Het doel van het onderzoek is na te gaan of hartfalen markers en klinische eindpunten worden beïnvloed door 24 uur AV-knoop stimulatie (AVNS) in gedecompenseerde acute hartfalen (ADHF) patiënten.Primaire doelstelling (en:)Het primaire doel is om aan…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Meting van NT-proBNP plasma concentratie wordt uitgevoerd met behulp van een
veneus monster dat 5 minuten voor de tijd 0 en 24 uur na tijd 0 is afgenomen in
beide groepen. Dit is een marker van hartfalen.
Secundaire uitkomstmaten
- Lokale norepinephrine
Norepinephrine is een marker van autonome balans. Voor elke patiënt in de AVNS
behandelde groep, zullen de lokale noradrenaline en adrenaline meting
onmiddellijk worden uitgevoerd voor aanvang van de behandeling AVNS (- 5
minuten) en 30 minuten vanaf het begin van AVNS behandeling door middel van
coronaire arteriele bloed monsters.
- Onstekingsstatus
Metingen van ontstekingsfactoren TNF-alfa, IL-6 zal worden uitgevoerd met
behulp van een veneus monster geëxtraheerd 5 minuten voor de tijd 0 (zie
definitie in hoofddoel) en 1, 6 en 24 uur na tijdstip 0 in beide groepen.
- Het voorkomen van hartfalen verslechtering
Metingen van hartfalen markers, troponine-T en NT-proBNP zal worden uitgevoerd
met behulp van een veneus monster geëxtraheerd 5 minuten voor de tijd 0 (zie
definitie in hoofddoel) en 1, 6 en 24 uur na tijdstip 0 in beide groepen.
- Nierfunctie
Nierfunctie is een marker van hartfalen. Metingen van nierfunctie markers,
aldosteron en renine zullen worden uitgevoerd mbv veneuze bloedmonsters
geëxtraheerd 5 minuten voor de tijd 0 (zie definitie in hoofddoel) en 1, 6 en
24 uur na tijdstip 0 in beide groepen. Meting van diurese (ml / 24 uur) per 40
mg furosemide in 24 uren zal worden uitgevoerd in beide groepen.
- Veiligheid van de AVNS procedure
a. Veiligheidsevaluatie in termen van het percentage en het aantal
bijwerkingen en ernstige bijwerkingen gerelateerd aan AVNS en die verband
houden met atriale lead plaatsing op de AVNS positie tijdens implantatie en
gedurende de follow-up periode;
b. Aantal episodes en burden van atriale tachycardie (AT),
atriumfibrilleren (AF), ventriculaire tachycardie (VT) en ventriculaire
fibrillatie (VF) in zowel de AVNS en de controlegroep gedurende 24 uur na het
tijdstip 0;
c. Beschrijving van ADHF symptomen in termen van percentage patiënten dat
specifieke symptomen vertoont in beide groepen gedurende 24 uur na tijdstip 0.
- Gegevens verzamelen voor verdere mogelijke toepassingen van AVNS
Evaluatie van de mogelijke verdere toepassingen van AVNS
a). De prestaties van AVNS in het doen dalen van gemiddeld kamer ritme en
de standaardafwijking gedurende 24 uur in vergelijking met de controlegroep
zoals opgenomen met het EPTracer systeem voor de periode tussen tijd is 0 en 24
uur (zie definitie op primaire doelstelling);
b. Gemiddelde cardiac output (CO) zoals afgeleid uit arteriële
vingerbloeddruk in zowel de AVNS en de controlegroep als maat voor hartfalen
achteruitgang. Voor elke patiënt in zowel de AVNS als de controlegroep, wordt
CO gemeten 5 minuten voor de tijd 0 en 1, 6 en 24 uur na tijdstip 0;
c. Om autonome balans te bepalen, wordt hartslag variabiliteit alleen
beoordeeld tijdens sinusritme) in beide groepen bepaald met behulp van het
ECG-signaal opgeslagen tijdens de 24 uur monitor periode;
d. Medicatie therapie gebruikt bij de behandeling en bij de controle groep
gedurende 24 uur na tijdstip 0;
e. Het aantal hartfalen hospitalisaties en mortaliteit in de AVNS en controle
groep gerapporteerd bij de 6 maanden follow-up visite.
