Het primaire doel van deze studie is om de neurale korte termijn veranderingen die robot-gestuurde looptherapie en tsDCS hebben op de corticospinale paden te beoordelen. Hiervoor moet onderzocht worden in welke configuratie en intensiteit tsDCS het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ruggenmerg- en zenuwwortelaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aangezien dit protocol een raamwerk van experimenten beschrijft aan de hand
waarvan een reeks studies ontworpen kan worden, zijn er vele primaire
uitkomstmaten definieerbaar die afhankelijk zijn van de toegepaste
meettechnieken. Deze uitkomstmaten kunnen maar hoeven niet allemaal deel uit te
maken van een afzonderlijke studie. De metingen die kunnen worden uitgevoerd
voor, tijdens en na de interventies zijn om de volgende parameters te
beoordelen:
* H-Reflex
* Somatosensorisch opgewekte potentialen (Somatosensory Evoked Potentials,
SSEPs)
* Motorisch opgewekte potentialen (Motor Evoked Potentials, MEPs)
* Loopkenmerken
Secundaire uitkomstmaten
Het identificeren van:
* fysiek of mentaal ongemak voor de proefpersoon tijdens het toepassen van (een
van) beide interventies
* proefpersoonspecifieke parameters die de effecten van (de combinatie van)
tsDCS en robot-gestuurde looptraining beïnvloeden
Achtergrond van het onderzoek
Ruggenmergletsel (Spinal Cord Injury, SCI) is meestal een ernstige beschadiging
aan de banen van het centrale zenuwstelsel (CZS) in het ruggenmerg. Afhankelijk
van de plaats van het letsel, raken patiënten vaak gebonden aan een rolstoel of
treden andere beperkingen op die de kwaliteit van leven verminderden. Dit alles
ondanks een intensief fysiek revalidatieregime na het letsel. Transspinale
gelijkstroomstimulatie (trans-spinal Direct Current Stimulation, tsDCS) en
robot-gestuurde looptherapie zijn twee veelbelovende nieuwe technieken die
onderzocht worden voor de behandeling van ruggenmergletsel. tsDCS doelt op het
veranderen van de reactie van de zenuwbanen waarop de stimulus wordt toegepast.
De resulterende verandering van neurale activiteit in het ruggenmerg wordt
verondersteld een positief effect te hebben op het herstel van de beschadigde
ruggenmergneuronen. Soortgelijk wordt robot-gestuurde looptherapie
verondersteld een positief effect te hebben op de corticospinale banen door het
verhogen van de taakspecifieke intensiteit en daarmee het bevorderen van
activiteitsafhankelijke plasticiteit in het CZS.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van deze studie is om de neurale korte termijn veranderingen
die robot-gestuurde looptherapie en tsDCS hebben op de corticospinale paden te
beoordelen. Hiervoor moet onderzocht worden in welke configuratie en
intensiteit tsDCS het meest effectief is en wat voor soort besturingsschema het
meest effectief is bij het gebruik van meer of minder loopondersteuning tijdens
robot-ondersteund lopen zoals in het LOPES exoskelet.
Onderzoeksopzet
Voor alle studies geldt, dat het de bedoeling is om deze als gerandomiseerde,
dubbelblind gecontroleerde trails uit te voeren.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In ieder experiment in deze studie krijgen de proefpersonen ofwel tsDCS ofwel robottherapie als interventie. Het is ook mogelijk dat proefpersonen een combinatie van beide technieken als interventie krijgen. tsDCS wordt lumbaal toegediend gedurende 15 minuten. De amplitude van de stimulatie kan variëren van nul tot vijf milliampère door het gebruik van maximaal vijf individuele elektrodes - met een variërende elektrodeconfiguratie op de proefpersoon's rug - waarover de aangebrachte stroom wordt verdeeld. Robottherapie wordt toegepast door gebruik te maken van het LOPES exoskelet. Hierdoor wordt de proefpersoon ondersteund in zijn of haar poging om stappende bewegingen op een loopband te maken.
