Primair:Beoordeling van de effecten van meerdere subcutane (SC) doses van elamipretide op het eindsystolisch volume van het linkerventrikel (LV ESV) zoals bepaald door middel van MRI (beeldvorming door magnetische resonantie) van het hartSecundair:*…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair eindpunt:
Verandering in het linker ventrikel eind systolische volume (LV ESV) ten
opzichte van baseline, bepaald door MRI van het hart.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten:
** Adverse events (AEs)
** Veranderingen in vitale functies ten opzichte van baseline
** Veranderingen in ECG's ten opzichte van baseline
** Veranderingen in klinisch lab onderzoek ten opzichte van baseline
* Veranderingen in de volgende parameters, bepaald door hart MRI:
o Linker ventrikel ejectie fractie
o Linker ventrikel eind diastolisch volume
** Veranderingen in de volgende parameters, bepaald door echocardiografie:
o E/A (ratio tussen vroege en late mitralisklep instroomsnelheid)
o E/e* (Ratio tussen vroege mitralisklep instroomsnelheid en vroege
diastolische mitralisklep ring snelheid.
o LV EDV, LV ESV and biplane EF
o globale longitudinale samentrekking van het LV
o volume van het linker atrium
o massa van het linker atrium
o ernst van mitrale en tricuspidale regurgitatie
o Rechter ventrikel fractioneel gebied verandering
o Rechter ventrikel systolische druk
Achtergrond van het onderzoek
Geschat wordt dat ongeveer 1-2% van de volwassen bevolking in de ontwikkelde
landen hartfalen (HF) heeft en de prevalentie stijgt tot *10% bij personen 70
jaar of ouder. HF incidentie neemt voortdurend toe.
Ondanks de aanzienlijke verbetering van de symptomen en overleving waargenomen
bij farmacologische blokkade van het renine-angiotensine en beta adrenerge
systemen, hebben dergelijke geneesmiddeltherapiën gewoonlijk beperkte invloed
op inspanningscapaciteit gehad.
Dit heeft geleid tot het concept dat meerdere gerichte mechanistische
benaderingen van HF gewenst zijn om experimentele ingrepen succesvol te
vertalen in bescherming tegen klinische uiting van de ziektetoestand, evenals
een gunstige invloed op bijbehorende belangrijke bijwerkingen, waaronder
terugkerende ziekenhuisopname en overlijden. Zo'n brede aanpak moet therapieën
omvatten die tegelijkertijd invloed hebben op meerdere aangetaste
orgaansystemen en cellulaire mechanismen.
Elamipretide, met zijn gunstige uitwerking op de functie en metabolisme in
vitro en in diermodellen bij meerdere organen, is een veelbelovende kandidaat
voor het richten op de complexe wisselwerking van factoren die uiteindelijk
leiden tot het syndroom van klinische HF. Het potentieel van elamipretide ter
behandeling van de meerdere orgaansystemen en organellen die bijdragen aan de
HF staat, vertegenwoordigt een belangrijke gelegenheid om in een kritische en
onvervulde medische behoefte te voorzien.
De studiemedicatie is eerder gegeven als enkele intraveneuze (in een ader)
dosis bij patiënten met hartfalen, maar niet als meerdere subcutane doses. Dit
is de eerste studie waarbij het onderzoeksgeneesmiddel wordt gegeven als
meerdere subcutane injecties bij patiënten met chronisch hartfalen.
Meer kan worden gevonden in het protocol pagina 15, paragraaf 4.1
Doel van het onderzoek
Primair:
Beoordeling van de effecten van meerdere subcutane (SC) doses van elamipretide
op het eindsystolisch volume van het linkerventrikel (LV ESV) zoals bepaald
door middel van MRI (beeldvorming door magnetische resonantie) van het hart
Secundair:
*Beoordeling van de veiligheid en verdraagbaarheid van meerdere SC doses van
elamipretide
*Beoordeling van de effecten van meerdere SC doses van elamipretide op de
systolische en diastolische functie van het linkerventrikel (LV), volumes van
het LV, globale longitudinale samentrekking van het LV, volume van het
linkeratrium (LA), massa van het LV, ernst van mitrale en tricuspidale
regurgitatie, en functie van het rechterventrikel (RV).
