Primair:Bij 1L-proefpersonen met gemetastaseerde, squameuze NSCLC die de door de onderzoeker gekozen zorgstandaard voor chemotherapie ontvangen (d.w.z. carboplatine en een taxaan):1. Het evalueren van de PFS volgens RECIST 1.1 op basis van een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Progressievrije overleving (PVO) volgens RECIST 1.1
- Algemene overleving (OS)
Secundaire uitkomstmaten
- Algemene responspercentage (Overall Response Rate, ORR) en de duur van de
respons (Duration of Response, DOR)
volgens RECIST 1.1
- Veiligheids- en verdraagbaarheidsprofiel van pembrolizumab
Achtergrond van het onderzoek
In 2012 bedroeg de mortaliteit door longkanker wereldwijd 1,6 miljoen
sterfgevallen. NSCLC is verantwoordelijk voor ongeveer 85% van alle
longkankergevallen en 25% hiervan is squameuze NSCLC. Er is vooruitgang geboekt
in de klinische hantering van NSCLC van een vroeg stadium door uitgebreide
behandelingen met meerdere modaliteiten in te stellen; de prognose voor
gevorderde ziekte is echter niet in aanzienlijke mate verbeterd. Met een totale
vijfjaarsoverleving van 9% tot 13% blijft de behandeling van NSCLC een sterk
onvervulde medische behoefte. Voor de eerstelijnsbehandeling van squameuze
NSCLC in stadium IV zijn nieuwere opties voor chemotherapiecombinaties nodig,
met betere werkzaamheidsresultaten en verbeterde veiligheid en verdraagbaarheid.
Immunotherapie is een nieuwe vorm van behandeling die mogelijk een betere
respons biedt dan conventionele chemotherapie terwijl patiënten een verhoogde
kwaliteit van leven kunnen krijgen, gezien het relatief gunstigere
toxiciteitsprofiel.
Dit onderzoek heeft als doel om de veiligheid en verdraagbaarheid alsook de
effectiviteit van pembrolizumab te beoordelen in proefpersonen met squameuze
NSCLC.
Doel van het onderzoek
Primair:
Bij 1L-proefpersonen met gemetastaseerde, squameuze NSCLC die de door de
onderzoeker gekozen zorgstandaard voor chemotherapie ontvangen (d.w.z.
carboplatine en een taxaan):
1. Het evalueren van de PFS volgens RECIST 1.1 op basis van een centrale
beoordeling door een radioloog bij proefpersonen behandeld met pembrolizumab
vergeleken met placebo.
2. Het evalueren van de OS bij proefpersonen behandeld met pembrolizumab
vergeleken met placebo.
Secundair:
Bij 1L-proefpersonen met gemetastaseerde, squameuze NSCLC die de door de
onderzoeker gekozen zorgstandaard voor chemotherapie ontvangen (d.w.z.
carboplatine en een taxaan):
1. Het evalueren van de ORR en DOR volgens RECIST 1.1 op basis van een centrale
beoordeling door een radioloog bij proefpersonen behandeld met pembrolizumab
vergeleken met placebo.
2. Het evalueren van het veiligheids- en verdraagbaarheidsprofiel van
pembrolizumab.
Onderzoeksopzet
Dit is een wereldwijd, gerandomiseerd, met actieve behandeling
placebogecontroleerd, dubbelblind onderzoek in meerdere centra met parallelle
groepen naar intraveneus (IV) pembrolizumab (ook bekend als MK-3475)
gecombineerd met chemotherapie met carboplatine-paclitaxel/nab-paclitaxel
versus saliene placebo gecombineerd met chemotherapie met
carboplatine-paclitaxel/nab-paclitaxel bij proefpersonen met gemetastaseerde,
squameuze NSCLC die geen eerdere systemische behandeling ontvingen voor
gemetastaseerde ziekte (eerstelijns, 1L).
