Het doel van het onderzoek is om te onderzoeken of middels echografie en de verschillende gevorderde modaliteiten zoals contrast echografie en elastografie patiënten geïdentificeerd kunnen worden die eerder baat hebben bij een interventie dan…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselstenose en -obstructie
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verschil in echografische parameters tussen de interventie en de medicamenteuze
groep:
-Snelheid van shear-wave
-Bloed volume door de wand
-Tijd tot piekvolume
-Snelheid van de bloedstroom
Secundaire uitkomstmaten
Echografisch:
- Locatie van verdikking darmwand
- Dikte van iedere wandlaag van de darmwand
- Lengte van de stenose
- Darmwanddikte
- Behoud darmwand stratificatie
- Behoud haustraties
- Verlies van motiliteit
- Prestenotische dilatatie
- Minimale diameter van het lumen
- Fatty wrapping
- Abces
- Fistel
- Lymfeklieren
- Kleurendoppler activiteit
- Locatie van kleurendoppler
Klinisch:
-Respons op medicatie binnen 52 weken:
--CDAI>100: klinische verbetering
--CDAI<150: klinische remissie
--CDAI>220 en stijging CDAI>100: klinische verslechtering
--CRP<5 en fecaal calprotectine<250 mg/g: biochemische remissie
Voor chirurgie groep:
Histologische uitkomstmaten:
Histologisch wordt er gescoord op de volgende kenmerken in mucosa, submucosa,
muscularis propria en serosa: cryptitis, ulceraties, crypt abcessen,
neutrofielen, lymfocyten en eosinofielen aanwezigheid, fibrose, musculaire
hypertrofie, collageen dispositie en fibroblasten proliferatie, vetweefsel
proliferatie, uitgebreidheid van fibrose
Achtergrond van het onderzoek
Inflammatoire darmziekten (IBD) is een overkoepelende term voor de ziekte van
Crohn (ZvC) en colitis ulcerosa (CU). IDZ is een chronische ziekte die zich in
een groot deel van de patiënten manifesteert tussen de 15 en 30 jaar en voor
een groot deel van het leven parten blijft spelen. IDZ kenmerkt zich door
opvlammingen en rustige perioden (remissie) waar het streven naar remissie en
het vervolgens behouden van remissie het belangrijkste behandeldoel is.
Aangezien patiënten pas symptomen (zoals frequente diarree, bloed bij de
ontlasting, buikpijn en afvallen) ervaren bij een opvlamming, is frequente
controle belangrijk om zo een opvlamming te voorkomen. Onder andere het
klinische beloop en bloed *en ontlastingsuitslagen spelen een rol in de
klinische besluitvorming. Daarnaast ondergaan patiënten regelmatig een
colonoscopie omdat dit wordt gezien als de gouden standaard in het beoordelen
van ziekte activiteit. Radiologie, zoals MRI en CT, kunnen verder ook bijdragen
aan het beoordelen van ziekte activiteit. Echter een colonoscopie, zeker op
frequente basis, is invasief, vergt uitgebreide voorbereiding van de patiënt en
gaat gepaard met complicaties zoals een perforatie of bloeding. Een CT op
regelmatige basis is niet wenselijk vanwege de stralingsbelasting, dat
overigens een nog grotere rol speelt in jongere mensen dan in oudere mensen.
Verder is een MRI onderhevig aan beperkte beschikbaarheid en gaat het gepaard
met hoge kosten.
Echografie daarentegen is niet-invasief, gaat niet gepaard met
stralingsbelasting, is goedkoop en makkelijk uit te voeren. Onder andere
vanwege technologische vooruitgang en het optimaliseren van beeldvorming wint
de echografie binnen de IBD aan populariteit. Om voorgenoemde redenen is een
echografie gemakkelijk te maken in de spreekkamer (point-of-care echografie) om
zo direct een beter idee te krijgen van de ziekteactiviteit. Verder wijst
recent onderzoek uit dat echografie van het colon en dunne darm zeer goed
correleert met CT, MRI en colonoscopie.
Bij echografie meet men de dikte van de darm wand waar een dikte van boven de 3
millimeter als afwijkend wordt gezien. Verder kijkt men naar de opbouw van de
wand (mucosa, submucosa, muscularis propria en serosa), neovascularisatie,
abcesvorming, stenose en uiteindelijk de uitgebreidheid van ziekte. Naast een
normale echografie kan men ook intravasculair contrast geven. De hoeveelheid
opgenomen contrast door de darmwand is dan een maat voor de doorbloeding en kan
daarmee wijzen op inflammatie. Verder is het ook mogelijk om enteraal contrast
te geven waardoor men de dunne darm beter kan vervolgen en ziekteactiviteit,
zoals een stenose of fistel, kan diagnosticeren. Ten derde wordt ook
elastografie, dat al langer wordt gebruikt binnen de hepatologie, toegepast.
