Het doel van dit onderzoek is om specifieke abnormaliteiten te vinden in ruststaat fMRI en EEG die gerelateerd zijn aan de pathofysiologie van verschillende subtypen hallucinaties, om correlerende patronen van EEG en fMRI te vinden binnen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Op het symptoom van hallucinaties in 6 verschillende diagnostische groepen: schizofrenie, Ziekte van Parkinson, Ziekte van Alzheimer, Lewy body dementie, patiënten die slechtziend zijn en patiënten die slechthorend zijn.
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste uitkomstmaten van de studie zijn de verschillen tussen
hallucinerende en niet-hallucinerende participanten en tussen individuen met
verschillende subtypes hallucinaties in:
- ruststaat correlaten zoals gemeten met fMRI, namelijk: connectiviteit binnen
het DMN en connectiviteit van het DMN met sensorische cortexen en het
hippocampus-amygdala complex.
- EEG spectrale analyse, waarschijnlijkheid van synchronisatie, cluster index,
padlengte en assortativiteit.
- gesynchroniseerde burst activaties van de auditieve en visuele cortex.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Veel mensen hebben auditieve of visuele waarnemingen in de afwezigheid van
adequate stimuli in de omgeving, m.a.w. hallucinaties, terwijl ze lijden aan
verschillende aandoeningen. Bij schizofrenie worden hallucinaties ervaren door
de grote meerderheid van de patiënten. Zo*n 25% van deze hallucinaties zijn
resistent tegen antipsychotica (Sommer et al.,2012). Patiënten met schizofrenie
en chronische hallucinaties hebben hierdoor een slechte kwaliteit van leven en
een verhoogd risico op suïcide en geweld (Hor & Taylor, 2010). Hallucinaties
blijven vaak ongediagnosticeerd en onbehandeld in deze patiënten (Brewin and
Patel, 2010). Tussen de 12% en 35% van de patiënten die slechtziend zijn
ontwikkelen hallucinaties: het Charles Bonnet syndrome (CBS) (Teunisse et al.,
1996), waarvan 28% zeer veel last hebben van hun hallucinaties. Bij patiënten
met gehoorverlies kunnen auditieve hallucinaties voorkomen; de auditieve
variant van CBS (Teunisse et al., 2012).
Hallucinaties worden momenteel behandeld n.a.v. richtlijnen voor de
onderliggende diagnostische entiteit. Echter, één subtype van hallucinaties zou
in meerdere verschillende stoornissen voor kunnen komen, terwijl patiënten met
dezelfde diagnose verschillende subtypes hallucinaties kunnen ervaren. Deze
subtypes kunnen resulteren vanuit verschillende neuropathologie en reageren op
verschillende behandelingsstrategieën. Identificatie van de neuropathologische
oorsprong van deze hallucinatie-subtypen kan het voorspellen van
behandelings-respons verbeteren en de ontwikkeling van nieuwe
behandelingsstrategieën stimuleren.
Samengevat, hallucinaties zijn veelvoorkomend en vaak stresserend in alle
bovengenoemde stoornissen, terwijl de behandeling tegen hallucinaties verre van
optimaal is (Sommer et al., 2012). Het is momenteel niet mogelijk om de respons
op behandeling bij individuele patiënten te voorspellen. Farmacotherapie is dan
ook een kwestie van uitproberen. Op dit moment begrijpen we nog niet het
precieze pathofysiologische mechanisme van hallucinaties, maar enkele factoren
die samenhangen met hallucinaties bij specifieke diagnoses zijn goed gefundeerd
(Meppelink et al., 2009, 2010; Sommer et al., 2008, 2012). Het vinden van een
samenhang tussen verschillende fenomenologische subtypen van hallucinaties en
verschillende pathofysiologische mechanismen, kan helpen om meer rationele
behandelingsbeslissingen op individuele basis te maken en zal de ontwikkeling
van innovatieve behandelingsparadigma*s verbeteren.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om specifieke abnormaliteiten te vinden in
ruststaat fMRI en EEG die gerelateerd zijn aan de pathofysiologie van
verschillende subtypen hallucinaties, om correlerende patronen van EEG en fMRI
te vinden binnen hallucinaties in verschillende stoornissen, en om de
frequentie van spontane gesynchroniseerde burst activatie in de auditieve en
visuele cortex bij hallucinaties te onderzoeken met behulp van fMRI.