Achtergrond van het onderzoek
De algehele prognose van hartfalen (HF) patiënten blijft slecht, ondanks
vooruitgang in de behandeling van hartfalen met geneesmiddelen, implanteerbare
cardioverter defibrillatoren en cardiale resynchronisatie apparaten. Verhoogde
sympathische activatie en verlaagde parasympathische activatie dragen bij aan
de progressie van hartfalen, door het bevorderen van het optreden van
hartritmestoornissen en remodelering. Een verhoogde parasympathische activatie
door vagale stimulatie kan mogelijk cardiale remodelering beperken door het
beïnvloeden van het vrijkomen van anti-inflammatoire stoffen en het behouden
van connexine-43 activiteit. Ook kan een verhoogde parasympathische activiteit
het optreden van hartritmestoornissen beperken, zoals aangetoond in
verschillende diermodellen, door het induceren van bradycardie, het vergroten
van de refractaire periode, waardoor de restitutie helling kleiner dan 1 wordt,
het beinvloeden van afgifte van stikstofmonoxide en acetylcholine. Een
verhoogde parasympathische activiteit beïnvloedt sympathetische activiteit via
modellering van het ganglion stellatum en kan mogelijk sympathische uitstroom
van de cardiale plexus beïnvloeden, aangezien het ganglion stellatum en cardiac
plexus verbonden zijn. Sympathische activatie daarentegen verhoogt de
vasoconstrictor tonus. Dit gaat gepaard met activering van het
renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) en endotheline- 1 en
vasopressine, wat weer kan leiden tot perifeer orgaan falen.
De autonome disbalans is meer uitgesproken tijdens acuut gedecompenseerd
hartfalen dan bij chronisch hartfalen. Bovendien is aangetoond dat de vagale
activiteit minder wordt, voorafgaande aan acute decompensatie. Hierdoor wordt
verwacht dat het beinvloeden van de autonome balans gunstiger is bij acuut
gedecompenseerd hartfalen dan bij chronisch hartfalen, door bijvoorbeeld het
voorkomen van perifeer orgaan falen. Naast de bovengenoemde algemene hartfalen
mechanismen, werd onlangs de hypothese geponeerd dat acute hart decompensatie
leidt tot een verplaatsing van het vocht in het splanchnische bed. Een toename
van de sympathische activiteit veroorzaakt namelijk vasoconstrictie in de mild,
een mechanisme dat bloed snel kan verplaatsen in het effectief circulerend
volume, en verhoogde veneuze druk en congestie kan genereren, hetgeen optreedt
bij acuut gedecompenseerd hartfalen. Episoden van autonome disbalans als gevolg
van hypoxie of verhoogde chemosensitiviteit kunnen van invloed zijn op de
endogene vochtverplaatsing. Mogelijk door verhoging van parasympathische output
van het hart, kan de endogene vochtverplaatsing voorkomen worden, via het
verminderen van sympathische output van het hart via de ganglion stellatum en
cardiale plexus.
Het beïnvloeden van de autonome balans is onderzocht in verschillende
diermodellen en onlangs in patiënten met chronisch hartfalen door het
bevorderen van parasympathische activiteit met behulp van een vagale cuf
electrode (VNS). Onlangs heeft een multicenter open-label fase II veiligheid en
haalbaarheids-studie plaatsgevonden met het Biocontrol (Cardiofit) systeem. De
resultaten met betrekking tot de linker ventrikel ejectiefractie (LVEF), NYHA
klasse, kwaliteit van leven en 6 minuten loopafstand waren gunstig in 32
patiënten na 6 maanden. Er waren echter ernstige bijwerkingen. In de ANTHEM-HF
studie werden in 25 patiënten cuf electroden geïmplanteerd om de linker of
rechter nervus vagus. Na 12 maanden waren, LVEF, NYHA klasse, non-sustained VT,
hartslagvariabiliteit en T-wave alternans aanzienlijk verminderd. Hoewel
sommige uitkomsten een trend vertoonde naar een hogere effectiviteit met
rechts-zijdige stimulatie, was dit niet significant. Merk op dat in de
ANTHEM-HF studie een frequentie van 10 Hz werd toegepast en in de Biocontrol
studie een frequentie van slechts 1-2 Hz. Op basis van eerdere ervaringen met
AVNS wordt de waarde van 50Hz optimaal beschouwd. Bovendien, laat de NECTAR-HF
studie van Boston Scientific, waarbij VNS geëvalueerd werd met een cuf
benadering met een veel lagere stimulatie output dan in de Biocontrol studie,
geen effect op LVEF zien. Echter een effect op levenskwaliteit metingen werd
wel gevonden. Het nadeel van de vagale cuf benadering is dat deze invasief is
en kan leiden tot bijwerkingen, zoals infectie, hetgeen kan leiden tot zenuw
schade. Daarnaast vereist de implantatie een apart systeem in hart patiënten.
