Het doel van de studie is om de invloed van lichaamssamenstelling (vetpercentage) op de IFX concentratie te onderzoeken, in vergelijking tot het bepalen van alleen het gewicht. Eveneens zal er gekeken worden of lichaamssamenstelling en BMI en de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat van de studie is de correlatie tussen vetpercentage,
gemeten met de gevalideerde weegschaal, en de IFX spiegel in het bloed. Het
vetpercentage zal gemeten worden voorafgaand aan het IFX infuus.De IFX spiegel
zal worden bepaald in het bloed. Voorafgaand aan de gift IFX zal een dalspiegel
bepaald worden. Deze meting valt onder de reguliere zorg. 30 minuten na afloop
van het infuus zal de topspiegel bepaald worden. Deze meting valt niet onder de
reguliere zorg en is dus, net als het meten van de lichaamssamenstelling een
extra meting. Bij de patiënten die al langer IFX gebruiken zal deze meting 30
minuten na aflopen van de gift zijn. Bij patiënten die starten met IFX zal dit
bij hun derde gift in week 6 plaatsvinden.
Secundaire uitkomstmaten
Secundair zal de lichaamssamenstelling worden gemeten met; huidplooimetingen,
middelomtrek, knijpkracht, BMI en lichaamsoppervlakte. Deze waarden zullen ook
gerelateerd worden aan de IFX concentratie in het bloed.
Tevens zal secundair de ziekte activiteit de inflammatieparameters en het
aantal geconstateerde adverse events gerelateerd worden aan het vetpercentage.
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met inflammatory bowel disease (IBD), met de ziekte van Crohn en
Colitis Ulcerosa als de belangrijkste representanten, hebben chronische,
recidiverende, inflammatoire processen in de darm. De behandeling van IBD
bestaat bij 10-30% van de populatie uit anti-TNFalfa (TNFi) medicatie zoals
bijvoorbeeld infliximab (IFX). TNFi behoren tot een relatief nieuwe groep
medicatie, de biologicals. Ze zijn effectief in de behandeling van IBD, maar
hebben ook bijwerkingen, een primary therapy failure rate rond de 10-40% en
secundair loss of response (LOR) van ongeveer 10% op jaarbasis, en gaan
daarnaast gepaard met hoge (behandel) investeringskosten.(1) In de huidige
praktijk wordt de dosering van de meesten van deze TNFi medicatie gebaseerd op
het gewicht van de patiënt, in het bijzonder bij IFX .
In een artikel van Dotan et al.(2) werd gekeken naar de invloed van
verschillende patiëntkarakteristieken op de farmacokinetische eigenschappen van
IFX, in patiënten met IBD. Hieruit bleek dat er geen lineaire relatie was
tussen gewicht en de klaring van IFX. Patiënten met een lager lichaamsgewicht
hadden 35% lagere IFX spiegels op alle tijdstippen bij een vaste dosering van
5mg/kg in vergelijking met patiënten met een twee maal zo hoog gewicht.
Hedendaags wordt IFX gedoseerd in mg medicament per kg lichaamsgewicht, naar
aanleiding van onderzoek naar farmacokinetiek en -dynamiek in het verleden.
Verder lijkt uit het bovengenoemde artikel te concluderen dat de dosering van
IFX niet optimaal is, en dus mogelijk geoptimaliseerd kan worden. Zo lijkt een
individu met een hoger lichaamsgewicht niet dezelfde hoeveelheid mg/kg nodig te
hebben als een individu met een lager gewicht om gelijke concentraties te
krijgen. In andere artikelen wordt ook beschreven dat lichaamssamenstelling
wellicht een betere maat dan gewicht is voor doseren van TNFi medicatie. (3, 4)
Body mass index (BMI) wordt vaak gebruikt als maat voor lichaamssamenstelling.