Bij dit onderzoek bekijkt men de stijfheid van weefsel en is het mogelijk om
verschil in stijfheid van weefsel te meten. Waar littekenweefsel ten gevolge
van een langdurend en chronisch ziekteproces stijf oogt, doet inflammatoir
weefsel minder stijf aan en zou het mogelijk zijn om inflammatoir weefsel van
fibrose te onderscheiden. In dat laatste geval is chirurgie of dilatatie
middels endoscopie de behandeling van eerste keuze in tegenstelling tot een
stenose van inflammatoire origine die men liever medicamenteus behandeld.
Aangezien een stenose tijdens het ziektebeloop in ongeveer 20% van de Crohn
patiënten voorkomt is dit een vaak geziene complicatie en rijst er vaak de
vraag of er nog medicamenteus behandeld kan worden of dat chirurgie de beste
optie is. Te meer om die reden is het belangrijk de potentiële diagnostische
waarde van de echografie verder te bestuderen om zo een nieuw diagnostisch
middel te ontwikkelen en een beter beeld te krijgen van een strictuur.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om te onderzoeken of middels echografie en de
verschillende gevorderde modaliteiten zoals contrast echografie en elastografie
patiënten geïdentificeerd kunnen worden die eerder baat hebben bij een
interventie dan medicatie. Naar aanleiding van de best correlerende
echografische parameters zal er dan een echografisch scoringsmodel ontwikkeld
worden zodat er beter bepaald kan worden welke patiënt het meest baat heeft bij
een interventie.
De volgende vragen worden dan ook gesteld:
* Welke echografische parameters kunnen gebruikt worden om een onderscheid te
maken tussen patiënten die meer baat hebben bij een interventie en patiënten
die meer baat hebben bij een medicamenteuze behandeling?
* Correleren intravasculair contrast echografie en elastografie met elkaar of
juist invers met elkaar?
* Welke echografische parameters kunnen in de praktijk worden gebruikt voor een
scoringsmodel?
* Correleren echografische waarden met histologische parameters in het
resectiepreparaat?
Onderzoeksopzet
Single center, observationeel, longitudinaal onderzoek
Patiënten die op basis van multidisciplinair overleg naar aanleiding van het
klinisch beeld en verder aanvullend onderzoek een stenoserend traject hebben
dat medicamenteus, endoscopisch of chirurgisch behandeld wordt komen in
aanmerking voor inclusie. Voor de medicamenteuze groep geldt dat op baseline
een echografie met oraal -en intravasculair contrast en elastografie
plaatsvindt. De patiënt wordt vervolgens vervolgd voor 52 weken met als
eindpunt chirurgisch/endoscopisch ingrijpen binnen 52 weken. Daarnaast wordt er
gekeken naar verandering in CDAI en biochemische parameters na 12 weken en 26
weken. Ook zal er een B-mode echo (kort echografisch onderzoek) plaatsvinden in
week 26, mits er geen chirurgie plaats heeft gevonden. Als er een chirurgische
handeling of een endoscopische handeling nodig is zal de patiënt terecht komen
in de interventiegroep.
In het geval dat patiënten in het baseline MDO of een van de daaropvolgende
MDO's besloten wordt tot resectie van de stenose zal het resectiepreparaat
bekeken worden en wordt er gekeken naar histologische kenmerken van fibrose,
acute en chronische inflammatie. De histologie wordt dan vergeleken met de
echografische data maximaal 8 weken voor het plaatsvinden van de operatie. Als
de baseline echografie > 8 weken geleden heeft plaatsgevonden zal patiënt een
nieuwe echografie ondergaan.
Inschatting van belasting en risico
De risico's voor de patiënt zijn zeer laag. In minder dan 1 op de 10.000
patiënten vindt er een milde allergische reactie plaats op het intravasculaire
contrast (Sonovue). Ernstige reacties worden naar ons weten niet beschreven en
de toepassing van Sonovue is uitgebreid beschreven.
Wat betreft het orale contrast zijn er geen bijwerkingen beschreven. De
bijwerkingen van macrogol zijn wel bekend en aangezien het om eenmalig 1 sachet
macrogol gaat is de kans op bijwerkingen zeer klein.
Elastografie kent geen bijwerkingen of risico's.
Het meest belastende is de duur van het onderzoek met een totaliteit van 1 a 2
uur.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Histologisch bevestigde Ziekte van Crohn
>18 jaar
Stenose op beeldvorming en/of bij endoscopie
Start medicamenteuze behandeling, endoscopische dilatatie of chirurgie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Meer dan twee weken tussen start medicatie en echografisch onderzoek
Endoscopische dilatatie voor baseline echografisch onderzoek
Zwangerschap
COPD
Acute coronaire schade
Hartfalen dat klinische gedecompenseerd is
Allergische reactie tegen oraal of intravasculair contrast
Gastroenteritis
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL67230.018.18 |