Exploratoir:
Beoordeling van het effect van meerdere subcutane doses van elamipretide op:
* 6-minuten loopafstand
* kwaliteit van leven
* N-terminale pro-brain natriuretisch peptide (NT-pro-BNP) niveaus
* verandering in BORG dispneu schaal
Onderzoeksopzet
Dit is een fase 2 gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
Elamipretide (MTP-131) wordt geleverd als 40 mg/1 mL steriele oplossing voor subcutane injectie. De dosis elamipretide is 4 mg of 40 mg, 1x daags toegediend als subcutane injectie. De patient wordt door randomisatie ingedeeld in 1 van de 3 behandelgroepen: > Groep 1 zal een dagelijkse dosis van placebo toegediend krijgen (een steriele oplossing van zout in water, ook wel saline genoemd) gedurende 28 dagen. > Groep 2 zal een dagelijkse dosis van 4 mg studie medicatie ontvangen gedurende 28 dagen > Groep 3 zal een dagelijkse dosis van 40 mg studie medicatie ontvangen gedurende 28 dagen
Inschatting van belasting en risico
- hoeveelheid en aantal bloedafnames (zie E6, 11x) ,
- aantal site visits (8x),
- lichamelijk onderzoek en andere testen: elke visite, incl 3x MRI scan (1x met
constrast vloeistof, en 2x zonder)
- vragenlijst (2 types).,
- the risks associated with the investigational product:
Gebaseerd op de klinische- en niet klinische studie data, worden acceptabele
veiligheids risico's verwacht voor de huidige voorgestelde studie.
Verpleegkundigen zullen de proefpersonen thuis bezoeken om de studiemedicatie
toe te dienen waardoor de proefpersonen dagelijks de mogelijkheid hebben om
alles betreffende de veiligheid te rapporteren.
Algemene bijwerkingen die in de fase 1 studie zijn gerapporteerd:
* hoofdpijn
*misselijkheid
* lage Natrium waarden in het serum
Bij het direct onder de huid injecteren van de studiemedicatie, was het meest
algemeen geobserveerde huid reactie: mild erytheem (roodheid) en/ of milde jeuk
(pruritis), wat in het algemeen binnen 5 minuten na toediening optrad.
Patienten met verminderde nierfunctie zullen hogere studie medicatie levels
hebben na toediening van de medicatie. Tot op heden zijn er niet meer
bijwerkingen geweest bij patienten met verminderde nierfunctie, in vergelijking
met mensen met normale nierfunctie.
MRI scan: Patienten kunnen allergisch zijn voor de contrasvloeistof die
gebruikt wordt bij de initiele MRI scan (bij screening visite), of
claustrofobie ervaren tijdens het scannen.
Publiek
275 Grove Street suite 3-107
Newton, MA 02466
US
Wetenschappelijk
275 Grove Street suite 3-107
Newton, MA 02466
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Bereid en in staat om een getekend formulier voor geinformeerde toestemming (ICF) te verstrekken voor deelname aan een onderzoegsgerelateerde procedure
2. Leeftijd *40 and *80 years;
3. Een bekende voorgeschiedenis van chronische ischemische of niet-ischemische cardiomyopathie gedurende tenminste 6 maanden vanaf het moment van de initiele diagnose, of signalen en symptomen overeenkomstig met hartfalen;
4. behandeld met medicatie voor hartfalen met inbegrip van, maar niet beperkt tot, angiotensine-converterende enzym remmers (ACE-remmers) en/ of angiotensine-receptor antagonisten (ARB's) en een evidence based betablokker voor de behandeling van hartfalen. Proefpersonen die geen ACE-remmers of ARB's kunnen verdragen vanwegen een verminderde nierfunctie of hypotensie komen wel in aanmerking. Proefpersonen kunnen aldosteron antagonisten krijgen maar dit is geen vereiste voor het onderzoek.
