Het doel van dit onderzoek is aantonen dat het afweersysteem zich de inenting tegen hondsdolheid net zo goed herinnert na een of twee injecties, wanneer zes maanden later 2 herinneringsvaccinaties wordt toegediend.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het verschil in gehalte (geometrische gemiddelde) van rabies virus
neutraliserende antistoffen (RVNA) op dag 7 en dag 0 na gesimuleerde rabies
post-expositie behandeling (maat voor de snelheid waarmee het gehalte aan RVNA
stijgt). Dit verschil moet non-inferieur zijn tussen de interventie groep met
enkelvoudige primo-vaccinatie en de controle groep met standard 2-dosis
primo-vaccinatie.
Secundaire uitkomstmaten
Percentage reizigers met RVNA titer >0.5 IU/mL op 0, 2 en 6 maanden na primaire
vaccinatie.
Percentage reizigers met RVNA titers >0.5 IU/mL op dag 3, na simulatie post-
exposure vaccinatie.
Percentage reizigers met RVNA titers >3 IU/mL, en percentage reizigers met RVNA
titers >5 IU/mL op dag 7 na simulatie PEP.
Kennis, risicoperceptie en meningen over bijtverwondingen en hondsdolheid bij
reizigers mening over vaccinatie tegen hondsdolheid
Welke cellulaire en humorale afweerreactie is gecorreleerd met een adequate
geheugenresponse na na simulatie PEP?
Welke immunologische biomarkers zijn voorspellend voor een adequate
geheugenresponse?
Achtergrond van het onderzoek
Hondsdolheid is een dodelijke infectieziekte van mens en dier. Bijna alle
gevallen van hondsdolheid zijn het gevolg van onbehandelde hondenbeten. De
ziekte komt het meeste voor in Azië en Afrika. Dit komt omdat honden daar niet
ingeënt worden tegen hondsdolheid en omdat behandeling met immuunserum
ontbreekt. Hondsdolheid bij reizigers is gelukkig zeldzaam. Reizigers worden
wel geregeld in het buitenland gebeten. Vaak moet de vakantie dan worden
afgebroken om in Nederland te worden behandeld met immuunserum en vijf
inentingen. Als een reiziger van de tevoren is ingeënt, is behandeling met
immuunserum niet nodig. Het afweersysteem herinnert zich de eerdere inenting
tegen hondsdolheid. Herhaling van de inenting met twee injecties is dan
voldoende om hondsdolheid te voorkomen.
Toch worden niet alle reizigers van tevoren tegen hondsdolheid ingeënt.
Inenting tegen hondsdolheid is duur. Bovendien is er vaak te weinig tijd voor
vertrek om een serie van drie inentingen te ontvangen. Er zijn echter steeds
meer aanwijzingen dat het met minder kan. Twee en zelfs één inenting zou net zo
goed kunnen zijn. In deze studie willen we dat bewijzen
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is aantonen dat het afweersysteem zich de inenting
tegen hondsdolheid net zo goed herinnert na een of twee injecties, wanneer zes
maanden later 2 herinneringsvaccinaties wordt toegediend.
