De primaire doelstelling van het fase I gedeelte van het onderzoek is:* Berekenen van het maximaal verdraagbare doseringsschema voor venetoclax gegeven in combinatie met R-CHOP of G-CHOP aan patiënten met B-cel NHL, die ofwel niet eerder zijn…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin B-cel lymfomen
- Non-Hodgkin B-cel lymfomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Uitkomstmaten voor veiligheid:
* Incidentie en aard van gecombineerde DLT's
Uitkomstmaten voor farmacokinetiek en farmacodynamiek
Van het plasmaconcentratie-tijdprofiel van venetoclax na toediening:
* Totale blootstelling (oppervlakte onder plasmaconcentratie/tijd-curve [AUC])
* Tijd tot waargenomen maximale plasmaconcentratie (Tmax)
* Cmax of plasma
* Minimale concentratie onder steady-state omstandigheden met een
doseringsinterval (Cmin) van
plasma
Van de concentratie-tijdprofielen van componenten van rituximab, obinutuzumab
en CHOP:
* Cmax van serum
* Cmin van serum
Uitkomstmaten voor werkzaamheid:
* CR, vastgesteld aan de hand van PET/CT-scan alsook onderzoek beenmerg wanneer
van toepassing
* CR, vastgesteld aan de hand van CT-scan alsook onderzoek beenmerg wanneer van
toepassing
* OR, gedefinieerd als een PR of CR
* Responsduur (Duration of response, DOR), gedefinieerd als het moment van de
eerste gedocumenteerde respons tot het tijdstip van relaps of overlijden
ongeacht de oorzaak
* PVS, gedefinieerd als de tijd vanaf de dag van de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel tot het optreden van een eerste progressie, relaps of
overlijden tijdens het onderzoek, waarbij overlijden tijdens het onderzoek
wordt gedefinieerd als overlijden ongeacht de oorzaak binnen 12 weken na de
laatste tumorbeoordeling
* Progressievrije overleving na 12 maanden
* Relatieve dosisintensiteit
* TO, gedefinieerd als de tijd vanaf de dag van de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel tot de dag van overlijden ongeacht de oorzaak. Voor
patiënten die niet zijn overleden, worden de overlevingsdata gecensureerd op de
dag van het laatste contact.
Secundaire uitkomstmaten
Uitkomstmaten voor veiligheid:
* Incidentie, aard en ernst van bijwerkingen en ernstige bijwerkingen, met
classificering volgens NCI CTCAE v 4.0. Bijwerkingen die speciale aandacht
behoeven, zijn neutropene koorts graad 4, irritatiereacties op rituximab of
obinutuzumab graad * 3, en TLS graad * 4
* Verandering in klinische laboratoriumresultaten (bijvoorbeeld hematologisch,
chemisch en urineanalyse) en lichaamsfuncties
* Handhaving relatieve dosisintensiteit van CHOP-chemotherapie
Uitkomstmaten voor farmacokinetiek en farmacodynamiek
Farmacokinetische parameters als klaring (CL), distributievolume (V) en
halveringstijd (T1/2) kunnen ook worden berekend indien data beschikbaar zijn
Verkennende beoordelingen
De volgende gerelateerde biologische metingen worden beoordeeld:
* Bcl-2 hoog (Bcl-2 positief) gedefinieerd met behulp van immunohistochemie
* Gain Bcl-2 kopie-aantal middels FISH en translocatie t(14;18) middels FISH
* Expressie van transcripten voor leden van de Bcl-2 familie, andere
apoptotische genen en genen geassocieerd met de ABC- of GCB-subtypes van DLBCL
* Subgroepen die relevant zijn voor de biologie rond DLBCL, zoals CD79b, Myd88,
CARD11 en TNFAIP3; epigenetische markers; en 'double hit' van MYC/BCL2
Achtergrond van het onderzoek
Non-Hodgkin lymfoom (NHL) is de meest voorkomende hematologische maligniteit
bij volwassenen. De meeste vormen van NHL (ook wel maligne lymfoom genoemd)
ontstaan uit B-cellen, en worden gekenmerkt door de expressie van een
membraanantigeen, CD20, dat van belang is voor initiatie en differentiatie in
de celcyclus. NHL kan worden verdeeld in agressieve en indolente NHL. Het
klinisch verloop van indolente NHL wordt gekenmerkt door remissie en relaps.
