Primaire doelstelling : Het vaststellen van het effect van alicaforsen-klysma's op endoscopische genezing en symptomen van pouchitis bij patiënten met actieve, antibiotica-refractaire pouchitis Secundaire doelstellingen : 1. Het vaststellen in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
- Maagdarmstelsel therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Coprimaire eindpunten:
1. Het percentage proefpersonen met endoscopische remissie; gedefinieerd als
het ontbreken van brokkeligheid en ulceratie, tot uiting komend in een score
van < 1 (endoscopie-onderdeel van een gemodificeerde MAYO-score) in week 10.
Opmerking: het gebied binnen een afstand van 1 cm van het nietje of van de
hechtdraad van de pouch wordt niet meegenomen in de endoscopische beoordeling.
2. Het percentage proefpersonen met een ontlastingsfrequentie die weergegeven
wordt door een MAYO subscore van *1 op week 10.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten:
1. Percentage wijziging in ontlastingsfrequentie vanaf baseline ten opzichte
van placebo; week 6 en week 10.
2. Wijziging in urgentiescore vanaf baseline ten opzichte van placebo; week 6
3. Wijzigingen in rectale bloedingsscore vanaf baseline ten opzichte van
placebo; week 6.
4. Percentage proefpersonen dat in zowel week 6 als week 10 een totale PDAI < 5
behaalt
5. Gemiddelde wijziging in CGQL vanaf baseline in week 6
6. Percentage proefpersonen dat in week 26 geen extra behandeling voor
exacerbaties van pouchitis heeft gekregen vanaf de aanvang van het onderzoek
Achtergrond van het onderzoek
Chirurgische behandeling van colitis ulcerosa omvat het volledig wegnemen van
de dikke darm (proctocolectomie). Herstellende proctocolectomie met ileale
pouch-anale anastomose (IPAA) is uitgegroeid tot een onderdeel van de standaard
chirurgische behandeling van patiënten met colitis ulcerosa (UC, zweervorming
en ontsteking van de dikke darm). Een IPAA is een chirurgische procedure
waarbij een reservoir (pouch) gemaakt wordt van het laatste deel van de dunne
darm. De pouch wordt vervolgens met de anus verbonden en dient als opslagplaats
voor de ontlasting. Ondanks de vooruitgang in de medische therapie hebben
ongeveer 30% van de patiënten met UC uiteindelijk een IPAA nodig. Pouchitis,
een niet-specifieke ontsteking van de pouch, is de meest voorkomende chronische
complicatie bij patiënten met IPAA die een aanzienlijke invloed heeft op de
levenskwaliteit van de patiënten. Hoewel de meeste patiënten met pouchitis
vooral tijdens de eerste stadia van de ziekte gunstig op antibiotica reageren,
ontwikkelen sommige patiënten pouchitis die ongevoelig is voor regelmatige
antibioticabehandeling, en zijn er dus alternatieve therapieën nodig. Er zijn
momenteel geen erkende behandelingen voor pouchitis.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling : Het vaststellen van het effect van alicaforsen-klysma's
op endoscopische genezing en symptomen van pouchitis bij patiënten met actieve,
antibiotica-refractaire pouchitis
Secundaire doelstellingen : 1. Het vaststellen in hoeverre alicaforsen-klysma's
de klinische symptomen van antibiotica-refractaire pouchitis kunnen verbeteren
2. Het vaststellen van het effect van alicaforsen-klysma's op
gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit 3. Het evalueren van de duur van effect
na beëindiging van de behandeling
Tertiaire en verkennende doelstellingen : 1. Het vaststellen van het effect van
alicaforsen-klysma's op de afname van noodingrepen bij pouchitis 2. Het
vaststellen van het effect van het alicaforsen-klysma op histologische
ontsteking 3. Het vaststellen van het effect van het alicaforsen-klysma op de
gezondheidsuitkomsten 4. Het vaststellen van de effecten van het
alicaforsen-klysma op veranderingen in biologische markers, waaronder CRP, WBC
en fecaal calprotectine
Veiligheidsdoelstellingen : Het beoordelen van de veiligheid en
verdraagbaarheid van het alicaforsen-klysma bij patiënten met chronische of
recidiverende acute antibiotica-refractaire pouchitis.
Farmacokinetische doelstellingen : Het bepalen van de systemische blootstelling
van patiënten aan het onderzoeksproduct na enkelvoudige en herhaalde
eenmaaldaagse doses alicaforsen.
