Dit onderzoek wordt gedaan om meer te weten te komen over de oorzaak van RSV. Mogelijk wordt RSV infectie mede veroorzaakt door onvoldoende demping van de afweerreactie waardoor een overmatige afweerreactie ontstaat. Deze demping wordt beïnvloed…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
- Luchtweginfecties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Flowcytometrie van perifeer bloed worden gebruikt om expressie van remmende
receptoren te bepalen. Regulering van neutrofielenfunctie door de remmende
receptoren in trachea aspiraat zullen bestudeerd worden. Door middel van ELISA
worden niveaus van oplosbare remmende receptoren en andere serum cytokines
gemeten.
Secundaire uitkomstmaten
RSV kleuring van epitheelcellen en qPCR op celadhesie en epitheel-mesenchymale
transitie (EMT) worden gebruikt om de interactie tussen epitheel en leukocyten
te bestuderen. In vitro kweken van epitheelcellen en neutrofielen, macrofagen
en lymfocyten worden verricht om diverse leukocytenfuncties te bestuderen.
Achtergrond van het onderzoek
Het Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) is en virus dat klachten kan geven die
variëren van een verkoudheid tot een ernstige longontsteking. Infectie met RSV
komt erg vaak voor, bijna ieder kind wordt ermee besmet tijdens de eerste twee
levensjaren. In Nederland wordt 0,5-1% van alle kinderen in het eerste
levensjaar opgenomen in het ziekenhuis vanwege een RSV infectie. Het merendeel
van de kinderen die een RSV infectie doormaakt herstelt binnen 7-10 dagen.
Vooral baby*s kunnen van het virus ernstig ziek worden. Zij worden opgenomen in
het ziekenhuis en in sommige gevallen is beademing op een intensive care
afdeling nodig.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek wordt gedaan om meer te weten te komen over de oorzaak van RSV.
Mogelijk wordt RSV infectie mede veroorzaakt door onvoldoende demping van de
afweerreactie waardoor een overmatige afweerreactie ontstaat. Deze demping
wordt beïnvloed door receptoren die op de cellen van ons afweersysteem
(neutrofielen) zitten. Dit onderzoek richt zich op de werking van deze
receptoren. Als we meer weten over de werking van deze receptoren, zal in de
toekomst kunnen worden onderzocht of medicijnen die deze receptoren *aanzetten*
het beloop van de infectie gunstig beïnvloeden. Dit zal mogelijk tot gevolg
hebben dat kinderen met een ernstig verlopende RSV infectie sneller beter
worden en er minder schade aan de luchtwegen ontstaat.
Onderzoeksopzet
observationeel patiënt-controle onderzoek
Inschatting van belasting en risico
Zie ook vraag E9a.
Het betreft eenmalige afname van 4ml bloed welke bij voorkeur wordt
gecombineerd met een reguliere afname of uit een centrale lijn wordt afgenomen.
Daarnaast wordt afgenomen; sputum (alleen indien beademde patiënt als onderdeel
van routine verzorging) bij inclusie en op dag 3, 5 en voor detubatie, urine
(middels plaszak, géén catheter) en uitzuigsecreet uit de neus (onderdeel van
reguliere verzorging). Tweemaal keelswab. Er zijn geen extra ziekenhuisbezoeken
nodig voor deze afnames. Er wordt geen extra lichamelijk onderzoek verricht. Er
hoeven geen vragenlijsten te worden ingevuld.
Inschatting: verwaarloosbaar risico
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Kinderen onder de leeftijd van 25 maanden die beademd worden en opgenomen worden met verschijnselen van een lagere luchtweginfectie door RSV. (n=35)
- Kinderen onder de leeftijd van 25 maanden die opgenomen worden met verschijnselen van een lagere luchtweginfectie door RSV, maar niet hoeven worden beademd. (n=35)
- Kinderen onder de leeftijd van 25 maanden die worden beademd voor een niet-infectieuze ziekte. (n=35)
- Kinderen onder de leeftijd van 25 maanden die worden beademd vanwege een andere infectieuze ziekte dan RSV. (n=35)
- Kinderen onder de leeftijd van 25 maanden zonder luchtwegklachten die opgenomen worden voor een niet-infectieuze ziekte. (n=35)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Comorbiditeit zoals ernstige orgaandysfunctie, behoudens congenitale hartafwijkingen of de aanwezigheid van een tracheacanule.
Ernstige immuundeficientie of het gebruik van immuunsuppresiva.
Congenitale afwijkingen of syndromen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL58404.041.16 |