Onderzoeksproduct en/of interventie
• Groep 1: pembrolizumab 200 mg (Dag 1) + carboplatine AUC 6 (D1) + paclitaxel 200 mg/m2 (D1) OF nab-paclitaxel 100 mg/m2 (D1, D8, D15) q3w voor 4 cycli, gevolgd door pembrolizumab 200 mg (D1) q3w tot ziekteprogressie. • Groep 2: zoutoplossing placebo + carboplatine AUC 6 (D1) + paclitaxel 200 mg/m2 (D1) OF nab-paclitaxel 100 mg/m2 (D1, D8, D15) q3w voor 4 cycli, gevolgd door saliene placebo (D1) q3w tot ziekteprogressie.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten krijgen het onderzoeksmiddel of placebo elke 3 weken tot maximaal 35
behandelcycli. Na het behalen van een complete respons en daardoor beëindiging
van de eerste behandelingsperiode, is (onder bepaalde voorwaarden) een
aanvullende behandeling met MK3475 mogelijk voor maximaal 17 cycli voor
patiënten die progressie hebben getoond. Daarnaast is onder bepaalde
voorwaarden een aanvullende behandeling met MK3475 mogelijk voor maximaal 35
cycli voor patiënten die placebo ontvingen.
De patiënt zal de arts elke 3 weken bezoeken. Bij het eerste bezoek zal een
tumorbiopt (indien nodig) worden afgenomen. Elke visite van Screening t/m Einde
behandeling zal een lichamelijk onderzoek gedaan worden, en bij elke visite
wordt bloed afgenomen (volume 6 - 46 ml per bezoek). Patiënten zullen ook
elektronische vragenlijsten invullen (EQ5D-3L, EORTC QLQ-C30, EORTC QLQ-LC13)
bij cyclus 1 t/m 7, daarna elke 3 cyclus tot 48 weken behandeling, en bij het
Einde behandeling en Safety followup bezoek.
De patiënt kan mogelijk lichamelijk en/of psychisch ongemak ondervinden bij de
procedures die tijdens de bezoeken gedaan worden, zoals bloedafname, biopsie,
aanleggen van de infuuslijn, ECG, CT/MRI scan.
De vaakst voorkomende bijwerkingen die gemeld zijn bij het gebruik van MK3475
zijn vermoeidheid, jeuk, gebrek aan eetlust, kortademigheid, hoesten.
Publiek
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Wetenschappelijk
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Een histologisch of cytologisch bevestigde diagnose van squameuze NSCLC in stadium IV hebben (volgens M1a- of M1b-AJCC, 7e editie). Patiënten met gemengde histologie (bijvoorbeeld adenosquameus) worden toegestaan als er een squameuze component in het monster aanwezig is.
2. Meetbare ziekte hebben op basis van RECIST 1.1 zoals bepaald door de onderzoeker van het plaatselijke centrum/radiologische beoordeling. Doelwitlaesies die in een eerder bestraald gebied zijn gelegen, worden beschouwd als meetbaar als in dergelijke laesies progressie is aangetoond.
3. Geen eerdere systemische behandeling ontvingen voor gemetastaseerde NSCLC. Proefpersonen die adjuvante of neoadjuvante therapie kregen, komen in aanmerking zolang deze behandeling ten minste 12 maanden vóór de ontwikkeling van metastatische ziekte werd voltooid.
4. Tumorweefsel van plaatsen die vóór de biopsie niet zijn bestraald hebben afgestaan; met formaline gefixeerde monsters nadat de proefpersoon is gediagnosticeerd met metastatische ziekte hebben de voorkeur voor bepaling van de PD-L1-status voorafgaand aan randomisatie. Biopten die zijn verkregen vóór het krijgen van adjuvante/neoadjuvante chemotherapie zijn toegestaan als een recent biopt niet haalbaar is.
5. >= 18 jaar oud zijn op de dag dat hij/zij het informatie- en toestemmingsformulier ondertekent.
6. Een levensverwachting van ten minste 3 maanden hebben.
7. Een performancestatus van 0 of 1 op de Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) Performance Status hebben.
8. Toereikende orgaanfuncties hebben, zoals blijkt uit de gespecificeerde laboratoriumwaarden ('Adequate Organ Function Laboratory Values Algorithm* in het protocol)
9. In geval van een vrouwelijke proefpersoon die zwanger kan worden (rubriek 5.7.2): een negatieve zwangerschapstest op urine of serum hebben binnen 72 uur voorafgaand aan het krijgen van de eerste dosis onderzoeksmedicatie. Als de urinetest positief is of niet kan worden bevestigd als negatief, is een zwangerschapstest op serum nodig.
