Het doel van het onderzoek is om:1) Te beoordelen of mensen met ASS gebaren maken met vergelijkbare kinematica als typische mensen, en of de overeenkomst tussen de kinematica van mensen met ASS en die van typische mensen kunnen worden verklaard door…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Communicatiestoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Bewegingsexperiment
Gemaakte kinematica worden gekwantificeerd door de Microsoft Kinect. De Kinect
neemt 3D bewegingen op van een aantal gewrichten van het bovenlichaam. De
volgende kinematische kenmerken worden berekend, met gebruik van programmas
ontwikkeld in ons eerder onderzoek,op basis van de opgenomen handelingen:
- Verticale hoogte (hoogste punt bereikt met ieder hand)
- Holdtime (duur van alle pauzes gemaakt tijdens de handeling)
- Pieksnelheid (hoogste snelheid bereikt met de rechter hand)
- Deelbewegingen (aantal verschillende bewegingen gemaakt met de rechter hand)
Deelnemers zullen ieder handeling meerdere keren uitvoeren waardoor wij een
gemiddeld en standardafwijking kunnen bereken voor ieder kinematisch kenmerk en
ieder individuele deelnemer. Kinematische afwijking zal worden berekend op
basis van hoe verschillend de kinematica van de autistische mensen zijn in
vergelijking met de kinematica van de typische mensen.
MRI experiment
Filmpjes van stokfiguurtjes waren gemaakt op basis van de Kinect
bewegingsopnames uit eerder onderzoek. Deze filmpjes dienen als stimuli in het
huidige onderzoek. Waargenomen kinematica zijn degene die berekend waren in ons
eerder onderzoek, waar de stimuli vandaan komen. Dezelfde kinematische
kenmerken waren gebruikt in dit eerder onderzoek, wat een directe vergelijking
mogelijk maakt.
Voor het analyseren van de hersendaten is het blood oxygen level dependent
(verhouding tussen zuurstofrijk en zuurstofarm hemoglobine) signal. Met een
algemeen lineaire model kijken we naar hoe het uitvoeren van de actie
herkenningstaak het BOLD signalen beinvloeden. Deze model gebruiken van om de
connectiviteitsmaten te berekenen.
Secundaire uitkomstmaten
Sociale en motorische cognitie wordt beoordeeld door deelnemers de Acties en
Gevoelens Vragenlijst (EN: Actions and Feelings Questionnaire) te laten
invullen. De Purdue Pegboard Test wordt uitgevoerd om algemene motorische
coördinatie te bepalen. Alle data wordt verzameld om te kijken of prestatie op
de actie herkenningstaak meer samenhangt met geproduceerde kinematica uit het
bewegingsexperiment of meer met algemene sociale en motorische afwijkingen.
Deze data wordt ook gebruikt om de twee groepen te beschrijven.
Achtergrond van het onderzoek
Naast problemen met communicatie en/of sociale situaties is atypisch bewegen
ook kenmerkend voor personen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Het wordt
gedacht dat het bewegen op een atypische wijze ook deel uit kan maken van
problemen met communicatie en sociale functie. Alledaagse communicatie maakt
veel gebruik van communicatieve handelingen, zoals de handbewegingen die worden
gemaakt tijdens het praten, het demonstreren van acties, of gebaren die acties
uitbeelden. In communicatieve situaties waarbij mensen de kinematische
kenmerken van hun handelingen overdrijven, zorgt men ervoor dat de intentie
herkend wordt en de betekenis duidelijk is. Dat wil zeggen, sucesvolle
communicatie kan deels komen door hoe de handeling geproduceerd wordt op het
niveau van kinematica, zoals de snelheid en grootte van de bewegingen.
Kinderen met ASS hebben vaak moeite met het maken van betekenisvolle gebaren,
maar er is weinig onderzoek gedaan naar hoe de gebaren eruitzien als zij wel
gemaakt zijn, vooral in volwassen. Als communicatie afhankelijk is van het
overdrijven van kinematica, dan kunnen atypische bewegingen leiden tot minder
sucesvolle gebaren in mensen met ASS. Daarom is het van belang om er achter te
komen of gebaren die gemaakt zijn door mensen met ASS gekenmerkt zijn door
typische of atypische kinematica.
Het is ook al bekend dat mensen met ASS soms moeite hebben met het begrijpen
van betekenisvolle handbewegingen en ook met het gebruikmaken van kinematische
informatie voor het begrijpen van acties. Zo gebruiken zowel kinderen als
volwassen met ASS geen kinematische informatie om een latere actie of het eind
doel van een actie te voorspellen. Een relevante vraag is of problemen met het
begrijpen van een actie samenhangt met het niet kunnen gebruiken van de
kinematische details van een actie. Eerder onderzoek uit onze groep heeft laten
zien dat typische volwassen (mensen die buiten het ASS vallen) gebruik maken
van overdrijving in hun bewegingen als zij in een communicatieve situatie
zijn. Met name waren spatiale (zoals de grootte en aantal verschillende
bewegingen) en temporale (zoals de snelheid en gebruik van korte pauzes tussen
de verschillene bewegingen) kenmerken overdreven in de meer communicative
situatie in vergelijking met de minder communicatieve situatie. Wij hebben ook
gevonden dat deze overdrijving als gevolg heeft dat anderen mensen deze acties
beter kunnen begrijpen. Als een kijker snel de betekenis van een gebaar moet
aangeven, dan helpen vooral de korte pauzes tussen de bewegingen om dit snel
een nauwkeurig te doen. In dit project gaan wij kijken of mensen met ASS
betekenisvolle gebaren kunnen begrijpen en of het overdrijven van kinematica
leidt tot een betere begrip van de betekenis.
