of onjuiste techniek bij het injecteren van het
geneesmiddel in het IDDD. Zoals bij alle eiwitten het geval is, brengt injectie
van HGT-1410 het risico van een infusiegerelateerde reactie met zich mee. Ook
een tintelend of pijnlijk gevoel in de onderbenen kan optreden.
Publiek
Shire Way 300
Lexington MA, 02421
US
Wetenschappelijk
Shire Way 300
Lexington MA, 02421
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De patiënten moeten voldoen aan alle volgende criteria om in aanmerking te komen voor inschrijving:;1. De patiënt heeft deelgenomen ten minste tot en met het bezoek van week 48 aan onderzoek HGT-SAN-093.
2. De ouder(s) of wettelijk(e) voogd(en) van de patiënt moeten vrijwillig een door de institutionele beoordelingsraad /onafhankelijke medisch-ethische toetsingscommissie (MET) goedgekeurd formulier voor geïnformeerde toestemming hebben ondertekend, nadat alle relevante aspecten van het onderzoek zijn toegelicht en besproken. Er moet toestemming van de ouder(s) of wettelijk(e) voogd(en) van de patiënt en de patiënt zelf, voor zover van toepassing, zijn verkregen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
De patiënten worden van deelname aan het onderzoek uitgesloten als ze voldoen aan een van de volgende criteria:
1. De score voor de cognitieve ontwikkelingsquotiënt op de BSID-III van de patiënt, als deze is gerandomiseerd naar behandeling in onderzoek HGT-SAN-093, is gedaald met meer dan 20 punten tussen baseline en het bezoek in week 48 in onderzoek HGT-SAN-093 EN de onderzoeker heeft in een individuele evaluatie bepaald dat de behandeling is mislukt*.
2. De patiënt heeft, naar de mening van de onderzoeker, een medisch probleem of probleem met de veiligheid gehad dat een contra-indicatie vormt voor behandeling met HGT-1410, waaronder maar niet beperkt tot klinisch relevante intracraniële hypertensie, hevige reacties in verband met de infusie na behandeling met HGT-1410, oncontroleerbare epilepsie.
3. De patiënt is overgevoelig voor een van de bestanddelen van HGT-1410. Patienten met gedocumenteerde infusie-gerelateerde reacties die klinisch handelbaar zijn (bijvoorbeeld, met pre-medicatie of vertragen van infusiesnelheid) zijn niet direct uitgesloten gebaseerd op beoordeling van de arts.
4. De patiënt is ingeschreven bij een ander klinisch onderzoek dan HGT-SAN-093, waarin klinisch onderzoek naar een experimenteel product plaatsvindt of een experimenteel product wordt gebruikt (geneesmiddel of [intrathecaal/spinaal] hulpmiddel) binnen 30 dagen vóór inschrijving bij het onderzoek of op enig moment tijdens het onderzoek.
5. De patiënt is overgevoelig of vermoedelijk overgevoelig voor anesthesie of wordt geacht een onaanvaardbaar hoog risico te hebben voor anesthesie vanwege luchtwegproblemen of andere aandoeningen.
6. De patiënt heeft een aandoening die een contra-indicatie vormt zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing van het SOPH-A-PORT ® Mini S IDDD, waaronder:
a De patiënt heeft een allergische reactie gehad of mogelijk gehad op de constructiematerialen van het SOPH-A-PORT ® Mini S-hulpmiddel
b Het lichaam van de patiënt is, naar het oordeel van de onderzoeker, te klein voor implantatie van de SOPH-A-PORT ® Mini S-toegangspoort
c Voor de farmacologische therapie van de patiënt zijn stoffen nodig die incompatibel zijn met de constructiematerialen
d De patiënt heeft een bekende of vermoede lokale of algemene infectie
e De patiënt heeft een risico van abnormale bloedingen door een aandoening of therapie
f De patiënt heeft een of meer afwijkingen van de wervelkolom die een veilige implantatie of fixatie zouden kunnen bemoeilijken
g De patiënt heeft een functionerende shunt voor afvoer van CSF
h Er is gebleken dat de patiënt geen geïmplanteerd hulpmiddel kan verdragen
7. De patiënt kan het protocol, naar het oordeel van de onderzoeker, niet naleven (bijv. kan niet terugkomen voor de veiligheidsevaluaties, of zal het onderzoek anderszins waarschijnlijk niet afmaken).;*De cognitieve ontwikkeling van alle behandelde patiënten in onderzoek HGT-SAN-093 wordt beoordeeld bij het bezoek in week 48 van onderzoek HGT-SAN-093. Als er een afname van 20 punten of minder wordt waargenomen in de ontwikkelingsquotiëntscore op de BSID-III ten opzichte van baseline, kan de patiënt zonder verdere evaluatie doorgaan met onderzoek SHP-610-201. Als een afname van meer dan 20 punten in de ontwikkelingsquotiëntscore wordt waargenomen ten opzichte van baseline, zal de onderzoeker op individuele basis bepalen of de behandeling van de patiënt is mislukt. Bij deze individuele evaluatie wordt rekening gehouden met de ontwikkelingsquotiëntscore, de score op de VABS-II, de lichamelijke toestand en andere informatie die op dat moment beschikbaar is voor die patiënt. Als de onderzoeker van mening is dat de behandeling van de patiënt is mislukt, mag de patiënt niet deelnemen aan onderzoek SHP-610-201.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-003960-20-NL |
CCMO | NL52203.018.15 |