10. Bij vruchtbare vrouwen: bereidheid om gedurende het onderzoek en tot en met 120 dagen na de laatste dosis onderzoeksmedicatie een adequate anticonceptiemethode te gebruiken, zoals omschreven in het protocol.
Opmerking: Seksuele onthouding is aanvaardbaar als dit de gevestigde en geprefereerde anticonceptiemethode voor de proefpersoon is.
*
11. Bij een mannelijke proefpersoon met (een) vruchtbare vrouwelijke partner(s): instemmen met het gebruik van een adequate vorm van anticonceptie, zoals beschreven in het protocol - Anticonceptie, vanaf de eerste dosis onderzoeksmedicatie tot en met 120 dagen na de laatste dosis onderzoeksmedicatie. Mannen met zwangere partners moeten instemmen met het gebruik van condooms; er is geen extra anticonceptiemethode voor de zwangere partner vereist.
Opmerking: Seksuele onthouding is aanvaardbaar als dit de gevestigde en geprefereerde anticonceptiemethode voor de proefpersoon is.
12. Proefpersoon heeft vrijwillig ingestemd met deelname door schriftelijk een geïnformeerde toestemming te geven voor het onderzoek of ermee in te stemmen. De proefpersoon kan ook toestemming geven voor, of instemmen met, toekomstig biomedisch onderzoek. De proefpersoon mag evenwel deelnemen aan het hoofdonderzoek zonder deel te nemen aan toekomstig biomedisch onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Heeft niet-squameuze histologische NSCLC. Gemengde tumoren zullen worden gecategoriseerd per overheersend celtype; bij de aanwezigheid van kleine celelementen komt de proefpersoon niet in aanmerking; bij niet-kleincellige histologie wel, mits er enig squameus element aanwezig is (bijvoorbeeld adenosquameus); het squameuze element hoeft niet overheersend te zijn.
2. Neemt momenteel deel aan een onderzoek en krijgt een onderzoeksbehandeling, of heeft deelgenomen aan een onderzoek naar een experimenteel middel en heeft een onderzoeksbehandeling gekregen, of heeft een experimenteel hulpmiddel gebruikt binnen 4 weken vóór toediening van pembrolizumab.
3. Heeft vóór de eerste dosis onderzoeksbehandeling:
a) Eerdere systemische cytotoxische chemotherapie gekregen voor metastatische ziekte
b) Andere doelgerichte of biologische antineoplastische behandeling (bv. erlotinib, crizotinib, cetuximab) voor gemetastaseerde ziekte ontvangen
c) Een zware operatie gehad (< 3 weken vóór de eerste dosis)
4. Heeft bestralingstherapie van > 30 Gy voor de longen ondergaan binnen 6 maanden vóór de eerste dosis onderzoeksbehandeling.
5. Heeft palliatieve radiotherapie voltooid binnen 7 dagen vóór de eerste dosis onderzoeksbehandeling.
6. Heeft naar verwachting een andere vorm van antineoplastische therapie nodig tijdens deelname aan het onderzoek.
7. Heeft een vaccinatie met levend virus gekregen binnen 30 dagen vóór de geplande start van de behandeling. Seizoensgriepvaccins die geen levend virus bevatten, zijn toegestaan.
8. Heeft een bekende voorgeschiedenis van maligniteit, behalve als de proefpersoon een mogelijk curatieve therapie heeft ondergaan zonder aanwijzingen dat gedurende 5 jaar sinds de aanvang van die therapie die ziekte is teruggekomen.
Opmerking: De tijdsvereiste van *geen aanwijzingen voor ziekte gedurende 5 jaar* geldt niet voor de NSCLC-tumor waarvoor een proefpersoon in het onderzoek wordt ingeschreven. De tijdsvereiste geldt ook niet voor proefpersonen die een succesvolle definitieve resectie van basaalcelcarcinoom van de huid, oppervlakkige blaaskanker, plaveiselcelcarcinoom van de huid, baarmoederhalskanker in situ of andere vormen van kanker in situ hebben ondergaan.