Onderzoeksopzet
gerandomiseerde gecontroleerde prospectieve studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het onderzoek bestaat uit twee delen. Deel 1: voor uw vertrek In het eerste deel van het onderzoek bepaalt loting in welke van de 4 onderzoeksgroepen u terecht komt: • groep A: u krijgt één inenting tegen hondsdolheid met een prik in de spier. • groep B: u krijgt op hetzelfde moment twee inentingen achter elkaar met een prik in de huid. • groep C: u krijgt twee inentingen met een prik in de spier op twee verschillende dagen (dag 0, dag 7); • Groep D: u krijgt voor vertrek geen inenting tegen hondsdolheid. Alle inentingen tegen hondsdolheid gebeuren met het geregistreerde vaccin Rabipur. LUMC: Groep A en B: voor vaccinatie en 3, 7 en 60 dagen na de (laatste) inenting komt u terug om 8 buisjes bloed af te laten nemen (LUMC). Groep C: voor vaccinatie en 60 dagen na de (laatste) inenting komt u terug om 8 buisjes bloed af te laten nemen (LUMC); AMC en Travel Clinic Havenziekenhuis: voor groep A, B en C: voor vaccinatie en 60 dagen na de (laatste) inenting komt u terug om 2 buisjes bloed af te laten nemen Deel 2: zes maanden later In het tweede deel van het onderzoek krijgen alle deelnemers, zes maanden later, twee inentingen tegen hondsdolheid met een prik in de spier op twee verschillende dagen (dag 0 en dag 3). Aan de groep die voor vertrek geen inenting tegen hondsdolheid had gekregen, wordt nog een derde inenting aangeboden (dag 21) . Voor elke vaccinatie worden 8 buisjes bloed afgenomen. Ook moet u op dag 7 en 21 na de eerste vaccinatie nog een keer 8 buisjes bloed af te laten nemen (LUMC). Voor elke vaccinatie worden 2 buisjes bloed afgenomen. Ook moet u op dag 7 en 21 na de eerste vaccinatie nog een keer 2 buisjes bloed af te laten nemen (AMC en Havenziekenhuis). Dit bloed wordt ook onderzocht op afweerstoffen tegen hondsdolheid. Daarnaast worden extra bepalingen gedaan om de werking van het afweersysteem meer te onderzoeken (LUMC). Dagboekje en vragenlijsten De eerste vijf dagen na elke vaccinatie vragen wij u een dagboekje bij te houden over eventuele bijwerkingen. Daarnaast wordt u gevraagd om na uw eerste bezoek en binnen een week na terugkeer van uw reis een vragenlijst in te vullen over hondsdolheid. Bezoeken In totaal komt u maximaal 8 keer in 7 maanden naar het vaccinatiespreekuur op de locatie waar u uw reizigersafspraak heeft gehad. Een bezoek duurt ongeveer 30 minuten.
Inschatting van belasting en risico
De inenting tegen hondsdolheid kan ongemakken geven zoals pijn, zwelling of
roodheid op de plaats van injectie. Deze ongemakken komen zeer vaak voor (3 tot
8 van de 10 mensen). Ze zijn niet ernstig en duren meestal 1 tot 2 dagen. De
intradermale toedieningsweg is in Nederland off-label. De intradermale
toedieningsweg wordt de WHO goedgekeurd voor zowel pre- als post-expositie
rabies vaccinatie.
Bloedafnames kunnen pijn doen of een bloeduitstorting geven. Alles bij elkaar
nemen we maximaal 416 mL bloed bij u af. Deze hoeveelheid geeft bij volwassenen
geen problemen. Ter vergelijking: bij de bloedbank wordt 500 ml bloed per keer
afgenomen.
Deelname aan het onderzoek betekent ook dat de vrijwilliger extra tijd kwijt
bent (ongeveer 3 tot 4 uur in het totaal).
Deelnemers houden een dagboekje bij over de eerste 5 dagen na de iedere inenting
Deelnemers vullen tweemaal een vragenlijst in over hondsdolheid (bij het eerste
bezoek en na terugkeer van de reis).
Deelnemers hebben na afloop gedocumenteerde RVNA seroconversie.
Publiek
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Bezoekers van het reizigersspreekuur van het Tropencentrum AMC, Tropen Advies Centrum - Travel Clinic Havenziekenhuis en Vaccinatiepolikliniek LUMC
Leeftijd >= 18 jaar
Geplande vertrekdatum >1 weken vanaf nu
Reisduur <8 weken
Goede gezondheid volgens onderzoeker
Bereid en in staat om onderzoeksprotocol te volgen
In staat om informed consent te geven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Eerdere gedocumenteerde of vermoede vaccinatie tegen rabies
Indicatie volgens LCR voor PrEP
Vermoede overgevoeligheid voor rabies vaccin
Bekende of vermoede overgevoeligheid voor kippeneiwit
Bekende of vermoede ernstige overgevoeligheid voor andere vaccinbestanddelen
Afweerstoornis door ziekte of medicatie
Gebruik van (hydroxy)chloroquine of mefloquine
Voorgeschiedenis van neurologische ziekte waaronder epilepsy
Zwangerschap of borstvoeding
Doormaken van infectie anders dan verkoudheid
Stollingstoornissen of gebruik van anticoagulants
Uitstel van vaccinatie indien lichaamstemperatuur >=38°C of acute ziekte tot normalisatie temperatuur en klachten
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-000089-31-NL |
CCMO | NL60550.056.17 |
OMON | NL-OMON24881 |