Het onderzoek draagt bij aan de wetenschappelijke onderbouwing van het preventie- en zorgcontinuüm rond de geboorte en de professionaliteit van verloskundig zorgverleners in het bijzonder. Dit komt uiteindelijk cliënten ten goede.Doel van het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
psychosociale problematiek waaronder risicofactoren kindermishandeling
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Omdat het om validiteitsonderzoek gaat zijn de parameters daarop gericht.
Uitkomstmaten zijn:
- mate van zorg omtrent de opgroei-omstandigheden voor (ongeboren) kind
- het besluit of extra (psychosociale) hulp tijdens de zwangerschap nodig is.
Secundaire uitkomstmaten
Non-respons analyse o.b.v. achtergrondkenmerken en 'mate van zorg omtrent
opgroei-omstandigheden' en 'besluit (psychosociale) hulp tijdens de
zwangerschap wel/niet nodig' bij de verloskundige.
Achtergrond van het onderzoek
Jaarlijks worden in Nederland bijna 119.000 jeugdigen mishandeld en/of
verwaarloosd (Alink e.a., 2011). Kindermishandeling kan voortkomen uit
ongunstige opgroei-omstandigheden (risicofactoren) en/of doordat ouders in
relatie tot hun kind(eren) inadequaat reageren op deze omstandigheden.
Ongunstige opgroei-omstandigheden kunnen levenslange gevolgen hebben (Felitti,
1998) en zijn bijvoorbeeld: armoede, criminaliteit, geweld in het gezin
waaronder partnergeweld, verstandelijke beperking, psychiatrische aandoening
en/of verslaving bij ouders. De manieren waarop ouders met deze omstandigheden
omgaan vormen de sterkste voorspellers voor kindermishandeling, vooral wanneer
die bij beide ouders voorkomen: depressie, afwezigheid, boosheid en agressie,
hyperreactiviteit, vijandigheid, kind als probleem zien (Stith ea, 2009;
Mulder, 2014 in JGZ-Richtlijn Kindermishandeling, Vink ea, 2016). Preventie van
kindermishandeling is goed mogelijk doordat dit veelal dynamische factoren zijn
waar, mits tijdig gesignaleerd, verbetering in mogelijk is. Vóór de geboorte
kan de interactie tussen ouders en kind en de gevolgen daarvan nog niet echt
waargenomen worden. Wat wel waargenomen kan worden zijn ongunstige
opgroei-omstandigheden en de wijze waarop aanstaande ouders hiermee omgaan.
Daarom is tijdig signaleren belangrijk.
Vervolgens kan de JGZ dan al tijdens de zwangerschap problemen verhelderen,
voorlichting geven en ondersteunen via trajecten van prenatale Huisbezoeken
(PHB-JGZ), Voorzorg of Prenataal Stevig Ouderschap of een directe verwijzing
doen. Daarvoor is het nodig dat de verloskundig zorgverlener de risicoselectie
uitvoert en risicozwangeren toeleidt naar de JGZ en/of andere hulpverlening
(afhankelijk van de lokale afspraken).
Een bestaand instrument hiervoor is de ALPHA-NL.
De ALPHA-NL is een vertaling van de Canadese ALPHA (Caroll, 2005; Robertson,
2006) met 48 vragen (meest 5-punts Likert) die 15 risicofactoren voor
kindermishandeling beslaan (bv. partnergeweld, verslaving, psychische problemen
bij een of beide ouders, ervaringen met kindermishandeling in de eigen jeugd,
ongewenste zwangerschap, beperkt sociaal netwerk, betrokkenheid
jeugdbescherming bij eerdere kinderen, jong alleenstaand ouderschap, armoede,
opvattingen over opvoeden). De ALPHA-NL is een korte zelfinvullijst (inclusief
vragen over de partner) en wordt zo vroeg mogelijk in de zwangerschap door de
cliënt ingevuld, in de wachtruimte voorafgaand aan een verloskundig consult. De
lijst wordt direct nabesproken met de cliënt en vormt de basis voor een dialoog
over psychosociale thema's tussen verloskundige en cliënt.
Het op deze manier screenen met de ALPHA-NL wordt in veel eerstelijns
verloskundigenparktijken en in een aantal ziekenhuizen in Nederland toegepast.
Ook bij de deelnemende praktijken en het ziekenhuis in ons onderzoek behoort
dit tot de standaardzorg ('care as usual').
Doel van het onderzoek
Het onderzoek draagt bij aan de wetenschappelijke onderbouwing van het
preventie- en zorgcontinuüm rond de geboorte en de professionaliteit van
verloskundig zorgverleners in het bijzonder. Dit komt uiteindelijk cliënten ten
goede.
