Onderzoek draagt bij aan kennis over het relatieve belang van positief affect en negatief affect - en de regulatie daarvan - bij mensen met depressieve klachten.Onderzoek biedt voeding aan de ontwikkeling van interventies voor depressie; huidige…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het onderzoek is gebaseerd op zelfrapportage vragenlijsten. De primaire maat is
de score op de Positive and Negative Affect Scale (PANAS) voor de interventie,
na de interventie en bij follow-up.
Secundaire uitkomstmaten
Het secundaire doel van deze studie is om zicht te krijgen op veranderingen in
emotieregulatiestrategieën en depressieve sympotomen. Dit wordt ingeschat door
de kijken naar de score op de volgende vragenlijsten: Response to positive
affect scale (RPA), Ruminative response schale (RRS), Emotion regulation
profile (ERP), Inventory of depressive symptoms (IDS-SR). Daarnaast wordt de
Subjective Happiness scale (SHS) afgenomen omdat deze de primaire maat in de
orginele studie van Quoidbach en collega's (2009) was en de Questionaire upon
mental imagery (QMI) om individuele verschillen in de mate waarin proefpersonen
zich zaken kunnen verbeelden vast te stellen.
Achtergrond van het onderzoek
De toename in positieve emoties blijkt uit meerdere onderzoeken belangrijker
dan de afname in negatieve emoties voor welzijn en preventie en herstel van
depressie (Cohn et al., 2009; Geschwind et al., 2010; Geschwind et al., 2011).
Meer dan de afwezigheid van negatief affect is positief geassocieerd met een
beter verloop van de depressieve stoornis (Wichers et al., 2012). Dit is
belangrijk voor de behandeling van depressieve symptomen. Meta-analyses hebben
laten zien dat interventies uit de school van de positieve psychologie
significant het subjectieve en psychologische welzijn verbeteren en depressieve
symptomen verminderen (Bolier et al., 2013; Sin & Lyubomirsky, 2009). Echter de
meeste studies zijn gedaan met gezonde deelnemers, studenten of mensen met
milde depressieve klachten. In het huidige onderzoek willen we een interventie
uit de positieve psychologie testen bij een groep patiënten met een depressieve
stoornis, die behandeld worden in de specialistische GGZ. Van deze interventie
is aangetoond dat het de vrolijkheid ('happiness') bij mensen in de algemene
populatie laat toenemen (Quoidbach, et al., 2009). Wij willen onderzoek of deze
interventie zorgt voor een toename in positief affect bij patiënten met een
depressieve stoornis.
Doel van het onderzoek
Onderzoek draagt bij aan kennis over het relatieve belang van positief affect
en negatief affect - en de regulatie daarvan - bij mensen met depressieve
klachten.
Onderzoek biedt voeding aan de ontwikkeling van interventies voor depressie;
huidige interventies richten zich primair op het verminderen van negatief
affect. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het vermeerderen van positief
affect minstens zo belangrijk is bij depressie; dit onderzoek werpt licht op
interventies die daartoe effectief zijn.
Onderzoeksopzet
Het is een between subjects design waarbij patiënten na informed consent in
vier groepen worden verdeeld: drie interventiegroepen en een controlegroep
zonder interventie. Het onderzoek vindt plaats in de tijd na de intake en
voordat de behandeling start (reguliere wachtperiode).
Gekeken wordt in hoeverre toewijzing aan de verschillende condities gepaard
gaat met een verandering in positief affect tussen het begin en einde van de
interventie (voormeting vs. nameting) en van de nameting tot een moment 2 weken
later (nameting vs. follow-up).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Er zijn 3 verschillende interventie condities. Aan de eerste groep wordt gevraagd positieve gebeurtenissen te visualiseren, een tweede groep om negatieve gebeurtenissen te visualiseren en tenslotte een derde groep om neutrale gebeurtenissen te visualiseren. Dit gaat steeds om vier situaties die zich de volgende dag redelijkerwijs zouden kunnen voordoen.
Inschatting van belasting en risico
Deelnemers aan het onderzoek vullen vragenlijsten in op T1, T2 en T3 wat steeds
30 minuten in beslag zal nemen. Daarnaast zullen deelnemers die worden
toegewezen aan een interventieconditie een dagelijkse oefening doen, waarbij
zij zich gebeurtenissen voor de volgende dag voorstellen. Dit kost 15 minuten
gedurende 15 opeenvolgende dagen. In totaal komt dit neer op een belasting van
315 minuten (5 uur en 15 minuten) voor een deelnemer in een
interventieconditie. Aan het onderzoek zijn geen veiligheidsrisico's verbonden.
Het is mogelijk dat het verbeelden van negatieve toekomstige gebeurtenissen
enig negatief gevoel zal veroorzaken. Echter dit wordt ingeschat als tijdelijk
en minimaal en zal niet zorgen voor ernstige negatieve effecten voor de
deelnemers. Deelnemers kunnen bij vragen of zorgen contact opnemen met de
onderzoekers, hun behandelaar of een onafhankelijke expert. Daarnaast zijn
deelnemers te allen tijde vrij om zich terug te trekken uit het onderzoek,
zonder dat dit negatieve consequenties heeft voor de rest van de behandeling.
Publiek
Heidelberglaan 1
Utrecht 3584 CS
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 1
Utrecht 3584 CS
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Hoofddiagnose van een depressieve stoornis
- Dagelijks toegang hebben tot een computer met internet
- Voldoende Nederlandse lees- en schrijfvaardigheid
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Hoog risico op suicidaliteit
- Psychotische symptomen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL55847.041.15 |