Het primaire doel van dit onderzoek is om de associatie tussen DNL en %SFA in de lever te bepalen in personen met overgewicht/obesitas die verschillen in hoeveelheid levervet. De secundaire doelen van dit onderzoek zijn om de associatie tussen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- %SFA uitgedrukt als relatieve hoeveelheid SFA van de totale hoeveelheid
vetzuren.
- DNL uitgedrukt als percentage palmitaat in very-low-density-lipoprotein
(VLDL-TG) afkomstig van DNL
Secundaire uitkomstmaten
- Levervetsamenstelling uitgedrukt als relatieve hoeveelheid MUFA en PUFA van
de totale hoeveelheid vetzuren, naast %SFA.
- Compositie van het vetweefsel uitgedrukt als relatieve hoeveelheid SFA, MUFA
en PUFA van de totale hoeveelheid vetzuren.
- Compositie van het vetweefsel uitgedrukt als relatieve hoeveelheid linolzuur,
docosahexaeenzuur (DHA) en eicosapentaeenzuur (EPA) van de totale hoeveelheid
vetzuren.
- Lever, perifere en lichaamsinsuline gevoeligheid uitgedrukt als %
onderdrukking van endogene glucose productie (EGP), rate of disappearance (Rd)
in *mol/kg/min en glucose infusie snelheid (GIR) in *mol/kg/min.
- Spier insuline gevoeligheid uitgedrukt in determinanten/markers voor spier
insuline gevoeligheid in spierbiopten (oxphos, GLUT4, intramyocellular lipids
(IMCL).
Achtergrond van het onderzoek
Ophoping van vet in de lever, in afwezigheid van overmatige alcohol consumptie,
wordt gediagnosticeerd als non-alcoholische vette lever (NAFL). De prevalentie
van NAFL is 50-70% in personen met obesitas en wordt geassocieerd met een
verslechtering van de metabole gezondheid, e.g. insulinegevoeligheid. Niet
alleen de hoeveelheid, maar ook de samenstelling van het vet in de lever lijkt
samen te hangen met gezondheidsparameters, zoals insuline gevoeligheid, zo
blijkt uit dierstudies. Omdat vetcompositie gekoppeld wordt aan
gezondheidsparameters is het belangrijk te begrijpen welke factoren de vetzuur
samenstelling van het levervet bepalen. De novo lipogenese (DNL) en de
vetsamenstelling van het vetweefsel zijn twee factoren die de samenstelling van
het levervet zouden kunnen bepalen. Omdat het eindproduct van DNL verzadigde
vetzuren zijn en omdat het grootste deel van de vetzuren in de lever afkomstig
is van het vetweefsel, zouden beide de samenstelling van het levervet kunnen
beïnvloeden. Tot nu toe zijn relaties tussen vetcompositie van de lever, DNL en
vetcompositie van het vetweefsel nooit bepaald in dezelfde studie.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van dit onderzoek is om de associatie tussen DNL en %SFA in
de lever te bepalen in personen met overgewicht/obesitas die verschillen in
hoeveelheid levervet.
De secundaire doelen van dit onderzoek zijn om de associatie tussen
vetsamenstelling van het vetweefsel en vetsamenstelling van de lever te bepalen
en om de associatie tussen levervetsamenstelling en lever, spier en
lichaamsinsuline gevoeligheid te bepalen.
Onderzoeksopzet
Dit is een cross-sectionele observationele studie.
Tweeëntwintig deelnemers, 8 met een levervetgehalte <5% en 14 met een
levervetgehalte >5%, zullen deelnemen aan de totale studie. Ongeveer 31
personen zullen de MRS meting ondergaan om onder andere het levervetgehalte te
bepalen, op basis hiervan wordt bepaald of proefpersonen aan het vervolg van de
studie deel kunnen nemen.
In deze studie zal levervet hoeveelheid en samenstelling (MRS), samenstelling
van het vetweefsel (MRS en biopt), de novo lipogenese (D2O in VLDL-TG), lever,
spier en lichaamsinsuline gevoeligheid (2 stap hyperinsulinemische
euglycemische clamp en biopt) en lichaamssamenstelling (BodPod) gemeten worden.
Inschatting van belasting en risico
Resultaten van dit onderzoek zullen inzicht verschaffen in de relatie tussen
factoren die levervet beïnvloeden en de vetsamenstelling van de lever en in de
klinische relevantie van levervetsamenstelling in mensen. De risico's van de
metingen en het fysieke ongemak zijn laag; risico's gerelateerd aan de clamp,
het vetbiopt, spierbiopt, DNL meting en de MRS metingen zijn laag omdat er
duidelijke exclusie criteria gehanteerd worden die erop gericht zijn de
risico's te verlagen, de metingen uitgevoerd worden door ervaren onderzoekers
en inname van isotoop gelabeled water geheel veilig en niet toxisch is tot een
lichaamswater verrijking van 20 mol%.
Publiek
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Wetenschappelijk
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Informed consent ondertekend
Kaukasisch (personen worden geëxcludeerd wanneer ze 50% of meer dan 50% Afrikaanse/Aziatische achtergrond hebben)
Man of postmenopauzale vrouw
Leeftijd 45 - 70 jaar aan het begin van de studie
Body mass index (BMI) 27 * 35 kg/m2
Stabiel gewicht (geen gewichtsverlies of -toename van meer dan 3 kg in de afgelopen 3 maanden
Zittende leefstijl (niet meer dan 2 uur sport per week)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Type 2 diabetes
Actieve ziekten (cardiovasculair, diabetes, lever, nieren of anders)
Contra-indicatie voor MRI
Alcohol consumptie van meer dan 2 consumpties per dag
Roken van meer dan 5 sigaretten per dag
Gebruik van antistollingsmiddelen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL60263.068.16 |