Onderzoeksopzet
Een multicentrisch, dubbelblind, gerandomiseerd, gecontroleerd fase 3-onderzoek
bij patiënten met chronische, antibiotica-refractaire pouchitis
De patiënten doorlopen een screeningsperiode van * 3 weken waarin
baselinegegevens worden verzameld en hun geschiktheid wordt beoordeeld. Bij het
baselinebezoek (dag 1) krijgen geschikte patiënten via 1:1 randomisatie a) een
klysma met 240 mg alicaforsen of b) een geschikte placebo toegewezen. Het
onderzoeksgeneesmiddel wordt tot en met week 6 eenmaal per nacht (bij het naar
bed gaan) toegediend.
Volgend op Dag 1 bezoek, proefpersonen zullen op Week 3, 6, 10, 18 en 26 naar
de kliniek terugkomen voor veiligheids- en werkzaamheidsbeoordelingen.
Een voorraad zal gemaakt worden voor proefpersonen die aan de geschikte
criteria voldoen om alicaforsen te krijgen van de open label fase na het
volbrengen van Week 26 van de dubbel blinde fase van de studie. In de open
label fase, alicaforsen behandeling bestaat uit topische alicaforsen 240 mg
klysma (in 60 ml) voor een 6 weken behandelingsperiode.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten zullen naar 1 van de 2 groepen gerandomiseerd worden. Klysma zal eenmaal per dag worden toegepast. Groep 1: Topical alicaforsen 240mg klysma (in 60 ml) voor de 6 weken durende behandelingsperiode Groep 2: Placebo klysma gedurende de 6-weekse behandeling periode
Inschatting van belasting en risico
De studie omvat de toediening van de studie geneesmiddel eenmaal per avond (bij
het naar bed gaan) gedurende 6 weken. Zoals bij alle geneesmiddelen, kan de
patiënten bijwerkingen ervaren, hoewel Alicaforsen is in het algemeen veilig en
goed verdraagbaar.
De regelmatige bijwerkingen die niet-ernstige zijn, zijn buikpijn, virale
gastro-enteritis, verergerde colitis ulcerosa, misselijkheid, vermoeidheid,
verkoudheid, sinusitis, bovenste luchtweginfectie, pijn in de gewrichten,
hoofdpijn.
Zeldzame bijwerkingen zijn milde tot matige proctalgia (rectale pijn) en milde
jeuk. Longontsteking en anemie werden geobserveerd maar longontsteking werd
gedacht mogelijk gerelateerd te zijn aan het onderzoeksgeneesmiddel en het is
niet bekend of de anemie gerelateerd is.
Lichte lokale irritatie geassocieerd met het gebruik van het klysma kan worden
ervaren.
Allergiesymptomen kunnen niet uitgesloten worden.
Zeldzame risico's endoscopie en biopsie omvatten: perforatie of een scheur door
de pouch, bloeding aan de biopsieplaats.
Patiënten moeten de symptomen en de bevestiging van de toediening van het
onderzoeksgeneesmiddel dagelijks in een dagboek melden en vragenlijsten
invullen.
Blood, urine en ontlasting monsters zullen worden genomen. Wat ongemak kan
ontstaan uit deze tests.
Maar patiënten die het onderzoeksgeneesmiddel gebruiken kunnen een verbetering
van de ziekte ervaren.
Publiek
Rose & Crown Walk, 12
Saffron Walden, Essex CB10 1JH
GB
Wetenschappelijk
Rose & Crown Walk, 12
Saffron Walden, Essex CB10 1JH
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
DUBBEL BLINDE FASE INCLUSIE CRITERIA:
1. Schriftelijke geïnformeerde toestemming
2. Mannelijke of vrouwelijke patiënten *18 jaar die een IPAA voor colitis ulcerosa hebben ondergaan
3. Voorgeschiedenis van pouchitis
Gedocumenteerde aanwijzingen voor actieve pouchitis, op basis van endoscopie, symptomen en histopathologie, zoals onderstaand:
4. Endoscopische score * 2 op het endoscopische onderdeel van een gemodificeerde MAYO-score (waarbij * 2 wordt gescoord op brokkeligheid)
Opmerking: het gebied binnen een afstand van 1 cm van het nietje of van de hechtdraad van de pouch wordt beschouwd als onbeoordeelbaar
5. Symptomatische aandoening (ontlastingsfrequentie); de patiënten moeten een hogere ontlastingsfrequentie hebben dan wat als 'normaal' wordt beschouwd na de IPAA-operatie (*baseline*). De ontlastingsfrequentie moet een absolute waarde hebben van * 6 stoelgangen per dag en moet * 3 stoelgangen boven *baseline* na IPAA liggen.
Opmerking: de ontlastingsfrequentie is een 7-daags gemiddelde, afgerond naar het dichtstbij liggende hele getal. Voor het berekenen van het gemiddelde wordt gebruikgemaakt van de gegevens van de 7 meest recente dagen.
