Primaire vraag: Is dEMG-meting een klinische marker om bij (pre-)terme neonaten om work of breathing te kunnen kwantificeren, gecorreleerd aan de |Silverman-Anderson score als maat voor de WOB?
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtwegaandoeningen bij neonaten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- veranderingen in het dEMG signaal, gemeten in microVolt (uV); dEMG maximaal
en dEMG minimaal. Verandering in delta (verschil maximum en minimum), tijdens
de verschillende CPAP niveau's.
- Silverman/ Anderson score tweemaal per blok van 10 minuten bepaald door de
aanwezige onderzoeker. ( Silverman, W. and Anderson, D.: Pediatrics 17:1,
1956).
Secundaire uitkomstmaten
- vitale parameters: hartfrequentie, saturatie, apnoe, ademfrequentie.
Achtergrond van het onderzoek
Op de neonatale intensive care unit (NICU) van het Erasmus MC wordt gebruik
gemaakt van Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) voor de respiratoire
ondersteuning van preterme neonaten. Hiermee wordt middels het toedienen van
flow een druk gecreëerd in de longen waardoor er een sufficiënte gaswisseling
ontstaat. Bij prematuren is er een behoefte aan het stimuleren van een
ademprikkel en ondersteuning van de ademhaling om een te hoge ademarbeid te
voorkomen.
Het monitoren van deze ademarbeid gebeurt op dit moment vooral op basis van de
kliniek en monitoring van de vitale parameters. De patiënten worden
geobserveerd op tachypneu, apneu's, intercostale intrekkingen en op parameters
als saturatie, ademhalingsfrequentie en hartfrequentie. Prematuren hebben
weinig reserves en op het moment dat deze klinische verschijnselen waargenomen
worden zijn zij soms al bijna uitgeput en hebben langere tijd nodig om te
herstellen. Dit kan resulteren in een langere opnameduur.
Actueel ontbreekt een parameter die in een vroeg stadium de mate van work of
breathing (WOB) kan weergeven/ meten.
Tevens kan het instellen van de *best PEEP* voor de individuele patiënt op dit
moment alleen op basis van bovenstaande observaties en parameters.
Er is geen protocol beschikbaar dat als richtlijn kan dienen bij het weanen van
prematuren. Behandelaars handelen nu op eigen inzicht en ervaring. Prematuren
liggen hierdoor mogelijk te lang aan een ondersteuning waar geen behoefte meer
aan is of worden te vroeg geweaned waardoor zij meer hersteltijd nodig hebben.
Met dit onderzoek wordt bekeken of diafragma elektromyografie (dEMG) een
hulpmiddel kan zijn bij het beoordelen van de WOB en instellen van *best PEEP**
bij preterme neonaten op de NICU van het Erasmus MC.
Doel van het onderzoek
Primaire vraag:
Is dEMG-meting een klinische marker om bij (pre-)terme neonaten om work of
breathing te kunnen kwantificeren, gecorreleerd aan de |Silverman-Anderson
score als maat voor de WOB?
Onderzoeksopzet
Vooraf aan de metingen worden er drie electroden op de thorax geplakt (volgens
advies van de fabrikant). Deze electroden bestaan uit twee meet-electroden
(geplakt ter hoogte van diafragma, net onder de ribbenboog in een rechte lijn
op het niveau van de tepels) en een referentie electrode, (geplakt op het
sternum). De electroden worden aangesloten op de EMG-monitor (the Polybench
medical research terminal model A). Nadat de neonaat in een comfortabele
houding is gelegd, zal er gedurende de meetperiode geen interventie
plaatsvinden, tenzij dit klinisch noodzakelijk is. Hiermee wordt gestreefd naar
zoveel mogelijk stabiele meetmomenten.
Er zal een stapsgewijze per 10 minuten op -en afbouwen van de positieve
eind-expiratoire druk (PEEP) plaats vinden; de PEEP wordt met stappen van 2 cm
H20 op en weer afgebouwd, waarbij gestart wordt met 4 cm H20 en er maximaal 8
cm H20 toegediend zal worden. De PEEP start met 4 cmH20, wordt opgebouwd naar 8
cmH20 en weer afgebouwd naar 4 cmH20. Elke stap zal gedurende 10 minuten
toegepast worden.
Op 5 en 10 minuten na elke verandering van de PEEP zal een score met de
Silverman-Anderson score verricht worden en tegelijkertijd vergeleken worden
met een trace van de dEMG meting ( zonder artefacten). De verandering van de
Silverman-anderson score en de verandering van de dEMG meting zullen met elkaar
gecorreleerd worden.
Er zullen stop criteria gebruikt worden: discomfort volgens de Comfort Neo
score, toename van de zuurstofbehoefte met meer dan 15% vanaf de
uitgangswaarde, saturatie dalingen onder de 85% vaker dan twee maal,
bradycardie onder de 100/ min vaker dan twee episode en persisterende klinische
achteruitgang bij beoordeling door de dienstdoende neonatoloog.
Onderzoeksproduct en/of interventie
stapsgewijze ophogen en afbouwen van het CPAP niveau, tussen de 4 en 8 cm H20, in blokken van 10 minuten.
Inschatting van belasting en risico
Voor aanvang worden er drie electroden geplakt. Voor een juiste positie kan het
zijn dat de reeds aanwezige electroden verplaatst moeten worden. De electroden
zitten met een huidvriendelijke/ dermatologisch veilige paklaag vast, welke met
beleid eenvoudig zijn vast en los te halen.
De verschillende niveau's van CPAP worden binnen de klinische setting gebruikt.
Hypo of hyperinflatie kan tot respiratoire achteruigang leiden. De stop
criteria en klinische observatie zijn hierin leidend. Bij overschrijding van
deze grenzen zal de studie gestaakt worden en teruggegaan worden naar de
default CPAP instelling.
Publiek
Wytemaweg 80
Rotterdam 3015CN
NL
Wetenschappelijk
Wytemaweg 80
Rotterdam 3015CN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- preterme neonaten, opgenomen op de neonatologie afdeling
- respiratoir ondersteund met CPAP
- klinisch stabiel, gedurende minimaal 24 uur
- geboren met een zwangerschapsduur boven de 26 weken en onder de 32 weken
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Neonaten met congenitale afwijkingen
- Andere respiratoire ademhalings ondersteunende vormen
- Zwangerschapsduur onder de 26 weken en boven de 32 weken
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL57715.000.17 |