De primaire doelstelling van dit onderzoek is het evalueren van de werkzaamheid van roxadustat in vergelijking met darbepoëtine alfa bij de behandeling van anemie bij patienten met niet-gedialyseerde afhankelijke chronische nierziekte (NDD-CKD).De…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Niet-hemolytische anemieën en beenmergdepressie
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire werkzaamheidsvariabele is:
• Hb-respons gedefinieerd als: Hb >=11,0 g/dl en een Hb-toename vanaf BL Hb met
>=1,0 g/dl bij een patiënt met BL Hb >8,0 g/dl, OF een toename vanaf BL Hb met
>=2,0 g/dl bij een patiënt met BL Hb <=8,0 g/dl, zoals gemeten bij 2
opeenvolgende bezoeken met ten minste 5 dagen ertussen tijdens de eerste 24
weken van behandeling zonder toediening van rescue-therapie voorafgaand aan
Hb-respons.
Secundaire uitkomstmaten
- Hb-verandering vanaf BL Hb t.o.v. de gemiddelde Hb van week 28 tot 36, zonder
behandeling met rescue-therapie (i.e. RBC-transfusie voor alle patiënten, of
darbepoëtine alfa voor met FG-4592 behandelde patiënten) binnen 6 weken
voorafgaand aan en tijdens deze 8 weken durende evaluatieperiode.
- Verandering vanaf BL in Low-Density Lipoprotein (LDL) cholesterol t.o.v. de
gemiddelde LDL cholesterol van week 12 tot 28.
- Maandelijks IV-gebruik van ijzer (mg) per patiënt tijdens week 1 tot 36.
- Verandering vanaf BL in SF-36 Physical Functioning (PF) sub-score t.o.v. de
gemiddelde PF sub-score van week 12 tot 28
- Verandering vanaf BL in SF-36 Vitality (VT) sub-score t.o.v. de gemiddelde VT
subscore van week 12 tot 28
- Bloeddrukeffect:
o Verandering vanaf BL in gemiddelde arteriële druk (MAP) t.o.v. de gemiddelde
MAP-waarde van week 20 tot 28.
o Optreden en tijd tot optreden van hypertensie (gedefinieerd als de
systolische bloeddruk [SBD] >170 mmHg EN een toename vanaf baseline van >=20
mmHg of een diastolische bloeddruk [DBD] >110 mmHg EN een toename vanaf BL van
>=15 mmHg DBD bij 2 opeenvolgende bezoeken tijdens week 1 tot 36.
- Verandering vanaf BL in subscore Lichamelijk functioneren (LF) op SF-36
t.o.v. de gemiddelde LF-sub-score van week 12 tot 28.
- Verandering vanaf BL in subscore Vitaliteit (VT) op SF-36 t.o.v. de
gemiddelde VT sub-score van week 12 tot 28.
Achtergrond van het onderzoek
Anemie is een veelvoorkomende complicatie in patienten met chronische
nierziekte, en hoewel zijn pathogenese van meerdere factoren afhankelijk is,
wordt de afnemende productie van erytropoetine (EPO), een hormoon primair
geproduceerd in de nieren, beschouwd als een belangrijke ethologische factor.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van dit onderzoek is het evalueren van de werkzaamheid
van roxadustat in vergelijking met darbepoëtine alfa bij de behandeling van
anemie bij patienten met niet-gedialyseerde afhankelijke chronische nierziekte
(NDD-CKD).
De secundaire doelstellingen van dit onderzoek zijn:
• Het evalueren van de veiligheid van roxadustat in vergelijking met
darbepoëtine alfa bij de behandeling van anemie bij niet gedialyseerde
patiënten met NDD-CKD.
• Het evalueren van het gunstige effect van roxadustat op de
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) in vergelijking met
darbepoëtine alfa bij de behandeling van anemie bij niet-gedialyseerde
patiënten met NDD-CKD.
Onderzoeksopzet
Het betreft een multicentrisch, gerandomiseerd, open-label, actief
gecontroleerd onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De behandelingsperiode bestaat uit een correctieperiode en een onderhoudsperiode. Patiënten worden gerandomiseerd naar 1 van 4 behandelingsarmen (zie onderstaande tabel). Over het geheel genomen zal de randomisatie resulteren in een verhouding van 2:1 van patiënten die roxadustat oraal krijgen toegediend of die darbepoëtine alfa subcutaan (SC) of intraveneus (IV) krijgen toegediend.
Inschatting van belasting en risico
Gebaseerd op de klinische en niet-klinische experimentele resultaten van de
oraal toegediende roxadustat tot op deze datum, wordt geanticipeerd dat
roxadustat vergelijkbaar is in de veiligheid en werkzaamheid ten opzichte van
het op de markt gebrachte darbepoetine alpha in de behandeling van anemie bij
chronische nierziekte.