De werking van vagale stimulatie is niet noodzakelijkerwijs direct op het hart,
d.w.z. via het efferente systeem, maar kan ook via het afferente systeem
optreden. Dit werd gepostuleerd door Dr. Rossi et al. die een effect van
epicardiale ganglionated plexus stimulatie op de post-operatieve
ontstekingsreactie in patiënten, die een coronaire bypass operatie (CABG)
hadden ondergaan, heeft gevonden. Bovendien is een effect van low-level
transcutane elektrische vagale tragus stimulatie op boezemfibrilleren en
cytokinen gevonden bij honden. Dit betekent dat het niet noodzakelijk de
hoofdtak in de nek is die gestimuleerd moet worden maar het kan ook zijn, dat
het voldoende is om een cardiale vagale tak of plexus te stimuleren om een
effect op systemische parameters te verkrijgen die de autonome balans
weerspiegelen zoals cathecholamines en ontstekingsmarkers. Beide zouden
mogelijk remodelering kunnen beïnvloeden. Een vagale tak kan worden bereikt
door het stimuleren van de parasympathetic zenuwen die de AV-knoop innerveren
door in het hart een standaard atriale pacing draad te plaatsen. Naast het
beinvloeden van hartfalen via een effect op de autonome balans en ontstekingen,
kan dit ook gevolgen hebben voor het kamer ritme tijdens boezemfibrileren.
Patiënten met acuut gedecompenseerd hartfalen hebben vaak boezemfibrileren die
het hartfalen verergeren.
Het voordeel van een dergelijk intra-cardiale therapie zou zijn dat het kan
worden gecombineerd met een pacemaker / ICD en geen extra risico of kosten
meebrengt. Het uiteindelijke doel zou zijn om acuut gedecompenseerde hartfalen
periodes te voorkomen door het stimuleren van een intra-cardiale vagale tak.
Voor een dergelijk onderzoek zal op de lange termijn follow-up van patiënten
met hartfalen en speciale software nodig zijn. Als eerste stap zal een acute
studie worden uitgevoerd in gedecompenseerde acuut hartfalen patiënten, waarin
een dergelijke therapie een laatste redmiddel zou kunnen zijn. In deze
populatie kan het effect op surrogaat eindpunten zoals hartfalen markers,
catecholamines, ontsteking markers, nier parameters, hartslagvariabiliteit,
hartritmestoornissen en kamerritme beoordeeld worden. Aangezien geen goede
therapieën beschikbaar zijn voor gedecompenseerd acuut hartfalen, wordt
verwacht dat AV-knoop stimulatie (AVNS) een waardevolle tijdelijke therapie kan
zijn voor patiënten die het ziekenhuis met gedecompenseerde acuut hartfalen
binnen komen. De acute therapie zou kunnen helpen om orgaanschade te voorkomen.
Zo kunnen mogelijk ziekenhuisopnamen en mortaliteit worden verminderd.
AVNS zal worden uitgevoerd gedurende 24 uur, want na 24 uur werd een effect
gevonden met medicatie op onze primaire doelstelling NT-proBNP (zie sample size
berekening). Daarnaast werd een statistisch significant effect gevonden na 3
uur AVNS op ontstekingsmarkers. Extra literatuurstudie, pre-klinische testen en
eerdere klinische ervaring zal worden gerapporteerd in de Investigator's
Brochure (IB).
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is na te gaan of hartfalen markers en klinische
eindpunten worden beïnvloed door 24 uur AV-knoop stimulatie (AVNS) in
gedecompenseerde acute hartfalen (ADHF) patiënten.
Primaire doelstelling (en:)
Het primaire doel is om aan te tonen dat 24 uur na tijdstip 0 met de AVNS
behandeling gecombineerd met de standaard drug therapie voor gedecompenseerde
acuut hartfalen (ADHF) patiënten, het niveau van amino-eindstandige fragment
van het B-type natriuretisch peptide prohormoon (NT-proBNP) plasma concentratie
aanzienlijk lager is dan met de standaard drug therapie alleen. Tijd 0 is
ingesteld voor beide groepen op 09:00 ± 1 uur 's ochtends op de dag nadat de
patiënt het ziekenhuis is binnengekomen. Dit is om het effect van circadiane
variatie in bloed markers te elimineren. Voor AVNS patiënten zal de AVNS
beginnen op tijdstip 0.
