Hyperkyfose en de Cobb angle: wordt de Cobb angle bij ouderen door houding beïnvloed?

Hyperkyfose, een versterkte kromming van de thoracale wervelkolom, komt veel
voor onder ouderen: 20-40% van de gezonde ouderen en tot 55% van geriatrische
patiënten heeft hyperkyfose. Hyperkyfose is geassocieerd met
gezondheidsproblemen, zoals een verdubbeld valrisico en verminderd fysiek
functioneren. Wetenschappelijk onderzoek naar de etiologie en behandeling van
hyperkyfose, leidt mogelijk tot behandelopties, met behoud van fysieke functie
en functionele onafhankelijkheid tot gevolg. Daarom is het meten van de
kyfosehoek bij ouderen klinisch relevant. Echter de meting van kyfose is
nauwelijks gevalideerd en niet gestandaardiseerd. De huidige gouden
standaardmeting, de "Cobb angle", is de hoek tussen de 4e en 12e thoracale
wervel op een laterale röntgenfoto. Deze wordt zowel in liggende als staande
houding gemeten, terwijl niets bekend is over de variatie van deze hoek tussen
verschillende houdingen. Aangezien de kyfosehoek beinvloed wordt door vele
factoren, zoals spierkracht van de rugspieren en de anatomie van de wervels, is
het zeer aannemelijk dat de lichaamshouding tijdens de kyfosemeting de
kyfosehoek beïnvloedt. Tevens is niet bekend hoe goed de Cobb angle correleert
met andere kyfose-meetmethodes, zoals de "occiput-to-wall distance" en de
blokjesmethode. Om onderzoeksresultaten van eerdere studies te kunnen
vergelijken, is dit belangrijk om te weten.

Primair doel: Onderzoeken of er een statistisch significant verschil is tussen
een Cobb angle gemeten in liggende houding en een Cobb angle gemeten in staande
houding

Secundaire doelen:
- Onderzoeken van de correlatie tussen 3 kyfose-meetmethodes: de Cobb angle, de
occiput-to-wall distance en de blokjesmethode
- Onderzoeken van intrarater- en interratervariabiliteit van de Cobb angle

Cross-sectionele single-center observationele cohortstudie.

Het risico tijdens deelname is verwaarloosbaar voor de proefpersoon, volgens de
NFU risicoclassificatie. Stralingsbelasting van de extra laterale röntgenfoto
van de borstkas is laag: 0,02 mSv. Ter vergelijking: de achtergrondstraling in
Nederland is jaarlijks 2,6 mSv per persoon. Het "lifetime attributable risk"
voor kankerincidentie is voor dit onderzoek bij deze leeftijdscategorie zeer
laag: 0.0002 to 0.0310.
De belasting van het onderzoek wordt ook verder als laag beschouwd:
proefpersonen ondergaan 2 eenvoudige klinimetrische kyfosemetingen, die ieder
minder dan 1 minuut duren. Aanvullende vragenlijsten of onderzoeken zijn niet
nodig.