Publiek
Sylviusweg 62
Leiden 2333BE
NL
Wetenschappelijk
Sylviusweg 62
Leiden 2333BE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Een patiënt komt in aanmerking voor het onderzoek als al het volgende van toepassing is:
1. Er is door de institutionele beoordelingscommissie (IRB)/onafhankelijke ethische commissie (IEC) goedgekeurde schriftelijk geïnformeerde toestemming en privacyverklaring volgens nationale richtlijnen verkregen van de patiënt of wettige vertegenwoordiger voorafgaand aan enige onderzoeksgerelateerde procedures (inclusief stopzetting van niet-toegestane medicatie, indien van toepassing).
2. De leeftijd van de patiënt is >=18 jaar.
3. Bij de patiënt is CKD gediagnosticeerd, met Kidney Disease Outcomes Quality Initiative (KDOQI) stadium 3, 4 of 5 en er vindt geen dialyse plaats; de patiënt heeft een GFR <60 ml/min/1,73 m2 die is bepaald met behulp van de verkorte Modification of Diet in Renal Disease (MDRD)-vergelijking met 4 variabelen.
4. Het gemiddelde van de twee meest recente Hb-waarden van de patiënt tijdens de screeningsperiode (gemeten met ten minste 4 dagen ertussen) moet <=10,5 g/dl zijn, met een verschil van <=1,0 g/dl. De laatste Hb-waarde moet binnen 10 dagen voorafgaand aan randomisatie zijn gemeten.
5. De patiënt wordt door de onderzoeker geschikt geacht voor behandeling met erytropoësestimulerende middelen (ESA) op basis van de criteria die zijn aangegeven in de Kidney Disease Improving Global Outcomes (KDIGO) 2012-aanbeveling uit 2012 rekening houdend met de snelheid van de val van Hb concentratie, voorafgaand respons op ijzer therapie, het risico van criteria behoeft een transfusie, de risico's van ESA therapie en de aanwezigheid van symptomen toe te schrijven aan bloedarmoede
6. Dit criterium is verwijderd
7. Dit criterium is verwijderd
8. De patiënt heeft een serumconcentratie folaat >= ondergrens van normaal (LLN).
9. De patiënt heeft een serumconcentratie vitamine B12 >=LLN.
10. Alanineaminotransferase (ALT) en aspartaataminotransferase (AST) van de patiënt zijn <=3 x bovengrens van normaal (ULN), en totaal bilirubine (TBL) is <=1,5 x ULN.
11. Het lichaamsgewicht van de patiënt is 45,0 kg tot maximaal 160,0 kg.
12. Een vrouwelijke patiënt is:
niet in staat om een kind te krijgen:
• post-menopauzaal (gedefinieerd als ten minste 1 jaar zonder menses) voorafgaand aan screening,
of
• gedocumenteerd chirurgisch gesteriliseerd of heeft post-hysterectomie als status (ten minste 1 maand voorafgaand aan screening).
Of is in staat om een kind te krijgen:
• Als een vrouwelijke patiënt in staat is een kind te krijgen, moet zij een negatieve serum zwangerschapstest hebben bij screening en moet zij gebruikmaken van twee vormen van geboortebeperking* (waarvan er ten minste één een barrièremethode moet zijn). Dit dient zij te doen vanaf screening en gedurende de gehele onderzoeksperiode en gedurende 28 dagen na de laatste toediening van onderzoeksbehandeling.
13. Een vrouwelijke patiënt mag geen borstvoeding geven bij screening of gedurende de gehele onderzoeksperiode, en gedurende 28 dagen na de laatste toediening van onderzoeksbehandeling.
14. Een vrouwelijke patiënt mag geen eicellen doneren bij screening, gedurende de gehele onderzoeksperiode en gedurende 28 dagen na laatste toediening van onderzoeksgeneesmiddel.
15. Een mannelijke patiënt en zijn echtgenote/vrouwelijke partner(s) die in staat zijn kinderen te krijgen, moeten vanaf screening gebruikmaken van zeer effectieve anticonceptie die bestaat uit twee vormen van geboortebeperking* (waarvan er één een barrièremethode moet zijn). Zij moeten hiermee doorgaan gedurende de gehele onderzoeksperiode en gedurende 12 weken na laatste toediening van onderzoeksbehandeling.
*Aanvaardbare vormen van geboortebeperking omvatten:
• Vastgesteld gebruik van orale, geïnjecteerde of geïmplanteerde hormonale methodes van anticonceptie
• Plaatsing van een spiraaltje of intra-uterien systeem (IUS)
• Barrièremethodes van anticonceptie: Condoom of afsluitend kapje (pessarium of cervixkapjes) met zaaddodend(e) schuim/gel/filmlaag/crème/zetpil (indien toegestaan door plaatselijke regelgeving)
16. Een mannelijke patiënt mag geen sperma doneren vanaf screening, gedurende het gehele onderzoek en tot 12 weken na laatste toediening van onderzoeksgeneesmiddel.