Secundaire Doelstellingen
Lokale norepinephrine
Om AVNS te evalueren wordt de invloed van de autonome balans gemeten door in de
coronaire sinus bloedmonsters af te nemen om noradrenaline en adrenaline in te
bepalen. Dit gebeurd tijdens intra-operatieve stimulatie testen.
Ontstekingsstatus
Om het effect van AVNS op het beïnvloeden ontstekingsstatus te meten worden
bloedwaarden van interleukine (IL)-6, tumor necrose factor (TNF-alfa) gemeten
gedurende 24 uur in de behandelingsgroep vergeleken met die in de controlegroep.
Het voorkomen van hartfalen verslechtering
Om het effect van AVNS te evalueren in het voorkomen van hartfalen
verslechtering, worden gedurende 24 uur metingen van troponine T en
amino-eindstandige fragment van het B-type natriuretisch peptide prohormoon
(NT-proBNP) vergeleken tussen de behandelingsgroep en de controlegroep.
Nierfunctie
Om het effect van AVNS te evalueren op de nierfunctie worden bloedwaarden van
aldosteron en renine concentratie bepaald gedurende 24 uur en wordt de
diuretische respons in de behandelingsgroep vergeleken met die in de
controlegroep na 24 uur.
Veiligheid van de AVNS procedure
Om de veiligheid van de experimentele procedure te evalueren worden de volgende
zaken beoordeeld:
a) Bijwerkingen en ernstige bijwerkingen gerelateerd aan AVNS en bijwerkingen
die verband houden met selectieve atriale lead plaatsing bij de implantatie en
in de follow-up periode in beide studie fasen, dwz training en AVNS fase;
b. Burden of ritmestoornissen gedurende 24 uur na het tijdstip 0 in de AVNS
fase;
Het verzamelen van gegevens voor andere mogelijke toepassingen van AVNS.
a) Het effect van AVNS op het afnemen van gemiddelde ventriculaire frequentie
en de standaardafwijking gedurende de eerste 24 uur na tijdstip 0 in
vergelijking met die in de controlegroep;
b. Het effect van AVNS op cardiale output (CO) verandering, afgeleid van
arteriële vingerdruk, gedurende de eerste 24 uur na tijdstip 0 in vergelijking
met die in de controlegroep
c. Het effect van AVNS op de hartslagvariabiliteit (HRV) gedurende de eerste 24
uur na tijdstip 0 in vergelijking met die in de controlegroep;
d. Medicatietherapie van de behandelingsgroep vergeleken met de controlegroep
gedurende de eerste 24 uur na tijdstip 0;
e. Het effect van de 24 uur AVNS therapie op hartfalen ziekenhuisopnames en
mortaliteit na 6 maanden follow-up.
Onderzoeksopzet
De studie is uitgevoerd in twee fasen namelijk de training en AVNS fase.
Patiënten zullen deelnemen aan de training of AVNS fase, maar niet aan beide en
moeten aan de inclusie en exclusie criteria voldoen die betrekking hebben op
deze fase. De studie zal een multi-center trial zijn.
De training fase is bedoeld om onderzoekers te trainen in het positioneren van
de atriale lead op de specifieke AVNS septum positie. Alle patiënten die in
aanmerking komen voor een dubbele kamer cardiaal apparaat implantatie (IPG,
ICD, CRT cardiale apparaten) in overeenstemming met de huidige richtlijn, komen
in aanmerking voor de trainingsfase. De verwachte duur dat een patiënt in de
trainingsfase zal zijn is in totaal ongeveer 2-6 weken, bestaande uit de acute
fase van de procedure 1 uur (training) en een follow-up 4 weken (± 2 weken) na
implantatie.