BMI lijkt echter ook geen ideale maatstaaf te zijn voor dosisoptimalisatie van
IFX. (3, 4) Voedingsstatus, gemeten aan de hand van lichaamssamenstelling
(vetmassa en vetvrije massa) is wellicht een betere maat/biomarker om de
dosisoptimalisatie mogelijk te krijgen (in de IBD patiëntenpopulatie). Dit in
vergelijking met gewicht of mogelijk ook met BMI (2-4). Lichaamsoppervlakte, te
berekenen vanuit lichaamsgewicht en lengte, is wellicht ook een maatstaaf voor
de dosering van de medicatie en wordt hedendaags in de oncologie gebruikt.(5)
In de studie van Scaldaferri et al (6), wordt beschreven dat patiënten met een
hoog BMI, een hogere concentratie van IFXin hun bloed hebben 30 minuten na
infusie van de medicatie (de zogeheten topspiegel), in vergelijking met mensen
met een laag BMI. Voorafgaand aan het geven van de medicatie wordt dit verschil
nog niet aangetoond (dalspiegel). Deze hogere topspiegel in patiënten met een
hoger BMI lijkt echter niet voor een betere respons op de medicatie te zorgen.
Wanneer er gekeken werd naar lichaamsvet werd er geen statistisch verschil
gevonden tussen topspiegel van patiënten met een hoog of laag
lichaamsvetgehalte. Hieruit kan gehypothetiseerd worden dat
lichaamssamenstelling wellicht een betere maat is voor het bepalen van de
dosering van IFX.
Bij patiënten met IBD is de voedingsstatus vaak suboptimaal. De etiologie
hiervan is multifactorieel, waar malnutritie en malabsorptie van nutriënten
deel uitmaken. (7) In de literatuur wordt verder ook vaak een verlaagde
spiermassa beschreven (cachexie). (3, 8) Lichaamssamenstelling, gemeten in
vetmassa en vetvrije massa, als maat voor voedingsstatus, is onderbelicht bij
patiënten met deze ziekte.
Gezien het feit dat in de literatuur beschreven wordt dat het bepalen van de
dosering IFX op basis van gewicht geen ideale maatstaaf lijkt te zijn, wordt
naar andere methoden gezocht voor een betere dosering. Het grote voordeel van
gewicht is dat het in de praktijk gemakkelijk te bepalen is. Het is daarom
belangrijk dat een eventuele nieuwe methode op basis van lichaamssamenstelling
ook gemakkelijk in de praktijk is toe te passen. Een optimalere dosering voor
een patiënt kan wellicht leiden tot minder bijwerkingen voor de patiënten en
een lagere LOR. Tevens kan een betere dosering wellicht leiden tot het geven
van een lagere dosering in bijvoorbeeld patiënten met een hoge vetmassa, met
hetzelfde effect op de ziekteactiviteit. Dit kan de kosten verlagen en is dus
interessant voor het financiële aspecten.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is om de invloed van lichaamssamenstelling
(vetpercentage) op de IFX concentratie te onderzoeken, in vergelijking tot het
bepalen van alleen het gewicht. Eveneens zal er gekeken worden of
lichaamssamenstelling en BMI en de eventuele farmacokinetische gevolgen daarvan
de effectiviteit van IFX in een IBD patiëntenpopulatie beïnvloeden.
Primary Objective: Wat is de invloed van vetpercentage, gemeten met een
weegschaal voor vetpercentage, en secundair huidplooimetingen, omtrekmaten,
knijpkracht,BMI en lichaamsoppervlakte, berekend aan de hand van lengte en
gewicht, op de IFX-concentratie in het bloed dat gedoseerd wordt op basis van
alleen het lichaamsgewicht in een IBD-patiëntenpopulatie die IFX medicatie
gebruiken?
Secondary Objective(s): Onderschikkend is de vraag of effectiviteit, dat wil
zeggen is er remissie bereikt, gemeten door de bepaling van het CRP gehalte in
het bloed en het calprotectine gehalte in de feces, of veiligheid (zijn er
bijwerkingen die kwantitatief gerelateerd kunnen worden aan
lichaamssamenstellings-dependente farmacologische variabelen) te relateren is
aan het vetpercentage bij toediening van standaard IFX-doseringsschemata bij
een IBD-patiëntenpopulatie die start met IFX medicatie.
