Primaire doelstellingen: (1) het ontwikkelen van valide meetmethoden door het gebruik van verschillende instrumenten (zelf-rapportage, Impliciete Associatie Tests) voor het identificeren van ITs in kinderverkrachters, pedofielen en verkrachters.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
offense-supported beliefs
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Er zijn verschillende primaire uitkomstmaten, namelijk (1) de deelnemersscore
op de ITs en de delict-ondersteunende overtuigingen zoals gemeten zal worden
met de score op de QUITSO, de Molest Scale, de RMAS en de indirecte maten.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn de deelnemers neiging tot sociaal wenselijk
antwoorden (score op de BIDR).
Achtergrond van het onderzoek
Delict-ondersteunende overtuigingen (offense-supported beliefs) zijn
gebruikelijk bij seksueel delinquenten, en dragen bij tot het aanzetten tot het
plegen van seksuele delicten en beïnvloeden het risico op recidive (Ó Ciardha &
Ward, 2013; Hanson & Morton-Bourgon, 2004; Helmus, Hanson, Babchishin, & Mann,
2013). Volgens de literatuur zijn delictondersteunende overtuigingen het gevolg
van zogenoemde Impliciete Theorieën (ITs) die seksueel delinquenten ontwikkelen
en gebruiken om grip te krijgen op hun sociale wereld, om hun keuzes te
begeleiden en hun doelen na te streven (Ward & Keenan, 1999; Polaschek & Ward,
2002; Ward, 2000). Er bestaan twee types ITs voor seksueel delinquenten,
namelijk (1) algemene antisociaal georiënteerde theorieën betreffende de aard
van de wereld en mensen (i.e. Entitlement, Uncontrollability, Dangerous World)
en (2) meer algemene middel-level theorieën gerelateerd aan specifieke personen
en type slachtoffer (i.e. Children as sexual beings, Nature of harm, Women are
unknowable, Women as sexual objects).
Van oorsprong worden deze ITs gemeten door middel van directe meetmethoden
(zelf-rapportage), die op hun beurt echter voor methodologische vragen en
twijfel zorgen. De grootste nadelen van deze vragenlijsten zijn de focus op
nagenoeg alleen de middel-level beliefs (Gannon, Keown, & Rose, 2008),
mogelijke respons bias (e.g., Gannon, Keown, & Polaschek, 2007; Mann, Webster,
Wankeling, & Marshall, 2007) en het mogelijke onvermogen om onbewuste processen
te meten (e.g., Fazio & Olson, 2003; Gawronski & Bodenhausen, 2007; Ward &
Keenan, 1999).
Om deze redden hebben onderzoeker indirecte maten ontwikkeld (constructen meten
onder automatisme) waarbij participanten gevraagd worden zo snel mogelijk te
reageren op stimuli die op het beeldscherm verschijnen. De basis assumptie is
dat iemand sneller zou moeten reageren en minder fouten zou moeten maken indien
het te meten construct overeen komt met de person zijn overtuigingen en ideeen.
Sommige indirecte maten doen dit door te kijken naar de sterkte van de
assocatie tusen verschillende combinaties van stimulie door het vergelijken van
de reactietijden (Implicit Association Task). Andere indirecte maten werken
volgens het principe dat je akkoord dient te gaan met bepaalde stellingen
(Implicit Relational Assessment procedure (IRAP); Relational Response Task
(RRT)). Omdat het gebruik van deze indirecte maten in het forensische veld nog
in de kinderschoenen staat, is het belangrijk te onderzoeken in welke mate deze
testen in staat zijn ITs te maten in termen van convergente, discriminante
(verschillende delinquenten, social wenselijkheid), predictive en incrementele
validiteit (i.e, beter dan zelf-rapportage) in een forensische populatie.