Doel van het onderzoek is om meer zicht te krijgen op de validiteit en
betrouwbaarheid van de ALPHA-NL. Voor verdere landelijke implementatie is het
belangrijk om meer te weten over de effectiviteit van de ALPHA-NL.
Vraagstellingen:
1. Hoe is de betrouwbaarheid van de ALPHA-NL in termen van interne consistentie?
2. Hoe is de concurrente criteriumvaliditeit van de ALPHA-NL: wat is de
sterkte van de associatie tussen de ALPHA-NL en de referentie vragenlijsten?
3. In hoeverre komt het verloskundig oordeel o.b.v. de ALPHA-NL overeen met het
oordeel van een deskundige (psycholoog) over de noodzaak voor hulp in de
zwangerschap?
Onderzoeksopzet
Het betreft observationeel onderzoek ter validatie van de ALPHA-NL.
We onderzoeken de concurrente criteriumvaliditeit door de uitkomst van de
ALPHA-NL te vergelijken met het oordeel van een deskundige (psychologe) en met
relevante valide vragenlijsten gericht op intermediaire maten zoals stress,
psychische problemen, coping, agressie. Dergelijk onderzoek is in Duitsland,
Spanje, Italië en Griekenland uitgevoerd met de vergelijkbare KINDEX (Schauer
ea, 2010; Ruf-Leuschner, 2013; Spyridou ea, 2014; 2015). Doel van de ALPHA-NL
is ook om de juiste cliënten te selecteren voor interventie tijdens de
zwangerschap die (de impact van) risicofactoren voor kindermishandeling
terugdringt. Daarvoor willen we de sensitiviteit en specificiteit van de
ALPHA-NL weten.
Drie verloskundigenpraktijken (Amsterdam/Haarlem) en een ziekenhuis (Amsterdam)
participeren in het onderzoek. De verloskundigen werven respondenten voor
deelname aan het onderzoek. Vervolgens maakt de psychologe-onderzoeker een
afspraak met de respondent waarbij een uitgebreide referentie-vragenlijst wordt
ingevuld en een klinisch interview met respondent wordt gehouden. Dit gesprek
vindt om praktische redenen plaats in een ruimte van de
verloskundigenpraktijk/ziekenhuis.
In deze regio*s bestaat tevens de mogelijkheid van Prenatale Huisbezoeken van
de jeugdverpleegkundige (PHB-JGZ) en/of specifieke programma*s zoals Voorzorg,
Stevig Ouderschap Prenataal, of hulp voor specifieke doelgroepen (POP-poli,
tieneropvang, ed.). PHB-JGZ sluiten naadloos aan op screening door verloskundig
zorgverleners. De jeugdverpleegkundige neemt de psychosociale zorgen over een
aanstaand gezin van de verloskundig zorgverlener over, terwijl voor de
aanstaande ouders zij na de geboorte op het consultatiebureau van de JGZ geen
nieuw gezicht is. De jeugdverpleegkundige verheldert problemen, verwijst,
motiveert en geeft voorlichting en advies.
Inschatting van belasting en risico
Er is geen risico voor respondenten verbonden aan dit onderzoek.
Het onderzoek kan als belastend worden ervaren door de tijdsinvestering maar
hiervoor worden respondenten financieel gecompenseerd.
Het onderzoek kan als psychisch belastend worden ervaren door de aard van de
referentie-vragenlijsten die bij de psychologe-onderzoeker worden ingevuld. Dit
zijn bestaande gevalideerde vragenlijsten, namelijk: de SCL-90, CISS-NL,
PSS-14, ZIL, AV-AL of DHS (zie bijlage). Dit kan in voorkomende situaties
bewustwording en emoties bij respondenten teweegbrengen. Soms is dit, in het
belang van respondent zelf en het ongeboren kind of reeds aanwezige kinderen,
juist een gunstige bijkomstigheid omdat dit opening tot hulp biedt. In nazorg
wordt dan voorzien door een vervolgafspraak met de psychologe-onderzoeker aan
te bieden en/of (motivering voor) verwijzing naar de behandelend verloskundige
en/of huisarts.
Publiek
Laan van Nieuw Oost-Indië 334
Den Haag 2593 CE
NL
Wetenschappelijk
Laan van Nieuw Oost-Indië 334
Den Haag 2593 CE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Criteria voor inclusie, dwz validatie-onderzoek bij de psychologe:
- Tussen 9 en 20 weken zwanger
- Leeftijd vanaf 16/18 jaar en wilsbekwaam
- De ALPHA-NL aangeboden gekregen/ ingevuld en met de verloskundige nabesproken als onderdeel van de standaard zorg.
- Voldoende begrip van de Nederlandse geschreven taal.
- Toestemming respondent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Onvoldoende beheersing van de Nederlandse geschreven taal.
- 20+ weken zwanger.
- Leeftijd onder de 16 jaar
- Geen toestemming
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL61142.018.17 |