9. Heeft bekende actieve metastasen in het centrale zenuwstelsel (CZS) en/of carcinomateuze meningitis. Proefpersonen met eerder behandelde hersenmetastasen mogen deelnemen, zolang ze gedurende ten minste 2 weken klinisch stabiel zijn en geen aanwijzingen hebben voor nieuwe of groter wordende hersenmetastasen, en ook 3 dagen vóór de dosering van de onderzoeksmedicatie zijn gestopt met steroïden. Stabiele hersenmetastasen volgens deze definitie dienen vóór de eerste dosis onderzoeksmedicatie te worden vastgesteld. Proefpersonen met asymptomatische hersenmetastasen (d.w.z. er zijn geen neurologische symptomen, er zijn geen corticosteroïden nodig en er is geen laesie > 1,5 cm) mogen deelnemen, maar moeten regelmatig beeldvorming van de hersenen als een plaats van ziekte ondergaan.
10. Heeft bestaande perifere neuropathie >= Graad 2 volgens de CTCAE, versie 4.
11. Heeft eerder een ernstige overgevoeligheidsreactie op behandeling met een ander monoklonaal antilichaam gehad.
12. Heeft een gekende overgevoeligheid voor enig bestanddeel van carboplatine of paclitaxel of nab-paclitaxel.
13. Heeft een actieve auto-immuunziekte waarvoor systemische behandeling nodig is geweest in de afgelopen 2 jaar (d.w.z. met gebruik van ziekteverloop-beïnvloedende middelen, corticosteroïden of immunosuppressieve geneesmiddelen). Vervangingstherapie (bv. thyroxine, insuline of fysiologische corticosteroïdenvervangingstherapie voor bijnier- of hypofyse-insufficiëntie, enz.) wordt niet beschouwd als een vorm van systemische behandeling.
14. Is onder chronische behandeling met systemische steroïden. Proefpersonen met astma die intermitterende bronchodilatatie, inhalatiesteroïden of plaatselijke injecties met steroïden moeten gebruiken, worden niet uitgesloten van het onderzoek.
15. Heeft eerder behandeling gehad met een ander anti-PD-1- of PD-L1- of PD-L2-middel of een antilichaam of een klein molecuul dat zich richt op andere immunoregulerende receptoren of mechanismen. Heeft deelgenomen aan een ander onderzoek naar pembrolizumab en behandeld is met pembrolizumab.
Voorbeelden van dergelijke antilichamen zijn onder meer (maar zijn niet beperkt tot) antilichamen tegen IDO, PD-L1, IL-2R, GITR.
16. Heeft een actieve infectie die behandeling vereist.
17. Heeft een bekende voorgeschiedenis van het humane immunodeficiëntievirus (HIV) (bekend HIV-1-/-2-antilichaampositief).
18. Heeft bekende actieve hepatitis B of C. Actieve hepatitis B wordt gedefinieerd als een bekend positief HBsAg-resultaat. Actieve hepatitis C wordt gedefinieerd aan de hand van een bekend positief hep C-Ab-resultaat en bekende kwantitatieve HCV-RNA-resultaten die hoger zijn dan de ondergrens van detectie van de test.
19. Heeft een voorgeschiedenis van, of huidige aanwijzingen voor, een aandoening, behandeling, of abnormale laboratoriumwaarde die de interpretatie van de resultaten van het onderzoek zou kunnen bemoeilijken, van invloed zou kunnen zijn op de deelname van de proefpersoon aan het volledige onderzoek, of die, naar de mening van de behandelend onderzoeker, maakt dat deelname niet in het belang van de proefpersoon is.
20. Heeft bekende psychiatrische of aan middelenmisbruik gerelateerde stoornissen die het naleven van de onderzoeksvereisten zouden bemoeilijken.
21. Is op het moment van ondertekening van het toestemmingsformulier een regelmatige gebruiker (inclusief 'recreatief gebruik') van een of meer illegale drugs of heeft een recente voorgeschiedenis (binnen het afgelopen jaar) van drugs- of alcoholmisbruik.
22. Heeft interstitiële longziekte of een voorgeschiedenis van pneumonitis waarvoor orale of intraveneuze glucocorticoïden nodig waren om te helpen bij de hantering ervan. Lymfangitische verspreiding van de NSCLC is niet uitsluitend.
23. Is zwanger of geeft borstvoeding of verwacht een kind te krijgen of te verwekken tijdens het gebruik van de onderzoeksmedicatie en voor de vereiste duur van de anticonceptie na de laatste dosis onderzoeksmedicatie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-000229-38-NL |
CCMO | NL57514.056.16 |