In de tweede fase, de zogenaamde AVNS fase, zullen uitsluitend patiënten met
ADHF geincludeerd en gerandomiseerd worden. De verwachte duur van een patiënt
in het onderzoek in totaal ongeveer 6 maanden, bestaande uit de acute procedure
van 24 uur, een eerste follow-up 1 maand (± 2 weken) na ontslag uit het
ziekenhuis en een laatste follow-up 6 maanden (± 2 weken) na ontslag uit het
ziekenhuis. De verwachte deelname aan de klinische studie voor het klinische
centrum is ongeveer 30 maanden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Trainingsfase procedure In de trainingsfase zal de procedure samenvallen met een cardiaal apparaat implantatie. The patient zal een standaard implantatie procedure ondergaan met uitzondering van de atriale lead plaatsing. De atriale lead plaatsing zal worden beperkt tot een uur. Indien er binnen een uur de lead niet op de AVNS positie kan worden geplaatst zal de lead op een standaard positie worden geplaatst. AVNS fase procedure Het procedure bezoek zal zo snel als praktisch mogelijk is beginnen dwz om 09:00 ± 1 uur in de ochtend (voor de tijd 0, zie definitie in bijlage L.4). Voorafgaand aan het procedure bezoek zullen patiënten willekeurig worden toegewezen aan AVNS of de controlegroep. Beide groepen zullen de standaardbehandeling, zoals aanbevolen in de huidige richtlijn om hartfalenpatiënt te behandelen, ontvangen. Naast de standaardbehandeling, zullen AVNS patiënten gedurende 24 uur de AVNS krijgen. Om dit te doen, zal een atriale lead worden geïmplanteerd. De maximale lead implantatie tijd zal worden beperkt tot een uur.
Inschatting van belasting en risico
Mogelijke risico's
Verwacht wordt dat patiënten in de trainings groep of AVNS behandelingsgroep
aan dezelfde gevaren worden blootgesteld, als die verbonden zijn aan een
standaard atriale pacemaker lead implantatie. Alleen die potentiële bijkomende
risico's voor deelneming aan dit onderzoek worden in deze sectie beschreven,
maar zijn niet beperkt tot de volgende procedures:
Trainingsgroep.
De atriale lead is geplaatst op een niet-conventionele positie. In een eerdere
studie vond lead loslating tijdens de follow-up periode van een half jaar
plaats in 2/32 gevallen, d.w.z. 6%. Dit was niet significant verschillend van
de hoeveelheid loslatingen bij een standaardpositie. Eenmaal liet de lead
binnen de eerste 24 uur los;
Mitigatie: Na de implantatie, binnen 24 uur na de implantatie, en voor ontslag
uit het ziekenhuis en tijdens het 1 maand follow-up bezoek zullen pacing tests
worden uitgevoerd om atriale lead loslating te testen. Deze test is
gebruikelijk in de klinische praktijk.
AVNS en trainingsgroep
- AVNS in afwezigheid van AT of AF kan leiden tot een atriale hartritmestoornis.
Mitigatie: Het bleek in dierstudies dat laagspanning stimulatie van de vagale
zenuw anti-aritmisch is in het atrium [32], [33], [9]. Echter, deze studies
betreffen het een vagale zenuwstimulatie aspect. Het kan echter niet worden
uitgesloten dat simultaan stimuleren van het atriale myocard bij lage
spanningen tijdens sinusritme de induceerbaarheid van AT/AF verhoogt. Daarom
zal tijdens sinusritme de pulstrein worden gesynchroniseerd op de P-golf zodat
atriale hartritmestoornisën niet optreden. Indien het sinusritme converteert
naar AT / AF zal de arts handmatig het synchroniseren resetten zodat het wordt
geactiveerd op het QRS en de stimulatie nog steeds eenmaal per hartcyclus wordt
gegeven. Een ander scenario zou kunnen zijn dat het atriale hartritmestoornis
stopt en triggering nog op de QRS plaatsvindt. In dat geval zal er na een alarm
(ziekenhuisapparatuur intensive care unit), de arts of verpleegkundige de
triggering op de P-golf synchroniseren. Zelfs indien gedurende sinusritme, de
triggering voor korte tijd op het QRS plaatsvindt wordt de re-inductie van AT /
AF niet verwacht, met een negatieve capture test op 10,5 V, maar dit kan niet
worden uitgesloten.
Er is een kans dat de AVNS burst pacing leidt tot een ventriculaire
hartritmestoornis.
Mitigatie: Tijdens AT/AF zal de AVNS burst pacing wordt geactiveerd op de QRS
en is er weinig kans om ventriculaire hartritmestoornissen te veroorzaken.
Tijdens sinus ritme zal een hoge stimulatie output die gesynchroniseerd op de
P-golf is een risico voor het optreden van ventriculaire hartritmestoornissen.
De test gedaan bij aanvang met een hoge output (10,5 V) zou ervoor moeten
zorgen dat ventriculaire capture niet optreedt tijdens atriale burst stimulatie
met een output gelijk of lager 4V. Bovendien zullen defibrillatie stickers op
de patiënt worden geplaats om te kunnen defibrileren in het onwaarschijnlijke
geval (0,1-1%) dat een ventriculaire hartritmestoornis optreedt.