Hoewel er geen algemeen geaccepteerde standaardbehandeling is voor indolente
NHL, is R-CHOP een gebruikelijk regime, met hoge responspercentages en lange
perioden van remissie bij veel patiënten, met name patiënten met folliculair
lymfoom (FL). Patiënten bij wie de ziekte zich in gevorderd stadium bevindt,
worden niet beschouwd als te genezen met conventionele behandeling en zij
overlijden uiteindelijk aan de recurrente ziekte of behandelingsgerelateerde
toxiciteit. Er is dan ook behoefte aan de ontwikkeling van nieuwe behandelingen
die zowel de respons- als de overlevingspercentages kunnen verbeteren van
patiënten met indolente NHL.
Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) is, met circa 30% van alle
NHL-gevallen, het meest voorkomende subtype van NHL. Circa 75% van de patiënten
met DLBCL die worden behandeld met de gangbare standaardtherapie (R-CHOP)
bereikt complete remissie, en 50%*60% van de patiënten geneest van de ziekte
met deze behandeling. DLBCL is een moleculair heterogene ziekte, met
verschillende moleculaire subtypes die worden geïdentificeerd aan de hand van
genexpressieprofilering. Bcl-2 is een antiapoptotisch molecuul met
overexpressie in veel hematologische maligniteiten, waaronder ook veel DLBCL's.
Het eiwit Bcl-2 remt het afsterven van lymfoomcellen als reactie op
chemotherapie en andere middelen tegen neoplasie, zoals rituximab (R).
Overexpressie van Bcl-2 is aangetoond geassocieerd met minder goede uitkomsten
voor DLBCL bij standaardbehandeling. De frequente overexpressie van Bcl-2 in
combinatie met het aandeel van dit eiwit met betrekking tot therapieresistentie
maakt remming van Bcl-2 een aantrekkelijk behandeldoel bij DLBCL.
venetoclax is een uitermate selectief, oraal beschikbaar klein molecuul dat de
eiwitten van de Bcl-2 familie remt en dat
met zeer hoge affiniteit bindt aan Bcl-2 en met lagere affiniteit aan andere
leden van de Bcl-2 eiwitfamilie.
Obinutuzumab is een gehumaniseerd en glycoengineered monoklonaal antilichaam,
vervaardigd door middel van de humanisering van het parentale muisantilichaam
B-Ly1 en vervolgens glycoengineered, met de volgende kenmerken als resultaat
* Binding aan CD20 met hoge affiniteit
* Type II binding aan de CD20-epitoop
* In vergelijking met rituximab, verhoogde antilichaamafhankelijke
celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC)
* In vergelijking met rituximab, meer inductie van directe celdood
Obinutuzumab wordt op dit moment vergeleken met rituximab in combinatie met
CHOP-chemotherapie in een gerandomiseerd onderzoek naar DLBCL (onderzoek
BO21005). Indien obinutuzumab superieur blijkt te zijn aan rituximab zal de
standaardzorg waarschijnlijk verschuiven naar G-CHOP.
Daarom wordt in dit onderzoek de combinatie van venetoclax met zowel R-CHOP
als G-CHOP bestudeerd.
In dit onderzoek wordt de veiligheid van de combinatie venetoclax met R-CHOP
of G-CHOP bestudeerd bij patiënten met B-cel NHL die als geschikte kandidaten
worden beschouwd voor behandeling met R-CHOP gedurende initiële dosisbepalende
cohortstudies, waarna de veiligheid en werkzaamheid verder zal worden
onderzocht in fase II cohorten van niet eerder behandelde DLBCL teneinde de
geschikte populaties te vinden voor evaluatie in een fase III setting.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van het fase I gedeelte van het onderzoek is:
* Berekenen van het maximaal verdraagbare doseringsschema voor venetoclax
gegeven in combinatie met R-CHOP of G-CHOP aan patiënten met B-cel NHL, die
ofwel niet eerder zijn behandeld ofwel recidiverend/refractair zijn na maximaal
één eerdere behandeling
De primaire doelstellingen van het fase II gedeelte van het onderzoek is:
* Bepalen van de veiligheid en verdraagbaarheid van de combinatie venetoclax en
R-CHOP of G-CHOP toegediend aan patiënten met niet eerder behandelde DLBCL
* Bepalen van de veiligheid en verdraagbaarheid van de combinatie venetoclax en
R-CHOP of G-CHOP toegediend aan patiënten met niet eerder behandelde DLBCL die
waarbij zowelhet Blc als het c-Myc eiwit tot expressie komt.
