In dit onderzoek worden de patienten voorafgaande aan de transplantatie gecategoriseerd in een hoog en laagimmunologisch risico. De laag immunologisch risico patienten worden vervolgens gerandomizeerd in een standaartherapie arm en een lage…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het onderzoek test niet-inferioriteit van een lage IS-kuur in vergelijking met
een hoge IS-kuur, uitgaande van een incidentie van 10% Biopsy Proven Acute
Rejection op 6 maanden in de controlegroep, en waarbij een
niet-inferioriteitgrens van maximaal 10% is toegestaan.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire eindpunten zijn de verschillen tussen de onderzoeksgroepen in de
volgende uitkomstmaten
- eGFR (ml/min) na 6 en 12 maanden
- Prevalentie van biomerkers* van tolerantie/hyporesponsiviteit na 6 en 12
maanden.
- Prevalentie, type, ernst, behandeling en resultaat van BPAR 6 en 12 maanden
na transplantatie.
- Prevalentie, type, ernst, behandeling en resultaat van subklinische afstoting
3 en 12 maanden na transplantatie.
- Prevalentie van overlijden en verlies van transplantaat 6 en 12 maanden na
transplantatie.
- Prevalentie van metabolische en cardiovasculaire comorbiditeit (nieuwe
aanvang van diabetes mellitus (NODAT, dyslipidemieën, hypertensie) 12 maanden
na transplantatie.
- Prevalentie van patiënten die MMF- en steroïde-vrij blijven 6 en 12 maanden
na transplantatie.
- Prevalentie van acute en chronische histologische laesies volgens de Bannf*11-
score in protocolbiopsieën 3 en 12 maanden na transplantatie.
- Prevalentie van patiënten die de therapie nog steeds volgen 12 maanden na
transplantatie.
- Onderverdeling van patiënten in fasen van afzonderlijke chronische
nierziekten (CKD) na 12 maanden.
- Gezondheidseconomie, H-R kwaliteit van leven en behandelingskosten
(kosten/baten) na 1, 3, 6, 12 en 24 maanden
Achtergrond van het onderzoek
De huidige immunosuppressieve therapie bestaat voornamelijk uit de combinatie
van drie tot vier immunosuppressieve middelen. Deze therapie is niet alleen
duur, maar leidt ook tot vele ongewenste bijwerkingen die niet alleen de
werkzaamheid ervan beperken (onmogelijkheid om de vereiste dosis te titreren),
maar ook de therapietrouw door de patiënt verminderen. Er wordt momenteel
intensief onderzoek uitgevoerd naar het verbeteren van de behandeling en
dientengevolge het verbeteren van de therapietrouw door de patiënten, het
verminderen van de last van bijwerkingen en het verlagen van de
behandelingskosten. Het zo snel mogelijk minimaliseren van immunosuppressie
(IS), bv. monotherapie, zonder verlies van controle van acute/chronische
afstotingen zou een groot voordeel bieden en de bijwerkingen en kostprijs
mogelijk verminderen. Dit is momenteel echter alleen mogelijk bij een
minderheid van de patiënten. Daarom is een exacte evaluatie van de anti-donor
allo-immuunrespons voor het identificeren van patiënten die het transplantaat
waarschijnlijk zonder of met zeer lage IS zouden accepteren, van groot belang.
Bij mensen is de bepaling van het immunologische risico uitsluitend gebaseerd
op de detectie van vooraf gevormde circulerende allo-antilichamen, uitgaande
van het feit dat humorale allosensitisatie ook de allospecifieke T-cel
effector/geheugen immuunrespons illustreert. Dit is van zeer groot belang
doordat bekend is dat celgeheugen kan optreden zonder humorale activatie en dat
alloreactieve cellulaire responsen een belangrijke rol spelen bij het initiëren
en mede tot stand brengen van allograft-afstoting. De meest belovende test
waarbij T-cel alloreactiviteit wordt gemeten, is de IFN-γ enzyme-linked
immunosorbent spot (ELISPOT) test. Daarmee kan pre-transplantatie een evaluatie
van anti-donor T-cel alloresponsen plaatsvinden, Door middel van de IFN-γ
ELISPOT kunnen patiënten die op een veilige manier gebaat zouden zijn bij IS op
basis van inductietherapie met basiliximab en lage doses TAC-monotherapie
worden geidentificieerd. Deze patienten zijn dan te onderscheiden van de
patienten met een hoog immunologisch risico die de huidige drievoudige
standaardtherapie-schema op basis van basiliximab/TAC/MMF/steroïden krijgen.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek worden de patienten voorafgaande aan de transplantatie
gecategoriseerd in een hoog en laagimmunologisch risico. De laag immunologisch
risico patienten worden vervolgens gerandomizeerd in een standaartherapie arm
en een lage immunosuppressieve therapie arm.Dit onderzoek zal laten zien of de
test waarmee gestratifiiceerd wordt, valide is en of de patienten inderdaad van
de lage doseringen immunosuppressiva minder bijwerkingen zullen ondervinden
Onderzoeksopzet
Dit is een op de biomerker-strategie gebaseerd gerandomiseerd onderzoek waarin
alleen pre-TX ELISPOT-negatieve patiënten zijn opgenomen die 1:1 zijn
gerandomiseerd tot een lage of hoge IS-kuur. Het onderzoek test
niet-inferioriteit van een lage IS-kuur in vergelijking met een hoge IS-kuur,
uitgaande van 10% BPAR na 6 maanden in de controlegroep en waarbij een
niet-inferioriteitgrens van maximaal 10% is toegestaan.
Inschatting van belasting en risico
Bijna alle metingen vinden plaats tijdens de routine controles van de patienten
na transplantatie. Alleen op drie maanden is er een extra nierbiopsie van de
transplantaat nier. Dit onderzoek vergt een dagopname van 3 uur. Risicos zijn
een bloeduitstorting bij of in de transplantaatnier.
Verder moeten de patienten 6 x een vragenlijst invullen in de loop van twee
jaar
Publiek
Augustenburger Platz 1
Berlijn 13353
DE
Wetenschappelijk
Augustenburger Platz 1
Berlijn 13353
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1)Mannen en vrouwen >=18 jaar.
2)De proefpersoon moet een ontvanger zijn van een eerste niertransplantaat van een overleden of levende donor.
3)De proefpersoon moet een huidige gedocumenteerde PRA hebben <20% en geen detecteerbare anti-klasse I en II HLA-antilichamen door vaste-fase assay (Luminex®).
4)De proefpersoon is bereid een schriftelijke geïnformeerde toestemming te ondertekenen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1)Proefpersonen die een niertransplantatie hebben ondergaan met een huidige gedocumenteerde PRA >20% en/of detecteerbare anti-klasse I en II HLA-antilichamen door vaste-fase assay (Luminex®).
2)CDC-positieve cross-match.
3)Patiënten die een isotransplantaat hebben gekregen van een donor ouder dan 65 jaar met verhoogde serum-creatininegehalten en/of behandelde diabetes.
4)Koude ischemietijd (CIT) hoger dan 24 u.
5)Patiënten met een eerdere vaste-orgaan transplantatie (SOT), inclusief hertransplantatie van de nier, of die gelijktijdig een SOT ondergaan.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001325-33-NL |
CCMO | NL49056.018.15 |