Het primaire doel is om een breed panel aan stollingstesten uit te voeren om te bepalen of één of een combinatie van testen het risico op trombose in een individuele oncologische patiënt kan voorspellen.Secundaire doelen:- Bepalen van het effect van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diverse en niet plaatsgespecif. neoplasmata, maligne en niet-gespecif.
- Embolieën en trombose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire klinische variabele is het optreden van een trombotisch event in de
cohort oncologische patiënten. Bloed wordt verzameld op baseline bij inclusie
en verschillende stollingstesten worden uitgevoerd. De resultaten van deze
testen worden vergeleken tussen de groep patiënten die wel en zij die geen
trombose ontwikkelen, om zo potentiële biomarkers te vinden waarmee trombose in
een oncologische patiënt voorspeld kan worden.
Secundaire uitkomstmaten
Bepalen van het effect van type en stadium van maligniteit en het effect van
behandeling op het risico om trombose te ontwikkelen. Daarnaast zijn we
geïnteresseerd in de effectiviteit van antistolling in patiënten die trombose
hebben gehad en in de veranderingen in stollingsparameters tussen baseline en
na het ontwikkelen van trombose.
Achtergrond van het onderzoek
Maligniteit geassocieerde trombose is de tweede doodsoorzaak bij oncologische
patiënten (1). Patiënt- en maligniteit of therapie-specifieke risicofactoren
worden geassocieerd met een 4-7 keer verhoogd risico op veneuze
thromboembolismen (VTE) bij oncologische patiënten. VTE komt voor in 4-20% van
de oncologische patiënten en nog eens 2-5% van de oncologische patiënten
ontwikkelen arteriële trombose. Uit epidemiologische studies is bekend dat
hersentumoren, hematologische maligniteiten en adenocarcinomen van de pancreas,
maag, ovaria, uterus, longen en nieren het hoogste risico op VTE geven.
Er worden drie klassen van risicofactoren voor VTE onderscheiden bij
oncologische patiënten: patiënt-gerelateerde, behandeling gerelateerde en
maligniteit-gerelateerde risicofactoren. Patiënten met vergevorderde kanker
maligniteiten zijn over het algemeen minder mobiel, wat kan leiden tot veneuze
stase en VTE, en hebben een hogere kans op infectie door immunosuppressie.
Daarnaast zijn er meerdere mechanismen waardoor chemotherapie de
stollingsneiging kan vergroten: directe weefsel toxiciteit, toename in
coagulatie factor niveaus, inductie van tumor en endotheelcel apoptose
resulterend in tissue factor expressie, inductie van plaatjesactivatie en van
monocyt tissue factor expressie. Hormonale middelen zoals Tamoxifen en
Raloxifen geven ook een verhoogd risico op VTE, en anti-angiogene medicatie
zoals thalidomide en lenalidomide zijn geassocieerd met een VTE rate van
12-28%, in combinatie met dexamethasone of chemotherapie.
Tumorcellen zelf kunnen intravasculaire coagulatie veroorzaken via meerdere
mechanismen, zoals tissue factor expressie en vrijkomen van inflammatoire
cytokines, maar ook samendrukken van grote bloedvaten door de tumor.
Onze hypothese is dat het toegenomen risico op trombose in oncologische
patienten wordt veroorzaakt door veranderingen in het stollingsmechanismen. We
verwachten dat we nieuwe state-of-the-art stollingstesten kunnen gebruiken om
het risico op trombose in een individuele kanker patiënten kunnen voorspellen.
Op basis hiervan zouden in de toekomst aan patiënten met een verhoogd trombose
risico prophylactische antistollingsmiddelen kunnen worden gegeven.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel is om een breed panel aan stollingstesten uit te voeren om te
bepalen of één of een combinatie van testen het risico op trombose in een
individuele oncologische patiënt kan voorspellen.