- In aanwezigheid van AT/AF, zal AVNS worden geactiveerd op de QRS en
ventriculaire oversensing kan een onjuiste activeringstijd van AVNS therapie
buiten de ventriculaire refractaire periode bewerkstelligen en kan een
ventriculaire hartritmestoornis induceren.
Mitigatie: Eerst zal een juiste ventriculaire detectie worden gecontroleerd.
Cardiotek het apparaat gebruikt filters (zie Cardiotek handleidingen) om te
corrigeren voor sterke bewegingen van de patiënt en artefacten op het ECG. Bij
ECG losraken zal er geen signaal en dus geen activering zijn. Uit
veiligheidsoverwegingen zal een refractaire periode worden geprogrammeerd om
een te hoge frequentie van activering te voorkomen.
De AVNS burst pacing kan ertoe leiden dat het ventriculaire ritme (VR) teveel
vertraagt.
Mitigatie: Tijdens de implantatie zal de output spanning worden getitreerd
zodat de VR niet onder de 50 slagen per minuut zal dalen als gevolg van AVNS.
Hiernaast zal het controle systeem van de ICU alarm slaan wanneer het ritme
benden 50 slagen per minuut komt. In dat geval zal het voltage worden aangepast.
- AVNS bij 4Volt kan tot symptomen bij de patiënt leiden.
Mitigatie: Indien er symptomen optreden wordt de spanning verlaagd tot een
niveau dat geen symptomen veroorzaakt voor de patiënt. Merk op dat in een
eerdere studie AVNS, bij sommige patiënten symptomen werden genoteerd zoals
spierpijn en pijn op de borst bij 8V, maar helemaal geen symptomen bij 6V [24].
In dit onderzoek zal een spanning van 4V of lager worden gebruikt.
- Tijdens het plaatsen van de lead zal de patiënt in de AVNS en training groep
aan röntgenstraling worden onderworpen.
Mitigatie: Het wordt niet verwacht dat in de AVNS groep de belichting en tijd
wordt overschreden van die van een conventionele CRT implantatie en wordt
daarom aanvaardbaar geacht.
In de trainingsgroep wordt extra röntgenstraling verwacht omdat de atriale lead
positionering langer kan duren. Om teveel straling te voorkomen wordt de
atriale lead plaatsingsprocedure beperkt tot één uur.
- Standard bijwerkingen geassocieerd met leads van CRT, ICD-apparaten en hun
implantatie.
Mitigatie: Risico's die normaal zijn voor leads van CRT, ICD-apparaten en hun
implantatie worden geminimaliseerd door het selecteren van onderzoekers die
ervaring hebben met de diagnose en behandeling van patiënten met HF en met
tachy en brady hartritmestoornissen behandeling alsmede de implantatie van
cardiale apparaten.
AVNS en controlegroep
- Tijdens de AVNS studie worden bloedmonsters van het veneuze systeem genomen
hetgeen kan leiden tot blauwe plekken.
Mitigatie: Ervaren ziekenhuispersoneel zal de veneuze monsters afnemen. De
veneuze lijn zal standaard zijn, maar kan leiden tot blauwe plekken in 1-10%
van de gevallen.
AVNS groep
- Tijdens de AVNS studie, kan de atriale lead loslaten en kan
hartritmestoornissen veroorzaken.
Mitigatie: Elektrische eigenschappen (impedantie, drempel, sensing, FFRW)) van
de atriale lead worden geëvalueerd onmiddellijk na de implantatie voor
stimulatie en 1, 6 en 24 uur na de start van de stimulatie om de lead positie
te bevestigen. Indien de lead positie onvoldoende is na de implantatie
procedure wordt de lead verwijderd. In een eerdere studie met 32 patiënten die
werden blootgesteld aan chronische AVNS bleek dat er in een patiënt de atriale
lead had losgelaten in de eerste 48 uur. Zo is er in de 2 dagen na implantatie
van de lead een klein risico (3%) dat de lead loslaat.
