HoofddoelEvalueren of tralokinumab na 14 weken behandeling (in steady-state) het metabolisme van substraten van CYP 1A2-, 2C9-, 2C19-, 2D6- of 3A4-routes verandert bij personen met matig-tot-ernstige atopisch eczeem.Secundaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Huid- en onderhuidsweefselaandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Ratio van de AUClast in week 15 (na meerdere doses tralokinumab, AUClast, MD)
tot die op dag -7 (bij baseline, AUClast, basis) voor elk van de 5 substraten
- Ratio van de Cmax in week 15 (Cmax, MD) tot die op dag -7 (Cmax, basis) voor
elk van de 5 substraten
Secundaire uitkomstmaten
- Ratio van de AUClast op dag 8 (na een enkele dosis tralokinumab, AUClast, SD)
tot die op dag -7 (AUClast, basis) voor elk van de 5 substraten
- Ratio van de Cmax op dag 8 (Cmax, SD) tot die op dag -7 (Cmax, basis) voor
elk van de 5 substraten
- Ratio van de AUCinf op dag 8 (AUCinf, SD) tot die op dag -7 (AUCinf, basis)
voor elk van de 5 substraten
Achtergrond van het onderzoek
Omdat AD is geassocieerd met verhoogde pro-inflammatoire cytokines, en omdat
verhoogde niveaus van bepaalde cytokines tijdens chronische ontsteking de
vorming van cytochroom P450 (CYP) enzymen kunnen veranderen, kan er potentieel
sprake zijn van een drug-drug interactie bij AD.
De huidige concept richtlijn voor geneesmiddel interactiestudies (FDA 2017)
beveelt aan om klinische proeven uit te voeren om het effect van een
therapeutisch eiwit op CYP-enzymen in de doelpopulatie van de patiënt te
bepalen als het therapeutisch onderzoekseiwit een cytokine- of
cytokinemodulator is. Dit is het geval met tralokinumab, het geneesmiddel voor
onderzoek (IMP) in deze studie.
Doel van het onderzoek
Hoofddoel
Evalueren of tralokinumab na 14 weken behandeling (in steady-state) het
metabolisme van substraten van CYP 1A2-, 2C9-, 2C19-, 2D6- of 3A4-routes
verandert bij personen met matig-tot-ernstige atopisch eczeem.
Secundaire doelstellingen
Evalueren of een enkele dosis tralokinumab het metabolisme verandert van
substraten van CYP 1A2-, 2C9-, 2C19-, 2D6- of 3A4-routes bij personen met
matig-tot-ernstig atopisch eczeem
Om de veiligheid en verdraagbaarheid van tralokinumab te evalueren bij personen
met matig-tot-ernstig atopisch eczeem
Onderzoeksopzet
De proef zal bestaan **uit een screeningperiode van 2-5 weken (week -6 tot dag
-7), een pre-IMP-periode van 1 week (dag -7 tot dag 1), een behandelingsperiode
van 16 weken (dag 1 tot en met week 16) en een 14 weken durende
veiligheidsopvolgingsperiode (week 16 tot week 30).
In aanmerking komende proefpersonen kunnen meedoen aan de open label,
langdurige verlengingsproef (LP0162-1337, ECZTEND) in week 16 of later.
Na de pre-IMP-periode worden alle patiënten op dag 1 gedoseerd met tralokinumab
600 mg (4 ml) en vervolgens elke 2 weken met tralokinumab 300 mg (2 ml). De
laatste dosis tralokinumab zal worden toegediend in week 14.
Na toediening van de 5 substraten (cafeïne, warfarine, omeprazol, metoprolol en
midazolam [CYP-cocktail]) op dag -7, dag 8 en week 15, zullen plasmamonsters
worden verzameld gedurende maximaal 7 dagen na het doseren van de cocktail voor
het meten van plasmaconcentraties van de substraten.
Voor elk van de 5 substraten worden de farmacokinetische (PK) parameters op dag
-7 (basislijn) vergeleken met de PK-parameters op dag 8 (na een enkele dosis
tralokinumab) en in week 15 (na meerdere doses tralokinumab).
Plasmaconcentraties van tralokinumab zullen worden gemeten bij de
doseringsbezoeken voor de cocktail op dag 8 en in week 15. Bovendien zullen de
plasmaconcentraties van tralokinumab worden gemeten vóór toediening van
tralokinumab in week 4 en 14 en twee weken na de laatste toediening van
tralokinumab, dat is in week 16.
Alle proefpersonen gebruiken een indifferent middel tweemaal daags (of meer,
indien nodig) gedurende ten minste 14 dagen vóór de baseline en zullen deze
behandeling gedurende de hele studie (inclusief de periode van
veiligheidsopvolging) voortzetten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tralokinumab CYP cocktail: - Caffeine - Warfarine - Omeprazol - Metoprolol - Midazolam
Inschatting van belasting en risico
Er is een onvervulde medische behoefte aan nieuwe therapieën voor personen met
matige tot ernstige AD, omdat de huidige immunosuppressieve medicatie, zoals
cyclosporine, methotrexaat en azathioprine, geassocieerd zijn met toxiciteit op
lange termijn. Hoewel dupilumab in klinische onderzoeken in AD een aanvaardbare
baten/risicoverhouding vertoont, is de werkzaamheid en veiligheid op lange
termijn met dupilumab momenteel beperkt.
Tralokinumab heeft werkzaamheid aangetoond in matige tot ernstige AD in fase
2-onderzoeken en heeft een aanvaardbaar veiligheidsprofiel aangetoond bij AD,
astma, colitis ulcerosa, idiopathische pulmonaire fibrose en in onderzoeken bij
gezonde proefpersonen. Het besproken bewijs ondersteunt verder de hypothese dat
personen met AD kunnen profiteren van behandeling met tralokinumab.