Onderzoeksopzet
Dit is een fase Ib/II, multicenter, open-label, doseringsonderzoek naar
venetoclax oraal toegediend in combinatie met rituximab of obinutuzumab en
standaarddoseringen CHOP bij patiënten met NHL. In twee parallelle
behandelarmen wordt onderzoek gedaan naar doseringen van venetoclax
uiteenlopend van 200 tot 800 mg in combinatie met R-CHOP en G-CHOP. Patiënten
worden behandeld gedurende in totaal acht cycli (6 cycli van CHOP en 8 cycli
van venetoclax en rituximab or obinutuzumab). Elke cyclus bestaat uit 21 dagen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Fase Ib: Dosisbepaling In elke onderzoeksarm (R-CHOP of G-CHOP) zullen maximaal 4 dosisbepalende cohorten worden opgenomen waarin doseringen venetoclax van 200 tot 800 mg worden onderzocht. Patiënten worden alternerend aan een onderzoeksarm toegewezen, beginnend met arm A, cohort 1, gevolgd door arm B, cohort 1, arm A, cohort 2 enz. TLS is een bekend risico na het opstarten van chemotherapie en anti-CD20-behandeling bij DLBCL. Het is mogelijk dat, met de combinatie venetoclax en chemo-immunotherapie, de mate en ernst van TLS toenemen. Om het risico van TLS zo klein mogelijk te houden zal met venetoclax worden gestart op dag 4 van cyclus 1. Cyclus 1 Patiënten in de R-CHOP-arm ontvangen de eerste infusie met rituximab (375 mg/m2) op dag 1 (cyclus 1 dag 1), toegediend volgens de bijsluiter (met standaard premedicatie) Patiënten in de G-CHOP-arm ontvangen hun eerste infusie met obinutuzumab (1000 mg) op dag 1 (cyclus 1 dag 1), met standaard premedicatie. In cyclus 1 wordt obinutuzumab ook toegediend op dag 8 en 15. Na infusie van rituximab of obinutuzumab krijgen de patiënten CHOP-chemotherapie volgens de standaard toedieningsprocedures, met standaard premedicatie. De orale toediening van venetoclax start op dag 4 van de eerste cyclus (cyclus 1 dag 4). De patiënten worden nauw gevolgd op tekenen van acute TLS gedurende ten minste 8 uur na de eerste dosis venetoclax. De orale toediening van venetoclax gaat door tot en met cyclus 8 dag 21. Cyclus 2-6 De patiënten blijven een dagelijkse orale dosis venetoclax ontvangen. Op dag 1 van elke cyclus wordt venetoclax toegediend voorafgaand aan infusies. Rituximab of obinutuzumab wordt op dag 1 toegediend met CHOP volgens de standaard richtlijnen. Dagelijkse toediening van venetoclax gaat door gedurende alle cycli. Cyclus 7-8 De patiënten blijven een dagelijkse orale dosis venetoclax ontvangen. Op dag 1 van cyclus 7 en 8 wordt venetoclax toegediend voorafgaand aan infusie van rituximab of obinutuzumab. Op dagen dat een predosis PK-sample wordt gevraagd, vindt de toediening van venetoclax plaats in het ziekenhuis om de monstername te vergemakkelijken. Patiënten dienen als premedicatie antihistaminen en acetaminofen (corticosteroïden indien nodig) te krijgen en anti-emetica en i.v.-hydratatie volgens de richtlijnen en standaardpraktijken van het ziekenhuis. Fase II: Het fase II gedeelte van het onderzoek bestaat uit één cohort voor elke onderzoeksarm waarin het tijdens de doseringsfase vastgestelde doseringsschema wordt aangehouden. Patiënten worden toegewezen aan arm A (venetoclax + R-CHOP) of arm B (venetoclax + G-CHOP) door middel van randomisatie. Aan het fase II gedeelte kunnen alleen patiënten met niet eerder behandelde DLBCL meedoen.