In het geval van losraken van atriale lead in de ventrikel:
Tijdens AT / AF:
Als de burst trigger nog steeds is ingesteld op atriale events: indien de lead
zich in het ventrikel bevindt zal het ventriculaire events waarnemen, en het
ventrikel (tijdens de refractaire periode) stimuleren. Als de burst trein al is
ingesteld op ventriculaire events (via het ECG) zal de burst trein kort genoeg
zijn om binnen de ventriculaire refractaire periode te worden afgerond en zal
er geen ventriculaire aritmie worden veroorzaakt. Onze dierstudie kon niet
aantonen dat de afgifte van AVNS pro-arrhythmisch was in het ventrikel, zolang
de pulstrein binnen 200ms na de QRS aanvang plaatsvond. Bij patiënten, bleek de
laagste 95% Cl van ventriculaire refractaire periode gedurende 24 uur te liggen
tussen 269 en 283 ms. Aangezien burst treinen binnen 170 ms worden afgegeven,
wordt aangenomen dat het risico voor het induceren van een ventriculaire
aritmie in dit geval klein is. In onze vorige chronische AVNS studie met 32
patiënten werden er geen ventriculaire aritmieen gevonden die werden opgewekt
kort na het begin van AVNS met 8V, gesynchroniseerd op de QRS.
Tijdens sinusritme:
Indien tijdens sinusritme de lead zou los liggen in het ventrikel, zou AVNS
therapie synchroniseren op het signaal waargenomen door de lead, dus de QRS in
plaats van de P-golf. De burst trein is kort genoeg om te worden afgerond
binnen de ventriculaire refractaire periode en zal geen ventriculaire aritmie
veroorzaken.
In het onwaarschijnlijke geval dat het losraken optreedt tijdens een burst is
het mogelijk dat de stimulatie wordt getriggerd op de P-golf en het ventrikel
stimuleert. De eerste prikkel zal dan de ventrikel stimuleren en zal de rest
van de stimuli refractoir maken. Dit kan ook gebeuren in het onwaarschijnlijke
geval dat de lead wordt verdreven in het atrium en dicht bij tricuspidalisklep
is. De patiënt zal continu worden gecontroleerd op de intensive care. In het
onwaarschijnlijke geval (0,1-1%) van het optreden van een VT / VF zal de
patiënt gedefibrilleerd worden met de apparatuur aanwezig bij het bed van de
patiënt.
Samengevat, zelfs indien niet verwacht, risico's van de hierboven beschreven
werkwijzen kan de inductie of verlenging van atriale tachycardia of
fibrillatie, en de inductie van ventriculaire tachycardie of fibrillatie
omvatten. Deze studie is ontworpen om deze risico's te minimaliseren.
Patienten zullen worden gecompenseerd in het geval van letsel als gevolg van
deelname aan het klinisch onderzoek. Regelingen voor extra gezondheidszorg voor
patienten die nodig zijn als gevolg van een negatief effect van het systeem
zullen worden gemaakt en gedocumenteerd in het onderzoekers bestand.
Potentiële voordelen
De mogelijke klinische voordelen voor patiënten in de AVNS therapie arm kunnen
zijn dat er een afname in hartfalen verslechtering te zien is zoals aangegeven
door ejectiefractie en bloed markers. Bovendien is het mogelijk dat het effect
van snelle doorgeleide atriale fibrillatie op ventriculaire rate wordt
geëlimineerd. De patiënten in de controlegroep zullen nauwlettender worden
gevolgd tijdens de studie procedure / bezoeken dan tijdens de standaard
medische zorg. De mogelijke voordelen voor patiënten in de trainingsfase zouden
kunnen zijn dat de lead is gelegen in de AVNS positie, waardoor het gebruik van
mogelijke toekomstige software mogelijk is om bv de kamer frequentie tijdens
boezemfibrileren te remmen om ongewenste schokken te voorkomen of om hartfalen
verslechtering te voorkomen. Bovendien, geven de resultaten van twee
gerandomiseerde prospectieve studies aan dat septum pacing, in vergelijking met
de traditionele rechter hartoor stimulatie, vermindert: (1) paroxysmale AF
recidieven en burden; en (2) de progressie van chronische AF. Echter, dit
voordeel is niet gezien in een andere studie.