6. Histologie: aanwijzingen voor ziekte (score * 2 op PDAI)
7. Totale PDAI-score > 7
8. Moet chronische antibiotica-refractaire pouchitis hebben
Chronische antibiotica-refractaire pouchitis is gedefinieerd als het actief blijven van de aandoening ondanks een antibioticumkuur van ten minste 2 achtereenvolgende weken. Het antibioticagebruik hoeft niet actueel te zijn of binnen een vastgesteld tijdsinterval te hebben plaatsgehad. Vier weken voor het randomisatiebezoek moet er worden gestopt met antibiotica. Dit is effectief 2 weken voor het screeningsbezoek. De antibioticumkuur moet minimaal bestaan uit 1 g ciprofloxacine per dag of 15 * 20 mg metronidazol per kg per dag. Op het moment van randomisatie moeten de proefpersonen gedurende ten minste 4 weken een actieve vorm van de ziekte hebben gehad.;OPEN LABEL FASE INCLUSIE CRITERIA
1. Schriftelijke geïnformeerde toestemming
2. Eerdere deelname aan Week 26 van de dubbel-blinde fase
3. Aangetoonde therapietrouw met eerder alicaforsen/blinde behandeling
4. Huidig bewijs van actieve ziekte gebaseerd op klinische symptomen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
DUBBEL BLINDE FASE EXCLUSIE CRITERIA:
1. Het ontbreken van doeltreffende anticonceptie
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd mogen niet deelnemen tenzij ze gesteriliseerd zijn of een geschikte anticonceptiemethode gebruiken.
De volgende anticonceptiemethoden zijn acceptabel: hormonen (bijv. oraal, injectie, transdermale pleister, implantaat, cervixring), barrièremiddelen (bijv. condoom of pessarium met zaaddodend middel), IUS of IUD. Indien vrouwelijke patiënten hormonale anticonceptiemiddelen gebruiken, moeten deze gedurende 6 weken in gebruik zijn voordat de eerste dosis onderzoeksproduct wordt toegediend. Mannelijke sterilisatie wordt beschouwd als acceptabele anticonceptievorm indien de desbetreffende vasectomieresultaten (afwezigheid van sperma) worden voorgelegd. Seksuele onthouding is acceptabel indien het de anticonceptievorm is die wordt gebruikt binnen de levensstijl waaraan de patiënt normaal gesproken de voorkeur geeft; periodieke onthouding (bijv. kalendermethode, ovulatiemethode, symptothermale methode, post-ovulatiemethode) en terugtrekking zijn geen acceptabele anticonceptiemethoden.
Mannelijke patiënten met vrouwelijke partners in de vruchtbare leeftijd en vrouwelijke patiënten die noch een sterilisatieoperatie hebben ondergaan noch postmenopauzaal zijn (gedefinieerd als: gedurende één jaar geen menses hebben gehad of een FSH-waarde > 40 IU/l hebben), moeten gedurende het onderzoek en in de 30 dagen erna een doeltreffende anticonceptiemethode gebruiken.
2. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
3. Voorgeschiedenis van allergie of ongewenste reactie op oligonucleotiden waaronder alicaforsen, hydroxymethylcellulose, methyl of propylparabenen.
Stabiele gelijktijdig gebruikte medicatie voor pouchitis is toegestaan. Veranderingen in het gebruik van medicatie voor pouchitis en hoge doses orale steroïden zijn niet toegestaan. Het is met name belangrijk dat de medicatie stabiel blijft tot en met de meting van het primaire eindpunt in week 10. Hieronder worden de criteria beschreven die zouden leiden tot uitsluiting van patiënten van het onderzoek:
4. Dosiswijzigingen van sterke pijnstillers, zoals opioïdebevattende middelen, binnen de 4 weken na het screeningsbezoek
5. Voorgeschiedenis van regelmatig NSAID-gebruik
6. Orale middelen met 5-aminosalicylaat (5 ASA); uitgezonderd proefpersonen die binnen 4 weken voor het screeningsbezoek zijn gestopt met doses oraal 5-ASA of bij wie de doses zijn gewijzigd.
7. Oraal budesonide > 6,0 mg/dag is niet toegestaan; uitgezonderd proefpersonen die gedurende < 6 weken voor het screeningsbezoek budesonide hebben gekregen of die bij wie de doses budesonide binnen 4 weken voor het screeningsbezoek zijn gewijzigd.
8. Orale steroïden anders dan budesonide; uitgezonderd proefpersonen die een dagelijkse dosis van meer dan 15 mg prednisolon of een gelijksoortig middel gebruiken, die gedurende < 6 weken voor het screeningsbezoek orale steroïden hebben gekregen of bij wie de dosis binnen 4 weken voor het screeningsbezoek is gewijzigd.
9. Het gebruik van rectaal toegediende middelen is niet toegestaan; hiermee moet worden gestopt bij het screeningsbezoek.