Het doel van de huidige studie is om de gaten in de literatuur aangaande het
meten van de ITs op te vullen door (1) het ontwikkelen van een zelf-rapportage
vragenlijst die alle ITs meet, en (2) het vergelijken van verschillende
indirecte maten.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstellingen: (1) het ontwikkelen van valide meetmethoden door het
gebruik van verschillende instrumenten (zelf-rapportage, Impliciete Associatie
Tests) voor het identificeren van ITs in kinderverkrachters, pedofielen en
verkrachters. Secundaire doelstellingen: (1) kijken naar de verschillen in ITs
tussen verschillende soorten seksueel delinquenten, (2) onderzoeken van de rol
van sociaal wenselijkheid en leeftijd als covariaat
Onderzoeksopzet
Een quasi-random experimenteel design zal gebruikt worden waarbij verschillende
maten voor het meten van ITs (i.e., Questionnaire for Implicit Theories of
Sexual Offenders (QUITSO); IAT, RRT, IRAP) van verschillende seksueel
delinquenten worden ontwikkeld, onderzocht en vergeleken worden met bestaande
maten (Molest Scale, Rape Myth Acceptence Scale (RMAS)). Gebaseerd op
gestratificeerde randomisatie (type zedendelinquent) en behandelsetting
(Inpatient of outpatient) worden de deelnemers gevraagd deel te nemen aan
gedeelte A (QUITSO, Molest Scale, RMAS, BIDR) of gedeelte B (QUITSO, Molest
Scale, RMAS, BIDR, IAT, RRT, IRAP, VT) van de studie. Inpatients zullen
gevraagd worden deel te nemen aan onderdeel B, Outpatient aan onderdeel A.
Participanten uit de algemene bevolking zullen gevraagd worden deel te nemen
aan onderdeel A en B.
Inschatting van belasting en risico
De huidige studie zal bijdragen aan het verder identificeren van ITs, een
risicofactor voor recidiveren van seksueel delinquenten. Verder zal de studie
bijdragen aan het ontwikkelen van de constructen gebruikt in schematherapie en
hierdoor mogelijk bevestiging leveren voor het gebruik van deze methode. Beide
studies te samen zullen een verdure basis vormen voor de behandeling van
zedendeliquenten, en hierbij het risico op recidive verlagen. Aan deelnemers
zal een tijdsinvestering van 60 minuten (gedeelte A) of 1,5 uur (gedeelte B)
gevraagd worden. Het invullen van de vragenlijsten en het maken van de
computertaak is een niet-invasieve en veilige procedure die niet geassocieerd
is met mogelijke risico*s. Hoewel er een kans bestaat op enige emotionele
discomfort, wordt participant voorafgaand aan het onderzoek hiervan op de
hoogte gebracht en wordt de mogelijkheid om deze gevoelens te bespreken
aangeboden. De onderzoekers verwachten geen serieuze negatieve consequenties
voor de deelnemers aan deze studie.
Publiek
Prof. Cobbenhagenlaan 225
Tilburg 5000 LE
NL
Wetenschappelijk
Prof. Cobbenhagenlaan 225
Tilburg 5000 LE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Sexueel delinqenten: Forensische patienten (TBS kliniek of polikliniek) die een hands-on seksueel index delict hebben gepleegd en 18 jaar of ouder zijn. ;Geweldadige delinquenten: Forensische patienten (TBS kliniek of polikliniek) die een geweldadige index delict hebben gepleegd in BOOG category 5-7 of 10-12 (middelzwaar geweld, wapenbezit, vermogen met geweld, zwaar geweld, doodslag, brand, level extra) en 18 jaar of ouder zijn. ;Volwassen mannen uit de algemen bevolking: 18 jaar of ouder.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria zijn: andere seksuele delicten (exhibitionism, voyeurism)/ andere gewelddadige delicten, een IQ < 85 of onderwijsniveau onder MBO2, actieve psychotische symptomen en ombeperkte kennis van de Nederlandse taal in woord en geschrift. ;Voor volwassen mannen uit de algemene populatie zijn exclusiecritarie: een IQ < 85 of onderwijsniveau onder MBO2, en ombeperkte kennis van de Nederlandse taal in woord en geschrift. Participanten met een geschiedenis van enige vorm van seksueel misbruik worden streng afgeraden deel te nemen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL55030.028.15 |