Inschatting van belasting en risico
Zowel tsDCS als robot thrapie zijn niet-invasieve therapiemethoden. tsDCS
betreft de elektrische stimulatie van levend weefsel waarbij richtlijnen gelden
voor veilig gebruik van deze techniek. Twee factoren zijn hierbij essentieel:
de totale stroomafgifte aan het weefsel en de stroomdichtheid. Beide factoren
worden beperkt door stroomsterkte en stimuleringstijd. Binnen de vastgestelde
grenzen kan de tsDCS toepassing als veilig worden beschouwd en zullen
bijwerkingen minimaal zijn.
Gedurende de robot therapie zal de proefpersoon aan het LOPES II exoskelet
verbonden zitten. Deze robot ondersteunt de proefpersoon bij het maken van
loopbewegingen. Gedurende deze therapie is de persoon door middel van
klitteband banden aan de robot bevestigd en tevens wordt de proefpersoon
ondersteund door middel van een veiligheidsharnas om vallen te voorkomen.
Voorafgaand aan, ten tijde van en aansluitend aan het onderzoek zijn alle
mogelijke maatregelen genomen om de veiligheid van het gebruik van de LOPES II
te garanderen. Deze maatregelen worden ondersteund uit eerder onderzoek aan de
LOPES I. Verdere informatie over de veiligheid van de LOPES II robot kunnen
worden gevonden in sectie 6.1 of C1.
Naast de veiligheid van de individuele therapieën wordt verwacht dat de
samenvoeging van beide therapieën geen schadelijke gevolgen zal hebben.
Het voordeel voor de patiënt is nauw verbonden aan de duur en het effect van de
behandeling. Het behandelingseffect van tsDCS kan tot enkele uren na de
therapie aanhouden waarna het zal afnemen. Voor robottherapie is niet bekend
hoe lang het behandelingseffect zal doren. Aangezien het om een geïntensiveerde
bewegingstrainging gaat, is het niet aannemelijk dat er zichtbare abnormale
effecten op de lange termijn optreden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat
voordeel voor de patiënt niet waarschijnlijk is voor beide behandelmethoden.
Voor de relatie tussen patiëntgroepen, met name patiënten met een dwarsleasie
is het van vitaal belang dat patiënten met een dwarsleasie aan het onderzoek
deelnemen.
Publiek
Drienerlolaan 5
Enschede 7522 NB
NL
Wetenschappelijk
Drienerlolaan 5
Enschede 7522 NB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De inclusiecriteria voor de gezonde proefpersonen zijn:
tenminste 18 jaar oud
goed gezichtsvermogen (op 2 meter afstand);De inclusiecriteria voor chronische dwarslaesiepatiënten zijn:
tenminste 18 jaar oud
goed gezichtsvermogen (op 2 meter afstand)
chronische fase: tijd sinds dwarslaesie > 12 maanden
duidelijke loopbeperking maar in staat om zelfstandig te lopen (met ondersteuning) (WISCI > 1 en SCIM > 30)
een stabiele medische conditie
laesie boven de T9 wervel
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
voorgeschiedenis van huidziekten die zouden kunnen resulteren in huidirritatie onder de elektrodes
voorgeschiedenis van epilepsie of een bekend geval van epilepsie bij eerstegraads familieleden
metalen implantaten, niet gerelateerd aan de dwarsleasie, in de nabijheid van de stimulatie-elektrodes
metalen implantaten, gerelateerd aan de dwarsleasie, onder wervel T6
aanwezigheid van pacemaker, gehoorapparaat of geïmplanteerde elektrodes in de hersenen
gebruik van (illegale) verdovende middelen (drugs) in het afgelopen jaar
(mogelijke) zwangerschap
actuele orthopedische problemen
andere neurologische aandoeningen
chronische gewrichtspijn
voorgeschiedenis van hartaandoeningen die de fysieke belasting beïnvloeden
voorgeschiedenis van ernstige depressie
Elke keer dezelfde dosis van antispastische medicatie gedurende de hele experimentele periode
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL49561.044.14 |