Publiek
Endepolsdomein 5
Maastricht 6229
NL
Wetenschappelijk
Endepolsdomein 5
Maastricht 6229
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusie criteria van trainingsfase
Patiënten komen in aanmerking om te worden ingeschreven voor de lead plaatsing trainings procedure als aan één van de volgende criteria wordt voldaan:
1) Indicatie voor CRT implantatie volgens de huidige richtlijnen (hartfalen, NYHA III-IV klasse, symptomatisch ondanks optimale stabiele medische therapie, linker ventrikel (LV) ejectiefractie <=35% en QRS> 120ms);
2) Indicatie voor ICD implantatie volgens de huidige richtlijnen;
3) Indicatie voor pacemaker implantatie volgens de huidige richtlijnen;Inclusie criteria van AVNS fase
1) Acuut gedecompenseerde HF zoals aangegeven door een van de symptomen zoals
- Kortademigheid (dyspnoe)
- Oedeem (bevestigd door röntgenfoto van de borstkas) gepaard gaande met ernstige ademnood, met gekraak over de longen en orthopneu, met zuurstof (O2) verzadiging meestal <90% van de lucht in de ruimte voor de behandeling;
2) NYHA klasse III of IV bij enrollment;
3) Age > 18 jaar;
4) De patiënt geeft geïnformeerde toestemming;
5) De patiënt is bereid en in staat om te voldoen aan de studie procedures;
6) De ziekenhuisopname voor acute gedecompenseerde HF vond plaats in de afgelopen 24 uur.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria van trainingsfase
1) Gevorderde AV-blok (II-III AV-blok);
2) Mogelijke beschadiging van de hartzenuwen door een van de volgende proceduren; ablatie, klepchirurgie, harttransplantatie, aortachirurgie;
3) Leeftijd < 18 jaar;
4) De patiënt is niet bereid om geïnformeerde toestemming te ondertekenen;
5) De patiënt is een zwangere vrouw of een vrouw in de vruchtbare leeftijd die niet op adequate wijze anticonceptie gebruikt: iedere vrouw met een zeer effectieve methode van anticonceptie [orale anticonceptie of intra-uteriene apparaat] of steriele vrouw kan worden ingeschreven in de studie.
6) De patiënt is een vrouw die borstvoeding geeft;
7) Participatie in andere studies die zouden kunnen conflicteren met deze studie;
8) Handelingsonbekwaamheid of bewijs dat een patiënt het doel en de risico's van het onderzoek niet kan begrijpen of het onvermogen om volledig te voldoen aan de onderzoek procedure en vervolg visites.;Exclusie criteria van AVNS fase
1) Patiënten in cardiogene shock. Cardiogene shock wordt meestal gekenmerkt door verlaagde bloeddruk (BP) (<90 mmHg) of een daling van de gemiddelde arteriële bloeddruk > 30 mmHg en / of lage urineproductie <0,05 ml / kg / h met een pulsfrequentie > 60 slagen per minuut ( bpm) met of zonder aanwijzingen voor orgaancongestie;
2) Hartslagfrequentie onder de 50 slagen per minuut tijdens de slaap 's nachts en 60 bpm overdag;
3) De patiënt is al geïmplanteerd met een pacemaker of implanteerbare cardioverter defibrillator;
4) De patiënt is al geïmplanteerd met een neurostimulator;
5) Myocardiaal infarct, zoals gedefinieerd door klinische symptomen en een verhoogde cardiale troponine T of I met een aanzienlijke dynamische verhoging in 2 opeenvolgende metingen [1], die zich in de laatste 30 dagen manifesteert, waardoor hartfalen (een waarde bij 1) cardiaal troponine is gedefinieerd als een meting boven de 99 percentiel van een normale referentiepopulatie [URL = bovenste referentie limiet]);
6) Hartfalen als gevolg van een aangeboren ziekte;
7) Hypertrofische obstructieve cardiomyopathie;
8) Infiltratieve cardiomyopathie;
9) Vasovagale syncope;
10) Geavanceerde AV-blok (II-III AV-blok);
11) aangeboren of verworven lang QT-syndroom;
12) Mogelijke beschadiging van de hartzenuwen door een van de volgende procedures; ablatie, klepchirurgie, harttransplantatie, aortachirurgie;
13) De patiënt is een zwangere vrouw of een vrouw in de vruchtbare leeftijd die niet op adequate wijze anticonceptie gebruikt: iedere vrouw met een zeer effectieve methode van anticonceptie [orale anticonceptie of intra-uteriene apparaat] of steriele vrouw kan worden ingeschreven in de studie;
14) De patiënt is een vrouw die borstvoeding geeft;
15) Deelname aan andere studies die zouden kunnen conflicteren met deze studie;
16) Diabetes mellitus met gemeten hemoglobine A1c > 8% in de afgelopen 60 dagen;
17) Onbehandelde hypo- of hyperthyreoïdie;
18) Handelingsonbekwaamheid of bewijs dat een patiënt het doel en de risico's van het onderzoek niet kan begrijpen of het onvermogen om volledig te voldoen aan de onderzoek procedure en vervolg visites.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL60734.075.17 |