17. De patiënt stemt ermee in om niet deel te nemen aan een ander interventioneel onderzoek vanaf het moment van ondertekening van het formulier voor geïnformeerde toestemming tot aan het bezoek Einde onderzoek (EO).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een patiënt zal worden uitgesloten van deelname indien een van de volgende situaties van toepassing is:
1. De patiënt heeft behandeling met ESA gekregen binnen 12 weken voorafgaand aan randomisatie.
2. De patiënt heeft een dosis IV ijzer gekregen binnen 6 weken voorafgaand aan randomisatie.
3. De patiënt heeft een transfusie met rode bloedcellen (RBC) ondergaan binnen 8 weken voorafgaand aan randomisatie.
4. De patiënt heeft een bekende voorgeschiedenis van myelodysplastisch syndroom of multipel myeloom.
5. De patiënt heeft een bekende erfelijke hematologische ziekte zoals thalassemie of sikkelcelanemie, zuivere rode bloedcelaplasie, of andere bekende oorzaken van anemie dan CKD.
6. De patiënt is bekend met hemosiderose, hemochromatose, een stollingsstoornis of een hypercoagulabiliteitsaandoening.
7. De patiënt heeft een bekende chronische ontstekingsziekte die van invloed kan zijn op de erytropoëse (bijv. systemische lupus erythematodes, reumatoïde artritis, coeliakie), ook als deze op dit moment in remissie is.
8. De patiënt zal naar verwachting electieve chirurgie ondergaandie vermoedelijk zal leiden tot aanzienlijk bloedverlies tijdens de onderzoeksperiode of electieve coronaire revascularisatie.
9. De patiënt heeft actieve of chronische gastro-intestinale bloedingen.
10. De patiënt is eerder behandeld met FG-4592 of een hypoxie-induceerbare factor prolylhydroxylaseremmer.
11. De patiënt is behandeld met ijzerchelatoren binnen 4 weken voorafgaand aan randomisatie.
12. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van chronische leverziekte (bijv. cirrose of fibrose van de lever).
13. De patiënt heeft bekend congestief hartfalen New York Heart Association Klasse III of IV.
14. De patiënt heeft een myocardinfarct, acuut coronair syndroom, beroerte, epileptisch insult of een trombotisch/trombo-embolisch voorval (bijv. diepe veneuze trombose of longembolie) gehad binnen 12 weken voorafgaand aan randomisatie.
Exclusiecriteria vervolg:
15. De patiënt heeft één of meer contra-indicaties voor behandeling met darbepoëtine alfa:
• Ongecontroleerde hypertensie naar de mening van de onderzoeker, of twee of meer bloeddrukwaarden van systolische bloeddruk (SBD) >=160 mmHg of diastolische bloeddruk (DBD) >=95 mmHg, binnen 2 weken voorafgaand aan randomisatie.
• Bekende overgevoeligheid voor darbepoëtine alfa, recombinante humane erytropoëtine of één van de hulpstoffen.
16. Bij de patiënt is sprake van diagnose of vermoeden (bijv. op basis van complexe niercyste van Bosniak-categorie II of hoger) van niercelcarcinoom zoals weergegeven op nierecho binnen 12 weken voorafgaand aan randomisatie.
17. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van maligniteit, met uitzondering van het volgende: kanker waarvan is vastgesteld dat deze is genezen of in remissie is gedurende >=5 jaar, curatief gereseceerd basalecel- of plaveiselcelcarcinoom van de huid, cervixcarcinoom in situ, of gereseceerde colonpoliepen.
18. De patiënt is positief getest op iets van het volgende:
• humaan-immunodeficiëntievirus (HIV).
• hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAg).
• of antistof tegen hepatitis-C-virus (anti-HCV Ab).
19. De patiënt heeft een actieve klinisch relevante infectie die zich manifesteert door witte bloedceltelling (WBC) > ULN, en/of koorts, in combinatie met klinische tekenen of symptomen van infectie binnen twee weken voorafgaand aan randomisatie.
20. De patiënt is bekend met onbehandelde proliferatieve diabetische retinopathie, diabetisch macula-oedeem, maculadegeneratie of occlusie van de netvliesader.
21. De patiënt heeft eerder een orgaantransplantaat gekregen (dat niet is geëxplanteerd) of de patiënt is ingepland voor orgaantransplantatie of de patiënt gaat waarschijnlijk nierfunctie-vervangende therapie starten met inbegrip van dialyse in het eerste jaar van de studie naar het oordeel van de onderzoeker.
22. De patiënt heeft deelgenomen aan een interventioneel klinisch onderzoek of is behandeld met experimentele geneesmiddelen binnen 30 dagen of 5 halfwaardetijden of de door nationale wetgeving gestelde grens (waarbij de langste periode geldt) voorafgaand aan het begin van de screening.
23. De patiënt zal naar verwachting dapson (in elke dosishoeveelheid) of acetaminofen/paracetamol >2,0 g/dag gebruiken tijdens de behandelings- of follow-upperiode van het onderzoek.
24. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van alcohol- of drugsmisbruik binnen 2 jaar voorafgaand aan randomisatie.
25. De patiënt heeft een medische aandoening die naar de mening van de onderzoeker een veiligheidsrisico voor een patiënt kan vormen bij dit onderzoek, die de werkzaamheids- of veiligheidsbeoordeling kan verstoren of die de onderzoeksdeelname kan belemmeren.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-000951-42-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02021318 |
CCMO | NL46366.041.13 |