In de klinische studies die tot op heden zijn afgerond, werd tralokinumab goed
verdragen. Er zijn een aantal theoretische potentiële risico's geïdentificeerd
die worden beschreven in de huidige versie van de Investigator's Brochure, met
inbegrip van overgevoeligheidsreacties, immuuncomplexziekte, ernstige
infecties, maligniteiten en interferentie met de reproductieve functie.
Publiek
Zernikedreef 8
Leiden 2333CL
NL
Wetenschappelijk
Zernikedreef 8
Leiden 2333CL
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* Leeftijd 18 en hoger.
* Diagnose van AD zoals gedefinieerd door de Hanifin en Rajka 1980 criteria voor AD.
* Voorgeschiedenis van AD gedurende * 1 jaar.
* Personen met een recente historie van onvoldoende respons op behandeling met lokale medicatie of voor wie lokale behandelingen medisch gezien niet raadzaam zijn.
* *10% lichaamsoppervlakte aangedaan door AD bij screening en baseline.
* Stabiele dosis indifferent middel tweemaal daags (of meer, indien nodig) gedurende ten minste 14 dagen vóór baseline.
* Bereidheid om zich te onthouden van consumptie van 1 of meer van de volgende producten in de aangegeven perioden:
o ± 7 dagen binnen elk bezoek voor een cocktaildosering (dat wil zeggen, tussen de bezoeken van dag -14 en dag 15 en tussen de bezoeken van week 14 en week 16): voedingsmiddelen / dranken die het CYP-systeem beïnvloeden:
- Grapefruit of grapefruitsap, Sevilla sinaasappels of sinaasappelsap, sterfruit, granaatappel en cranberry sappen, rode wijn, rode druif extract.
- Kruisbloemige groenten, inclusief maar niet beperkt tot broccoli, kool, bloemkool, boerenkool, spruitjes, radijs, raap, mierikswortel.
- Vlees bereid op houtskool
o ± 48 uur binnen elk bezoek voor een cocktaildosering: cafeïnehoudende dranken, voedingsmiddelen/medicatie die cafeïne bevatten, inclusief koffie, thee (zwart en groen), coca-cola, energiedrankjes en chocolade.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
* Toediening, binnen 14 dagen of 5 halfwaardetijden (welke langer is) voorafgaand aan Dag -7, van elk medicijn dat een bekende inductor of remmer van 1 of meer van de volgende CYP-enzymen is: CYP3A, CYP2C19, CYP2C9, CYD2D6 en CYP1A2.
* Personen met een lage metabolisme voor enzymen CYP2C9-, CYP2C19- of CYP2D6, op basis van genotypering.
* Elke contra-indicatie voor 1 of meer van de volgende geneesmiddelen, zoals beschreven in de bijsluiter van de middelen: caffeïne, warfarine, omeprazol, metoprolol of midazolam.
* Gebruik van 1 of meer van de volgende producten in de aangegeven perioden:
o Vanaf dag -14 (± 7 dagen binnen elk bezoek voor een cocktaildosering):
voedingsmiddelen / dranken die het CYP-systeem beïnvloeden:
- Grapefruit of grapefruitsap, Sevilla sinaasappels of sinaasappelsap, sterfruit, granaatappel en cranberry sappen, rode wijn, rode druif extract.
- Kruisbloemige groenten, inclusief maar niet beperkt tot broccoli, kool, bloemkool, boerenkool, spruitjes, radijs, raap, mierikswortel.
- Vlees bereid op houtskool.
o Vanaf dag -9 (± 48 uur binnen elk bezoek voor een cocktaildosis):
cafeïnehoudende dranken, voedingsmiddelen / geneesmiddelen die cafeïne bevatten, waaronder koffie, thee (zwart en groen), coca-cola, energiedranken en chocolade.
* Misselijkheid of diarree 1 week voor dag -7.
* Actieve huidaandoeningen die de diagnose AD kunnen vertekenen.
* Gebruik van zonnebanken of fototherapie binnen 5 weken voorafgaand aan dag -7.
* Behandeling met systemische immunosuppressieve/immunomodulerende geneesmiddelen en/of systemische corticosteroïden binnen 3 weken voorafgaand aan dag -7.
* Behandeling met lokale corticosteroïden, lokale calcineurineremmers of lokale fosfodiësterase 4-remmers binnen 1 week voorafgaand aan dag -7.
* Gebruik van elke op de markt verkrijgbare biologische therapie (d.w.z. immunoglobuline of anti-immunoglobuline E) inclusief dupilumab of experimentele biologische middelen:
o Celafbrekende middelen, inclusief maar niet beperkt tot rituximab: binnen 6 maanden voorafgaand aan baseline (dag -7) of tot het aantal lymfocyten weer normaal is, afhankelijk van welke van beide het langst duurt.
o Andere biologische geneesmiddelen: binnen 3 maanden of 5 halfwaardetijden, welke langer duurt, voorafgaand aan de baseline (dag -7).
* Actieve huidinfectie binnen 1 week voorafgaand aan dag -7.
* Klinisch significante infectie binnen 4 weken voorafgaand aan dag -7.
* Een parasitaire infectie met helmint binnen 6 maanden voorafgaand aan de datum waarop geïnformeerde toestemming is verkregen.
* Tuberculose die behandeling vereist binnen de 12 maanden voorafgaand aan de screening.
* Bekende primaire immunodeficiëntie-aandoening.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | 2018-000534-35 |
ClinicalTrials.gov | NCT03556592 |
CCMO | NL68628.056.18 |