Inschatting van belasting en risico
venetoclax
Behandeling met venetoclax van kankerpatiënten is geassocieerd met
misselijkheid, afname van lymfocyten en neutrofielen (twee verschillende
soorten witte bloedcellen), afname van rode bloedcellen (anemie), infecties en
tumorlysissyndroom (TLS).
Obinutuzumab
De bijwerkingen lijken in het algemeen gelijk aan de bijwerkingen van
rituximab. Tijdens of na toediening van de therapie kunnen patiënten koorts
ontwikkelen, rillerig of kouwelijk worden of andere effecten ondervinden die
met de infusie te maken hebben. Al aanwezige hartaandoeningen als angina
pectoris of congestief hartfalen kunnen verergeren. De frequentie van
dergelijke reacties neemt af bij volgende infusies. Vanwege de kans op een
dergelijke reactie worden patiënten zorgvuldig gevolgd tijdens elke infusie en
gedurende enige tijd daarna. Ook kunnen andere bijwerkingen optreden, zoals
TLS, allergische reacties, infecties of afwijkende laboratoriumtests.
Publiek
Bldg. 74, Grenzacherstrasse 124
Basel 4071
CH
Wetenschappelijk
Bldg. 74, Grenzacherstrasse 124
Basel 4071
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Patiënten, leeftijd >= 18 jaar
- Ten minste één dimensionaal meetbare laesie gedefinieerd als > 1,5 cm in de langste dimensie
- Vermogen en bereidheid om aan de procedures van het onderzoeksprotocol te voldoen
- Voorafgaand aan opname in onderzoek bevestiging beschikbaarheid van nieuw of gearchiveerd biopt uit tumorweefsel
- ECOG-prestatiestatus van 0, 1 of 2
- Hematologische functie is voldoende
- Vrouwelijke patiënten die zwanger kunnen worden en mannelijke patiënten met vrouwelijke partners die zwanger kunnen worden, dienen ermee in te stemmen zeer effectieve vormen van anticonceptie te gebruiken ;Gedeelte van het onderzoek met dosisescalatie:
- Patiënten dienen histologisch bevestigd B-cel non-Hodgkin lymfoom (NHL) te hebben
- Patiënten mogen niet eerder met R-CHOP zijn behandeld
- Recidiverende/refractaire patiënten die worden geïncludeerd tijdens de dosisescalatie mogen slechts één enkel eerder behandelregime hebben ondergaan;Verlengde gedeelte van het onderzoek:
- Patiënten dienen niet eerder behandeld diffuus grootcellig B-cellymfoom te hebben
- IPI-score (International prognostic index) dient 2-5 te zijn
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Contra-indicatie voor een of meerdere afzonderlijke bestanddelen van CHOP, rituximab of obinutuzumab
- Primair CZS-lymfoom
- Vaccinatie met levend vaccin binnen 28 dagen voorafgaand aan randomisatie
- Andere maligniteit in de voorgeschiedenis die van invloed zou kunnen zijn op het volgen van het protocol of de interpretatie van de resultaten
- Evidentie van belangrijke concomitante aandoening of ziekte
- Gebruik van CYP3A-remmers of -inductoren binnen 7 dagen voor of na de eerste dosis venetoclax
- Behoeft warfarine
- Recentelijk grote chirurgische ingreep ondergaan
- Vrouwen mogen niet zwanger zijn of borstvoeding geven;Gedeelte van het onderzoek met dosisescalatie:
- Eerdere behandeling met anthracycline
- Chemotherapie of andere onderzoeksgeneesmiddelen van maximaal 5 halveringstijden van een biologisch middel met een minimum van 28 dagen voorafgaand aan de start van cyclus 1
- Histologisch bevestigd mantelcellymfoom (MCL) of klein lymfocytisch lymfoom (SLL);Verlengde gedeelte van het onderzoek:
- Patiënten met getransformeerd lymfoom
- Eerdere behandeling voor non-Hodgkin lymfoom (NHL)
- Momenteel graad > 1 perifere neuropathie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-003749-40-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02055820 |
CCMO | NL48557.029.14 |