Daarnaast is het belangrijk om te begrijpen hoe de hersenen van iemand met ASS
bewegingsinformatie gebruikt om het begrijpen van acties te ondersteunen. Tot
nu toe is het onbekend of mensen met ASS de kinematische overdrijvingen die
gemaakt zijn in communicatieve situaties zullen herkennen. Hier kan
beeldvorming van de hersenen nieuwe inzichten brengen in hoe kinematische
informatie wordt verwerkt tijdens het verwerken van semantische inhoud
(oftewel, de betekenis van de actie). Herkenning van de betekenis van een actie
gebruikt de zogeheten fronto-parietale *action observation network* van de
hersenen, wat actief wordt als wij de handelingen van andere mensen waarnemen.
Verbindingen tussen verschillende gebieden van dit netwerk lijkt belangrijk te
zijn voor het samenbrengen van diverse bronnen van informatie, zoals het doel
van de handeling, fijne kinematische details, of het gebruik van voorwerpen.
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat er minder verbindingen tussen
verschillende hersengebieden zijn in mensen met ASS, ook specifiek in de Action
Observation Network. Dit suggereert dat atypische verbindingen een kenmerk kan
zijn van het vermogen om de handelingen van anderen te begrijpen. Het is nog
niet bekend of verschillen in de aantal of patroon van verbindingen kunnen
maken dat men communicatieve kinematische signalen kan gebruiken om een actie
makkelijker te begrijpen.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om:
1) Te beoordelen of mensen met ASS gebaren maken met vergelijkbare kinematica
als typische mensen, en of de overeenkomst tussen de kinematica van mensen met
ASS en die van typische mensen kunnen worden verklaard door motorische
stoornissen.
2) Te beoordelen of mensen met ASS kinematische overdrijvingen kunnen gebruiken
om de handelingen van andere te begrijpen.
3) Het patroon van verbindingen vast te stellen tijdens het waarnemen van
handelingen, en bepalen of verschillen in netwerk connectiviteit (verbindingen
in een netwerk) samen hangen met verschillen in het gebruik van kinematische
overdrijvingen tussen typische en autistische mensen.
Onderzoeksopzet
Het project bestaat uit twee experimenten. Het eerste experiment is een
cross-sectioneel gedragsexperiment van dertig minuten. Het tweede experiment
bestaat uit een waarnemingstaak die werd gedaan in een magnetic resonance
imaging (MRI) scanner. Deze sessie duurt ongeveer één uur. In de scanner, maken
wij een structurele scan (T1) en een taakgerelateerde functionele scan tijdens
het uitvoeren van de cross-sectioneel actie herkenningtaak. In totaal zijn
deelnemers ongeveer drie uur bezig met de studie, inclusief pauzes tussen de
verschillende studiedelen. Alles gaat in het Donders Centre for Cognitive
Neuroimaging (DCCN) plaatsvinden. Deelnemers worden naar de specifieke locaties
binnen de DCCN gebracht door de uitvoerend onderzoeker.
Inschatting van belasting en risico
Deelnemers moeten naar de Radboud Universiteit reizen voor de studie. Mogelijk
ongemak in de scanner en vermoeidheid in de loop van de dag horen bij de
risicos van deelnemen aan deze studie. Alle tests worden uitgevoerd op één dag
om de last van reizen tot een minimum te beperken. Vermoeidheid wordt beperkt
door pauzes te maken tussen individuele taken.
Er is geen directe therapeutische of klinische voordeel van het deelnemen aan
deze studie maar dit onderzoek brengt een strakker beeld van hoe verschillende
symptomen van ASS samenhangen en brengt inzichten in de hersenfunctie van
mensen met ASS. Deze inzichten kunnen leiden tot verbeterde therapieën en
betere interacties tussen patienten en zorgverleners.
Publiek
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Wetenschappelijk
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd: 18-40, IQ > 85, rechtshandig, goed of gecorrigeerd zicht.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voorgeschiedenis van psychische aandoeningen, hersenletsel of -operaties. Gebruik van antipsychotica. Voor het hersenscan experiment: metalen voorwerpen in het lichaam die niet kunnen worden verwijderd, zoals een pacemaker of metalen prothese, claustrophobie of stress in de scanner.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL66663.091.18 |