(1) De longitudinale taal- en spraakontwikkeling omschrijven bij prematuur geboren kinderen op 9 jaar. (2) Onderzoeken of er een relatie is tussen de taal- en spraakontwikkeling en de ontwikkeling van het neurologische (taal) systeem. (3)…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Neonatale en perinatale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Aandoening
language and speech development
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is de kernscore van de Clinical Evaluation of Language
Fundamentals-4 (CELF).
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn: receptieve woordenschat (Peabody Picture
Vocabulary Test * PPVT); vertelvaardigheid (Renfrew Bus-story), synchronisatie
van de hersenen (EERG/ERP), schools functioneren (Cito-scores), intelligentie
quotient (Wechsler Intelligence scale for children), complex horen (DDT),
gedrag (Child Behaviour Checklist * CBCL), executieve functies (Behaviour
Rating Inventory of Executive Function * BRIEF), het zelfbeeld van het kind
(Self-Perception Profile for Children * SPPC), de verstaanbaarheid
(Intelligibility in Context Scale * ICS), de tevredenheid van ouders met de
communicatie in alledaagse situaties (VAS-schaal en Children*s Communication
Checklist - CCC-2), de receptieve woordenschat van een van de ouders (Peabody
Picture Vocabulary Test * PPVT) en de kwantificeerbare microstructurele
verbinding tussen de hersenhelften via geavanceerde magnetische resonantie
beeldvorming (MRI) (zogenaamde diffusion tensor imaging sequenties)
Achtergrond van het onderzoek
Een op de tien kinderen wordt prematuur geboren, wat betekent dat er elk jaar
500,000 kinderen in Europa te vroeg geboren worden. Helaas houdt 40% van de
kinderen die geboren worden bij een zwangerschapsduur van 24-32 weken
neurologische ontwikkelingsproblemen, zoals problemen in de taal- en
spraakontwikkeling. Problemen met complexe taalfuncties lijken groter te worden
tussen de leeftijd van 3 tot 13 jaar. Dit is een belangrijk en alarmerend
resultaat gezien de extreem belangrijke rol van taal in het schoolse
functioneren en in de communicatie in het alledaagse leven. De onderliggende
neurale oorzaken voor deze taalproblemen zijn nog steeds niet duidelijk. Waarom
ontwikkelt de taal zich in sommige premature kinderen goed en in andere niet
goed? Ondanks de resultaten van enkele cross-sectionele neurologische
onderzoeken waaruit blijkt dat er functionele en structurele verschillen zijn
tussen premature en op tijd geboren kinderen, is er nog onvoldoende onderzoek
gedaan naar de longitudinale taalontwikkeling en de onderliggende factoren van
taalstoornissen in deze groep. Kennis is nodig om het effect van de
vroegegboorte op de longitudinale taalontwikkeling te beschrijven.
Doel van het onderzoek
(1) De longitudinale taal- en spraakontwikkeling omschrijven bij prematuur
geboren kinderen op 9 jaar.
(2) Onderzoeken of er een relatie is tussen de taal- en spraakontwikkeling en
de ontwikkeling van het neurologische (taal) systeem.
(3) Onderzoeken of deze uitkomsten in taal- en spraakontwikkeling en het
neurologisceh onderliggende systeem in prematuren op een bepaald moment in het
traject (2, 4 of 9 jaar) problemen in het schoolse functioneren kan
voorspellen.
Onderzoeksopzet
De huidige studie is een vervolgstudie van de longitudinale cohort studie van
van Noort-van der spek [MEC-2012-149] en omvat een single-centrum longitudinaal
observatie cohort. 62 patienten van de originele studie van van Noort-van der
Spek zijn onderzocht op 2- en 4-jarige leeftijd. De ouders van deze kinderen
gaven allen toestemming om contact met hen op te nemen over wetenschappelijk
vervolgonderzoek. Ouders zullen worden gevraagd met hun kind deel te nemen aan
de huidige studie nadat zij hierover uitgebreid geinformeerd zijn. Deelname
bestaat uit het invullen van verschillende vragenlijsten door ouders over
gedrag, executieve functies, verstaanbaarheid en communicatie in het algemeen.