10. Behandeling met immunosuppressiva (azathioprine, 6-mercaptopurine, methotrexaat, cyclosporine); uitgezonderd patiënten die gedurende < 12 weken voor het screeningsbezoek zijn behandeld of bij wie de doses binnen 8 weken voor het screeningsbezoek zijn gewijzigd.
11. Biologicals: Behandeling met anti-tumornecrosefactor (anti-TNF) en/of vedolizumab; niet toegestaan binnen 8 weken voor het screeningsbezoek.
12. Eerder gebruik van alicaforsen is toegestaan; de behandeling moet minstens 12 weken voor het screeningsbezoek zijn afgerond (Proefpersonen die eerder met alicaforsen zijn behandeld, kunnen niet bijdragen aan de primaire werkzaamheidsanalyse).
13. Het gebruik van alle andere middelen tegen pouchitis, waaronder experimentele middelen, moet minstens 8 weken voor het screeningsbezoek zijn gestaakt, of gedurende een periode die equivalent is aan 5 halfwaardetijden (t*) van het middel (de langste periode van de twee).
Het is acceptabel om patiënten te rekruteren die stabiele doses oraal 5-ASA, orale steroïden (een lagere dosis dan hierboven vermeld) en immunosuppressiva blijven gebruiken.
Het is acceptabel om patiënten te rekruteren die 4 weken voor het screeningsbezoek een behandeling met oraal 5-ASA of orale steroïden hebben afgerond of die 8 weken voor het screeningsbezoek een behandeling met immunosuppressiva hebben afgerond.
Opmerking: gedurende het onderzoek moet het gebruik van pijnstillers zo stabiel mogelijk blijven. De voorkeurspijnstiller is paracetamol.
Opmerking: behandeling met VSL3 is toegestaan mits deze in de 4 weken voorafgaand aan het screeningsbezoek stabiel wordt gehouden en mits deze gedurende het onderzoek in een stabiele dosis wordt voortgezet
Ook uitgesloten zijn patiënten met:
14. Anastomotische strictuur
15. Niet in staat om endoscopische beoordeling te ondergaan
16. Fecale incontinentie als gevolg van een gestoorde anussfincterfunctie
17. Infecties met cytomegalovirus of Clostridium difficile
18. Fecestransplantatie binnen 12 weken na screening
19. Intestinale malabsorptie
20. Pancreasmaldigestie
21. Vermoeden van irritable pouch syndrome
22. Cuffitis (ontsteking van de anale mucosa). Patiënten die actieve antibiotica-refractaire pouchitis als belangrijkste aandoening hebben, maar ook cuffitis hebben, kunnen worden ingeschreven voor het onderzoek
23. Ziekte van Crohn in de pouch, gedefinieerd als:
a) complexe perianale of pouch fistel en/of
b) uitgebreide pre-pouch ileitis met diepe ulceratie.
24. Patiënten met een voorgeschiedenis van neoplastische aandoeningen, met uitzondering van basaalcelcarcinoom of niet-gemetastaseerd squameuzecelcarcinoom van de huid
25. Patiënten die in de 2 weken voorafgaand aan dag 1 flacons met nasogastrische/naso-enterische voeding, een elementair dieet of volledige parenterale voeding hebben gekregen
26. Proefpersonen die eerder een klinisch significante en/of persisterende hematologische, renale, hepatische, metabolische, psychiatrische, CZS, pulmonaire of cardiovasculaire aandoening hebben gehad die naar het oordeel van de onderzoeker opname in het onderzoek zou uitsluiten.
27. Patiënten van wie de laboratoriumuitslagen bij de screening klinisch significant zijn
28. Patiënten die mogelijk niet gedurende het volledige onderzoek beschikbaar zijn, die zich waarschijnlijk niet aan het protocol zullen houden of die naar het oordeel van de onderzoeker niet geschikt zijn vanwege een andere reden, bijvoorbeeld omdat ze niet in staat zijn om een klysma-product binnen te houden.
29. Bekkensepsis moet worden uitgesloten als differentiële diagnose binnen 12 maanden voor randomisatie.;OPEN LABEL FASE EXCLUSIE CRITERIA
1. Het ontbreken van doeltreffende anticonceptie
2. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
3. Voorgeschiedenis van allergie of ongewenste reactie op hydroxymethylcellulose, methyl of propylparabenen.
4. Huidig gebruik van onderzoeksproducten
5. Proefpersonen met enige labwaarden die als klinisch significant beschouwd worden
6. Proefpersonen die onbeschikbaar zijn tijdens de behandelingsperiode, mogelijks niet therapietrouw zijn, of die door de onderzoeker voor welke reden ook niet geschikt zijn.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-002952-34-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02525523 |
CCMO | NL55296.000.15 |