Doel van het onderzoek is om de oorzakelijke relatie tussen Coxiella burnetii en lymfeklierkanker op te helderen, door te kijken of en op welke manier de verwekker van Q koorts de genexpressie in witte bloedcellen manipuleert. Hierdoor kunnen we het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin B-cel lymfomen
- Bacteriële infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Micro-array op een panel van geselecteerde genen (o.b.v. literatuur onderzoek)
ter identificatie van ge-upreguleerde genen. Een toename in expressie van >100%
(dus 2-voudige toename ten opzichte van de normaal) wordt als relevant
beschouwd.
Secundaire uitkomstmaten
-
Achtergrond van het onderzoek
Nadat wij in eerdere studies sterke aanwijzingen vonden voor een verband tussen
B-cel non-Hodgkin lymfoom en Coxiella burnetii (de verwekker van Q koorts),
rest nu de vraag of er sprake is van een oorzakelijk verband en op welke manier
deze bacterie dan leidt tot het ontstaan van het B-cel non-Hodgkin lymfoom. C.
burnetii infiltreert witte bloedcellen. De belangrijkste hypothese op dit
moment is dat C. burnetii, door het stimuleren van bepaalde specifieke
cytokines bij het infecteren van deze cellen, de genexpressie beïnvloedt. Dit
leidt tot verminderde celdood en stimulatie van celdeling (specifiek B-cellen),
wat kan leiden tot het ontwikkelen van een B-cel non-Hodgkin lymfoom. Deze
hypothese is tot op heden nog niet bevestigd. Aangezien er in Nederland een
grote Q koorts uitbraak heeft gewoed, waarbij meer dan 4,000 patiënten
geregistreerd werden met acute Q koorts en naar schatting 40,000 tot 50,000
mensen besmet zijn geweest, heeft het onderzoek mogelijk grote gevolgen voor
een grote groep mensen (alle mensen die ooit in aanraking geweest zijn met de Q
koorts bacterie). We hebben na de Q koorts epidemie in Brabant de unieke
mogelijkheid om het mechanisme van de relatie tussen Q koorts en
lymfeklierkanker te ontrafelen. We willen daarvoor patiënten die een B-cel
non-Hodgkin lymfoom hebben én voor het ontwikkelen van het lymfoom in aanraking
waren geweest met de Q koorts bacterie includeren. Bij deze patiënten willen
wij graag bloed afnemen, om witte bloedcellen te isoleren en de genexpressie in
deze witte bloedcellen te onderzoeken met een micro-array. Op basis van
wetenschappelijke artikelen waarin genen zijn geïdentificeerd die leiden tot
B-cel non-Hodgkin lymfoom ontwikkeling, wordt een panel aan genen
geïdentificeerd waarvan het vermoeden bestaat dat ze betrokken zijn in de
ontwikkeling van het B-cel non-Hodgkin lymfoom na Q koorts. Om het oorzakelijke
verband te bevestigen en het exacte mechanisme te ontrafelen, willen we dit
aanvullende onderzoek doen. Mogelijk biedt het onderzoek ook aangrijpingspunten
om deze patiënten vroeger te kunnen diagnosticeren en behandelen.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is om de oorzakelijke relatie tussen Coxiella burnetii
en lymfeklierkanker op te helderen, door te kijken of en op welke manier de
verwekker van Q koorts de genexpressie in witte bloedcellen manipuleert.
Hierdoor kunnen we het mechanisme van de relatie blootleggen. Dit leidt tot
meer inzicht in beide ziektenbeelden (lymfeklierkanker en Q koorts), en biedt
mogelijk aanknopingspunten voor diagnostiek of behandeling in de toekomst.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is een laboratoriumstudie. Het is een observationele,
cross-sectionele, cohort studie. Indien wij toestemming krijgen voor het
uitvoeren van deze aanvullende bepaling, willen wij aan deze patiënten vragen
om toestemming te geven voor een éénmalige bloedafname, waarbij vier buizen met
vier milliliter bloed wordt afgenomen in een EDTA buis. Patiënten mogen
hiervoor naar het afname laboratorium van het Jeroen Bosch Ziekenhuis komen
(waarbij ze hun bezoek eventueel kunnen combineren met een *reguliere
bloedafname*) op afspraak (een moment dat de patiënt het beste uitkomt) of
indien een bezoek aan het Jeroen Bosch Ziekenhuis niet gewenst of mogelijk is,
kan de onderzoeker de bloedafname bij de patiënt thuis uitvoeren. Na afname van
de EDTA buizen zullen de specifieke witte bloedcellen, monocyten uit perifeer
bloed, worden geïsoleerd in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Na het isoleren van
deze cellen, zal het overige materiaal vernietigd worden. De cellen worden
bewaard bij -80 graden Celsius en vervoerd worden naar Nijmegen voor het
verrichten van de micro-array en kwantitatieve PCR. In Nijmegen is een
gespecialiseerd immunologielaboratorium. Een micro-array is een techniek
gelijkend op IF en FISH, waarbij fluorescent gelabelde probes worden gebruikt
om bepaalde genen te binden en zichtbaar te maken. Met een kwantitatieve PCR
kan gemeten worden hoeveel bepaalde genen *ge-upreguleerd zijn* in expressie
(d.w.z. dat bepaalde genen meer tot expressie gebracht worden door factoren,
zoals bijv. de aanwezigheid van de Coxiella burnetii).
Inschatting van belasting en risico
Éénmalige venapunctie (indien gewenst door patiënt eventueel thuis), met het
risico op een klein hematoom.
Publiek
Henri Dunantstraat 1
's-Hertogenbosch 5223 GZ
NL
Wetenschappelijk
Henri Dunantstraat 1
's-Hertogenbosch 5223 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
voorgeschiedenis van non-Hodgkin lymfoom; blootgesteld aan C. burnetii serologisch bevestigd; informed consent getekend
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
< 18 jaar oud; wilsonbekwaam; actuele behandeling met cytostatica voor andere maligniteit (te grote belasting)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL63239.028.17 |