De kinderen zelf zullen ook gevraagd worden een vragenlijst in te vullen over
hun zelfbeeld. Ouders en kind zullen worden gevraagd om het Erasmus MC-Sophia
te bezoeken zodat de simpele en complexe taalfuncties, het perifere en complexe
horen, de activiteit in het brein en de cognitie getest kunnen worden. Een van
de ouders zal gevraagd worden ook een passieve woordenschattest te doen. De
leerkracht van het kind zal gevraagd worden om een vragenlijst over het gedrag
en de executieve functies van het kind in te vullen en de schoolse prestaties
(scores op de Cito-toets) te verstrekken. Na het bezoek aan het ziekenhuis
zullen ouders en het kind gevraagd worden om ook deel te nemen aan een
optioneel tweede bezoek waarin een MRI-scan gemaakt zal worden van de hersenen
van het kind.
Een groep gematchte voldragen controle kinderen zal getest worden op een deel
van de onderzoeken; ERP-meting, gehoortest en woordbegripstest.
Inschatting van belasting en risico
Belasting voor te vroeg geboren doelgroep: het gedrag, de executieve functies,
de verstaanbaarheid en het zelfbeeld van het kind worden beoordeeld via
vragenlijsten voor ouders (45 minuten), leerkracht (35 minuten) en het kind
zelf (15 minuten). In een eerste bezoek aan het Erasmus MC - Sophia zal de
complexe taal getest worden in ongeveer 90 minuten. Een ERP zal worden gemeten
in 60 minuten. Het IQ wordt getest in 60 minuten en het gehoor in 20 minuten.
Tussen de verschillende testen zullen korte pauzes worden genomen. Tijdens de
afname van de IQ test zal de korte taaltest bij de ouder afgenomen worden. In
een optioneel tweede bezoek zal een MRI-scan worden gemaakt (60 minuten)
Belasting voor de controle groep: taaltest naar woordbegrip (10 minuten),
ERP-meting (60 minuten), gehoortest (20 minuten).
Belasting deelnemende ouder: taaltest naar woordbegrip (10 minuten), afname
vindt plaats tijdens afname van IQ-test van deelnemende kind bij psycholoog.
Hierdoor is er geen sprake van extra (lang) bezoek in het ziekenhuis.
Risico's: Het verzamelen van de scores op cognitie, taal, spraak en gehoor
bevat geen enkel risico voor het kind. Het dragen van de elektrodenkap voor de
ERP-meting bevat ook geen enkel risico. Het maken van de optionele MRI-scan
wordt ook als volledig veilig beoordeeld gezien alle standaard procedures
gevolgd zullen worden.
Publiek
Dr. Molewaterplein 60
Rotterdam 3015 GJ
NL
Wetenschappelijk
Dr. Molewaterplein 60
Rotterdam 3015 GJ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor preterme onderzoeksgroep (N=60): Kinderen en hun ouders hebben deelgenomen aan de studie van van Noort-van der Spek [MEC-2012-149] en ouders hebben toestemming gegeven om contact met hen op te nemen in de toekomst voor verder wetenschappelijk onderzoek.
Een ouder van elk deelnemende te vroeg geboren kind (N=50): de ouder die zijn/haar deelnemende kind begeleidt op de testdag zal toestemming moeten geven voor zijn/haar eigen deelname aan een taaltestje.;Voor a terme controlegroep (N=24): kinderen moeten a term geboren zijn (>37 weken zwangerschap) en elk individueel kind moet gematcht zijn aan een preterme deelnemer wat betreft leeftijd, geslacht en opleidingsniveau van moeder.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Deelnemers (zowel te vroeg geboren deelnemers als controles) met een permanent (cochleair) gehoorverlies van >20 dB aan het beste oor, gemeten met toonaudiometrie zullen worden geexcludeerd.;Voor het maken van een MRI-scan worden de volgende deelnemers geexcludeerd:
- deelnemers met niet-verwijderbare metalen of magnetische implantaten.
- deelnemers met claustrofobie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL54905.078.15 |