5. Hartfalen wordt als stabiel beschouwd naar het oordeel van de onderzoeker EN de doses voor de behandeling van hartfalen zijn stabiel gedurende tenminste 1 maand voor het screening bezoek.
6. In normaal sinusritme (gedocumenteerd middels ECG) tijdens de screening en op dag 1 en geen voorgeschiedenis van atrium fibrilleren in de afgelopen 12 maanden.
7. Geen aan hartfalen gerelateerde ziekenhuis opname binnen 1 maand voor het screeningsbezoek
8. Linker Ventrikel Ejectiefractie (LVEF) * 40% zoals bepaald middels 2-D echocardiografie tijdens de screening.
9. Tenminste 3 bruikbare segmenten (aankleuring * 25%) zoals bepaald middels een kwalificerende vertraagde gadolinium-versterkte MRI van het hart tijdens de screening (bevestigd door een onafhankelijk core laboratorium)
10, Bereid om zich tijdens de duur van het onderzoek aan de onderzoeks vereistn te houden
11. Vrouwen die in staat zijn kinderen te krijgen dienen bereid te zijn 1 van de volgende anticonceptiemethoden te gebruiken vanaf de datum dat ze het ICF ondertekenen tot twee maanden na de laatste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel:
a. onthouding wanneer dit in overeenstemming is met de gekozen en gebruikelijke levensstijl van de proefpersoon. De proefpersoon gaat ermee akkoord een aanvaardbare anticonceptiemethode te gebruiken indien zij seksueel actief mocht worden
b. Het onderhouden van een monogame relatie met een mannelijke partner die chirurgisch gesteriliseerd is door middel van vasectomie (de vasectomie procedure moet ten minste 60 dagen voor het screeningsbezoek zijn uitgevoerd of worden bevestigd door middel van sperma analyse)
c. Barriere methode (bv. condoom of afsluitend kapje) met zaaddodend(e) schuim/ gel/ pasta/ creme EN ofwel hormonale anticonceptie (oraal, implanteerbaar of injecteerbaar)of een spiraaltje of intra-uterien systeem.;Opmerking: "Niet in staat zijn kinderen te krijgen" wordt gedefinieerd als chirurgisch gesteriliseerd (bijv. bilaterale ovariectomie, hysterectomie of afbinding van de eileiders) of post-menopauzaal (gedefinieerd als het definitief uitblijven van de menstruatie gedurende ten minste 12 opeenvolgende maanden voor het screeningbezoek).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Voorgeschiedenis van een gelijktijdig optredende medische aandoening die, volgens de mening van de onderzoeker, de mogelijke risico's die gepaard gaan met de toediening van het onderzoeksgeneesmiddel of met enig ander aspect van deelname aan het onderzoek, in sterke mate zou verhogen.
2.Een contra-indicatie voor een MRI-scan zoals bepaald door een lokale vragenlijst
inzake MRI-veiligheid, zoals bijvoorbeeld:
a.Een voorgeschiedenis van intra-orbitale metalen fragmenten die niet zijn verwijderd
b.Ernstige claustrofobie
c.Niet-MRI-veilig(e) cochleair implantaat of intracraniële aneurysmaklemmen
d.Grote tatoeages op de romp die metaalhoudende inkt bevatten
e.Andere niet-verwijderbare geïmplanteerde metalen of elektronische apparaten waarvan niet is vastgesteld dat ze MRI-veilig zijn
f.Onvermogen om op een horizontale vlakke ondergrond te liggen
3.Slechte beeldkwaliteit van het echocardiogram (gedefinieerd als slechte geluidsoverdracht en/of < 10 waargenomen endocardiale segmenten).
4.LVEDD geïndexeerd voor lichaamsoppervlak is > 45 mm/m2 zoals bepaald door middel van 2-D-echocardiografie.
5.Coronaire of perifere revascularisatieprocedures, valvulaire procedures, OF een grote chirurgische ingreep binnen 3 maanden vóór het screeningbezoek.