Onderzoeksopzet
In de voorgestelde studie willen we de neurale correlaten van hallucinaties bij
verschillende stoornissen onderzoeken met behulp van ruststaat EEG en fMRI in
een observationele studie. Een totaal van 325 participanten zullen worden
geïncludeerd: 25 participanten met hallucinaties per diagnostische groep en een
controle groep. De controle groep zal bestaan uit 175 participanten zonder
hallucinaties maar met dezelfde stoornis als de participanten met
hallucinaties, en zullen groepsgewijs worden gematched op ernst van de ziekte,
medicatie, leeftijd, geslacht, handvoorkeur en opleidingsniveau om de invloed
van groepsverschillen op het studieresultaat te minimaliseren. Uitgebreide
diagnostische screening van de hallucinaties is op het punt van deelname al
gedaan bij alle participanten in een vorige studie (13-059). Voor elke
participant zal een MRI scan van 40 minuten en een EEG-meting van 5 minuten
plaatsvinden. Inclusief voorbereidingstijd voor de scan en EEG, zal de visite
een duur van 2,5 uur hebben. Alle metingen zullen worden uitgevoerd bij het
Universitair Medisch Centrum in Utrecht.
Inschatting van belasting en risico
Een belangrijk voordeel van de studie is dat het begrijpen van de onderliggende
pathofysiologie van verschillende subtypes hallucinaties een meer rationale
selectie van de meest adequate soort behandeling mogelijk maakt, gebaseerd op
de fenomenologie van de hallucinaties van de individuele patiënt. Ook kunnen de
uitkomsten van deze studie helpen om de respons op behandeling beter te
voorspellen, zodat er minder risico op ernstige bijwerkingen hoeft worden
genomen bij waarschijnlijke non-responders.
Bij schizofreniepatiënten reageren hallucinaties in 25% van de gevallen niet op
medicatie (Shergill et al., 1998). Schizofrenie is een veelvoorkomende en
levenslange stoornis, dus een grote hoeveelheid schizofreniepatiënten hebben
momenteel te maken met chronische hallucinaties. Het begrijpen van de
ontstaanswijze van (subtypes) hallucinaties zal nieuwe aanwijzingen voor
behandeling opleveren voor al deze patiëntgroepen die momenteel niet goed
geholpen kunnen worden. Als dit project aanwijst dat afgenomen aandacht een
belangrijk mechanisme is in alle of sommige subtypen hallucinaties, dan kan een
behandeling gericht op het vergroten van de aandacht effectief zijn.
Ook kan het ontdekken van de exacte pathofysiologie van (subtypen)
hallucinaties belangrijke kennis opleveren voor patiënten, hun familie en de
maatschappij. Een heldere uitleg van de ontstaanswijze van hallucinaties helpt
de patiënt begrijpen wat er gaande is. Het begrijpen van de neurale grondslag
van hallucinaties zal familie en maatschappij helpen de hallucinaties te
begrijpen en de stigmatisatie van mensen met hallucinaties te verminderen, wat
sociale re-integratie makkelijker maakt. Een bijkomend voordeel is dat
onderzoek naar subtypen hallucinaties hoogst waarschijnlijk het begrip van
perceptie verrijkt, op eenzelfde wijze als hoe onderzoek naar subtypes van
afasie het begrip van het taalsysteem sterk heeft vergroot.
Het risico voor de participanten is minimaal geacht, terwijl de potentiele
voordelen aanzienlijk zijn. Het ondergaan van een fMRI scan en EEGmetingen kan
leiden tot extra angst en/of vermoeidheid in sommige patiënten. Deze risico*s
zijn redelijk en minimaal. Gezien de potentiële voordelen behoorlijk groot
zijn, wegen de voordelen duidelijk zwaarder dan de risico*s.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- eerdere deelname in de fenomenologie/cognitie studie 13-059
- Deel uitmaken van 1 van de volgende diagnostische groepen:
1.Patienten met schizofrenie
2. Patiënten met de ziekte van Parkinson
3. Patiënten met Lewy body Dementie
4. Patiënten met de ziekte van Alzheimer
5.Patienten die slechthorend zijn
6.Patients die slechtziend zijn
- geschreven informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- < 18 jaar oud
- Contra-indicatie(s) voor een 3Tesla MRI scan
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL43800.041.13 |