Secundaire doelen:
- Bepalen van het effect van het stadium en type maligniteit en de behandeling
op de kans om trombose te ontwikkelen
- De effectiviteit van antistollings therapie in patienten die trombose hebben
ontwikkeld te onderzoeken.
- De veranderingen in stollinsparameters in oncologische patienten tussen
baseline en na trombose in kaart te brengen, zowel prospectief in het cohort
dat bij de start van de studie nog geen trombose heeft vergeleken met hen die
gedurende de studie trombose ontwikkelen, als op baseline tussen de patiënten
die geen trombose hebben gehad en hen die wel een geschiedenis met trombose
hebben (en al behandeld worden met anticoagulantia).
Onderzoeksopzet
* Prospectieve observationele case-control studie.
* Patiënten worden geïncludeerd in de Gelre ziekenhuizen bij bezoek aan hun
behandelend arts.
* Ons doel is om oncologische patiënten zonder en met eerdere veneuze
trombose te includeren. Bij inclusie wordt een bloedsample afgenomen om
baseline stollingstesten uit te voeren. We zullen de patiënten 2 jaar opvolgen
om te documenteren of er trombose optreedt. Als een patiënt wordt opgenomen in
het ziekenhuis met trombose wordt een tweede bloedsample genomen. Een derde
bloedsample wordt afgenomen een aantal weken na start van de antistolling.
* We verwachten dat de studie 2,5 jaar duurt, van inclusie van de eerste
patiënt in augustus 2017 tot de laatste follow up compleet is in februari 2020.
* Er zullen 4 typen stollingstesten worden uitgevoerd: trombine generatie
tests, plaatjes functie tests, stollingsfactor bepalingen en stolsel lysis
tests. De ziekte van de patiënten wordt gekarakteriseerd met informatie uit een
biomarker panel test in combinatie met patiënten informatie zoals leeftijd,
geslacht, type maligniteit etc.
* Het doel van de studie is om het hele stollingssysteem in kaart te brengen en
mogelijke abnormaliteiten te identificeren in oncologische patiënten, die hun
verhoogde risico op trombose kunnen verklaren.
Inschatting van belasting en risico
Potentiële risico's: Bloed wordt afgenomen via venapunctie, een
standaardprocedure met minimale risico's. Tijdens het proces van bloedafname is
het mogelijk dat er een lichte blauwe plek ontstaat. Door het uitoefenen van
druk op de plek van bloedafname wordt dit risico zeer minimaal. De patiënt kan
lichte pijn ervaren door de naaldenprik of licht in het hoofd voelen, en/of
kortdurende zwelling zien op de plek van de naaldenprik. Het is belangrijk op
te merken dat de patiënt deze risico's ook zou hebben zonder deze studie,
aangezien het bloed wordt afgenomen ten tijde van de normale bloedafname ter
controle/reguliere patiëntenzorg; voor deze studie worden enkel wat extra
buisjes afgenomen.
Potentiële voordelen: aangezien dit een observationele studie is zullen de
patiënten niet direct baat hebben bij de resultaten. Echter, de verkregen
kennis zal toekomstige patiënten wel ten goede komen als hiermee voorspeld kan
worden wie wel en wie geen baat heeft bij profylactische antistolling.
Publiek
Albert Schweitzerlaan 31
Apeldoorn 7334 DZ
NL
Wetenschappelijk
Albert Schweitzerlaan 31
Apeldoorn 7334 DZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Diagnose kanker (van elk type of stadium)
- Historie van/eerdere veneuze trombo embolie (alleen geldig voor populatie van 53 patienten) of geen eerdere veneuze trombo embolie (geldig voor populatie van 278 patienten)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Eerdere gedocumenteerde stollingsdefecten
- Historie van eerdere veneuze trombo embolie (betreffend populatie van 278 patienten)
- Leeftijd < 18 jaar
- Gelokaliseerde plaveiselcel of basale cel carcinoom van de huid
- Patient niet in staat om informed consent te geven
- Levensverwachting < 6 maanden
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL60514.075.17 |