6.Acuut coronair syndroom, beroerte of Transient Ischaemic Attack (TIA) binnen 3 maanden vóór het screeningbezoek.
7.Obstructieve of restrictieve cardiomyopathie, infiltratieve ziekten van het myocard (bijv. amyloïdose, sarcoïdose, enz.), myocarditis, of reducties in LV-functie waarvan wordt aangenomen dat ze voornamelijk secundair zijn aan valvulaire hartziekte, eerdere hartklepoperatie of bekende aortastenose.
8.De aanwezigheid of voorziene plaatsing van een pacemaker, implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD), of apparaten voor cardiale resynchronisatietherapie (CRT) tijdens de daaropvolgende 6-weekse onderzoeksperiode.
9.Aanwezigheid van een tweedegraads of gevorderd hartblok.
10.Ongecontroleerde hypertensie gedefinieerd als een systolische bloeddruk van > 160 mmHg of een diastolische bloeddruk van > 110 mmHg tijdens ten minste twee opeenvolgende aflezingen.
11.Aanwezigheid van een trombus in het linkerventrikel, pericardiale ziekte, ongecontroleerde schildklieraandoening of een dyskinetisch linkerventrikelaneurysma.
12.Voorgeschiedenis van kanker die symptomen of invaliditeit veroorzaakt of waarschijnlijk zal leiden tot ziekenhuisopname of behandeling in de volgende 12 maanden.
13.De proefpersoon wordt momenteel behandeld met chemotherapeutische middelen of immunosuppressiva of heeft in het verleden radiotherapie van de borstkas ondergaan.
14.Verhoging van de leverenzymen (alanine-aminotransferase [ALT] EN/OF aspartaat-aminotransferase [AST]) > 3 keer de bovengrens van normaal (ULN).
15.Totaal bilirubine > 1,5 keer de ULN in afwezigheid van syndroom van Gilbert.
16.Versterkte bloedingsneiging of een bekende bloeddyscrasie.
17.Anemie, gedefinieerd als hemoglobine < 9 g/dl of geplande bloedtransfusies in de volgende 6 weken.
18.Geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) < 30 ml/min, met behulp van de MDRD (Wijziging van dieet bij nierziekte/Modification of Diet in Renal Disease) -onderzoeksvergelijking.
19.Voorgeschiedenis van hepatitis B, hepatitis C of infectie met humaan immunodeficiëntievirus (HIV), of diagnose van immunodeficiëntie.
20.Bekend actief drugs- of alcoholmisbruik binnen 1 jaar vóór het screeningbezoek. Alcoholmisbruik wordt gedefinieerd als 15 of meer alcoholische consumpties per week voor mannen of 8 of meer voor vrouwen.
21.Ontvanger van een behandeling met een onderzoeksgeneesmiddel of -apparaat of van stamcel- of gentherapie OF deelnemer aan een ander klinisch onderzoek, binnen 3 maanden vóór het screeningbezoek.
22.Een significante acute of chronische medische of psychiatrische ziekte die, volgens het oordeel van de onderzoeker, de veiligheid van een proefpersoon in gevaar zou kunnen brengen, het vermogen van de proefpersoon om het onderzoek te voltooien zou kunnen beperken, en/of de doeleinden van het onderzoek in gevaar zou kunnen brengen.
23.Vrouwen die zwanger zijn, van plan zijn zwanger te worden of borstvoeding geven.
24.Proefpersonen bij wie een wijziging van de doses van hun cardiovasculaire medicatie nodig is (met inbegrip van diuretica) om verergering van de HF symptomen onder controle te houden.
25.Bekende allergie voor gadolinium.
26.De proefpersoon wordt momenteel behandeld met therapeutische doses van anticoagulantia. Antistolling therapie die gebruikt wordt of cardiovasculaire aandoening te voorkomen (primaire preventie) of om chronische aandoening te behandelen (secundaire preventie) is toegestaan, evenals vitamin K antagonisten.
27.De proefpersoon wordt momenteel behandeld met sacubitril/valsartan of trimetazidine
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-005724-10-NL |
CCMO | NL56002.042.16 |