Met dit onderzoek willen we de factoren en moleculaire biologische mechanismen onderzoeken die leiden tot de remissie van astma.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verschil in genexpressie profiel van innate lymphocyten, CD4+ T cellen, en CD8+
T cellen, epitheelcellen in luchtwegbiopten en bloed eosinofielen van
proefpersonen met astma vergeleken met proefpersonen met klinische of complete
remissie en gezonde controles.
Secundaire uitkomstmaten
Vragenlijsten: De ELON vragenlijst, ACQ, en de kleine luchtweg dysfunctie
vragenlijst.
Spirometryie metingen: FEV1, FVC, FEF25, FEF50, FEF75 and FEF25-75.
Body box metingen: TLC, RV, FRC, VC, IVC. Specific airway conductance (sGaw),
airway resistance (Raw).
Impulse oscillometry (IOS): Parameters zijn: R5, R20, X5, R5-R20.
Huidpriktest voor allergie
Bloed:
• Hemoglobine, leucocyten and differentiatie, trombocyten (10 mL bloed; EDTA
buis).
• DNA and plasma (10 mL bloed; EDTA buis).
• RNA (10 mL bloed; PAXgene buis)
• Serum (10 mL bloed, serum buis).
• Totaal IgE, Phadia-top en CRP (serum buis; 10 mL bloed)
• PBMCs (40mL bloed; heparin lithium buizen).
Provocatietest met Methacholine and Adenosine Monophosphate (AMP)
HRCT scan
Multiple Breath Nitrogen Washout (MBNW) test: Parameters zijn: LCI, Sacin,
Scond.
Nitric Oxide in uitademings lucht (bij verschillende flowsnelheden gemeten)
PExA: Opvangen deeltjes uitademhalingslucht.
Cel tellingen in sputum en luchtwegbiopten.
mRNA, microRNA, long non-coding RNA, enDNA methylatie in luchtwegbiopten en
brushes, en neusbrushes.
Achtergrond van het onderzoek
Astma wordt gekenmerkt door een continue ontsteking van de grote en kleine
luchtwegen. Patiënten met astma hebben vaak last van perioden van benauwdheid,
piepen en een gestoorde slaap door nachtelijke benauwdheid. Er zijn
inhalatiemedicijnen beschikbaar die de onderliggende ontsteking en de
luchtwegklachten verminderen. Deze medicijnen genezen het astma echter niet en
moeten dus vaak levenslang gebruikt worden om het astma onder controle te
houden.
Sommige astma patiënten groeien over hun astma heen. Dit fenomeen van *spontane
genezing* wordt remissie van astma genoemd. Mensen met astma remissie hebben
geen luchtwegklachten meer, hoeven geen inhalatiemedicijnen meer te gebruiken
en hebben geen ontstoken luchtwegen meer. Als er ook in de specifieke
longfunctie testen geen tekenen van astma zijn, dan is er sprake van volledige
remissie. Er is sprake van gedeeltelijke astma remissie als er nog wel tekenen
van astma zijn bij specifieke longfunctie testen, maar de patiënt heeft geen
klachten meer en gebruikt geen medicijnen. Helaas komt remissie van astma
slechts voor bij een klein deel van ongeveer 15-25% van de astma patiënten.
Doel van het onderzoek
Met dit onderzoek willen we de factoren en moleculaire biologische mechanismen
onderzoeken die leiden tot de remissie van astma.
Onderzoeksopzet
Het is een single-center, niet-farmacologische, cross-sectionele studie.
Proefpersonen worden als volgt gekarakteriseerd:
Bezoek 1: Algemene gegevens, zwangerschapstest, spirometrie, sputuminductie,
Vragenlijsten (ACQ, ELON, SADT), bloedafname.
Bezoek 2: ECG, Multiple Breath Nitrogen Washout test (MBNW), bronchiaal en
alveolair uitgeademd stikstofoxide, body box diffusie capiciteit, IOS,
methacholine provocatietest, PeXA.
Bezoek 3: AMP provocatietest en skin prick test.
Bezoek 4: Neusbrushes, bloedafname, in- and expiratie CT scan, bronchoscopie
onder conscious sedation, bronchoscopie beleving questionnaire.