Onderzoeksopzet
In deze observationele studie zal gebruik worden gemaakt van patiënten die al
IFX gebruiken of patiënten die gaan starten met het gebruik van IFX voor de
ziekte van Corhn of Colitis Ulcerosa. Er zal aan de hand van een transversaal
studie-design de relatie tussen lichaamssamenstelling en de concentratie van de
IFX bepaald worden. Dit zal gedaan worden in een studiepopulatie van
IBD-patiënten die al IFX gebruiken. Daarnaast worden patiënten geïncludeerd die
starten met IFX. Gezien bij deze groep nog een steady state in dosis moet
worden bereikt wordt er pas bij het derde infuus de meting verricht De
patiënten zullen geworven worden via de poli van de Maag darm lever (MDL)
artsen in het Zuyderland Medisch Centrum.
Inschatting van belasting en risico
Het meten van de lichaamssamenstelling zal op een niet belastende manier
gebeuren. Hier zijn dus ook geen nadelige effecten te verwachten.
Bloedafnames kunnen pijn doen of een bloeduitstorting geven. De bloedafname
gebeurt uit een al reeds geplaatst infuus voor de IFX medicatie. De deelnemers
hoeven dus niet extra geprikt te worden. Alles bij elkaar nemen we maximaal 6ml
bloed extra af. Deze hoeveelheid geeft bij volwassenen geen problemen. Alle
overige metingen (TNFi dalspiegel, inflammatieparameters in bloed en
ontlasting) en de medicatie gebeuren volgens reguliere zorg. Hieraan zitten dus
geen extra risico's bij deelname aan de studie. Ook hoeven de patiënten niet
vaker dan normaal naar het ziekenhuis te komen. Al met al wordt dus één keer
de lichaamssamenstelling op een niet invasieve manier gemeten en éénmalig een
extra bloedafname uitgevoerd. Dit zal in totaal 2 uur extra tijd kosten. De
belasting is dus laag en de risico's hiervan zijn heel ook laag tot nihil.
Publiek
Dr. H. van der Hoffplein 1
Geleen 6162BG
NL
Wetenschappelijk
Dr. H. van der Hoffplein 1
Geleen 6162BG
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten kunnen worden geïncludeerd wanneer zij over alle van de onderstaande criteria beschikken
1. Patiënt, man of vrouw, is ouder dan 18
2. Patiënt heeft de diagnose Colitis Ulcerosa of Ziekte van Crohn bevestigd gekregen bij een MDL arts in het verleden
3. Patiënt gebruikt IFX voor langer dan 12 weken, of start voor het eerst met de IFX in de studieperiode.
4. Patiënt moet in staat zijn om de patiënten informatie en de uitleg van de onderzoeker te begrijpen
5. Patiënt moet in staat zijn de metingen te ondergaan van de studie en de instructies van de onderzoeker te begrijpen en op de volgen.
6. De patiënt is geïnformeerd en weet het doel en aard van de studie en de bijbehorende risico*s en heeft het toestemmingsformulier getekend voor inclusie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een potentiële deelnemer die over één of meer van de volgende criteria beschikt zal geïncludeerd worden van deelname aan de studie.
1. Patiënten die mentaal of fysiek niet kunnen deelnemen aan de studie, waaronder ernstige geestenziekten
2. Patiënten die in de afgelopen 5 weken een dosisverandering hebben gekregen van hun IFX medicatie.
3. Patiënten die zwanger zijn, borstvoeding geven, of van plan zijn tijdens de studieperiode zwanger te worden.
4. Patiënten met ernstige co-morbiditeiten die de lichaamssamenstelling of de farmacokinetiek kunnen beïnvloeden zijnde;
a. Huidige vorm van maligniteit, of een maligniteit in de recente voorgeschiedenis (<5jaar), met uitzondering van Basaal cell carcinoom, cutaneous squamous cell carcinoom.
b. Lever/nierfalen in de voorgeschiedenis
c. Short Bowel syndroom
d. Hartfalen; gedefinieerd als New York Heart Association (NYHA) klasse III or IV
5. Patiënten die op dit moment deelnemen aan een andere studie, of die in de afgelopen 4 maanden hebben deelgenomen aan een studie met een interventie.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL66944.096.18 |
OMON | NL-OMON28109 |