Inschatting van belasting en risico
Risicofactoren voor deelnemers in deze studie zijn:
1. Verslechtering van astma symptomen.
2. Kortademigheid bij sputuminductie of provocatietest met metacholine of AMP.
3. Bronchospasme of desaturatie tijdens bronchoscopie.
4. Bloeding bij afname van luchtwegbiopten of brushes van neus en onderste
luchtwegen.
Methoden voor preventie en/of behandeling:
Ad 1: Bij eerdere studies heeft stoppen van inhalatieorticosteroiden nooit tot
ernstige problemen geleid.
Ad 2: Voorafgaand aan de sputuminductie en na de provocatietest met
metacholine of AMP krijgen proefpersonen een luchtwegverwijder
toegediend (ipratropium bromide of salbutamol). Dit voorkomt of
behandelt kortademigheid.
Ad 3: Indien er bronchospasme optreedt tijdens de bronchosopie zal deze direct
gestopt worden en wordt er een luchtwegverwijder toegediend (ipratropium
bromide of salbutamol). om het bronchospasme te behandelen. Tijdens de
bronchoscopie wordt de perifere saturatie gemonitord zodat er tijdig extra
zuurstof toegediend kan worden. Zo nodig wordt het onderzoek gestaakt.
Ad4: Indien er een bloeding optreedt bij het nemen van biopten of brushes van
neus- of bronchusepitheel wordt lokaal xylometazoline toegediend om de bloeding
te stoppen.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria voor alle proefpersonen:
• Leeftijd tussen 40 en 65 jaar.
• Rookgeschiedenis <= 10 pack jaren.;Inclusiecriterium voor astma remissie deelnemers:
• Ontstaan van astma klachten <=21 jaar.;Specifieke inclusiecriteria voor de 4 verschillende groepen:
o Group 1. Proefpersonen met klinische astma remissie:
• Gedocumenteerd astma in medische voorgeschiedenis, i.e. reversibiliteit gedefinieerd als verbetering in FEV1 meer dan 12% van baseline (en tenminste 200 mL) na inhalatie van 800 µg salbutamol.
• Geen astma-medicatie in de laatste 3 jaar.
• Geen astma-symptomen laatste 3 jaar.;o Group 2. Proefpersonen met complete astma remissie
• Gedocumenteerd astma in medische voorgeschiedenis, i.e. reversibiliteit gedefinieerd als verbetering in FEV1 meer dan 12% van baseline (en tenminste 200 mL) na inhalatie van 800 µg salbutamol.
• Geen astma-medicatie in de laatste 3 jaar.
• Geen astma-symptomen laatste 3 jaar.
• FEV1 > 90% van voorspeld.
• Afwezigheid van bronchiale hyperreactiviteit, i.e. zowel PC20 methacholine > 8 mg/ml als PC20 AMP > 320 mg/ml.;o Group 3. Patients with astma
• Gedocumenteerd astma in medische voorgeschiedenis, i.e. reversibiliteit gedefinieerd als verbetering in FEV1 meer dan 12% van baseline (en tenminste 200 mL) na inhalatie van 800 µg salbutamol.
• Gebruik van inhalatiecorticosteroiden
of
Ofwel persisterend symptomen van piepen, hoest, en kortademigheid.
Of regelmatig gebruik van een luchtwegverwijder tenminste een keer per week in de afgelopen 2 maanden.
• PC20 methacholine < 8 mg/ml of PC20 AMP < 80 mg/ml;o Group 4. Niet-astmatische controles
• Geen astma in medische voorgeschiedenis
• Nooit langer dan 1 maand inhalatiecorticosteroiden, beta-2-agonisten of anticholinergica gebruikt.
• Geen luchtwegklachten
• PC20 methacholine > 8 mg/ml, normale longfunctie, i.e. FEV1/FVC > 70% and FEV1 > 80% van voorspeld
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• FEV1 <1.2 L,
• Luchtweginfectie afgelopen 6 weken.
• Ernstige bijkomende ziekte die progressief of niet onder controle is.
• Maligniteit afgelopen 5 jaar (met uitzondering van basaalcelcarcinoom van de huid die behandeld is en zonder tekenen van recidief).
• Bekend alcohol of drugs misbruik.
• Vrouwen in vruchtbare leeftijd zonder adequate anticonceptie.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL53173.042.15 |
Ander register | volgt nog |